• No results found

Aanhouding in geval van uitgaansgeweld in de regio

In het kader van het onderhavige onderzoek is het belangrijk om de werkwijze te beschrijven die de politie in de politieregio Brabant Zuid-Oost hanteert bij uitgaansgeweld. Het is niet de bedoeling deze werkwijze te evalueren of daarover oordelen uit te spreken. Bij de werkwijze van de politie in de regio Brabant Zuid-Oost moet worden stilgestaan omdat deze consequenties heeft gehad voor de uitvoering van het onderzoek.

Uitgaansgeweld, zoals dat begrip in dit onderzoek is gedefinieerd, concentreert zich in de avonduren (ruwweg van 22.00u. 's avonds tot 5.00u. 's ochtends) en het weekend (van vrijdag tot en met zondag). De piek van het uitgaansgeweld ligt in de nacht van zaterdag op zondag. De werkwijze van de politie en de beschikbaarheid van personeel is 's avonds en 's nachts, alsmede in het weekend, uiteraard anders dan overdag en buiten het weekend. Voorts is binnen de politie-regio Brabant Zuid-Oost op deze tijdstippen onderscheid te maken tussen de werkwijze in Eindhoven en Helmond en de rest van de politieregio.

Wanneer in Eindhoven of Helmond in de nachten van vrijdag op zaterdag of zaterdag op zondag een geval van uitgaansgeweld wordt geconstateerd houdt de politie de verdachten zo mogelijk direct aan en brengt ze over naar het hoofd-bureau van politie. De hulpofficier van justitie wordt gevraagd om aan de hand van de feiten te beoordelen welk vervolg de zaak moet krijgen. Op het hoofd-bureau in Eindhoven is in de weekenden 's nachts een hulpofficier van justitie beschikbaar (deze werkt ook voor de afdelingen Valkenswaard en Veldhoven-Vessem). In de andere afdelingen wordt gewerkt met piketdienst. De hulpofficier kan telefonisch worden geconsulteerd door de dienstdoende agenten en komt indien nodig persoonlijk ter plaatse. Afhankelijk van de zwaarte van het gepleegde

2 Uiteraard is ook in het geval van een voorlopige hechtenis een sepot, transactie OM, of heenzending met dagvaarding mogelijk. De desbetreffende vervolgacties hoeven elkaar niet uit te sluiten.

3 In een vergelijkbaar geval waarin de betrokkene wel had geslagen kreeg deze overigens alsnog een boete voor 'vechten op straat'.

delict besluit de hulpofficier tot een vervolgactie. Deze kan (in oplopende zwaar-te) als volgt worden onderscheiden:

1. Sepot, oftewel afzien van verdere vervolging of boete. 2. Transactie OM, of geldboete zonder justitieel vervolgtraject. 3. Dagvaarding, met justitieel vervolgtraject.

4. Voorlopige hechtenis, met justitieel vervolgtraject2.

Eveneens in oplopende 'zwaarte' kan afhankelijk van de ernst van het delict een vervolgbeslissing worden genomen:

1. Op de plaats van het delict.

2. Nadat een verdachte is overgebracht naar het politiebureau waar hij tenmin-ste zes uur in de politiecel mag worden vastgehouden.

3. Nadat de verdachte in verzekering is gesteld op het politiebureau (in overleg met de officier van justitie), waarna nader onderzoek door de recherche kan plaatsvinden (maximaal 3 dagen).

4. Nadat de verdachte ten behoeve van nader onderzoek in voorlopige hechte-nis in een penitentiaire inrichting is ondergebracht.

Sepot

In het lichtste geval kan de (hulp)officier van justitie besluiten dat de verdachte zonder verder vervolg in vrijheid gesteld moet worden. De gebeurt in de praktijk bijvoorbeeld wanneer de feiten onduidelijk zijn. Ook kan sprake zijn van een zaak waarin beide vechtenden zijn opgepakt, maar waarbij het 'daderschap' van de ene verdachte minimaal is in vergelijking met dat van de andere betrokkene. In één voorbeeld ging het om een minderjarig meisje dat nog nooit met politie in aanra-king was geweest. Zij was tevens uitermate over haar toeren van de aanhouding en het kortstondige verblijf in de politiecel. Tevens bleek dat zij zich wel had verweerd maar niet had geslagen en dat haar tegenstreefster reeds een historie van politiecontacten had, vormde dit de aanleiding om haar direct in vrijheid te stellen, zonder verdere gevolgen3.

4 Wanneer dat laatste wel het geval is wordt de verdachte doorgaans meteen in verzekering gesteld.

Transactie OM

Wanneer de schuld van verdachte vaststaat kan de politie een transactie OM aanbieden. Dit is van toepassing bij gevallen van geweld waarbij geen sprake is van een in strafrechtelijke zin ernstig delict4. Het kan gaan om 'vechten op straat', of geweld waarbij geen wapens zijn gebruikt, geen letsel is ontstaan en waarbij (min of meer) 'eerlijk' is gevochten, dus waar bijvoorbeeld geen op de grond liggende slachtoffers zijn geschopt of geslagen.

Een transactie OM betekent dat de verdachte kort wordt gehoord en dat de zaak vervolgens via snelrecht/estafette wordt afgedaan. In de praktijk wil dat zeggen dat de betrokkene een boete van tussen de ƒ 200,- en ƒ 700,-, krijgt en in vrijheid wordt gesteld. Soms wordt de verdachte eerst overgebracht naar het politiebureau om voorgeleid te worden aan de hulpofficier, soms gaat de hulpofficier ter plaatse en regelt hij de hele zaak op de plek waar het delict zich voor heeft gedaan, soms wordt de hulpofficier telefonisch geconsulteerd en werken de politiemensen ter plaatse de zaak af. Wanneer de verdachte is overgebracht naar het politiebureau wordt hij een politiecel ondergebracht. De verdachte kan maximaal zes uur worden vastgehouden, te rekenen vanaf 9.00u. op de ochtend die volgt op het delict. Als de verdachte gedurende de nacht is aangehouden, wat bij uitgaans-geweld doorgaans het geval is, dient hij derhalve uiterlijk voor 15.00u. de volgende dag in vrijheid te worden gesteld. Het is echter ook mogelijk dat in deze periode nieuwe informatie naar voren komt of wordt verzameld die de aanleiding vormt om de verdachte alsnog in verzekering te stellen.

De politie gebruikt de tijd van zes uur vaak om af te wachten of het slachtoffer aangifte komt doen, of om nadere informatie te verzamelen, bijvoorbeeld getui-genverklaringen. Of al dan niet aangifte wordt gedaan speelt vaak een cruciale rol voor het justitiële vervolgtraject. Een voorbeeld is een geval waarbij meerdere verdachten één slachtoffer hadden mishandeld, waarbij deze ook liggend op de grond nog tegen het lichaam was geschopt. Indien het slachtoffer aangifte had gedaan zou deze daders zware mishandeling ten laste zijn gelegd en zouden zij zeer waarschijnlijk in verzekering zijn gesteld en gedagvaard. Het slachtoffer was ook na herhaalde pogingen van de betrokken politiemensen, echter niet bereid aangifte te doen. Dit betekende dat de verdachten slechts een boete voor 'vechten op straat' kregen, zonder verder justitieel gevolg. Voor de politie zijn dit

uiter-5 Voor de duur van deze periode en de omstandigheden waarin de verdachte moet worden vastgehouden bestaan specifiek regels en procedures. In principe kan de verdachte maximaal zes uur in een zogenaamde ophoudcel op het politiebureau worden ondergebracht en maximaal drie dagen in het cellencomplex op het hoofdbureau in Eindhoven, op gezag van de officier van justitie. Wanneer het onderzoek door de politie langere tijd vergt dient de verdachte te worden ondergebracht in een huis van bewaring.

6 Dergelijke besluiten leiden nogal eens tot discussie tussen de politie en het Openbaar Ministerie. In hoofdstuk 4 wordt daarvan een voorbeeld beschreven.

aard frustrerende ervaringen. Zij doet dan ook veel moeite om slachtoffers, ook degenen die daar 's nachts niet direct toe in staat waren, te bewegen alsnog aangifte te doen. De volgende dag zoekt de politie (meestal telefonisch) contact met het slachtoffer om hem of haar te wijzen op het belang van de aangifte. De verdachte wordt door de politie gehoord. Indien nodig kan dit meerdere malen gebeuren. In principe is daarvoor altijd de genoemde periode van zes uur beschik-baar. Wanneer sprake is van een zwaarder delict, waarvoor de verdachte in verzekerde bewaring is gesteld, staat daarvoor de tijd beschikbaar die de verant-woordelijke justitiële instanties noodzakelijk achten5. Het is ook mogelijk dat tijdens de periode van zes uur nieuwe informatie voorhanden komt of dat aanvul-lende gegevens moeten worden verzameld. Op basis daarvan kan het OM alsnog beslissen dat de verdachte in verzekering moet worden gesteld. In de meeste gevallen van uitgaansgeweld is het delict van dien aard dat ook dan een transactie OM volgt. Wanneer de zaak 'rond' is en een justitieel vervolg zal krijgen kan eveneens worden besloten de verdachte heen te zenden. Dit gebeurt wanneer er weinig risico's zijn, bijvoorbeeld dat de verdachte zal onderduiken of het slachtof-fer nogmaals zal belagen. De politie zendt de verdachte dan heen met het verzoek een dagvaarding te komen afhalen6.

In verzekering stelling

Wanneer het gepleegde delict van ernstige aard is kan de verdachte direct in verzekering gesteld worden. Dit betekent dat deze wordt ingesloten in het cellen-complex op het hoofdbureau in Eindhoven. Ook het justitiële verleden van de verdachte speelt bij die beslissing een rol, maar pas in tweede instantie. In één voorbeeld was een gedetineerde met proefverlof betrokken bij een vechtpartij. Aangezien dit voorval uiteindelijk werd geclassificeerd als 'vechten op straat (APV)', had dit voor de betrokkene geen verdere gevolgen. Indien het incident in

7 Sommige afdelingen zijn uiteraard 'drukker' dan andere. Aangezien met name de afdelingen Eindhoven-Centrum en Helmond-Centrum met verdachten van uitgaansgeweld te maken krijgen betekent dit dat in voorkomende gevallen rechercheurs uit andere afdelingen wordt gevraagd om bij te springen. Overigens is men daarbij afhankelijk van de goede wil van collega's en het werkaanbod op andere afdelingen. De bereidheid of mogelijkheid tot het verlenen van assistentie is daardoor wisselend. Een bijkomend probleem is dat de grootste drukte zich doorgaans voordoet op zondagochtend, wanneer sprake is een beperkte bezetting van de afdelingen recherche.

een zwaardere categorie van misdrijven was ondergebracht zou dat echter wel degelijk hebben meegewogen.

Tijdens de periode waarin de verdachte in verzekerde bewaring is gesteld verza-melt de recherche nadere informatie over de zaak. De recherchefunctie is in de basispolitiezorg gekoppeld aan de afdelingen van de regio Brabant Zuid-Oost. Dit betekent dat op elke afdeling diverse rechercheurs werkzaam zijn die in gevallen die daartoe aanleiding geven nadere informatie kunnen verzamelen7.

Een verdachte die in verzekerde bewaring is gesteld wordt voorgeleid aan de officier van justitie in Den Bosch, waarbij een vervolgbeslissing wordt genomen. Bij verdachten die in het weekend zijn gearresteerd gebeurt dit op maandag-ochtend. Zij worden daarvoor overgebracht naar Den Bosch. De voorgeleiding is een formaliteit die slechts een paar minuten in beslag neemt. De Officier kan een beslissing nemen die varieert van in vrijheidstelling tot het in voorlopige hechtenis nemen van de verdachte. Daarbij moet worden aangetekend dat de politie, in voordurend overleg met het OM, uiteraard een uitgebreide voorselectie toepast, alvorens de verdachte wordt voorgeleid. Het komt dan ook zelden voor dat de officier van justitie op dat moment besluit dat er geen gronden voor een verder justitieel vervolg zijn.

Voordat het geschetste afhandelingstraject aan de orde kan komen moet een verdachte van uitgaansgeweld allereerst zijn aangehouden. In de tweede plaats dient een zaak tegen de betrokkene ook voldoende hard gemaakt te kunnen worden. In de praktijk doemen daarbij enkele praktische beperkingen op. Twee aspecten spelen een cruciale rol: de politie moet ten eerste snel genoeg ter plaatse kunnen zijn om aanhoudingen te kunnen verrichten en ten tweede moet zij in staat zijn de zaak verder af te handelen. Met name tussen Eindhoven en Helmond enerzijds en de rest van de regio anderzijds doet zich een aantal essentiële ver-schillen voor. Daarop gaat het vervolg van dit hoofdstuk nader in.

8 Tussen 7.00u. en 9.00u. 's ochtends is slechts een minimale bezetting aanwezig op het hoofdbureau.