• No results found

Achtergrondkenmerken CoVa-deelnemers

In document CoVa: eerst denken en dan …? (pagina 43-46)

3 Beschrijving onderzoeksgroepen

3.1 Achtergrondkenmerken CoVa-deelnemers

Tabel 2 geeft een overzicht van de daderkenmerken, kenmerken van de uit-gangszaak, gegevens over het strafrechtelijk verleden en gemiddelde scores op de probleemgebieden van de RISc, voor de CoVa-deelnemers en de perso-nen in beide controlegroepen. In de eerste kolom staan de kenmerken van de totale groep CoVa-deelnemers.25 In de tweede kolom staan de achtergronden van de personen opgenomen in controlegroep 1. De derde kolom vermeldt de resultaten van de t-toets. Deze statistiek test of de verschillen tussen de CoVa-deelnemers en de personen in controlegroep 1 significant zijn. In de vierde kolom wordt aangegeven wat de hoogte van het significantieniveau is. De vijfde kolom beschrijft de achtergrondkenmerken van de RISc-populatie. Uit deze groep wordt met behulp van PSM de tweede controlegroep samen-gesteld. In de zesde kolom staat de t-toets waarmee bekeken is of de achter-grondkenmerken van de RISc-populatie significant verschillen van de CoVa-deelnemers en in de zevende kolom staat het significantieniveau. De laatste kolommen van de tabel beschrijven controlegroep 2 zoals die is ontstaan na toepassing van PSM. De t-toets en het significantieniveau maken duidelijk in hoeverre de matching gelukt is. Dit laatste komt in paragraaf 3.5 aan de orde. De eerste kolom van tabel 2 laat zien dat van 2008 tot en met 2011 in totaal 2.229 personen hebben deelgenomen aan een CoVa-training. Het merendeel van de deelnemers was man en de deelnemers zijn gemiddeld 30 jaar oud als ze de CoVa-training starten. Meer dan de helft van de CoVa-deelnemers is in Nederland geboren. Marokko, Suriname en de voormalige Nederlandse Antillen vormen de meest voorkomende overige geboortelanden. Ongeveer de helft van de CoVa-deelnemers is veroordeeld voor een vermogensdelict, de training wordt zelden opgelegd naar aanleiding van een zeden- of ver-keersdelict. Iets minder dan de helft van de deelnemers heeft de CoVa-trai-25 Bijna 20% van de deelnemers maakt de CoVa-training niet af. Uit diverse onderzoeken is gebleken dat uitval

vaak selectief is en personen met bepaalde kenmerken een grotere kans hebben om uit te vallen (Olver, Stockdale & Wormith, 2011). In bijlage 3 worden de achtergrondkenmerken van de CoVa-deelnemers uitge-splitst naar de personen die de training afgemaakt hebben en die voortijdig afgehaakt zijn. Uit deze analyse blijkt dat ook in dit onderzoek de uitval selectief was. De ‘afhakers’ vormen een groep met een zwaarder en meer omvangrijk justitieel verleden en meer psychosociale problematiek dan de groep deelnemers die de trai-ning wist af te maken.

ning intramuraal gevolgd. Deze deelnemers verbleven gemiddeld meer dan twee jaar in de gevangenis. De meeste CoVa-deelnemers hadden bij de start al een redelijk omvangrijke strafrechtelijke carrière opgebouwd. Het eerste justitiecontact was al op relatief jonge leeftijd en gemiddeld hadden ze al elf strafzaken wegens een misdrijf op hun conto staan. De afgelopen vier jaar pleegden de CoVa-deelnemers gemiddeld 1,2 delicten per jaar. CoVa-deelne-mers blijken verder op verschillende gebieden te disfunctioneren.

Uit de RISc-scores blijkt dat ruim een derde van de deelnemers (ernstige) problemen heeft op de gebieden huisvesting en wonen en alcoholgebruik. Ruim de helft van de deelnemers heeft problemen op de gebieden: inkomen en omgaan met geld; relaties met partner, gezin en familie, relaties met vrien-den en kennissen, drugsgebruik; en houding. Bijna drie kwart van de deel-nemers heeft volgens de reclasseringswerkers problemen op het gebied delictgeschiedenis/huidig delict/delictpatroon en ruim 65% op het vlak van opleiding, werk en leren. Niet verrassend is dat vrijwel alle deelnemers een probleem hebben op het gebied denkpatronen, gedrag en vaardigheden. Dit was immers een inclusiecriterium voor deelname aan de CoVa-training. Een groot deel van de deelnemers scoort problematisch op meerdere RISc-scha-len. Ongeveer de helft van de deelnemers ondervindt problemen op meer dan vijf leefgebieden.

Tabel 2 Achtergrondkenmerken CoVa-deelnemers en controlegroepen

Voor matching Na matching

CoVa deelnemers Controle 1 t Controle 2 t Controle 2 t

N=2.229 N=506 N=52.242 N=2.229 Persoonskenmerken Sekse (man) % 94,7 93,5 -1,0 88,6 -12,4 **** 94,6 -0,1 Leeftijd 30 33 6,3 **** 35 23,3 **** 30 -0,1 Geboorteland % Nederland 69,3 67,8 -0,7 72,3 3,0 ** 69,4 0,0 Marokko 4,7 6,7 1,7 * 3,4 -2,8 ** 4,5 -0,4

Voormalige Nederlandse Antillen 8,1 6,1 -1,6 4,5 -6,2 **** 8,2 0,1

Suriname 7,3 6,7 -0,5 5,6 -3,0 ** 7,3 0,0 Turkije 3,0 3,0 0,0 2,9 -0,3 2,9 -0,2 overige westers 2,3 3,6 1,4 4,7 7,3 **** 2,2 -0,1 overige niet-westers 5,2 6,1 0,8 6,5 2,6 ** 5,6 0,4 Kenmerken uitgangszaak Delictcategorie % Geweld 20,1 30,0 4,5 **** 42,2 25,2 **** 19,6 -0,4 Zeden 1,3 4,7 3,4 *** 4,4 12,2 **** 1,3 -0,3

Vermogen met geweld 27,5 17,9 -4,9 **** 8,1 -20,3 **** 26,6 -0,6

Vermogen zonder geweld 22,8 25,2 1,1 19,4 -3,8 **** 24,2 0,6

Vernieling, lichte agressie en openbare orde 6,8 6,1 -0,5 9,6 5,2 **** 6,5 -0,1

Drugs 16,5 11,1 -3,3 *** 8,9 -9,6 **** 16,8 0,3

Verkeer 1,1 0,0 -4,9 **** 2,0 3,9 **** 1,2 0,0

Overig 3,9 5,0 1,0 5,4 3,3 *** 3,9 0,1

Tabel 2 (Vervolg)

Voor matching Na matching

CoVa deelnemers Controle 1 t Controle 2 t Controle 2 t

N=2.229 N=506 N=52.242 N=2.229

Gemiddelde ernst 69,2 65,7 -4,2 **** 53,7 -44,2 **** 69,2 0,0

Setting afname RISc (intramuraal) % 42,7 42,7 0,0 9,8 -31,1 **** 41,8 -0,5 Gemiddelde aantal dagen in gevangenis 779,6 503,6 -6,9 **** 545,7 -13,6 **** 746,9 -1,2 Criminele carrièrekenmerken

Gemiddelde leeftijd 1e strafzaak 18 20 3,2 *** 24 42,6 **** 18 -0,8

Gemiddelde aantal eerdere strafzaken 11 13 2,9 ** 8 -7,8 **** 11 0,6

Gemiddelde strafzaakdichtheid 0,8 0,8 3,0 ** 0,6 -18,7 **** 0,8 1,1

Gemiddelde recidivefrequentie afgelopen 4 jaar

1,2 1,2 0,3 0,8 -15,7 **** 1,2 1,0

Gemiddelde ernst delicten afgelopen 4 jaar 48,0 45,1 -1,6 30,3 -23,0 **** 49,7 0,8 Problematiek (RISc)

1/2 Delictgeschiedenis/huidig patroon

Criminogene factor 61,4 63,3 0,8 40,4 -19,9 **** 61,0 -0,3

Ernstige criminogene factor 9,9 8,9 -0,7 3,5 -10,1 **** 10,2 0,3

3 Huisvesting en wonen

Criminogene factor 24,4 32,6 3,6 *** 23,0 -1,5 26,7 1,4

Ernstige criminogene factor 10,2 14,2 2,4 ** 8,7 -2,3 ** 10,3 0,2

4 Opleiding, werk en leren

Criminogene factor 53,6 62,9 3,8 **** 39,3 -13,3 **** 52,7 -0,6

Ernstige criminogene factor 12,7 13,6 0,5 13,4 1,0 13,8 0,8

5 Inkomen en omgaan met geld

Criminogene factor 45,0 53,1 3,3 *** 33,1 -11,1 **** 45,4 0,2

Ernstige criminogene factor 6,8 7,1 0,3 3,7 -5,6 **** 7,3 0,5

6 Relaties met partner, gezin en familie

Criminogene factor 36,0 45,8 4,0 **** 39,2 3,1 *** 36,6 0,2

Ernstige criminogene factor 16,6 26,8 4,8 **** 22,4 7,1 **** 16,8 0,0

7 Relaties met vrienden en kennissen

Criminogene factor 49,3 53,1 1,6 27,1 -20,6 **** 49,9 0,5

Ernstige criminogene factor 11,4 9,0 -1,7 * 5,1 -9,3 **** 12,2 0,5

8 Drugsgebruik

Criminogene factor 38,9 46,2 2,9 ** 31,3 -7,3 **** 37,8 -0,4

Ernstige criminogene factor 12,7 19,1 3,4 *** 11,0 -2,3 * 13,9 0,8

9 Alcoholgebruik

Criminogene factor 16,6 17,8 0,7 16,9 0,4 17,0 -0,2

Ernstige criminogene factor 17,3 32,1 6,6 **** 23,5 7,5 **** 17,4 0,2

10 Emotioneel welzijn

Criminogene factor 11,0 24,0 6,4 **** 16,5 8,0 **** 11,0 -0,1

Ernstige criminogene factor 3,7 15,1 6,9 **** 14,7 25,4 **** 4,2 0,8

11 Denkpatronen, gedrag en vaardigheden

Criminogene factor 83,4 86,4 1,7 * 64,9 -22,7 **** 83,0 -0,3

Ernstige criminogene factor 11,7 13,6 1,2 12,5 1,2 12,5 0,6

12 Houding

Criminogene factor 40,5 48,5 3,2 *** 30,2 -9,7 **** 40,1 0,0

Ernstige criminogene factor 13,1 10,7 -1,6 10,9 -3,1 *** 13,9 0,5

Aantal problemen op RISc-schalen

0-2 6,8 0,3 -11,0 **** 24,2 30,6 **** 6,4 -0,6 3-5 38,9 24,9 -6,4 **** 34,4 -4,2 **** 38,0 -0,4 6-7 27,7 31,3 1,6 19,4 -8,6 **** 28,2 0,3 8-11 26,6 43,5 7,0 **** 22,0 -4,8 **** 27,4 0,4 ****<0,0001; ***=<0,001; ** =<0,01; *<0,05 Beschrijving onderzoeksgroepen 45

In document CoVa: eerst denken en dan …? (pagina 43-46)