1
Fysiotherapie na uw darmoperatie
Fysiotherapie na uw darmoperatie
Fysiotherapie na uw darmoperatie is belangrijk voor een goed herstel. Onze
fysiotherapeuten begeleiden u tijdens dit herstel. We raden u aan deze informatie door te lezen vóór u voor uw operatie in het ziekenhuis wordt opgenomen.
Waarom begeleidt een fysiotherapeut u?
Een darmoperatie beïnvloedt uw buik en daarmee uw ademhaling. Dit komt door:
Wondpijn: de ademhaling kan hierdoor oppervlakkiger worden. Daarmee bedoelen we: minder diep. Bovendien is hoesten pijnlijk.
Narcose: normaal zucht u af en toe diep door. Dit zorgt ervoor dat u alle delen van de longen gebruikt en dat u overtollig slijm afvoert. Tijdens de narcose gebeurt dit niet.
Bedrust: als u ligt, ademt u minder diep dan wanneer u zit of actief bent. Door de oppervlakkige ademhaling gebruikt u de onderste longdelen onvoldoende. Gevolg kan zijn: meer slijm in de longen en de longen die te weinig ontplooien. Bij een normale ademhaling is de ontplooiing wel goed.
De fysiotherapeut leert u de longen zo goed mogelijk te gebruiken. De kans op complicaties wordt dan kleiner. Als zich toch slijm vormt in de longen, leert u hoe u met zo min mogelijk pijn dit slijm kunt kwijtraken.
Hoe ziet de begeleiding van de fysiotherapeut er in de praktijk uit?
De fysiotherapeut komt de dag vóór de operatie bij u langs en neemt de
ademhalingsoefeningen met u door. De fysiotherapeut gebruikt daarvoor het volgende oefenschema:
2
Operatiedag
Adem vanaf uw verblijf op de uitslaapkamer elk halfuur maximaal 5 keer diep door.
Dag 1 en 2
Adem elk uur 5 keer diep door. Doe dit als volgt: adem 5 keer diep in en hou dit op het eind 3 seconden vast.
Adem daarna rustig uit. Om slim kwijt te raken kunt u eventueel ‘huffen’ (hoesten).
Dag 3 en verder
Vervolg uw oefenschema in overleg met de fysiotherapeut.
Belangrijk: begin met diep en langzaam doorademen. Adem bij voorkeur in door de neus en adem ontspannen uit met getuite lippen. Hiermee verlengt u de uitademing. Doe dit in- en uitademen minstens vijf keer achter elkaar.
Wat doen als sprake is van slijm?
Probeer te schrapen of rustig te hoesten. Ondersteun daarbij uw wond. Als het slijm nog niet ‘hoog’ genoeg zit, probeer dan te ‘huffen’. ‘Huffen wil zeggen: hou na het inademen de lucht even vast. Adem daarna met open mond met stootjes uit, alsof u een brillenglas oppoetst of laat beslaan. Huf maximaal twee tot drie keer achter elkaar. Hoest dan eventueel. Ondersteun daarbij uw wond door tegendruk te geven, met uw handen of een klein kussen. U heeft dan tijdens het hoesten minder pijn van de wond. Hoesten lukt dan beter.
Uit bed komen (mobiliseren)
Naast het oefenen van de ademhaling is het belangrijk zoveel mogelijk uit bed te komen.
Als u snel uit bed komt en snel weer loopt, herstelt u sneller en voorkomt u complicaties.
De verpleging en de fysiotherapeut begeleiden u hierbij. Zorg ervoor dat u bij het gaan zitten en liggen de buik niet te veel belast. Het beste is om via de zij en met steun van uw handen en onderarm omlaag en omhoog te komen. De papegaai van het bed mag u niet gebruiken.
Wilt u na de ziekenhuisopname onder leiding van een fysiotherapeut verder werken aan uw herstel? Lees dan meer informatie over ons oncologische nazorgprogramma’s.
Contact
Chirurgie T 088 753 11 10
klantcontactcentrum@tergooi.nl Ma t/m vr 08:00 – 16:30 uur
Darmkankercentrum
3
T 088 753 32 23
coloncarepoli@tergooi.nl
Ma t/m vr 08:00 – 12:00 en 13:00-16:00uur
