• No results found

1.2 Ligging 12

1.3 Doel 13

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving 14

2.1 Beschrijving toekomstige situatie 14

2.2 Aanpak 15

Hoofdstuk 3 Beleidskader 16

3.1 Rijksbeleid 16

3.2 Provinciaal beleid 17

3.3 Gemeentelijk beleid 19

Hoofdstuk 4 Motivering 24

4.1 Voortoets MER-beoordeling 24

4.2 Landschap en cultuurhistorie 25

4.3 Archeologie 28

4.9 Luchtkwaliteit 32

4.10 Externe veiligheid 33

4.11 Water 33

4.12 Duurzaamheid 34

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid 36

5.1 Economische uitvoerbaarheid 36

5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 36

Hoofdstuk 6 Procedure 37

6.1 Coördinatieregeling 37

6.2 Vooroverleg conform artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening 37

6.3 Procedure 38

Bijlagen bij de toelichting 39

Bijlage 1 Tekening op schaal 40

Bijlage 2 Landschappelijk inrichtingsplan 42

Bijlage 3 Advies Ervenconsulent 63

Bijlage 4 Beschikking Natuurbeschermingswetvergunning (17 mei 2016) 66

Bijlage 5 Rapportage quickscan flora en fauna 75

Bijlage 6 Vervolgonderzoek flora en fauna 99

Bijlage 7 Ontwerpbesluit omgevingsvergunning 120

Planregels 127

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 128

Artikel 1 Begrippen 128

Artikel 2 Wijze van meten 129

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 130

3

Artikel 3 Van toepassing verklaring 130

Hoofdstuk 3 Algemene regels 131

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel 131

Artikel 5 Algemene gebruiksregels 132

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels 133

Artikel 6 Overgangsrecht 133

Artikel 7 Slotregel 134

Bijlagen bij de regels 135

Bijlage 1 Landschappelijk inrichtingsplan 136

4

Vaststellingsbesluit

5

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS

Van: A. Lacroix Tel nr: 8889

Nummer: 20A.00714 Datum

: 2 juni 2020 Team: Ruimtelijke plannen

Tekenstukken: Ja Bijlagen: 4

Afschrift aan: Weth. T. de Weger, K. Joosten, J. Voorend, Omgevingsloket

N.a.v. (evt. briefnrs.):

Onderwerp:

Vaststellen wijzigingsplan “Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld, wijzigingsplan Van Teylingenweg 198”

Advies:

1. Het bestemmingsplan "Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld" overeenkomstig artikel 3.6.1, 9.4.1 en 32.7 onder a, in samenhang met artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, te wijzigen voor de gronden gelegen binnen het plangebied van de bij dit besluit behorende verbeelding;

2. Het plan “Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld, wijzigingsplan Van Teylingenweg 198”

(planidentificatienummer NL.IMRO.0632.WPTeylingenweg198-bOW1), zoals opgenomen in de bijlagen met registratiekenmerk 20i.01284 en 20.006564, ongewijzigd vast te stellen.

Mede-advies gegeven door:

(Naam team en medewerker) (b.v. Financiën, R. Engels)

Inleiding:

Na een positief advies op een haalbaarheidsverzoek (15U.12817) heeft de gemeente Woerden op 30 juni 2015 een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen voor het uitbreiden van een ligboxenstal op het adres Van Teylingenweg 198 in Kamerik (OLO1868719). De aanvraag is in strijd met het bestemmingsplan Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld. De uitbreiding van de ligboxstal is noodzakelijk voor het de agrarische bedrijfsvoering. Om de uitbreiding van de ligboxstal te kunnen realiseren, is een wijziging van het bestemmingsplan noodzakelijk.

Het ontwerp wijzigingsplan heeft samen met de ontwerp omgevingsvergunning 6 weken ter inzage gelegen.

In deze periode heeft de gemeente geen zienswijzen ontvangen. Het wijzigingsplan is nu gereed voor vaststelling door uw college. Na vaststelling van het plan kan gestart worden met de realisatie van het project. De omgevingsvergunning wordt onder mandaat verleend.

De bevoegdheid van het college komt voort uit de volgende wet- en/of regelgeving:

Artikel 3.6 lid 1 juncto artikel 3.9a, lid 1 Wet ruimtelijke ordening.

Beoogd effect:

Het plangebied betreft de gronden gelegen binnen en grenzend aan het agrarisch bouwvlak van het perceel Van Teylingenweg 198 in Woerden.

Doel van het wijzigingsplan is om voldoende ruimte te bieden voor de uitbreiding van de bestaande melkveestal (ligboxstal). Hiervoor is een aanpassing van de verbeelding van het bestemmingsplan noodzakelijk. De aanpassing betreft het wijzigen van het bouwvlak en de bestemmingsgrenzen van de bestemmingen “Agrarisch – Landschappelijke waarden” en “Bos – Waardevol landschapselement”.

Argumenten:

1.1 Het plan is ruimtelijk aanvaardbaar

Het ontwerp wijzigingsplan voldoet aan de gestelde eisen. De uitbreiding is noodzakelijk voor een doelmatig gebruik van de agrarische gronden in het gebied. Uit de toelichting van het ontwerp wijzigingsplan blijkt dat sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Besluit m.e.r. is niet van toepassing op de vaststelling van het wijzigingsplan.

Een voorontwerp wijzigingsplan is voorgelegd aan provincie Utrecht en hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening). Ze kunnen instemmen met het plan. Daarbij hebben zij wel enkele opmerkingen gemaakt die in het ontwerpplan zijn opgenomen.

1.2 Het plan voldoet aan de regels van de wijzigingsbevoegdheid

De gronden zijn gelegen binnen het plangebied van het bestemmingsplan "Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld”. Voor het vergroten van een bouwvlak bij een agrarisch bedrijf is in artikel 3.6.1 van het geldende bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Eveneens is voor het wijzigingen van bestemmingsvlakken in artikel 32.7 een algemene wijzigingsbevoegdheid opgenomen. In artikel 9.4.1 is voor verplaatsing van een gebied met de bestemming 'Bos – Waardevol landschapselement' eveneens een wijzigingsbevoegdheid opgenomen.

In de toelichting van het wijzigingsplan wordt voldoende onderbouwd dat voldaan wordt aan de voorwaarden voor wijzigingsbevoegdheid. De herziening beperkt zich tot het vergroten van het agrarische bouwvlak en het aanpassen van de bestemmingsgrens van het naastgelegen 'Bos – Waardevol landschapselement' en de bestemming 'Water' ten behoeve van het aanleggen van extra water. Het waardevol landschapselement

wordt deels verplaatst en behoud zijn huidige oppervlakte. Het bouwvlak (agrarische bestemming) wordt met ongeveer 8,3 % uitgebreid (van ongeveer 0,92 hectare naar ongeveer 1 hectare). Dit is minder dan 10%.

Aan de gestelde voorwaarden wordt daarmee voldaan. Via een voorwaardelijke bepaling in de regels van het wijzigingsplan is de compensatie van het waardevol landschapselement (en de natuurwaarden) geborgd.

2 Geen zienswijzen ontvangen

De bekendmaking van de ter inzage legging is gepubliceerd op 1 april 2020. Het wijzigingsplan heeft samen met de ontwerp omgevingsvergunning ter inzage gelegen van donderdag 2 april t/m woensdag 13 mei 2020 (coördinatieregeling). In deze periode heeft de gemeente geen zienswijze op het plan ontvangen. Het wijzigingsplan kan ter vaststelling aan uw college worden voorgelegd.

Kanttekening:

1.1 Natuurbeschermingswet

Ten behoeve van de gewenste uitbreiding is een Natuurbeschermingswetvergunning aangevraagd. Deze is aangevraagd voor inwerkingtreding van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) en is onder het oude recht afgehandeld. Het aanvragen en afhandelen van de Natuurbeschermingswetvergunning is de

belangrijkste reden dat de afhandeling van het wijzigingsplan en de aanvraag omgevingsvergunning 5 jaar heeft geduurd. Met de verkregen Natuurbeschermingswetvergunning kan het plan worden uitgevoerd. Dit vormt geen belemmering om het wijzigingsplan of de ontwerp omgevingsvergunning in procedure te brengen.

1.2 Landschappelijke inrichting

Ten behoeve van de voorgenomen ontwikkeling is door een landschapsdeskundige een landschappelijk inrichtingsplan opgesteld. Hierin is nader uitgewerkt op welke wijze het deel van waardevol landschappelijk element dat met de voorgenomen uitbreiding verloren zal gaan zal worden gecompenseerd. Daarmee is geen sprake van verlies aan waardevolle landschappelijke elementen, natuur en water. Omdat de

maatregelen verspreid over het perceel plaatsvinden is dit verankerd in een voorwaardelijke bepaling die de uitvoering van het inrichtingsplan verplicht stelt. Een deel van de maatregelen zijn dan ook gesitueerd buiten de bestemming Bos – Waardevol landschapselement.

Financiën:

Leges worden geheven overeenkomstig de legestabel.

Er is geen sprake van een aangewezen bouwplan, geen kostenverhaal.

Uitvoering:

De wijziging heeft betrekking op een oud papieren bestemmingsplan. Daardoor is de papieren versie leidend. Nadat het wijzigingsplan door uw college is vastgesteld, wordt de vastgestelde versie van het plan opgesteld. Naast de papieren versie wordt het wijzigingsplan op ruimtelijke plannen beschikbaar gesteld onder planidentificatienummer NL.IMRO.0632.WPTeylingenweg198-bVA1 en is het plan op de gemeentelijke website als pdf raadpleegbaar. Hiermee wordt ook voldaan aan de eis dat het plan digitaal raadpleegbaar is.

De daadwerkelijke uitvoering van het project start nadat omgevingsvergunning is verleend

(coördinatieregeling) en deze rechtskracht heeft. De aanvraag omgevingsvergunning zal na vaststelling van het wijzigingsplan onder mandaat worden verleend.

Communicatie / Website:

Mede gelet op de beperkte omvang van de wijziging is afgezien van het ter inzage leggen van het conceptplan (inspraak) en het plan direct als ontwerp ter inzage gelegd. De gemeente heeft de direct omwonenden via een brief geïnformeerd over de ter inzage legging van het ontwerp wijzigingsplan.

Publicatie en de ter inzage legging van het ontwerp wijzigingsplan heeft op de gebruikelijke wijze plaatsgevonden. De stukken zijn op ruimtelijkeplannen.nl geplaatst en op de gemeentelijke website.

Publicatie van de bekendmaking heeft plaatsgevonden in Woerdense Courant, Gemeenteblad en Staatscourant.

Nadat uw college het besluit heeft genomen om het wijzigingsplan vast te stellen zal het besluit worden gepubliceerd (tezamen met het mandaatbesluit om de omgevingsvergunning te verlenen) en gedurende zes weken ter inzage worden gelegd (beroepstermijn).

Ondernemingsraad:

Niet van toepassing

Samenhang met eerdere besluitvorming:

Cases 20B.00362 Advies ter inzage legging ontwerp wijzigingsplan (registratiekenmerk 20A.00371)

Bijlagen:

Wijzigingsplan

1. Toelichting, Regels, Bijlagen (ontwerp) (registratiekenmerk 20i.01284) 2. Verbeelding (ontwerp) (registratiekenmerk 20.006564)

3. Reactie voorontwerp provincie Utrecht (registratiekenmerk 20.006570)

4. Reactie voorontwerp Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (registratiekenmerk 20.006571)

10

T oelichting

11

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Het perceel Van Teylingenweg 198 in Kamerik heeft de bestemming 'Agrarisch – landschappelijke waarden'. Het perceel omvat het bestaande bouwvlak. Op het perceel is een stal aanwezig gesitueerd aan de rand van het bouwvlak. Naast het bouwvlak ligt een waardevol landschapselement. De gronden van dit waardevol landschapselement hebben de bestemming 'Bos – Waardevol landschapselement'. De gemeente heeft een verzoek ontvangen om het bouwvlak aan te passen en de bestemmingsgrens van de bestemming 'Bos – Waardevol landschapselement' te wijzigen. Dit om voldoende ruimte te bieden voor uitbreiding van de bestaande melkveestal. Met dit wijzigingsplan wordt het agrarische bouwvlak en het bestemmingsvlak 'Bos – Waardevol landschapselement' overeenkomstig aangepast.

De initiatiefnemer heeft een grondgebonden veehouderijbedrijf. Momenteel wordt er samengewerkt in een maatschap met de broer van de initiatiefnemer. Op de planlocatie wordt het jongvee opgefokt en het droogvee gehuisvest. Het is de bedoeling het bedrijf als zelfstandig melkveehouderijbedrijf voort te zetten en de maatschap te beëindigen. In aanvang zullen er ongeveer 75 stuks melkvee met bijbehorend jongvee gehouden worden. Om deze aantal dieren te huisvesten en het dierwelzijn te optimaliseren is

staluitbreiding noodzakelijk.

Vanwege woningen en caravans van derden rondom het bedrijf zijn de uitbreidingsmogelijkheden beperkt.

In eerste instantie lijkt het verlengen van de stal de eerste mogelijkheid, maar dit geeft geen

mogelijkheden voor een juiste indeling m.b.t. dierwelzijn en biedt ook geen ruimte voor een melkstal e.d..

De beste optie om de stal te vergroten is richting de noordzijde waar het waardevolle landschapselement gepositioneerd is. Bij het ontwerp van de stal is rekening gehouden met de noodzakelijke afstanden tot bestaande woningen en caravans.

1.2 Ligging

De planlocatie is gelegen aan Van Teylingenweg 198 te Kamerik en ligt aan de noordkant van Kamerik in het landelijk gebied van Woerden. De locatie is kadastraal bekend onder gemeente Kamerik, sectie L, nummer 930. In de volgende figuur is de topografische ligging van de locatie weergegeven.

Uitsnede topografische k aart locatie.

12

Bron: PDOK viewer.

De locatie is gelegen in het landelijk gebied van gemeente Woerden. De omgeving van de locatie bestaat voornamelijk uit agrarisch polderlandschap. De verkavelingsstructuur betreft een strokenverkaveling met een relatief grootschalige opzet. De onderlinge kavels worden gescheiden door kavelsloten, weteringen en/of lijnen in het landschap.

In de nabije omgeving van de locatie zijn enkele agrarische bedrijven, een niet-agrarisch bedrijf en enkele burgerwoningen gelegen. Wat verder van de locatie zijn enkele burgerwoningen in een bebouwingslint gelegen.

1.3 Doel

Het voorliggende plan heeft als doel om voldoende ruimte te bieden voor:

1. een doelmatige uitbreiding van de bestaande stal;

2. compensatie van een even groot Waardevol landschapselement.

13

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

2.1 Beschrijving toekomstige situatie

De initiatiefnemer is voornemens op de locatie de grondgebonden melkrundveehouderij uit te breiden naar een omvang van ongeveer 75 melkkoeien met bijbehorend jongvee. Om de voorgenomen uitbreiding mogelijk te maken is uitbreiding van de huidige stalruimte noodzakelijk. De initiatiefnemer wenst derhalve de bestaande melkveestal uit te breiden.

Een deel van de voorgenomen staluitbreiding komt binnen een gebied te liggen dat is aangemerkt als een waardevol landschapselement. Dit gebied heeft de bestemming 'Bos - Waardevol landschapselement'. Om de gewenste uitbreiding mogelijk te maken is het noodzakelijk een deel van dit gebied te verplaatsen.

Hierbij zal het deel van het waardevol landschapselement dat met de voorgenomen uitbreiding verloren zou gaan volledig worden gecompenseerd aangrenzend aan het huidige waardevol landschapselement.

Om de bouw van de gewenste stal mogelijk te maken is, naast verplaatsing van het waardevol landschapselement, vergroting van het bouwvlak noodzakelijk. Het huidige bouwvlak is ongeveer 0,92 hectare groot. Het is wenselijk het bouwvlak ten behoeve van de voorgenomen ontwikkeling te vergroten naar een omvang van ongeveer 1 hectare.

Ten behoeve van de voorgenomen ontwikkeling is een situatietekening gemaakt met daarop de voorgenomen staluitbreiding en het te compenseren landschapselement. In de volgende figuur is een uitsnede van deze tekening opgenomen (niet op schaal) die de gewenste ontwikkeling weergeeft. De situatietekening maakt onderdeel uit van de milieutekening die voor het voorgenomen project is opgesteld.

Voor de volledige milieutekening op schaal wordt verwezen naar bijlage 1 van deze toelichting.

Uitsnede situatietek ening met voorgenomen ontwik k eling.

Bron: DLV Advies.

Voor wat betreft de verplaatsing en compensatie van het waardevol landschappelijke element is door een

14

landschapsdeskundige een landschappelijk inrichtingsplan opgesteld waarop de gewenste verplaatsing en realisatie van extra landschappelijke elementen is weergegeven. Een uitsnede van deze tekening (niet op schaal) is in de volgende figuur weergegeven. Voor het volledige landschappelijke inrichtingsplan zoals door de landschapsdeskundige is opgesteld wordt verwezen naar bijlage 2 van deze toelichting.

Uitsnede tek ening landschappelijk inrichtingsplan.

Bron: Laneco Landschaps & Ecologisch Advies.

2.2 Aanpak

De plankaart (verbeelding) van het bestemmingsplan Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld wordt aangepast. Na deze herziening is het bouwvlak voor het perceel Van Teylingenweg 198 zodanig aangepast dat vergunning kan worden verleend voor de uitbreiding van de bestaande stal.

De herziening beperkt zich tot het vergroten van het agrarische bouwvlak en het aanpassen van de

bestemmingsgrens van het naastgelegen 'Bos – Waardevol landschapselement' en de bestemming 'Water' ten behoeve van het aanleggen van extra water.

15

Hoofdstuk 3 Beleidskader

3.1 Rijksbeleid

3.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

Op 13 maart 2012 heeft het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) vastgesteld. In de SVIR geeft de Rijksoverheid haar visie op de ruimtelijke en

mobiliteitsopgaven voor Nederland richting 2040 en de manier waarop zij hiermee om zal gaan. Daarmee biedt het een kader voor beslissingen die de Rijksoverheid in de periode tot 2028 wil nemen, om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden. In de SVIR maakt het Rijk helder welke nationale belangen zij heeft in het ruimtelijk en mobiliteitsdomein en welke instrumenten voor deze belangen door de Rijksoverheid worden ingezet.

Overheden, burgers en bedrijven krijgen de ruimte om oplossingen te creëren. Het Rijk gaat zo min mogelijk op de stoel van provincies en gemeenten zitten en richt zich op het versterken van de

internationale positie van Nederland en het behartigen van de nationale belangen. De Rijksoverheid brengt het aantal procedures en regels stevig terug en brengt eenheid in het stelsel van regels voor infrastructuur, water, wonen, milieu, natuur en monumenten. Het Rijk wil de beperkte beschikbare middelen niet

versnipperen. Het investeert dáár waar de nationale economie er het meest bij gebaat is, in de stedelijke regio’s rond de main-, brain- en greenports inclusief de achterlandverbindingen. Om nieuwe projecten van de grond te krijgen zoekt het Rijk samenwerking met marktpartijen en andere overheden.

Zo lang er geen sprake is van een nationaal belang zal het rijk de beoordeling en uitvoering van ontwikkelingen dus aan de provincies en gemeenten overlaten. De uitgangspunten uit de SVIR zijn juridisch verankerd in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). In het Barro is aangegeven welke gebieden, of projecten, van nationaal belang zijn en aanvullende toetsing behoeven.

Om te bepalen of sprake is van strijdigheid met de belangen uit de SVIR dient daarom verder getoetst te worden aan het Barro. Verdere toetsing aan ruimtelijke en milieutechnische belangen vindt plaats aan het provinciaal beleid.

3.1.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening

Op 17 december 2011 is de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) Ruimte gedeeltelijk in werking getreden. Deze nieuwe AMvB Ruimte heeft de eerdere ontwerp AMvB Ruimte 2009 vervangen. Juridisch wordt de AMvB Ruimte aangeduid als Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Het Barro is op 1 oktober 2012 geactualiseerd en is vanaf die datum geheel in werking getreden. Met de

inwerkingtreding van het Barro naast het Besluit ruimtelijke ordening (Bro), is de juridische verankering van de uitgangspunten uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte compleet.

In het Barro zijn de nationale belangen die juridische borging vereisen opgenomen. Het Barro is gericht op doorwerking van de nationale belangen in gemeentelijke bestemmingsplannen. Het Barro is deels

opgebouwd uit hoofdstukken afkomstig van de ontwerp AMvB Ruimte die eind 2009 is aangeboden en deels uit nieuwe onderwerpen. Per onderwerp worden vervolgens regels gegeven, waaraan

bestemmingsplannen zullen moeten voldoen.

Het besluit bepaalt tevens:

"Voor zover dit besluit strek t tot aanpassing van een bestemmingsplan dat van k racht is, stelt de gemeenteraad uiterlijk binnen drie jaar na het tijdstip van inwerk ingtreding van dit besluit een bestemmingsplan vast met inachtneming van dit besluit."

Volgens de toelichting bij dit artikel geldt als hoofdregel, dat de regels van het Barro alleen van toepassing zijn wanneer na inwerkingtreding van het Barro een nieuw bestemmingsplan voor het eerst nieuwe

ontwikkelingen mogelijk maakt binnen de aangegeven projectgebieden. Alleen wanneer het Barro expliciet een aanpassing van bestemmingsplannen vergt, omdat een reeds bestaand bestemmingsplan binnen een of meerdere van de projectgebieden is gelegen, dan moet dat binnen drie jaar gebeuren.

Het Barro draagt bij aan versnelling van de besluitvorming bij ruimtelijke ontwikkelingen van nationaal

16

belang en "vermindering van de bestuurlijke drukte". Belemmeringen die de realisatie van de genoemde projecten zouden kunnen frustreren of vertragen worden door het Barro op voorhand onmogelijk gemaakt.

Daar staat tegenover dat de regelgeving voor lagere overheden weer wat ingewikkelder is geworden.

Gemeenten die een bestemmingsplan opstellen dat raakvlakken heeft met een of meerdere belangen van de projecten in het Barro, zullen nauwkeurig de regelgeving van het Barro moeten controleren. Het Barro vormt daarmee een nieuwe, dwingende checklist bij de opstelling van bestemmingsplannen.

In het Barro zijn de projecten van nationaal belang beschreven. Deze projecten zijn in beeld gebracht in de bij het Barro behorende kaarten. De locatie is niet in een van de aangewezen projectgebieden gelegen.

Hiermee zijn de bepalingen uit het Barro niet van toepassing op de planlocatie en is geen sprake van strijdigheid met de nationale belangen.

3.1.3 Ladder duurzame verstedelijking

Ingevolgde artikel 3.1.6 lid 2 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro), de zogenaamde Ladder voor duurzame verstedelijking, dient de toelichting bij een bestemmingsplan, waarin een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk wordt maakt, een beschrijving te bevatten van de behoefte aan die ontwikkeling, en, indien het bestemmingsplan die ontwikkeling mogelijk maakt buiten het bestaand stedelijk gebied, een motivering waarom niet binnen het bestaand stedelijk gebied in die behoefte kan worden voorzien.

Een stedelijke ontwikkeling is als volgt gedefinieerd:

"ruimtelijk e ontwik k eling van een bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van k antoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijk e voorzieningen."

Bij de voorgenomen ontwikkeling is, op basis van deze definitie, geen sprake van een stedelijke ontwikkeling. Verdere toetsing aan de Ladder duurzame verstedelijking is daarmee niet vereist.

3.2 Provinciaal beleid

3.2.1 Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie

De provincie Utrecht heeft op 12 december 2016 de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013-2028 (herijking 2016) vastgesteld. De structuurvisie bevat de visie van de provincie op het ruimtelijk beleid in hoofdlijnen en biedt de kaders voor de verdere beleidsontwikkelingen.

Het grondgebied van de provincie is opgedeeld in verschillende typen gebieden waarbij per (deel)gebied eigen beleidsuitgangspunten gelden. Zoals te zien in de volgende figuur is de locatie gelegen in een gebied dat is aangemerkt als 'Westelijk Veenweidegebied'.

Het Westelijk veenweidegebied (in het Groene Hart) is overwegend open agrarische weidegebieden waarin de verschillende fasen van de ontginning helder leesbaar zijn, met patronen en structuren die door de eeuwen heen nagenoeg ongewijzigd zijn gebleven. Grote delen ervan zijn daarom cultuurhistorisch waardevol.

Net zoals overal in het landelijk gebied van de provincie wordt ook hier gewoond en gewerkt. Toch stralen

deze gebieden rust en ruimte uit. Ze lenen zich daarom vooral voor rustige vormen van recreatie, zoals

wandelen, fietsen, kanoën en toervaren. Dankzij de openheid en hoge waterpeilen zijn delen van deze

gebieden in trek bij weidevogels. De kracht voor de natuur ligt verder vooral besloten in de rijkdom aan

Net zoals overal in het landelijk gebied van de provincie wordt ook hier gewoond en gewerkt. Toch stralen

deze gebieden rust en ruimte uit. Ze lenen zich daarom vooral voor rustige vormen van recreatie, zoals

wandelen, fietsen, kanoën en toervaren. Dankzij de openheid en hoge waterpeilen zijn delen van deze

gebieden in trek bij weidevogels. De kracht voor de natuur ligt verder vooral besloten in de rijkdom aan

GERELATEERDE DOCUMENTEN