• No results found

Deelgebied Vredebestlaan 23

Op basis van de resultaten van het onderzoek wordt aanbevolen in het kader van de bestaande planvorming een vervolgstap uit het proces van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) te nemen in deelgebied Vredebestlaan 23. Geadviseerd wordt om in dit deelgebied geen graaf-werkzaamheden dieper dan het opgebrachte pakket te verrichten (zie figuur 5).

- Huisaansluitingen en riolering: de beoogde ingrepen ten behoeve van het aankoppelen van huisaansluitingen voor de nieuwbouw en het verleggen van de riolering van het kinderdagblijf zullen volgens de huidige plannen dieper gaan, waardoor het archeologisch niveau ver-stoord wordt. Alhoewel er geen aanwijzingen voor nederzettingen zijn aangetroffen, is in het deelgebied wel sprake van een intact deel van het cultuurlandschap uit de Late IJzertijd en Romeinse tijd. Het strekt mede gezien de bekende nederzettingen in de omgeving tot aanbe-veling om de bedreigde delen van dit cultuurlandschap nader te onderzoeken.

Geadviseerd wordt om ter plaatse van deze bodemingrepen een archeologisch vervolgonder-zoek uit te laten voeren in de vorm van een inventariserend veldondervervolgonder-zoek (IVO) karterende en waarderende fase, bestaande uit een proefsleuvenonderzoek. Een proefsleuvenonderzoek (IVO-P) behoort conform de KNA plaats te vinden op basis van een goedgekeurd Programma van Eisen (PvE). Dit PvE dient voor aanvang van het onderzoek te worden opgesteld door een senior-archeoloog en ter goedkeuring worden voorgelegd aan de bevoegde overheid. Het ver-dient de aanbeveling om hierbij een controlevlak aan te leggen op het tweede vegetatieniveau.

Gezien de beperkte omvang van de beoogde ingrepen kan het waarderend onderzoek eventueel plaatsvinden in de vorm van een archeologische begeleiding conform het protocol inventarise-rend veldonderzoek voor proefsleuven (IVO-P) uit de KNA versie 3.3. Het doel van de archeolo-gische begeleiding is om tijdens de grondwerkzaamheden archeoloarcheolo-gische waarnemingen te verrichten. Dit betekent dat eventuele archeologische sporen worden gedocumenteerd met zo min mogelijk vertraging van de werkzaamheden. Een archeologische begeleiding behoort plaats te vinden op basis van een goedgekeurd Programma van Eisen (PvE). Dit PvE dient voor aan-vang van het onderzoek te worden opgesteld door een senior-archeoloog en ter goedkeuring worden voorgelegd aan de bevoegde overheid.

- Sloopwerkzaamheden: tevens wordt geadviseerd om vanaf 80 cm -Mv de sloop van de funde-ring van het schoolgebouw uit te laten voeren onder archeologische begeleiding conform het protocol inventariserend veldonderzoek voor proefsleuven (IVO-P) uit de KNA versie 3.3. De diepteligging en mate van verstoring van het archeologisch niveau onder het gebouw is name-lijk nog onbekend en inventariserend booronderzoek is hier niet mogename-lijk. Aanbevolen wordt om direct na de sloop van de funderingen met een aantal controleboringen de aanwezigheid en diepteligging van het archeologisch niveau ter plaatse van de voormalige bebouwing te bepa-len om daarmee de inzet van de archeologische begeleiding aan te scherpen of te herzien.

- Heipalen: het verdient de aanbeveling om het heipalenplan ‘archeologievriendelijk’ te maken.

Dat wil zeggen dat het aantal heipalen zo beperkt mogelijk gehouden wordt en dat gebruik wordt gemaakt van grondvervangende palen. Geadviseerd wordt om als richtlijn maximaal 5%

verstoring van het oppervlak van het archeologisch niveau door heipalen aan te houden. Een dergelijk percentage wordt namelijk vaak ook bij een proefsleuvenonderzoek verstoord.

- Overig: indien bij de uitvoering van overige werkzaamheden onverwacht toch archeologische resten worden aangetroffen, dan is conform artikel 53 en 54 van de Monumentenwet 1988 (herzien in 2007) aanmelding van de desbetreffende vondsten bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap c.q. de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verplicht (vondstmelding via ARCHIS).

Deelgebied Jukoveld

In deelgebied Jukoveld wordt in het kader van de voorgenomen bodemingrepen geen archeolo-gisch vervolgonderzoek aanbevolen.

Indien bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht toch archeologische resten worden aangetroffen, dan is conform artikel 53 en 54 van de Monumentenwet 1988 (herzien in 2007) aanmelding van de desbetreffende vondsten bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Weten-schap c.q. de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verplicht (vondstmelding via ARCHIS).

Literatuur

Berendsen, H.J.A., 1982. De genese van het landschap in het zuiden van de provincie Utrecht:

een fysisch-geografische studie. Utrechtse Geografische Studies 25. Utrecht.

Berendsen, H.J.A., 2004. De vorming van het land: inleiding in de geologie en de geomorfolo-gie. Fysische geografie van Nederland. Koninklijke van Gorcum, Assen.

Cohen, K.M., E. Stouthamer, H.J. Pierik & A.H. Geurts, 2012. Rhine-Meuse Delta Studies’ Digital Basemap for Delta Evolution and Palaeogeography: catalogus: channel belts in the Rhine-Meuse Delta. Universiteit Utrecht, Utrecht.

Coppens, C.F.H., 2013. Plangebied Wenckebachplantsoen - van Herwijnenplantsoen, gemeente Nieuwegein; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennende en karterende fase). RAAP-notitie 4644. RAAP Archeo-logisch Adviesbureau, Weesp.

Coppens, C.F.H. & S. Warning, 2015. Plangebied Hessepark, gemeente Nieuwegein; archeo-logisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek (verkennende fase).

RAAP-notitie 4987. RAAP Archeologisch Adviesbureau, Weesp.

Fafiani, A.M., R.E.T.M. Rijntjes & M.P. van der Wiel, 2002. Nieuwegein: geschiedenis en archi-tectuur. Kerckebosch/SPOU, Zeist/Utrecht.

Jansen, B. & E. van der Laan, 2009. Plangebied Rijnenburg, gemeente Utrecht: archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek. RAAP-rapport 1867.

RAAP Archeologisch Adviesbureau, Weesp.

Kloosterman, P., 2011. Onderzoeksagenda archeologie gemeente Nieuwegein. RAAP-advies-document 488. RAAP Archeologisch Adviesbureau, Weesp.

Kloosterman, P., J. Sprangers & J.A.T. Wijnen, 2011. Een gestapeld verleden; gemeente Nieuwegein: een archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart. RAAP-rapport 2145. RAAP Archeologisch Adviesbureau, Weesp.

Mulder, E.F.J. de, M.C. Geluk, I. Ritsema, W.E. Westerhoff & T.E. Wong (red.), 2003. De ondergrond van Nederland. Geologie van Nederland 7. NITG-TNO, Utrecht.

Nederlands Normalisatie-instituut, 1989. Nederlandse Norm NEN 5104, Classificatie van onverharde grondmonsters. Nederlands Normalisatie-instituut, Delft.

Roy, B. de, 1973. Nieuwe kaart van den Lande van Utrecht. Alphen aan den Rijn.

Wink, K., 2014. Evaluatie- en selectierapport Archeologische opgraving (beperkte omvang) plan-gebied Wenckebachplantsoen - Van Herwijnenplantsoen, gemeente Nieuwegein.

Intern rapport RAAP Archeologisch Adviesbureau, Weesp.

Gebruikte afkortingen

AHN Actueel Hoogtebestand Nederland AMK Archeologische Monumenten Kaart AMZ Archeologische Monumenten Zorg ARCHIS ARCHeologisch Informatie Systeem

IVO(-P) Inventariserend Veld Onderzoek (Proefsleuven) KNA Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie -Mv beneden maaiveld

NAP Normaal Amsterdams Peil

OAT Oorspronkelijk Aanwijzende Tafels PvE Programma van Eisen

RTK-GPS Real Time Kinetic Global Positioning System

SIKB Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer

Overzicht van figuren, tabellen en bijlagen

Figuur 1. Ligging van het plangebied (gearceerd) met ARCHIS-waarnemingen (rood) en AMK-terreinen (blauw); inzet: ligging in Nederland (stip).

Figuur 2. Overzicht van de bekende vindplaatsen uit de omgeving van het plangebied op de gemeentelijke archeologische verwachtingskaart (bron: Kloosterman, e.a., 2011).

Figuur 3. Globale ligging van het plangebied (rode lijn) op de kaart van De Roy uit 1696 (bron:

De Roy, 1973).

Figuur 4. Projectie van het plangebied (rode lijn) op de kadastrale minuut uit de periode 1811-1832 (bron: http://www.watwaswaar.nl).

Figuur 5. Resultaten van het veldwerk.

Figuur 6. Profiel raai A-A’ (zie figuur 5 voor de ligging).

Tabel 1. Geologische en archeologische tijdschaal.

Tabel 2. Overzicht van de stroomgordels in (de omgeving van) het plangebied (naar Cohen e.a., 2012).

Tabel 3. Overzicht van de bekende archeologische vindplaatsen uit de omgeving van het plangebied (zie figuur 2 voor de ligging).