• No results found

Verslag LG west – Bodemdaling – februari 2016

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Verslag LG west – Bodemdaling – februari 2016"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Water- en

Ruimteberichten

Special: Bijeenkomst van Leergemeenschap West-Nederland

# 4

Deze uitgave is mogelijk gemaakt door:

Met medewerking van:

maart 2016 | wvl0515lv054

Foto: Harry van Reeken

West

(2)

Dit is een uitgave van

Rijkswaterstaat

www.rijkswaterstaat.nl 0800 - 8002

(gratis, dagelijks 06.00 - 22.30 uur) juli 2013 | cd0713zb001

Verdieping

leergemeenschap Water en Ruimte die op 11 februari in Den Haag plaatsvond rond bodemdaling.

Terugkijken met...

Jeannette Gerkens blikt terug op de bijeenkomst.

Reacties van deelnemers

Epke van der Werf en Frans Kwadijk vertellen over de bijeen komsten van de leergemeenschap Water en Ruimte

De Gouden Tip

Zes tips rond de thema’s van de bijeenkomst:

wateroverlast, hittestress en waterbergingstanken.

Inhoud

Agenda

31 maart 2015

Heel Holland zakt, nationaal congres veenbodemdaling Locatie: Madurodam, Den Haag

26

(3)

Verder met...

Dat was de hoofdconclusie van de regionale leergemeenschap Water en Ruimte die op 11 februari in Den Haag plaatsvond rond bodemdaling. Na een aantal inleidingen en praktijkverhalen discussieerden de circa dertig deelnemers in kleine groepen verder. Daarbij kwamen kennisontwikkeling, bewustwording en langetermijnperspectieven aan de orde.

Maarten Hoorn van Platform 31 opende de bijeenkomst. Hij ondersteunt de regionale leergemeenschappen Water en Ruimte en was deze keer ook gastheer. Na een korte introductie op het thema gaf hij het woord aan de eerste spreker, Jan Strijker, beleidsmedewerker Water bij de provincie Zuid-Holland. Strijker begon zijn presentatie met twee kaarten van Nederland. Aan de hand van deze kaarten liet hij zien hoe de afgelopen tweeduizend jaar de hoeveelheid veen in Nederland enorm is afgenomen. Deels is dat gebeurd door afgraving en door het droogmalen van diepe plassen. Daarnaast zijn veenpakketten door ontwatering de afgelopen eeuwen enorm in dikte afgenomen wat heeft geleid tot een forse bodemdaling. Dit proces - bodemdaling door

ontwatering – gaat nog steeds door, gemiddeld met een centimeter per jaar.

Effecten

De bodemdaling en het steeds dunner worden van veenpakketten kan tot allerlei negatieve effecten leiden. Daarbij gaat het om wateroverlast, de noodzaak om boezemkaden steeds verder te verhogen en verbreden, verzakkende wegen en kabels en leidingen, een toename van zoute kwel, houten paalfunderingen

Bodemdaling vereist serieuze aandacht

die droog komen staan en gaan rotten, de uitstoot van broeikasgassen door de oxidatie van veen en het langzaam verdwijnen van het karakteristieke veenweidelandschap. Strijker geeft aan dat de aanpak van de bodemdalingsproblematiek wordt bemoeilijkt doordat de kosten en baten niet bij dezelfde partijen liggen. Zo moeten waterschappen kostbare maatregelen nemen – denk aan extra bemalingscapaciteit, stuwen en hogere en bredere boezemkaden – om te zorgen dat boeren het grootste deel van het jaar hun land op kunnen. In een aantal

veenweidegebieden in Zuid-Holland zijn inmiddels de grenzen van het waterbeheer bereikt. Zo is in het zuidelijke deel van de Zuid plaspolder bij Gouda een verdere verlaging van het

polderpeil niet mogelijk, omdat door kwelwater de slootbodems dreigen open te barsten. Dat betekent dat moet worden nagedacht over het aanpassen van gebruiksfuncties.

De provincie Zuid-Holland heeft bodemdaling inmiddels op de agenda gezet en is aan het bekijken hoe het onderwerp het beste kan worden aangepakt. Inzet is samenwerking met alle

betrokken partijen, waaronder waterschappen, de stuurgroep nationaal landschap het Groene Hart, het platform Slappe Bodem en de STOWA. De oplossingsrichtingen zijn volgens Strijker heel divers. Denk aan diepe polders met het uiterlijk van droogmakerijen, nieuwe natte teelten, technische adaptaties zoals geavanceerde drainagemethoden, veenweidegebieden als werelderfgoed en het creëren van nieuwe ruimtelijke kwaliteiten.

Verdieping

Wateroverlast

Rien Smets, gebiedsmanager Openbare Ruimte bij de gemeente Gouda, was de tweede inleider. Hij ging in op de problemen die bodemdaling in Gouda veroorzaakt. Door het verzakken van straten en tuinen ontstaan er bijvoorbeeld grote niveauverschillen tussen woningen en het straatniveau, waardoor de toegankelijk- heid van panden afneemt. Verder heeft de gemeente door de geringe drooglegging snel last van wateroverlast. Ondertussen is het verlagen van de grondwaterstand geen optie, omdat houten paalfunderingen dan droog komen te staan. Verder moet de gemeente bij alle ingrepen in de binnenstad rekening houden met de verschillende funderingstypen. Panden die op huiden zijn gefundeerd zakken bijvoorbeeld steeds verder, terwijl ernaast gelegen panden die op palen zijn gefundeerd, niet of nauwelijks verzakken. Vanwege de sterke bodemdaling kampt Gouda met hoge beheerskosten. Zo gaan wegen en rioolstelsels snel achteruit en zijn vaak ophoog- en herstelwerkzaamheden nodig. Een lek in het riool zorgt bijvoorbeeld voor extra drainage. Dat brengt het risico van grondwaterstandverlaging met zich mee en moet dus tijdig worden aangepakt.

Bij het omgaan met de bodemproblematiek zoekt Gouda via verschillende wegen oplossingen. Zo zet de gemeente sterk in op kennisontwikkeling en kennisdeling binnen het platform Slappe Bodem. Ook probeert de gemeente partners te vinden en te partici peren in onderzoeks- en innovatieprogramma’s. In nieuw te ontwikkelen gebieden kiest de gemeente voor het voorbelasten van de grond om zettingen te beperken, terwijl ze in bestaande gebieden probeert om de zettingssnelheid te minimaliseren.

Verder hanteert Gouda een eigen norm voor drooglegging. Zo hoogt de gemeente straten pas op als deze een drooglegging hebben van minder dan twintig centimeter, terwijl de CROW adviseert om al bij een drooglegging van minder dan veertig centimeter op te hogen.

Voorspellen bodembewegingen

Tommy Bolleboom van Bodem+ van Rijkswaterstaat lichtte toe hoe Rijkswaterstaat zich bezighoudt met bodemdaling. Als schakel tussen beleid en uitvoering kijkt de dienst onder andere op welke manier er invulling kan worden gegeven aan de zo geheten motie Smaling. In deze motie, die eind 2014 is aange- nomen, verzoekt de Tweede Kamer de regering om samen met provincies, gemeenten, waterschappen, kennisinstellingen en het bedrijfsleven te inventariseren welke oplossingen noodzakelijk zijn voor het probleem van de slappe bodems en bodemdaling.

Samen met het ministerie van EZ heeft Rijkswaterstaat ook het initiatief genomen voor de stuurgroep Nationale Informatievoor- ziening Bodemdaling. Deze stuurgroep ontwikkelt een nationale strategie voor het monitoren en voorspellen van bodem- bewegingen in Nederland. Verder is Rijkswaterstaat intensief betrokken bij de uitvoering van het Deltaprogramma. In dat kader werkt de dienst onder meer nauw samen met Gouda aan de aanpak van de bodemdalingsproblematiek.

De vierde spreker was Annemariek Verbout van het hoogheem- raad schap van Delfland. Zij vertelde hoe Delfland de komende tijd aan de slag wil met de bodemdalingsproblematiek. Volgens haar heeft het nieuwe bestuur deze problematiek hoog op de agenda geplaatst. Zo is bodemdaling een speerpunt in het nieuwe water- beheersplan. De komende tijd werkt het waterschap aan visie- ontwikkeling en het bedenken van maatregelen. Het streven is om in 2018 inzicht te hebben in de omvang van de problematiek en de wijze waarop hier het beste mee kan worden omgegaan.

Ondertussen volgt het waterschap het provinciale beleid om bij bodemdaling het waterpeil niet aan te passen, tenzij dit negatieve effecten heeft op de bestaande gebruiksfunctie.

Worsteling

De vijfde en laatste inleider was Ilya Musters van de gemeente Westland. Deze gemeente kampt vooral met verzakkingen in De Lier en oriënteert zich sinds een paar jaar op de bodemdalings- problematiek. Volgens Musters is dat een worsteling. Zo heeft de gemeente nog geen beleid, terwijl ze wel te maken heeft met verontruste burgers die last ondervinden van forse verzakkingen in hun buurt. De afgelopen jaren zijn diverse onderzoeken uitge- voerd. Zo is uitgezocht wat de oorzaak van de bodemdaling is.

Grondwateronttrekking blijkt de belangrijkste te zijn. Daarbij gaat het zowel om de onttrekking door DSM in Delft als de vele grond- wateronttrekkingen door lokale tuinders. Ook is gekeken hoe andere gemeenten met bodemdaling omgaan en is een rapport ontwikkeld met vier oplossingsrichtingen voor een structurele aanpak. Het plan is nu om pilot te beginnen en de problematiek gefaseerd aan te pakken op basis van urgentie. De gemeente Westland moet nog wel besluiten of de aanpak van de verzak- kingen wordt gecombineerd met maatregelen op het gebied van klimaatadaptatie. Verder denkt de gemeente nog na hoe ze burgers bij de maatregelen wil betrekken.

Na de presentaties discussieerden de deelnemers in drie groepen verder over de bodemdalingsproblematiek. Daarbij richtte elke groep zich op een specifiek thema, te weten kennisopbouw en kennismanagement, bewustwording en betrokkenheid en het langetermijnperspectief.

Water- en Ruimteberichten #4 3

(4)

Dat zegt Jeannette Gerkens, watercoördinator bij gemeente Lansingerland. Samen met de andere leden van het kernteam van de leergemeenschap bereidde zij de bijeenkomst voor. Ze kijkt tevreden terug.

“Het thema bodemdaling hebben we gekozen omdat het in het westen van het land actueel is. Daar verzakken straten, tuinen en gebouwen, ontstaat schade aan leidingen en rioleringen en zijn verdere peilverlagingen soms geen optie meer. We vroegen ons wel af hoeveel partijen bodemdaling ook echt als een probleem zien waar ze iets mee moeten doen. Bij het zoeken van sprekers hebben we daarom bewust gezocht naar een partij die al heel intensief met de problematiek bezig is en een die pas aan het begin staat en nog zoekende is. Zo zijn we uitgekomen bij de gemeente Gouda en de gemeente Westland.”

Sluipend proces

“Tijdens de bijeenkomst kwam duidelijk naar voren dat bodem- daling een langzaam, sluipend proces is dat voortdurend doorgaat. Dat maakt het voor overheden lastig om te bepalen op welk moment ze er iets aan moeten gaan doen. Het verhaal van de gemeente Westland illustreerde dat uitstekend. Wat deze keuze extra moeilijk maakt, is dat de kosten en baten meestal bij verschillende partijen liggen. Ga je als gemeente bijvoorbeeld ook meebetalen aan het oplossen van problemen van particulieren en bedrijven?” “Het leuke van de bijeenkomst was dat er veel verschillende partijen deelnamen met eigen invalshoeken.

Daardoor werd het thema van allerlei kanten belicht en

ontstonden er boeiende gesprekken en discussies. Ik vond het ook weer mooi om te zien dat partijen enthousiast ervaringen uitwisselden en van elkaar leerden. Wat dat betreft was de bijeenkomst erg geslaagd.”

Interessant

“Natuurlijk is er ook altijd een minpuntje. Zo waren er relatief weinig deelnemers afkomstig van gemeenten. Dat vind ik jammer, omdat gemeenten bij bodemdaling vaak een coördinerende rol

spelen. Een mogelijk reden voor de geringe aanwezigheid van gemeenten is dat de onderwerpen die we op de leergemeenschap aankaarten vaak tussen verschillende vakgebieden in zitten.

Daardoor voelt niemand zich direct aangesproken. Als kernteam kunnen we dat wellicht oplossen door niet alleen goed na te denken over het onderwerp dat we willen bespreken, maar daar ook bij aan te geven voor wie het interessant is.”

Verder met...

“Het onderwerp

bodemdaling kreeg echt handen en voeten”

Terugkijken met...

Water- en Ruimteberichten #4 4

“Tijdens de bijeenkomst kwam

duidelijk naar voren dat bodem daling

een langzaam, sluipend proces is”

(5)

“Voor iedereen is het nog zoeken”

Dat stelt Frans Kwadijk, proces- en projectmanager GebiedsAdvies bij Grontmij Nederland B.V. Hij adviseert onder andere de

gemeente Stichtse Vecht in het kader van het project Kockengen Waterproof. Dit project is gericht op het oplossen van de water- overlast- en bodem dalingsproblemen in het dorp Kockengen.

“Inmiddels is een masterplan met praktische en kosteneffectieve oplossingen vrijwel gereed en is de gemeente in de drie meest urgente delen van Kockengen met de uitvoering gestart”, vertelt Kwadijk. “De gemeente hoogt daar de straten op en vernieuwt het riool. Daarnaast verbetert het hoogheem raad schap de Stichtse Rijn landen de waterhuishouding in het dorp. De gemeente past nu lichtgewicht materialen toe en monitort langere tijd de ontwik- keling van de maaiveldhoogten en de schommelingen van het grondwaterniveau. Dat gebeurt om meer te leren over het effect

van de maatregelen. De kennis over de aanpak van bodemdaling is namelijk nog volop in ontwikkeling. Daarom vond ik het ook inte res sant om aan de leergemeenschap deel te nemen en van anderen te horen hoe zijn met de bodemdalingsproblematiek omgaan en welke oplossingen zij zien. Los daarvan zijn de bijeenkomsten heel geschikt om te netwerken.”

Kwadijk vervolgt: “Uiteindelijk zijn twee dingen me bijgebleven. Het eerste is dat alle partijen nog erg aan het zoeken zijn en het nog niet duidelijk is welke oplossingen het geschiktst zijn. Verder toonde de casus van Gouda aan hoe complex de aanpak van bodemdaling kan zijn. In Kockengen zijn - buiten het oude dorp - vrijwel alle

gebouwen op palen gefundeerd en beperken de verzakkingen zich tot de openbare ruimte en de tuinen en terreinen van particulieren.

Dat maakt de aanpak relatief een voudig. In de binnenstad van Gouda is dat heel anders. Daar staan huizen met verschillende funderingstypen door elkaar heen en verzakt naast de openbare

Reacties van deelnemers

ruimte ook een deel van de panden. Bovendien is het geïnvesteerd vermogen daar aanmerkelijk groter.”

Volgens Kwadijk is het goed dat de leergemeenschap het onder- werp bodemdaling heeft geagendeerd. “Het is een onderwerp op het grensvlak van water en ruimte dat alleen maar goed kan worden aangepakt als de water- en RO-experts - zoals in Kockengen - intensief met elkaar samenwerken. Daarmee is het een perfect onderwerp voor een leergemeenschap. Tegelijkertijd is een bijeenkomst van een paar uur natuurlijk onvoldoende om een complex vraagstuk als de bodemdalingsproblematiek volledig te kunnen behandelen.”

Een uitgelezen kans

Epke van der Werf is beleidsmedewerker planvorming en advies bij het hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Hij vindt het erg goed dat de leergemeenschap de afgelopen keer bodemdaling op de agenda heeft gezet: “Bodemdaling is een complex probleem op

het snijvlak van bodem, water en ruimte. Dat maakt het uitermate geschikt voor de leergemeenschap Water en Ruimte.”

“Als Stichtse Rijnlanden besteden we veel aandacht aan bodemdaling, omdat we hiermee in de twee belangrijkste veenweidegebieden in ons beheergebied - de Lopikerwaard en het gebied van de Oude Rijn rond Woerden - nadrukkelijk te maken hebben. We hebben bijvoorbeeld de studie toekomst- verkenning bodemdaling uitgevoerd, waarbij we hebben onder- zocht welke combinaties van peilstrategieën en landgebruik in de toekomst het meest wenselijk zijn voor de verschillende delen van het veenweidegebied. Ook doen we onderzoek naar onderwater- drainage en denken we mee met gemeenten over de manier waarop in veengebieden gebouwd kan worden.”

“Op de bijeenkomst waren veel mensen die ook met de pro- blema tiek rond bodemdaling te maken hebben. Dat bood een uitgelezen kans om kennis en ervaringen uit te wisselen of om daarvoor contacten te leggen. Volgens mij is van die kans uitgebreid gebruik gemaakt.”

De Gouden Tip

Kennisnetwerk

Zorg voor een ‘levend’ kennisnetwerk en leg ervaringskennis op een goede en toegankelijke manier vast.

Proeftuin

Gebruik de veenweidegebieden waar een verdere verlaging van het polderpeil niet mogelijk is als proeftuin om nieuwe technieken en vormen van ruimtelijk gebruik te testen.

Leer van verleden

Leer van aanpakken uit het verleden. Zo is het funderen op scheepshuiden – een techniek die vroeger in de Goudse binnenstad werd toegepast – misschien zo slecht nog niet in zettingsgevoelige gebieden.

Rechte rug

Houd als bestuurders je rug recht.

Als particulieren of bedrijven ergens verantwoordelijk voor zijn – denk aan wateroverlast bij buitendijks wonen – dan moet je als overheid eventuele schade niet betalen uit de algemene middelen.

Flexibiliteit

Bouw bij gebieds(her)ontwikkeling in bodemdalingsgebieden flexibiliteit in om goed voorbereid te zijn op de toekomst.

Werk met verschillende scenario’s en hanteer een levenscyclusbenadering.

Visie

Ontwikkel op nationaal en provinciaal niveau een visie en beleid rond de bodemdalingsproblematiek.

Benadruk urgentie

Gebruik een calamiteit zoals wateroverlast om de bodemdalingsproblematiek op de agenda te krijgen. De urgentie wordt namelijk lokaal gevoeld.

5 Water- en Ruimteberichten #4

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een Buurtplan waarmee aan de hand van een menukaart elke woning goed geïsoleerd kan worden, er goede kierdichting en ventilatie is, de warmtevraag naar beneden gaat, lage temperatuur

Het rijkskader moet sturing bieden, niet op de vraag of vernatting van het veen moet plaats- vinden, maar hoe deze het beste kan worden gefaciliteerd: op welke wijze, hoe

Martijn Groenleer is hoogleraar Recht en Bestuur aan Tilburg University en directeur van het Tilburg Center for Regional Law en Governance (TiREG).. TiREG is een

In het kader van kennisuitwisseling en bevordering van onderzoek, moet Europa zich inzetten voor open access bij alle Europese universiteiten, zodat onderzoek vrij toegankelijk is

Om de uitstoot van luchtvaart te beperken moet Europa zich actief blijven inzetten voor een ambitieus mondiaal instrument, maar moet Europa ook bereid zijn alleen door te gaan als

Stuk voor stuk plekken waar je kan genieten van natuur, cultuur, leuke activiteiten en nog veel meer vermaak. In dit Nederland zijn er het hele jaar door leuke dingen te

Aan de hand van een door ons gemaakte inventarisatie van graven die in aanmerking zouden kunnen komen voor de status van monumentaal graf, stellen wij samen met de

Wethouder participatie Pepijn Vemer: “We hebben een unieke mogelijkheid om samen met inwoners, ondernemers en andere belanghebbenden één samenhangend en gedragen plan te