HIII – De abstract expressionisten en hun strijd tegen decoratie
3.1 Action Painting, Jackson Pollock
Van alle kunstenaars heeft Jackson Pollock het abstract expressionisme het meest op de kaart gezet.202 Zijn werken waren uniek en samen met de mysterie rondom hem als persoon werd
hij het boegbeeld voor de gehele stroming.203 In 1947 begon Pollock met zijn bekende drippings, dit waren werken waarbij hij het grote doek op de vloer legde en de verfspetters, klodders en lijnen rechtstreeks op het doek aanbracht.204 Het eindresultaat van het
wervelende lijnenspel, is naar mijn mening, het beste visuele voorbeeld van wat de term action painting inhield. Voor Clement Greenberg voelde Pollock op het juiste moment aan dat het tijd was voor een grote verandering in de kunst.205 Hij vertaalde het beste Greenbergs
visie en de kunstenaar werd het paradepaardje van de criticus.206
Na zijn drippings keerde Pollock terug naar figuratieve vormen in deze werken zien sommige kunsthistorici enkele visuele overeenkomsten met Matisse. Bijvoorbeeld
conservator Ann Temkin van het Museum of Modern Art, zij is overtuigd van de verbinding
201 In het geval van Jackson Pollock: P. Karmel, Jackson Pollock. Interviews, Articles and reviews, New York
1998, pp. 10-11; in het geval van de color field painters: K. Wilkin, Color as Field. American Painting 1950-
1975, New Haven 2007, p. 75.
202 S., Guillbaut, How New York Stole the Idea of Modern Art, Chicago 1983, p. 172. 203 S., Guillbaut, How New York Stole the Idea of Modern Art, Chicago 1983, pp. 84, 172. 204 P. Karmel, Jackson Pollock. Interviews, Articles and reviews, New York 1998, p. 169. 205 S., Guillbaut, How New York Stole the Idea of Modern Art, Chicago 1983, p. 170. 206 H. Kramer, The Triumph of Modernism. The Art World 1975-2005, Chicago 2006, p. 80.
die Pollock probeerde te maken met Matisse in zijn werk The Easter and the Totem (1953) door middel van de dikke contouren die ook zo kenmerkend zijn in het werk van Matisse.207
Greenberg zag eveneens de visuele vergelijking tussen Pollock en Matisse.208
De visuele vergelijking tussen beide kunstenaars zou voor de hand hebben gelegen. In de eerste plaats omdat Pollock in New York de mogelijkheid had om veel werken van Matisse te zien. Nog veel belangrijker was in de tweede plaats zijn relatie met kunstenares Lee Krasner. Krasner was goed bevriend met Clement Greenberg en ze volgde lessen bij Hans Hofmann, die beide een grote waardering hadden voor Matisse en voor haar werk is Matisse altijd van belangrijke invloed geweest.209 In een interview in 1972 werd haar gevraagd wat
voor mogelijke invloed zij op Pollock heeft gehad, hierop antwoorde ze, dat als er al sprake was van een invloed, ze mogelijk Pollock bewust heeft gemaakt van het werk van Matisse.210
Naar mijn mening vormt Pollock de grootste obstakel in de visuele lijn naar Matisse. Noch in de jaren dertig, noch jaren veertig leek Pollock interesse in Matisse te tonen. De grote monumentale werken, zijn gebruik van kleur en tevens de zwarte contouren waar Ann Temkin over sprak, lijken eerder terug te gaan naar het werk van de Mexicaanse muralisten
zoals David Alfaro Siqueiros, in wiens atelier Pollock in de jaren dertig heeft gewerkt.211
Wellicht was er, zoals Greenberg aangaf, een indirecte lijn gaande via Greenberg naar Krasner
door naar Pollock, die voor vergelijkbare elementen zorgden in zijn werk.212 Echter, van een
direct visuele lijn is echter niet of nauwelijks sprake.
Jackson Pollock heeft op weg naar zijn roem, net als Matisse, veel kritiek over zijn werk gekregen. Met name in het begin van zijn carrière over onder andere dat zijn werk te
decoratief was.213 Hoewel Pollock voor de visuele dialoog tussen Matisse en de abstract
expressionisten minder van belang is, dient hij als een veel bekritiseerd boegbeeld niet buiten beschouwing gelaten te worden.
207 A. Temkin, uittreksel van het audioprogramma voor de tentoonstelling “Abstract Expressionist New York:
The Big Picture”, 2010-2011 geciteerd van: website moma.org <
http://www.moma.org/collection/object.php?object_id=79678> (27 juli 2014).
208 C. Greenberg, Influences of Matisse, tent. cat. New York (Acquavella Galleries) 1973. Introductie. 209 B. Rose, Lee Krasner. A Retrospective, tent. cat. Houston (Museum of Fine Arts); tent. cat New York
(Museum of Modern Art), New York 1983, pp. 23, 75.
210“With regard to his painting I daresay that the only possible- influence that I might have had
was to bring to Pollock an awareness of Matisse.” Interview met Lee Krasner, afgenomen door Doloris Holmes voor Archives of American Art, Smithsonian Institution, 1972.
211 C. Lanchner, Jackson Pollock, New York 2009, p. 28.
212 “By the later 1940's I dare say Matisse was being looked at harder and longer by younger painters in New
York than by younger painters elsewhere. That shows in their art. For I would also say that Matisse's influence, whether direct or indirect, accounts for some of the features that distinguish abstract painting in this country since the 1940's from most abstract painting elsewhere, and particularly in France. It's as though American art, in its handling of paint and of the color of paint, has maintained French tradition more
faithfully than French art itself has since that time. If this is so, it's thanks to Matisse's assimilation by Americans more than to anything else.” In C. Greenberg, Influences of Matisse, tent. cat. New York
(Acquavella Galleries) 1973. Introductie.
Wat belangrijk is aan Pollock, is dat zijn invloed minder lag in de stijlkenmerken van zijn werk, maar juist in de radicaliteit van zijn stijl en zijn houding hier tegenover. Niet veel
andere kunstenaars hebben zijn drip-‐techniek overgenomen.214 Interessanter waren Pollocks
vernieuwende standpunten over kunst, volgens Pollock diende een schilderij niet hiërarchisch
te worden ingedeeld.215 Pollocks doeken schilderen stonden bekend als een all-‐over
kunstwerk, het had geen centrum, begin of een einde.216 Deze visie in combinatie met de
vernieuwende manier van schilderen, in de vorm van drippings, verbreedde het spectrum van de moderne kunst op een onconventionele wijze. Als boegbeeld van de stroming was zijn visie en mening een voorbeeld voor de andere abstract expressionisten.
Ten tijde van Pollocks eerste drippings werd er, met uitzondering van enkele
loftuitingen van bijvoorbeeld Greenberg, merendeels negatief gereageerd. Als voorbeeld dat het werk volgens een criticus geen begin en geen einde had, een andere criticus vond dat het
leek op iets wat een kleuter ook kon maken.217 Daarnaast werd er onder andere de
vergelijking gemaakt met apocalyptisch behang, gebakken macaroni of haar dat in de knoop
zat.218 Jackson Pollock trok zich de kritiek in eerste instantie niet, hij wuifde het weg en leek er
om te kunnen lachen.219 Pollock leek zich niet te bekommeren om het feit dat niet iedereen
zijn werk begreep en naar alle waarschijnlijkheid begreep Pollock dat de negatieve kritieken tevens bijdroegen aan zijn roem.
In 1949 had Pollock zijn derde tentoonstelling in de Betty Parsons Gallery. Dit was de eerste tentoonstelling na de publicatie van het artikel “Jackson Pollock. Is he the greatest
living painter in the United States?” in Life Magazine.220 De vele .en waren na deze
tentoonstelling een stuk milder en overwegend positief.221 Pollock was een gevestigde naam
in de kunstwereld, zijn vergaarde roem werd helemaal duidelijk toen de ooit zo schokkende
drippings in 1951 als achtergrond werden gebruikt voor een fotoserie in Vogue.222 Met Cecil
Beaton op de voorgrond die de laatste mode toonde werden Jackson Pollocks werken compleet uit zijn verband getrokken. De werken van Jackson Pollock werden niet gebruikt zoals hij het had bedoeld, zijn drippings werden teruggebracht tot het decoratieve karakter
214 Hans Hofmann heeft tevens drippings gemaakt P. Karmel, Jackson Pollock. Interviews, Articles and
reviews, New York 1998, p. 166.
215 P. Karmel, Jackson Pollock. Interviews, Articles and reviews, New York 1998, p. 231. 216 I. Engelmann, Jackson Pollock and Lee Krasner, z.p. 2007, p. 80.
217 F. O’Connor, Jackson Pollock.The Museum of Modern Art, New York 1967, p. 125; P. Karmel, Jackson
Pollock. Interviews, Articles and reviews, New York 1998, p. 267.
218 D. Solomon, Jackson Pollock. A Biography, New York 2001, p. 19.
219 F. O’Connor, Jackson Pollock.The Museum of Modern Art, New York 1967, p. 125.
220 D. Seiberling, ‘Jackson Pollock. Is he the greatest living painter in the United States?’, Life Magazine (aug
1949), z.p.
221 P. Karmel, Jackson Pollock. Interviews, Articles and reviews, New York 1998, pp. 61-67. 222 M. Brennan, Modernism’s Masculine Subjects. Matisse, the New York School, and post-painterly
van een achtergrond of behang voor een modefoto. Hoewel de vergelijking met behang
meermaals was gemaakt, had nog niemand daadwerkelijk de stap genomen om deze iconische werken daadwerkelijk te degraderen tot een achtergrond.
Krasner kaartte later in een interview aan dat voor Pollock een belangrijke grens was
overschreden en ze hem had gevraagd: “en nu?”. 223 Voor Pollock bleek er slechts een
antwoord op deze vraag: hij stopte na vier jaar met zijn populaire drippings. Pollocks doeken na zijn drippings kenmerkten zich door zwarte en donkergekleurde lijnen op een
ongeprepareerd doek. Later zou Pollock weer figuratie en kleur in zijn werk terugbrengen, dit om enige vorm van verwarring rondom het ornamentale karakter van zijn werk te kunnen
uitsluiten.224
Jackson Pollock was tegen decoratie in de moderne kunst, deze visie had hij overgenomen van goede vriend en leraar Thomas Hart Benton en kunstcriticus Thomas
Craven. Zij vonden de Franse avant-‐garde decoratief en betekenisloos.225 Pollock sprak zich
nauwelijks uit over wat zijn werk inhoudelijk verbeeldde en waarom het weldegelijk
verschilde van decoratie. Hij vond dat zijn kunst voor zichzelf diende te spreken en dat het de
gemoedstoestand van de kunstenaar diende te reflecteren.226 De kritiek die hij ontving wuifde
hij lachend weg en vormde daarnaast een belangrijke bijdrage aan zijn roem. De enige keer dat hij zich verweerde tegen de kritiek was het niet verbaal, maar uitte zich in zijn werk. Hij stopte definitief met zijn populaire stijl van schilderen, omdat het in zijn ogen op een decoratieve manier werd misbruikt.