• No results found

Aanvullende maatregel: elektronische beveiliging

NIET DOEN!

2.9. Aanvullende maatregel: elektronische beveiliging

Elektronische beveiligingssystemen zijn bijzonder populair. Maar opgelet: ze voorkomen niet dat dieven je woning binnendringen. Wel zorgen ze ervoor dat je ze sneller opmerkt.

Bijgevolg hebben de dieven minder tijd om waardevolle spullen te zoeken. Elektronische beveiliging is dus een belangrijke aanvullende maatregel die alleen zinvol is, als je ook organisatorische en bouwkundige/fysieke voorzorgen neemt.

❶ Een alarmsysteem

Een alarminstallatie detecteert inbraakpogingen en slaat alarm. Deze ‘elektronische waakhond’ creëert een veilig gevoel. Vooral bij wie al een inbraak heeft meegemaakt. Maar het bemoeilijkt of vertraagt het forceren van een raam of deur niet. Plaats je een alarm? Hou dan rekening met volgende zaken:

• Je alarmsysteem plaatsen en onderhouden? Dat mag je zelf doen. Toch is het raadzaam de klus over te laten aan een vakman, erkend door de minister van Binnenlandse Zaken. Zo ben je er zeker van dat de installatie en het onderhoud professioneel gebeuren, met kwaliteitsvol materiaal. Een jaarlijks onderhoud is overigens bij wet verplicht.

• Het is wettelijk niet verplicht om je alarmsysteem aan te sluiten bij een alarmcentrale.

Toch levert dat heel wat voordelen op, want zij bewaakt je pand en treedt op in jouw plaats. Gaat het alarm af – terecht of niet – dan controleert de centrale dat en roept ze je op om ter plaatse te gaan kijken. Als het nodig is, waarschuwt ze ook de politie.

• Sinds 1 juli 2010 ben je verplicht om je systeem te registreren op www.police-on-web.be.

Je gegevens komen in een databank terecht die ervoor moet zorgen dat de politie efficiënt en snel kan optreden bij onraad.

- Is je alarmsysteem aangesloten op een alarmcentrale? Dan neemt de alarmcentrale deze registratie volledig voor zijn rekening. Als gebruiker hoef je niets te doen.

- Is je alarmsysteem niet aangesloten op een alarmcentrale? Vanaf 1 juli 2010 moet je jouw alarmsysteem aangeven binnen de tien dagen, nadat je het voor het eerst gebruikt.

Gegevens wijzigen of afmelden? Ook daarvoor heb je maximaal tien dagen de tijd.

• Een elektronisch alarmsysteem bestaat uit een aantal detectoren, een bedieningsbord, een sirene ❷ (binnen of buiten) en soms ook een optisch signaal ❶.

• Een elektronisch alarm is pas nuttig als je het goed opvolgt – en dat vergt discipline. Essentieel is een goede installatie en een correct gebruik.

Schakel het alarm in, telkens als je je pand verlaat (zelfs al is dat maar voor even). En blijf dat doen.

Wil je meer informatie over alarmsystemen? Kijk dan op www.besafe.be of op www.vigilis.be.

Alarm! Wat nu?

Gaat je inbraakalarm af? Volg dan deze stappen:

• Ga nooit als eerste het pand binnen. De politie zal dit voor je doen. Zij zijn het best opgeleid, uitgerust en bevoegd om risico’s te beoordelen en inbrekers bij hun kraag te vatten.

• Controleer: Gaat het alarm echt wel af voor een (poging tot) inbraak?

- Wijst er iets op een inbraak: inbraaksporen, een verdacht voertuig, voetstappen in de tuin, vreemd geluid in huis, enz.? Of gaat het om een vals alarm? Een huisgenoot vergat misschien bij het binnengaan het alarm af te zetten, de hond loopt rond in de

alarm bewaakte zone, er is een raam blijven openstaan, enz.?

• Bel het noodnummer 101 of 058 53 30 00 en vermeld de volgende gegevens:

- je naam en telefoonnummer

- het gebruikersnummer van je alarmsysteem - hoe je controleerde of het geen vals alarm was - in welk deel van het pand dat er iets aan de hand is

• Ga ter plaatse: Wanneer de politie aankomt, moet er ook iemand bij het pand zijn. Die moet de politie binnenlaten en het alarmsysteem kunnen uitschakelen. Je mag ook een contactpersoon of een bewakingsagent sturen.

 DOEN!

NIET DOEN!

❷ Een camerasysteem

Een camerasysteem wordt steeds vaker aangeraden als preventiemiddel tegen inbraak.

Twijfel je of je er zelf ook één wilt? Hou dan rekening met de volgende zaken:

• Een camera voorkomt geen inbraak. Wel detecteert hij dieven en legt hij hun

aanwezigheid vast op beeld. Dat maakt het eenvoudiger om de daders achteraf te vatten.

Een extra voordeel? De camera – met verplicht bijbehorend pictogram – schrikt inbrekers vaak af.

• Ideaal is om de camerabewaking te koppelen aan een alarmsysteem. Gaat het alarm af?

Dan ziet de meldkamer of er ook écht inbrekers op pad zijn.

• Een efficiënt camerasysteem is heel duur. Weeg, vóór de aankoop, af of het zinvol is voor jouw situatie en of het de moeite waard is om er zo’n hoge prijs voor te betalen.

• Installeer je een camera? Dan ben je gebonden aan de camerawetgeving. Je bent verplicht de aanwezigheid van je camerasysteem te melden aan de Commissie ter Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer. Het is tevens aangewezen dit te melden aan de korpschef van je politiezone. Daarnaast moet je aan je pand een pictogram ophangen – volgens wettelijke bepalingen. Openbare ruimtes mag je niet filmen. Is dat onvermijdelijk? Dan moet je de camera zó richten, dat het zicht op de openbare ruimtes (bijvoorbeeld op het voetpad of op de straat) beperkt is tot het minimum (wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s).

• Gebruik je een ander inbraakpreventiemiddel met registratiemogelijkheden – zoals een videofoon of een elektronische deurspion? Ook dan ben je normaliter gebonden aan de camerawetgeving.