• No results found

deel van de bevolking

in een

grensgebied.

Prof. dr. Frank Cörvers

Gemeenschappelijke deler 2: afgelegen gebieden

Typische afgelegen gebieden in het Koninkrijk der Nederlanden zijn de BES-eilanden (Bonaire, Eustatius, Saba) van de voormalige Nederlandse Antillen (nu: Caribisch Nederland). Hoe kan men er leraren en andere hoogopgeleiden werven als er geen of nauwelijks opleidingen zijn in het hoger onderwijs (universiteiten of hogescholen)? Jongeren verlaten immers de eilanden om elders te studeren en keren er niet snel weer terug (De Hoon en Cörvers, 2016). Dit remote area problem speelt in Europees Nederland minder, maar is zeker van toepassing op veel Randlandgebieden, vooral in het noordelijke Randland. Zo is het in het noordelijk Randland extra moeilijk om aan huisartsen te komen, terwijl de vergrijzing juist een bovengemiddelde regionale zorgbehoefte veroorzaakt. De spreiding van opleidingsfaciliteiten voor huisartsen is een mogelijke oplossing hiervoor (Batenburg et al., 2018).

Factoren die verder een rol spelen bij het aantrekken van geschikt personeel naar afgelegen gebieden zijn goede informatie en betekenisvolle ervaringen en relaties in afgelegen gebieden. Jongeren kunnen gebrekkig geïnformeerd zijn over deze gebieden en hierdoor snel denken in stereotypen. Perceptie speelt dus een belangrijke rol. Behalve de angst voor sociale isolatie speelt ook de angst voor professionele isolatie een rol. Dat laatste gaat over de professionele groei, de keuze voor een aangename werkomgeving waarbij er voldoende vervangers en mentoren zijn, de intellectuele uitdaging met ruimte voor creativiteit, vrijheid en interacties tussen collega’s. Oplossingen kunnen gevonden worden in:

• het geografisch spreiden van de opleidingsfaciliteiten;

• kennismaking met afgelegen gebieden gedurende eventuele stages;

• het bemiddelen van een baan voor de partner;

• een meer uitgekiende wervingsstrategie (onder andere voor mogelijke terugkeerders);

• een goede begeleiding van (startende) werkenden in hun loopbaan.

Dit zijn oplossingen die nationale coördinatie en/of samenwerking tussen Randstedelijke en Randlandelijke regio’s vergen.

105

Gemeenschappelijke deler 3: grensregio’s

Randlandgebieden zijn vaak grensregio’s. Omdat Nederland relatief veel grenzen heeft en weinig achterland, woont een groot deel van de bevolking in een grensgebied. Maar liefst een kwart van de Nederlandse bevolking woont binnen twintig kilometer van de grens met België of Duitsland, en een derde op dertig km (Cörvers en Van Oosterhout, 2018). De diversiteit aan weerszijden van de grens is veel groter dan tussen gebieden binnen Nederland. Grensbewoners kunnen daarover meepraten als het gaat om dagelijkse zaken bij het winkelen en in het verkeer. De grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit blijft echter aanzienlijk achter. Daardoor hebben werkzoekenden in gebieden als Zuid-Limburg een enorm potentieel banenaanbod op redelijke pendelafstand, waarvan in werkelijkheid nauwelijks gebruik wordt gemaakt. Hetzelfde geldt voor werkgevers: hun vacatures moeten kunnen opvallen met het grote potentieel van werkzoekenden. De verschillen tussen de landen zijn simpelweg te groot. Niet alleen belasting- en sociale zekerheidsverschillen en infrastructurele barrières spelen een rol, maar ook taal- en cultuurverschillen bij sollicitaties en werving, en de onzekerheden rondom de diploma-erkenning (CPB, 2016).

Er wordt al veel gedaan om betere voorlichting te geven over de mogelijk-heden op de regionale arbeidsmarkten aan de andere kant van de grens.

Zo zijn er op verschillende plaatsen in Randlandgebieden grensinformatie-punten opgericht. Daarnaast verricht een onderzoeksinstelling als ITEM (Institute for Transnational and Euregional cross border cooperation and Mobility) van de Universiteit Maastricht veel onderzoek naar de grens-barrières op alle terreinen. Ook worden er workshops, conferenties, voorlich-tings- en discussiebijeenkomsten georganiseerd in de Euregio gericht op informatie-uitwisseling en netwerkvorming over de grens. En er worden proefprocessen of rechtszaken gevoerd om de grensoverschrijdende mobiliteiten te verbeteren.

Ondanks dat de internationale mobiliteit – gezien de migrantenstromen – een enorme vlucht kan krijgen, nemen op microniveau de grensoverschrijdende sociale contacten misschien eerder af dan toe. Dit valt op te maken uit een citaat over het gebruik van het enige internationale veerpont in de

wereld die in eigendom is van twee landen, Nederland en België.28 Het vaart over de Maas tussen Belgisch en Nederlandse Limburg ter hoogte van Dilsen respectievelijk Berg aan de Maas. De veerdienst lijkt behouden te zijn door een internationaal verdrag, hoewel dat vanwege problemen én rechtszaken over de tol- en btw-heffing en de geluidswetgeving helemaal niet vanzelfsprekend is. De opsteller van de informatie op de website stelt op basis van de ervaringen met de veerdienst losjes vast dat de grensoverschrijdende contacten zijn afgenomen. Hij heeft daarvoor een eigen verklaring: “Tussen Maaseik en Maasmechelen (25 km) is de enige grensovergang de veerpont te Berg. De veerpont voorziet in een behoefte bij grensarbeiders, schoolkinderen, recreatieve fietsers. De burencontacten en het onderling evenementenbezoek tussen bewoners van beide Maasoevers nam de jongste jaren sterk af. Mede door de komst van de commerciële televisie is men van elkaar vervreemd geraakt, alhoewel bij een ouderwets feest aan de veerpont toch altijd succes nog verzekerd is.”

Conclusies

De conclusies van dit essay zijn als volgt:

• Een derde van de Nederlanders woont in de periferie van Nederland, dat wil zeggen op maximaal dertig kilometer van de grens met België of Duitsland. Het Randland is niet per se afgebakend door deze grens; er zijn verschillende afbakeningen mogelijk. Hoe dan ook is er een grote groep Nederlanders die leeft en werkt in een omgeving en onder

condities die anders zijn dan in de Randstad. Het is belangrijk dat de overheid en de landelijke media erkennen dat er goede perspectieven zijn op leven en werken in het Randland, ook al is er vaak sprake van bevolkingsdaling en geen of een veel lagere werkgelegenheidsgroei.

28 Zie https://www.hbvl.be/cnt/dmf20171121_03198952/veerpont-hoal-euver-al-meer-dan-700-jaar-grensoverschrijdend

Het is belangrijk