• No results found

Aanpak armoede op verschillende gebieden

Deel 2: Het bestrijden van armoede

6 Aanpak armoede op verschillende gebieden

6 Aanpak armoede op verschillende gebieden

Armoede bestrijden dient op verschillende niveaus gedaan te worden. De aanpak van (langdurige) armoede is alleen effectief als er in het beleid aandacht is voor zowel individuele als

maatschappelijke factoren. In het Wat werkt-dossier bij armoede en schulden van Movisie (Vijlbrief & Van Mourik, 2020) worden wat betreft de aanpak van maatschappelijke factoren de volgende gebieden onderscheiden:

Het financieel gebied

Armoede heeft alles te maken met keuzen die op politiek niveau worden gemaakt. Politieke keuzen vergroten of verkleinen armoede. Het is bijvoorbeeld mogelijk om inkomen te verhogen (bijstand) en meer inkomenssteun te verlenen. Ook kunnen schulden worden voorkomen door minder hoge boetes. Verder is het systeem om toegang te krijgen tot voorzieningen voor veel burgers te ingewikkeld. Structureel is ook het vergroten van werkgelegenheid, het toeleiden naar de arbeidsmarkt, het bevorderen van onderwijskansen en het bestrijden van laaggeletterdheid noodzakelijk om armoede te voorkomen of te verminderen.

De ruimtelijke omgeving

Het verbeteren van de directe leefomgeving zoals faciliteiten in buurten waar mensen kunnen samenkomen, een positief (opvoed-)klimaat heerst en kinderen veilig kunnen spelen, betere transportvoorzieningen of het aantrekkelijk maken van werken in de wijk waar iemand woont. Het sociale niveau

Het versterken van sociale netwerken en interventies gericht op gezin/familie, kinderopvang of school, zoals het ondersteunen van de interactie van kinderen en (groot)ouders en het vroeg inzetten op de ontwikkeling van executieve functies bij kinderen. In deze notitie ligt het accent op het sociale niveau.

Vrijwillige burgerinitiatieven rondom armoede

Voorbeelden zijn voedselbanken en kledingbanken. De gedachte achter burgerinitiatieven is dat burgers zelf het beste weten wat zij zelf of andere burgers in armoede nodig hebben. Er kan meer op laagdrempelige burgerinitiatieven worden ingezet.

6.1 Beleid: aanbod in gemeenten

De aanpak van armoede is grotendeels gedecentraliseerd naar gemeenten. Er zijn extra financiële middelen beschikbaar voor projecten om armoede op gemeentelijk niveau te bestrijden.

Gemeenten verschillen onder meer op het gebied van de invulling van het armoedebeleid, het vaststellen van de grens voor financiële steun en het aanbod van en toegang tot voorzieningen voor kinderen (Huls e.a., 2019). Dit veroorzaakt kansenongelijkheid en het ontbreekt nog vaak aan een (integrale) aanpak die het leven van kinderen op alle vlakken verbetert. De meeste gemeenten richten zich vooral op het verminderen van de gevolgen van armoede voor de participatie van kinderen en jongeren en minder op preventie van armoede (Huls e.a., 2019). De volgende maatregelen37 (kunnen) worden ingezet:

Voor volwassenen:

• Verbeteren van de inkomenspositie van het gezin door bijvoorbeeld bijzondere bijstand of schuldhulpverlening. Bekijk een overzicht van maatregelen om armoede te verminderen op de website van Rijksoverheid bij het onderwerp armoedebestrijding.

Er is meer aandacht in gemeenten nodig voor:

• Vergroting van kennis en vaardigheden. Hierbij gaat het onder meer om vaardigheden gericht op budgetteren, executieve vaardigheden (zoals zelfsturing en probleemoplossend vermogen), levensvaardigheden, maar ook vaardigheden en steun gericht op opgroeien en opvoeden (informele en formele opvoedsteun, ontwikkelingsstimulering).

• Bevorderen van netwerken van ouders.

Gericht op de kinderen: Voorzieningen om de gevolgen van armoede te verlichten

Deze voorzieningen zijn vooral gericht op de bevordering van het meedoen van kinderen uit gezinnen met geldzorgen, meestal door 'hulp in natura'. Bijvoorbeeld vanuit particulier initiatief (voedselbank, leergeld, kledingbeurs), fondsen, en kerken en moskeeën. Ook zetten de meeste gemeenten een kindpakket in. Kinderen kunnen dan bijvoorbeeld gratis sporten en schoolspullen aanschaffen. Door ingewikkelde of starre regels worden deze voorzieningen niet altijd gevonden door degenen die er recht op hebben. Ook laaggeletterdheid en schaamte spelen hierbij een rol (Plantinga e.a., 2018; Plantinga, 2019).

Er is volgens de Kinderombudsman (Wiersma & Van der Kooi 2017; Hopman & De Jong, 2019) meer aandacht nodig voor Immateriële steun aan kinderen:

• Armoede en geldzorgen leiden in een gezin vaak tot spanningen en stress. De aanpak dient meer gericht te zijn op de gevolgen hiervan en op het welzijn van kinderen. In gemeenten wordt vaak huiswerkbegeleiding aangeboden. Andere praktische vormen van begeleiding of coaching van kinderen om de stress in de thuissituatie te kunnen verminderen, zijn niet aangetroffen in het onderzoek door de Kinderombudsman.

6.2 De rol van basisvoorzieningen bij armoede

Professionals en andere volwassenen in basisvoorzieningen als kinderopvang, buurthuis, school, jongerenwerk en vrijetijdsvoorzieningen kunnen armoede signaleren, kinderen en hun ouders ondersteunen en zorgen dat gevolgen van armoede worden aangepakt.

Mariette Lusse (Hogeschool Rotterdam) en Annelies Kassenberg (Hanzehogeschool) maakten voor het onderwijs (po en vo) een handreiking (Lusse & Kassenberg, 2020) met praktische handvatten om de gevolgen van armoede op de ontwikkeling van kinderen aan te pakken. Er zijn nog handreikingen in ontwikkeling voor het sociale domein, de jeugdgezondheidszorg en gemeenten.

Iedere handreiking bevat werkwijzen voor de volgende drie categorieën:

• Signaleren en bespreekbaar maken van armoede, zodat alle kinderen en hun ouders worden gezien;

• Ondersteuning bij armoede, zodat alle kinderen kunnen meedoen;

• Stimuleren van kinderen en ouders, om zo bij te dragen aan toekomstkansen en het doorbreken van de cirkel van armoede.

Op de website van de Sociale Alliantie Armoede zijn voorbeelden van ervaringsverhalen en lokale aanpakken van armoede te vinden.

Op de website van 'Dat werkt' is een online toolbox te vinden die gemeenten kunnen gebruiken om de samenwerking tussen organisaties in de bestrijding van armoede te verbeteren.