Uit dit onderzoek blijkt dat er in Utrecht veel ouders en verzorgers zijn met opvoedingsvragen en – problemen. Ook blijkt dat er veel behoefte is aan ondersteuning, met name aan professionele ondersteuning. Deze behoefte is in alle lagen van de Utrechtse bevolking aanwezig, maar bij bepaalde groepen is de behoefte groter of anders qua vorm. Het huidige aanbod voorziet voor ongeveer de helft in de bestaande behoefte. Wat betekenen deze uitkomsten voor het Utrechtse beleid inzake opvoedingsondersteuning? Moeten bestaande activiteiten worden uitgebreid of is er behoefte aan andere interventies? Om dit inzichtelijk te maken is in figuur 5 het analysemodel zoals dat in dit onderzoek is gebruikt weergegeven. De pijlen geven de punten of stadia aan waar in dit onderzoek knelpunten werden gesignaleerd. Geheel rechts staan aanbevelingen voor de oplossing van deze knelpunten.
Figuur 5. Aangrijpingspunten voor beleid op het gebied van opvoedingsondersteuning van ouders en verzorgers van kinderen van 0 –18 jaar.
Aanbevelingen voor het beleid zijn op grond van dit onderzoek als volgt samen te vatten:
Organiseer structureel en zo vroeg mogelijk vormen van opvoedingsvoorlichting in die settings waar ouders van met name jonge kinderen komen. Dit betekent dat met name de settings van consultatiebureau en jeugdgezondheidszorg op dat punt versterkt dienen te worden.
Vergroot de vroegtijdige signaleringsbekwaamheid van professionals in de preventieve zorg en in andere sectoren, zodat beginnende opvoedingsproblematiek eerder ter tafel komt.
ouders en verzorgers met kinderen 0-18 jaar
behoefte aan advies en ondersteuning vragen en problemen
professioneel aanbod : advies en opvoedingsondersteuning
• Voorlichting aan ouders, zo vroeg mogelijk Setting
• Signalering door CB, JGZ en huisarts
• Voorlichting over aanbod aan ouders en professionals in scholen, verblijven, naschoolse opvang etc
• Advisering en verwijzing door CB, JGZ en huisarts
Met name bij allochtone doelgroepen bestaat de tendens om veel te laat, pas als de problematiek in de opvoeding ver(der) gevorderd is, hulp te zoeken.
Bewustwording van manieren van opvoeden en de invloed van het ouderlijk gedrag op het kind, is met name ook bij allochtone ouders met een lage SES van groot belang. Versterken van sociale ondersteuning is daartoe een middel o.a. door het organiseren van preventieve cursussen en door het agenderen van opvoeding als gespreksthema in voor deze
doelgroepen bekende settings zoals bijvoorbeeld zelforganisaties, ouder-kind-centra.
Voor een deel ontstaat een onvervulde behoefte aan professionele hulp door onbekend met het bestaande aanbod. Meer intensieve vormen van informering van ouders zijn daarom nodig, het beste via persoonlijke gesprekken, presentaties bij kinderopvang, peuterspeelzaal, basisonderwijs etc.. Het aanbod moet dáár gepresenteerd worden waar ouders uit zichzelf al komen. Nog beter zou zijn als dat aanbod ook op die plekken georganiseerd zou worden, zodat de toegang naar professionele hulp van bijvoorbeeld een pedagoog heel laagdrempelig wordt.
Verder is versterking noodzakelijk van activiteiten vanuit de JGZ 0-19 op het gebied van toeleiding en ‘outreachend’ werken om met name meer geïsoleerde gezinnen of gezinnen die regulier contact met JGZ vermijden, met opvoedingsondersteuning te bereiken.
Literatuur
1. Bevolking van Utrecht per 1 januari 2003. Af deling Bestuursinformatie, Gemeente Utrecht, 2003.
2. Leseman PPM et al. De experimenten Opvoedingsondersteuning : Leermomenten en
Toekomstperspectieven. Samenvatting van de onderzoeksresultaten en aanbevelingen. SCO-Kohnstamm Instituut en B&A Groep Beleidsonderzoek en – Advies. Rijswijk, 1998.
3. Augustijn, H.. Opvoeding van kinderen. GGD Infokaart. Thema 5. Specifieke doelgroepen.
Jeugd. Gezondheid in West Brabant. Breda, 2002. (Plus aanvullende informatie)
4. Aansprekend opvoeden. Balanceren tussen steun en toezicht. Advies 18. Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling. Den Haag, 2001.
5. Klaver Anita en Paul Leseman. Opvoedingsondersteuning uit de kinderschoenen. De experimenten opvoedingsondersteuning na twee jaar. SCO-Kohnstamm Instituut en B&A Groep Beleidsonderzoek en – Advies. Amsterdam/Den Haag, 1996.
6. Brinke, J.M. ten en C.E. Verhagen. Hoe gezond is de regio? Gezondheidspeiling 2002. GGD Amstelland-de Meerlanden. Amstelveen, 2003.
7. Jansen, W., A. van Berkel en N. van Veelen-Dieleman. Rotterdamse Jeugdmonitor. Groep 6.
2000-2001. GGD Rotterdam en omstreken, Sector Jeugd, Afdeling Onderzoek. Rotterdam, 2003
8. Diepenmaat A. Gebruik van kinderopvang en opvoedingsproblemen bij Amsterdamse peuters en kleuters. Jaarrapportage Volksgezondheid Amsterdam 2002. GG&GD, Amsterdam, 2002.
9. PandoraNieuws, februari 2004. (www.stichtingpandora.nl)
10. Hermanns J.M.A. en M.M. Vergeer. Opvoeding en opvoedingsondersteuning. In: J. Rispens, J.M.A. Hermanns en W.H.J. Meeus (red). Opvoeden in Nederland. Van Gorcum & Comp.
B.V., Assen , 1996.
11. Blokland G. et al. De Jeugd heeft de toekomst. Preventie van psychosociale problematiek bij jeugdigen, maatwerk van de GGD. NIZW, GGD Nederland, Utrecht, 2003.
Bijlage 1. Vragen, problemen en behoefte aan opvoedingsondersteuning naar achtergrondskenmerken.
Blad 1 Stad Geslacht Leeftijd
ouder
Opleidings
niveau partner
Opvoedings problemen
(totaal) Man Vrouw 16-30 31-44 45-54 laag midden hoog wél geen vaak wel eens
1. Aantal respondenten met kinderen 0-18 jaar 720 (803) 332 471 106 539 158 149 340 304 694 109 x x
Weinig of soms vragen over opvoeding 48% 47% 51% 38% 54% 42% 31% 49% 58% 49% 49%
Vaak of altijd vragen over opvoeding 11% 11% 10% 18% 9% 9% 11% 7% 13% 10% 11%
Weinig of soms opvoedingsproblemen 37% 31% 41% 29% 38% 38% 27% 37% 41% 36% 46%
Vaak of altijd opvoedingsproblemen 6% 5% 6% 2% 5% 7% 9% 4% 5% 5% 10%
2. Aantal resp. met problemen met opvoeding 300 (343) 126 217 32 237 74 47 145 146 291 52 40 303
Gemiddeld aantal terreinen waarop problemen 2,6 2,5 2,6 2,2 2,4 3,3 3,1 2,6 2,3 2,4 3,3 4,4 2,3
Behoefte nu of in toekomst aan advies of ondersteuning * 15% 12% 21% 15% 19% 14% 11% 15% 23% 16% 22% 70% 36%
Als % van degenen die probleem hebben: 36% 33% 45% 50% 42% 30% 34% 35% 47% 39% 47% 70% 36%
3. Aant resp. met behoefte advies/onderst. 109 (138) 41 97 16 100 22 16 51 69 114 24 28 110
Aantal pers./instant. van wie men advies/ondersteuning wil 2,4 2,0 2,4 2,4 2,3 2,3 2,3 2,2 2,3 2,2 2,5 2,4 2,3
Momenteel behoefte aan prof. ondersteuning* 8% 6% 11% 6% 10% 8% 5% 9% 11% 8% 13% 53% 17%
Ja, als % van degenen die onderst. behoefte hebben: 55% 51% 52% 38% 53% 55% 50% 59% 46% 50% 58% 75% 45%
4. Aantal resp. nu behoefte aan prof. hulp 60 (71) 21 50 6 53 12 8 30 32 57 14 21 50
Hulpbehoefte vervuld 4% 4% 6% 3% 6% 4% 3% 4% 7% 5% 4% 30% 9%
Hulpbehoefte onvervuld * 4% 3% 5% 3% 4% 3% 3% 4% 4% 3% 9% 23% 8%
Onvervuld, als % van degenen met prof. hulpbehoefte: 51% 43% 44% 50% 43% 42% 50% 50% 34% 37% 71% 43% 44%
* als percentage van het totaal aantal respondenten in de betreffende categorie
Bijlage 1. Vragen, problemen en behoefte aan opvoedingsondersteuning naar achtergrondskenmerken.
Blad 2
Stad Etniciteit Waarvan:
Leeftijd kinderen
(totaal) Autochtoon Allochtoon Marokk Turks
overig westers
ov. niet-westers
alleen 1-3 jr
1-3 &
4-11
alleen 4-11 jr
4-11 &
12-18
alleen 12-18 jr
1. Aantal respondenten met kinderen 0-18 jaar 720 (803) 563 240 64 42 50 85 219 113 169 98 146
Weinig of soms vragen over opvoeding 48% 54% 38% 30% 35% 52% 37% 54% 58% 53% 45% 36%
Vaak of altijd vragen over opvoeding 11% 9% 13% 19% 10% 10% 10% 16% 8% 6% 9% 9%
Weinig of soms opvoedingsproblemen 37% 39% 31% 24% 35% 29% 35% 30% 36% 45% 45% 36%
Vaak of altijd opvoedingsproblemen 6% 4% 8% 11% 5% 4% 9% 2% 4% 5% 12% 6%
2. Aantal resp. met problemen met opvoeding 300 (343) 253 90 18 17 17 38 76 52 84 55 66
Gemiddeld aantal terreinen waarop problemen 2,6 2,4 3,1 3,6 2,9 3,1 2,9 1,7 2,3 2,4 3,3 3,2
Behoefte nu of in toekomst aan advies of ondersteuning * 15% 15% 21% 17% 26% 18% 24% 19% 21% 21% 17% 12%
Als % van degenen die probleem hebben: 36% 35% 57% 61% 65% 53% 53% 54% 46% 43% 31% 26%
3. Aant resp. met behoefte advies/onderst. 109 (138) 87 51 11 11 9 20 41 24 36 17 17
Aantal pers./instant. van wie men advies/ondersteuning wil 2,4 2,2 2,4 2,6 2,2 2,6 2,4 2,4 2,3 2,2 2,3 2,2
Momenteel behoefte aan prof. ondersteuning* 8% 8% 10% 8% 9% 10% 12% 8% 12% 10% 12% 7%
Ja, als % van degenen die onderst. behoefte hebben: 55% 54% 47% 45% 36% 56% 50% 44% 58% 47% 71% 53%
4. Aantal resp. nu behoefte aan prof. hulp 60 (71) 47 24 5 4 5 10 18 14 17 12 9
Hulpbehoefte vervuld 4% 6% 3% 5% 4% 5% 10% 6% 6% 5% 5% 4%
Hulpbehoefte onvervuld * 4% 2% 7% 3% 5% 5% 2% 2% 6% 5% 7% 3%
Onvervuld, als % van degenen met prof. hulpbehoefte: 51% 30% 71% 60% 75% 80% 70% 22% 50% 53% 58% 33%
* als percentage van het totaal aantal respondenten in de betreffende categorie
Bijlage 1. Vragen, problemen en behoefte aan opvoedingsondersteuning naar achtergrondskenmerken.
Blad 3 Stad
(Totaal)
West &
Binnenstad Noord-west Overvecht
Noordoost
& Oost Zuid Zuid-west Leidscherijn
Vleuten / de Meern
1. Aantal respondenten met kinderen 0-18 jaar 720 (745) 46 89 104 68 103 110 164 60
Weinig of soms vragen over opvoeding 48% 49% 35% 43% 49% 55% 42% 54% 57%
Vaak of altijd vragen over opvoeding 11% 19% 9% 8% 13% 12% 11% 7% 5%
Weinig of soms opvoedingsproblemen 37% 51% 26% 35% 39% 43% 22% 39% 40%
Vaak of altijd opvoedingsproblemen 6% 2% 7% 1% 9% 8% 11% 3% 3%
2. Aantal resp. met problemen met opvoeding 300 (306) 22 30 35 33 56 36 71 24
Gemiddeld aantal terreinen waarop problemen 2,6 2,2 3,1 2,8 2,9 2,7 2,9 2,3 1,9
Behoefte nu of in toekomst aan advies of ondersteuning * 15% 17% 12% 16% 16% 19% 17% 20% 8%
Als % van degenen die probleem hebben: 36% 36% 38% 49% 33% 36% 53% 46% 21%
3. Aant resp. met behoefte aan advies/onderst. 109 (123) 8 11 17 11 20 19 32 5
Aantal pers./instant. van wie men advies/ondersteuning wil 2,4 2,5 1,9 2,3 2,3 2,6 2,6 2,2 2,2
Momenteel behoefte aan prof. ondersteuning* 8% 9% 6% 8% 12% 12% 12% 9% 2%
Ja, als % van degenen die onderst. behoefte hebben: 55% 50% 45% 47% 73% 60% 68% 44% 20%
4. Aantal resp. nu behoefte aan prof. hulp 60 (65) 4 5 8 8 12 13 14 1
Hulpbehoefte vervuld * 4% 7% 1% 3% 4% 9% 5% 5% 2%
Hulpbehoefte onvervuld * 4% 2% 6% 5% 7% 3% 6% 3% 0%
Onvervuld, als % van degenen die prof. hulpbehoefte hebben: 51% 25% 83% 63% 63% 25% 54% 36% 0%
Aantal gezinnen met kinderen (1.1.2003)
Eenoudergezinnen 12653 1699 2133 1734 2941 1264 1359 509 1014
Tweeoudergezinnen 20981 2396 3112 2338 3871 2101 2767 997 3399
Schatting aantal ouders met (onvervulde) behoefte aan professionele ondersteuning bij de opvoeding
2292 141 468 308 786 160 437 76 0
Bijlage 2: Prevalentie opvoedingsproblemen bij ouders mét opvoedingsproblemen (N=328).
Probleemgebieden: Overall Geslacht Leeftijd SES Etniciteit Leeftijd kind Partner Vaak problemen
Verhoogd: % Verhoogd: % Verhoogd: % Verhoogd: % Verhoogd: % Verhoogd: % Verhoogd: %
luisteren, gehoorzamen 43% 31-44 49% lage SES 57% ja 60%
midden 52%
ontwikkeling en gezondheid 41% 16-30 75% 0-3 jaar 74%
0-3 & 4-11 64%
houden aan of stellen grenzen, regels, afspraken44% vrouwen 45% 45-54 53% 12-18 52% ja 58%
4-11&12-18 55%
schoolprestaties 24% 45-54 49% lage SES 36% 12-18 58% alleen 37%
angst, onzekerheid, faalangst 21% vrouwen 21% 4-11&12-18 35% alleen 29% ja 40%
druk en agressief zijn 18% 16-30 34% lage SES 25% allochtoon 27% 0-3 & 4-11 29% alleen 33% ja 50%
midden 24% 4-11&12-18 29%
pesten, gepest worden 12% 45-54 19% 4-11&12-18 20%
verdrietig zijn, depressief 12% allochtoon 14% > 4 JAAR >11% alleen 17% ja 30%
sociaal contact, spelen 11% allochtoon 23% 4-11&12-18 22% ja 23%
besteding vrije tijd 11% 45-54 24% allochtoon 13% 12-18 21% alleen 15% ja 18%
vriendschap, uitgaan 8% mannen 11% 45-54 20% allochtoon 16% 12-18 23%
roken, alcohol, drugs 6% 45-54 12% 12-18 18% alleen 14% ja 20%
problemen anders 4%
seksualiteit 4% 45-54 10% 12-18 12% ja 15%
stelen, vandalisme 1% mannen 4% lage SES 6% ja 10%
3 of meer
probleem-gebieden 39% 45-54 61% lage SES 55% allochtoon 49%
12-18 12-18 & 4-11
56%
53% alleen 52% ja 75%
* verschillen zijn getoetst met X2 toets: cursief en bold indien p<.05 en onderstreept indien borderline significant .05<=p<.10
Bijlage 3. Bronnen opvoedingsondersteuning
mensen die mijn kind kennen
(leerkracht, leidster KDV) 2.15 5.52 (1.12-4.14) (1.19-25.6)
Altrecht/Riagg 0.17 34.4 0.08 16.6
(0.03-0.84) (1.38-8.59) (0.02-0.39) (3.38-81.8)
ervaren ouder, vrijwilliger 4.8
(1.07-21.4)
VETCer
* Methode: stepwise forward, drempelwaarde .05; weergegeven zijn de OR's van de variabelen die met de stepwise forward methode in de analyse zijn opgenomen
# bestand Gezondheidspeiling 2003, 16-55 jaar
Bijlage 4: vragenlijst
Onderstaande vragen hoeft u alleen te beantwoorden als u een of meer (pleeg)kinderen hebt in de leeftijd tot en met 18 jaar. Als u geen kinderen hebt of als uw kinderen ouder zijn dan 18 jaar, kunt u doorgaan met vraag J1.
I1 In welke leeftijdscategorie zit(ten) uw (pleeg) kind(eren)? (U mag meerdere antwoorden aankruisen.)
0 tot 3 jaar
4 tot 7 jaar
8 tot 11 jaar
12 tot 18 jaar I2 Hebt u het afgelopen jaar (dus de laatste 12
maanden) vragen over het opvoeden van uw (pleeg)kind(eren) gehad? I3 Hebt u het afgelopen jaar (dus de laatste 12
maanden) problemen bij het opvoeden van uw (pleeg)kind(eren) gehad?
I4 Kunt u aangeven op welke terreinen deze problemen betrekking hebben? (U mag hier meerdere antwoorden aankruisen.)
ontwikkeling en gezondheid (bijvoorbeeld eten, slapen, praten, zindelijkheid)
druk, agressief zijn
angst, onzekerheid, faalangst
pesten, gepest worden
luisteren, gehoorzamen
houden aan of stellen grenzen, regels, afspraken
sociaal contact, spelen
vriendschap, uitgaan
besteding vrije tijd
seksualiteit
roken, alcohol, drugs
verdrietig zijn, depressief
schoolprestaties
stelen, vandalisme
anders, namelijk
I5 Hebt u, nu of in de toekomst, behoefte aan advies of ondersteuning bij het opvoeden?
ja
nee ga naar vraag I6
ga naar vraag J1 I. OPVOEDING VAN KINDEREN
I6 In welke vorm zou u het liefst advies of ondersteuning bij het opvoeden willen krijgen?
persoonlijke gesprekken
groepscursus
groepsvoorlichting
anonieme hulplijn
foldermateriaal, boekjes
inloopspreekuur
huisbezoek
anders, namelijk
I7 Waar of van wie zou u het liefst adviezen of ondersteuning willen krijgen? (U mag maximaal 3 antwoorden aankruisen.)
familie, vrienden, buren of kennissen
huisarts
schoolarts/-verpleegkundige
opvoedkundige, psycholoog
mensen die mijn kind kennen, zoals de leerkracht of de leidster van de kinderopvang
ervaren ouder, vrijwilliger
voorlichter eigen taal en cultuur (VETC-er)
consultatiebureau
bureau Jeugdzorg
Altrecht/Riagg
anders, namelijk
I8 Hebt u momenteel behoefte aan ondersteuning bij het opvoeden? (We bedoelen hier niet de adviezen van familie of vrienden.)
nee
ja, en die krijg ik ook al
ja, ik sta op een wachtlijst
ja, en ik heb hulp gezocht maar ik kon nergens terecht
ja, maar ik weet niet waar ik de hulp moet zoeken
ja, maar ik heb nog niet geprobeerd om hulp te zoeken