• No results found

9.3 Maatregelen en risicocategorieën van daders

9.3.2 Aanpak van daders met verhoogd risico

Daders van uitgaansgeweld met een verhoogd risico vormen een groep met een uiteenlopende achtergrond. Aan de ene kant vertoont deze groep een zekere mate van risicogedrag die een zekere kans op hernieuwde betrokkenheid bij uitgaans-geweld niet ondenkbeeldig maakt. Aan de andere kant gaat het niet om daders

waarvan verwacht mag worden dat zij zullen uitgroeien tot structurele daders. De aanpak dient echter zwaarder te zijn dan bij daders met een laag risico.

Preventiebeleid biedt met name aanknopingspunten in de zin van een aanpak die is gericht op het bewerkstelligen van een gedragsverandering bij deze personen. Het risicogedrag van de betrokkene vormt de basis van de problematiek. Op basis van het risicogedrag van de betrokkenen mag verwacht worden dat een beleid van situationele preventie waarschijnlijk beperkt effect zal hebben. De betrokkenen zoeken de problemen immers niet bewust op. Aan de hand van de reactie van deze categorie daders op de aanhouding en het verblijf in de politiecel kan echter worden verondersteld dat die gebeurtenissen wel een verminderde kans op recidi-ve tot gevolg hebben. Zeker is dit echter niet: per individuele dader lijkt het te verwachten effect te verschillen. Bij een deel van de betrokkenen vallen van heenzending met een transactie (boete) waarschijnlijk weinig 'opvoedkundige' effecten te verwachten.

Zoals in de vorige hoofdstukken is uiteengezet vormt de interactie tussen autoch-tonen en allochautoch-tonen een factor van betekenis in de verklaring voor uitgaans-geweld waarbij relatief goed geïntegreerde jongeren van allochtone afkomst betrokken zijn. Het gaat daarbij met name om jongeren van Marokkaanse, Turkse of (voormalig) Joegoslavische afkomst. Zij beheersen de Nederlandse taal uitste-kend, volgen een beroepsopleiding of hebben deze afgerond, verrichten betaald werk, hebben autochtone vrienden en nemen (met deze vrienden) ook deel aan het verenigingsleven. Wanneer deze groep bij uitgaansgeweld betrokken raakt speelt daarbij enerzijds de houding van autochtone Nederlanders een rol. Gebrek aan respect voor de status van deze jongeren, in combinatie met het feit dat zij juist zelfvertrouwen ontlenen aan de hiervoor genoemde zaken, vormt een explosief mengsel. Specifiek wanneer portiers of politiefunctionarissen een houding verto-nen die wordt opgevat als neerbuigend of respectloos geeft dit aanleiding tot problemen (zie bijvoorbeeld ook Derks-Bergsma: 2000).

Omgekeerd weten de betrokkenen niet altijd begrip op te brengen voor het feit dat bepaald gedrag door autochtonen wordt opgevat als ongewenst of bedreigend. Daarbij is vooral te denken aan het vormen van grote groepen, relatief weinig consumeren in uitgaansgelegenheden of het op hun beurt met weinig respect benaderen van autochtone meisjes.

Deze constateringen bieden zowel aanknopingspunten voor situationele preventie-maatregelen als voor een dadergerichte aanpak. Een vorm van situationele

preven-7 Waarbij uiteraard ook horecaondernemers een rol spelen, aangezien de portiers vaak slechts het beleid van de ondernemer uitvoeren.

8 In het eerste jaar nadat dergelijke maatregelen waren genomen bleek sprake van een dadling met 53 procent van geweldsdelicten in het eerste jaar, maar na drie jaar was nog slechts sprake van een verschil van 13 procent ten opzichte van het startjaar. Deze resultaten moeten echter met enige voorzichtigheid worden beschouwd, aangezien de omstandigheden bij het uitgaan in Australië uiteraard hemelsbreed kunnen verschillen met Nederland.

tie is het vergroten van het onderling begrip tussen autochtone en allochtone jongeren. Voorlichting in een algemeen kader is daarbij een eerste optie. Ook een gerichtere aanpak via de ROC's biedt in dit licht echter mogelijkheden, aangezien uit de onderzoeksresultaten naar voren komt dat zowel de autochtone als de allochtone betrokkenen vaak op deze scholen zitten of hebben gezeten. Niet alleen voorlichting, maar ook specifiek lesmateriaal kan in dit opzicht wellicht worden toegepast. Door de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van justitie is een dergelijk pakket ontwikkeld, Way Out genaamd.

Een andere doelgroep voor preventieve maatregelen wordt gevormd door portiers en politiemedewerkers7. Verdere professionalisering van de portiers- (en uitsmij-ters)branche en verbetering van de relatie tussen politie en publiek vertoont een belangrijke positieve relatie met uitgaansgeweld, zo blijkt uit onderzoek (Sherman e.a.: 2000). Dit geldt niet alleen in de relatie tussen autochtonen en allochtonen, maar ook in het algemeen. Australisch onderzoek (Homel: 1997, citaat uit Sher-man e.a.: 2000) wijst bijvoorbeeld op goede resultaten van een aanpak die hierop is gericht8.

In de politieregio Brabant Zuid-Oost lijkt een helder en eenduidig toelatingsbeleid door horecaondernemers en training van portiers in de omgang met allochtone jongeren eveneens van belang. Het eerste kan bijvoorbeeld worden gekoppeld aan het vestigingsbeleid van de gemeente voor horecagelegenheden. Men kan zich bijvoorbeeld afvragen of het verstandig is gelegenheden die een sterk uiteenlopend doelgroepenbeleid willen voeren op korte afstand van elkaar te situeren in horeca-concentratiegebieden. De vestigingsplaats zou bijvoorbeeld kunnen worden gekoppeld aan voorwaarden over het voeren van een doelgroepenbeleid.

Wanneer regelrechte discriminatie wordt vermoed moeten de betrokkenen meer gelegenheid krijgen daarover te klagen. Bij de horecaondernemer of portiersorga-nisatie krijgen degenen die dit overkomt nauwelijks respons, terwijl ook de politie in individuele gevallen doorgaans weinig kan uitrichten omdat het één op één

9 Dergelijk voorlichtingsmateriaal dient zorgvuldig te worden vormgegeven. De uitgaander die teveel drinkt en daardoor tegen mensen aanbotst neemt enerzijds een risico. Anderzijds is het vertonen van een agressieve reactie op dergelijk gedrag ook niet acceptabel. De boodschap dient dus nadrukkelijk niet te zijn: 'ga niet naar die en die horecagelegenheid met een slok op, want dan loop je het risico in elkaar geslagen te worden'

gevallen betreft. Het instellen van een meldpunt discriminatie vormt een mogelijk-heid bieden om in kaart te brengen welke horecaondernemers een (structureel) warrig of discriminerend toelatingsbeleid voeren. Gemeente, politie en/of justi-tiële instanties kunnen daarop dan actie ondernemen.