• No results found

Norm-overschrijdend gedrag ligt naar mijn mening in het verlengde van grensverleggend gedrag dat inherent is aan het opgroeien en dus een belangrijk kenmerk van de

adolescentenfase. De minderjarige die nog volop in de ontwikkeling is en norm-

overschrijdend gedrag vertoont moet snel pedagogisch verantwoord gecorrigeerd worden. Daar hoort tijdige, adequate en doeltreffende bestraffing. Zo kan de minderjarige een stuk wijzen worden van de adequate bijsturing en kan hij daarna zijn leven voortzetten. Ik benadruk hierbij de noodzaak van het snel-je-leven-kunnen-voortzetten. Als het leven van een minderjarige ‘geparkeerd’ staat in afwachting van een strafvervolging, dan zal dit pedagogisch effect teniet gaan en wordt hiermee de jongere in feite tekort gedaan.

Voortvarende afhandeling is niet enkel in het belang van de minderjarige en het slachtoffer maar eveneens in het belang van onze samenleving als geheel. Deze samenleving heeft belang heeft bij de resocialisatie van de minderjarige zodat de kans op recidive bij snelle pedagogische bijsturing wordt geminimaliseerd. De door de Hoge Raad geformuleerde en recentelijk herhaalde maatstaf dat een overschrijding van de redelijke termijn in een jeugdstrafzaak nimmer tot niet-ontvankelijkheid van het OM kan leiden, zal naar mijn mening het vervolgingsapparaat niet stimuleren om de rechten van minderjarige verdachten en het bijzonder karakter van het jeugdstrafrecht en in het verlengde daarvan, de bijzondere bescherming dat het IVRK aan minderjarige verdachten biedt, in oogschouw te nemen. Uit de bestudeerde literatuur blijkt immers dat het vasthouden aan dit uitgangspunt niet leidt tot een voortvarende behandeling van een jeugdstrafzaak door het OM. Het pedagogisch belang van een minderjarige binnen het strafprocesrecht dient voor het OM voldoende redengevend te zijn om zich maximaal in te spannen om een strafzaak tegen een minderjarige voortvarend af te handelen.

Met het toestaan van een verregaande consequentie in de vorm van niet-

ontvankelijkheid in gevallen waarin de redelijke termijn fors is overschreden, zal er binnen het OM een urgentiegevoel aangewakkerd worden om een jeugdstrafstrafzaak voortvarend af te handelen. Dit is in lijn met de internationaalrechtelijke verplichtingen waaraan Nederland zich heeft gecommitteerd en zal aldus aan het pedagogisch belang van een minderjarige meer recht worden gedaan.

Daarnaast pleit ik voor veelvuldige toepassing van artikel 9a Sr door de feitenrechters in de hoop dat dit de opsporingsautoriteiten ertoe zal bewegen om tijdig en adequaat een jeugdstrafzaak op te pakken zodat de minderjarige op een pedagogische verantwoorde wijze bijgestuurd kan worden. Want geen enkel kind dient onnodig in de onzekerheid te verkeren ten aanzien van zijn vrijheid, de overheid dient zich hiervoor hard te maken.

7. Literatuurlijst

Fleuren, 2004

J.W.A Fleuren, ‘Een ieder verbindende bepaling van verdragen.”, Den Haag, Boom 2004, E.M. Mijnarends, Richtlijnen voor een verdragsconforme jeugdstrafrechtspleging, dissertatie, Kluwer 1999.

Meuwese, Blaak, Kaandorp, 2005

S. Meuwese, M. Blaak & M. Kaandorp, Handboek Internationaal Jeugdrecht. “ Een

toelichting voor rechtspraktijk en jeugdbeleid op het Internationaal Verdrag van de Rechten van het Kind en andere regelgeving over de rechtspositie van minderjarigen”, Ars Aqui, Nijmegen 2005.

Doek, Vlaardingerbroek, 2009

E. Doek en P. Vlaardingerbroek, “Jeugdrecht en Jeugdzorg”, Elsevier Juridisch Amsterdam, 2009.

Verbruggen, Verstraeten, 2009

A. Verbruggen, F. Verstraeten,. “ Strafrecht & Strafprocesrecht voor Bachelors deel 2:“ Maklu, Antwerpen-Apeldoorn, 2009.

Van der Meij, De Graaf e.a, 2012

N. van der Meij, J.H. de Graaf e.a “De toepassing van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind in strafzaken”, Nijmegen: Ars Aequi 2012.

El Hessaini, Taghi, 2013

R. el Hessaini en Y. Taghi, “ Een onredelijke termijn en dan? Redelijke termijn in jeugdstrafzaken nader beschouwd”, Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht, 2013/11.

N. van der Meij, J.H. de Graaf e.a “De toepassing van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind in strafzaken, Deel II”, Nijmegen: Ars Aequi 2014.

Van de Water, 2015

R. van de Water, “De Hoge Raad heeft niets met kinderen (en het IVRK)”, Ivorentoga.nl, 2015. Nationale jurisprudentie HR, 3 oktober 2000, NJ 2000, 721 HR 16 december 2003, ECLI:NL:HR:2003:AL9062 HR 17 juni 2008, LJN BD2578 HR, 23 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ8167 HR 9 september 2015, ECLI:NL:HR:2015:2465

Parket bij de HR, 30 juni 2015, ECLI:NL:PHR:2015:1295

Hof Amsterdam, 19 april 2012, ECLI:NL:GHAMS:2012:BY5970. Hof Amsterdam, 24 april 2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:1604. Hof Amsterdam, 23 juli 2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:2556 Hof Amsterdam, 20 maart 2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:2923. Hof Amsterdam, 13 mei 2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:1894 Hof Den Bosch, 22 januari 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:63 Hof Den Haag, 7 januari 2011, LJN BP1548

Rb. Amsterdam, 19 november 2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:8591. Rb. Amsterdam, 4 maart 2014, ECLI:NL:RBAMS:2014:990, Rb. Amsterdam 12 mei 2010, ECLI:NL:RBAMS:2010:BM5290; Rb. Amsterdam 20 mei 2010, NBSTRAF 2011/14;

Rb. Amsterdam 29 november 2011, ECLI:NL:RBAMS:2011:BV2783; Rb. Amsterdam 29 november 2011, ECLI:NL:RBAMS:2011:BV2784; Rb. Amsterdam 22 maart 2012, NBSTRAF 2012/365;

Rb. Amsterdam 20 september 2012, ECLI:NL:RBAMS:2012:BY3871; Rb. Amsterdam, 19 november 2012, ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ0928, Rb. Amsterdam, 4 maart 2014, ECLI:NL:RBAMS:2014:1003,

Rb. Amsterdam 19 maart 2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:BZ7798; Rb. Amsterdam 2 april 2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:3967 Rb. Amsterdam 7 oktober 2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:6619; Rb. Amsterdam 7 oktober 2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:6633; Rb. Amsterdam 19 november 2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:8587; Rb. Amsterdam 19 november 2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:8589 Rb. Amsterdam 19 november 2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:8590; Rb. Amsterdam 19 november 2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:8591. Rb. Amsterdam, 6 oktober 2014, ECLI:NL:RBAMS:2014:6554 Rb. Middelburg, 20 maart 2013, ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ5769, Rb. Middelburg, 24 april 2013, ECLI:NL:RBZWB:2013:3815, Rb. Middelburg, 20 maart 2013, ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ5769 Rb. Arnhem 25 september 2012, LJN BY7720

Rb. Arnhem 25 september 2012, LJN BY7720 Rb. Arnhem 25 september 2012, LJN BY7720

Rb. Arnhem 5 juni 2012, NBSTRAF 2012/368. M.nt Dr. mr. M.L.C.C. de Bruijn-Lückers Rb. Arnhem, 30 juli 2013, ECLI:NL:RBGEL:2013:2039

Rb. Arnhem 25 september 2012, LJN BY7720

Rb. Utrecht, 16 mei 2014, ECLI:NL:RBMNE:2014:1945 Rb. Utrecht 9 juli 2013, ECLI:NL:RBMNE:2013:2679. Rb. Utrecht 9 juli 2013, ECLI:NL:RBMNE:2013:2679.

Rb. Lelystad, 6 november 2014, ECLI:NL:RBMNE:2014:6021 Rb. Zwolle-Lelystad, 26 juni 2012, ECLI:NL:RBZLY:2012:BX0206. Rb. Roermond, 22 december 2008, LJN BG7851

Rb. Den Haag, 10 januari 2012, ECLI:NL:RBSGR:2012:BV0540,

Kamerstukken

Kamerstukken II 2001-2002, 27 400 VI, nr. 60 Kalsbeeknorm Kamerstukken II 1992-1993, 22 855 (R1451), nr. 3

Documentatie

Nederlandse Rapportage Kinderombudsman aan het VN-Kinderrechtencomité 2014, 24 september 2014, Rapport: 2014KOM008

Programma Aanpak Jeugdcriminaliteit, Handreiking jeugdstrafrecht: Sancties, voorwaarden en nazorg, Ministerie van Justitie, Den Haag, oktober 2008

Aanwijzing effectieve afdoening strafzaken jeugdigen, geldend van 8 september 2012 tot 30 juni 2015, via wetten.overheid.nl

Wachten op je toekomst, Adviesrapport over de positie van en toelatingscriteria voor vreemdelingenkinderen, de Kinderombudsman, 08 maart 2012, KOM2A/2012 Wet- en Regelgeving

Wetboek van Strafrecht Wetboek van Strafvordering

Wet gedragsbeïnvloeding jeugdigen

De Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen

Internationale wet- en regelgeving

EHRM, 10 juli 2012, 60444/08, - Kayak v. Turkey; EHRM, 27 juni 2000, 30979/96, Frydlender v. France

UN Committee on the Rights of the Child (CRC), General comment No. 10 (2007): Children's Rights in Juvenile Justice, 25 April 2007, CRC/C/GC/10

UN Committee on the Rights of the Child (CRC), General comment No. 14 (2013), The right of the child to have his or her best interests taken as a primary consideration, 29 May 2013,

CRC /C/GC/14

European Rules for juvenile offenders subject to sanctions or measures, 5 November 2008 Guidelines of the Committee of Ministers of the Council of Europe on child-friendly justice, 17 november 2010

International Verdrag inzake de rechten van het kind, New York, 20-11-1989

Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden, Rome, 04-11-1950

Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, 2000/C 364/01

Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, New York, 16-12-1966 United Nations Standard Minimum Rules for the Administration of Juvenile Justice (Beijing rules), UN GA A/resolution 40/33, 1985.

Internetbronnen

GERELATEERDE DOCUMENTEN