• No results found

Hoofdstuk 4 : Vervoer van goederen en personen

4.2. Actieplan

Op initiatief van de regering werd op 14 september 2001 beslist een werkgroep ‘billijke mededinging’ op te richten, waarin alle sociale partners uit de sector wegvervoer vertegenwoordigd zijn.

De werkgroep kwam tot het besluit dat, gezien de complexiteit van de wetgeving op het vlak van het vervoer, een gestructureerde en gecoördineerde samenwerking tussen de diverse controlediensten noodzakelijk was.

Door een gerichte bestrijding van de inbreuken inzake de sociale reglementering, de arbeidsreglementering en de verkeerstechnische reglementering beoogt men een verhoging van de verkeersveiligheid en een verbetering van de arbeidsomstandigheden van de werknemer-chauffeur, alsook een bevordering van de eerlijke concurrentie.

Op 20 november 2001 werd het actie- en samenwerkingsplan “Vervoer” getekend door de zes ministers van de volgende Federale Overheidsdiensten: FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (AD Toezicht op de Sociale Wetten), FOD Sociale Zekerheid (Sociale Inspectie en Inspectiedienst van de RSZ), FOD Mobiliteit en Vervoer (Dienst Mobiliteit, Coördinatie en Controle), FOD Binnenlandse Zaken (Federale en Lokale Politie), FOD Financiën (Administratie van Douane en Accijnzen) en FOD Justitie (Arbeidsauditoraten) alsmede door het federaal agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV).

Dit actieplan blijft van toepassing in 2012. Het werd immers afgesloten voor onbepaalde tijd.

Opdrachten en doelstellingen van het actieplan

Naast de gemeenschappelijke systematische wegcontroles voorziet dit plan o.m. in :

o de opleiding van de controleurs van iedere betrokken dienst (wetgeving “vervoer”)

o het opmaken van een vademecum van de soorten inbreuken en fraudes en het uitwerken

van een eenvormige controlemethodiek voor alle ambtenaren op de weg De doelstellingen van het actieplan zijn:

o de verhoging van de verkeersveiligheid;

o de bevordering van billijke mededinging tussen de vervoerders; o de strijd tegen illegale arbeid en sociale fraude;

o de verbetering van de werkomstandigheden van de chauffeurs; o de bescherming van het leefmilieu

Organisatie

Om uitvoering te geven aan het actieplan werden volgende organen opgericht: o een Directiecomité “Vervoer”

o een permanente coördinatiecel o negen provinciale Cellen “Vervoer Het Directiecomité “Vervoer”

Het Directiecomité is samengesteld uit vertegenwoordigers van de verschillende controlediensten; de agenten van de Lokale Politie worden er vertegenwoordigd door de Permanente Commissie van de Lokale Politie. Het directiecomité vergadert twee maal per jaar of telkens als een van de betrokken leden dit vraagt; het mag technici of specialisten op de vergaderingen uitnodigen.

Het Directiecomité is belast met:

o de controle op de toepassing en de verwezenlijking van de doelstelling van dit actieplan; o de verwoording van voorstellen om het werk op het terrein te verbeteren, afhankelijk van de

bereikte resultaten en de gevolgen op het vlak van het vervoer, de verkeersveiligheid, de werkomstandigheden en het leefmilieu;

o de verbetering van de controlerichtlijnen, de organisatie van de controles en de uitwisseling van informatie en statistische gegevens.

De Permanente Coördinatiecel

De Permanente Coördinatiecel werd opgericht binnen het bestuur van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten.

De taken van de Permanente Coördinatiecel zijn:

o het bijwonen van de vergaderingen van het Directiecomité en de Provinciale Cellen; o een contactpunt vormen voor al de diensten die betrokken zijn bij dit actieplan, alsook voor

de leden van de Adviescommissies die voorzien zijn door de wetgeving op het wegvervoer; o het verwoorden van voorstellen voor het Directiecomité en deze op de hoogte houden, via

periodieke verslagen en statistieken, over de verrichte controles;

o het initiatief nemen tot gecoördineerde controles voor bepaalde complexe of omvangrijke dossiers.

De Permanente Coördinatiecel mag, wanneer zij het nodig acht, technici of experts op haar vergaderingen uitnodigen. De operationele beslissingen van de Cel worden aan het Directiecomité meegedeeld.

De Permanente Coördinatiecel heeft een vademecum opgesteld met de gegevens van alle betrokken controleambtenaren en –agenten die deel uitmaken van elk van de Provinciale Cellen en van de leden van het Directiecomité.

Het vademecum omvat ook werkmethodieken voor de controle en de desbetreffende wetgeving. De negen Provinciale Cellen

Er werden negen Provinciale Cellen opgericht, één per provincie. Voor de provincies Vlaams en Waals Brabant en voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd één Cel opgericht.

Iedere Provinciale Cel zal gemiddeld eens per maand en telkens ze het nodig acht, controles organiseren inzake het wegvervoer.

De Provinciale Cellen komen ten minste eens per kwartaal samen op initiatief en onder het voorzitterschap van een vertegenwoordiger van de Dienst Mobiliteit, Coördinatie en Controle van de FOD Mobiliteit en Vervoer, of telkens één van de leden van deze cellen dat vraagt.

Iedere actie op het terrein wordt voorafgegaan door een briefing en afgesloten met een debriefing. Uitwisseling van informatie

Elk van de controle- en politiediensten die betrokken zijn bij dit actieplan verstrekt op loyale wijze alle nuttige informatie die wordt gevraagd binnen de grenzen van hun bevoegdheid en voor zover er geen wettelijk obstakel bestaat, zoals bijvoorbeeld het onderzoeksgeheim. Deze verplichting bestaat niet alleen m.b.t. de concrete controleacties die gezamenlijk gepland zijn en die worden uitgevoerd op het niveau van de ‘Provinciale Cellen’, maar ook t.o.v. de controleacties van elke dienst die buiten het actieplan vallen.

De Dienst Mobiliteit, Coördinatie en Controle van de FOD Mobiliteit en Vervoer zal de nodige initiatieven nemen voor de oprichting van een databank en voor de opstelling van een methode voor het beheer van de verschillende informatiekanalen.

4.3. Controles en Resultaten