• No results found

De nieuwe Toekomst Maartensdijk

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De nieuwe Toekomst Maartensdijk"

Copied!
85
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Natuur-ontwikkel zonnepark

“De nieuwe Toekomst”

Maartensdijk

Leer van het verleden, ontwikkel in het heden en denk in de toekomst

Edwin Plug

Maartensdijk, 18-3-2021

Versie 0.95

(2)

Copyright

Edwin Plug

Natuurontwikkel zonnepark “De nieuwe Toekomst” Van droom naar toekomst?

© 2021, Edwin Plug Uitgegeven in eigen beheer Edwin.plug@koningenhartmancom

Alle rechten voorbehouden.

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de schrijver.

(3)

Inhoudsopgave

1.0 – Voorwoord ... 7

1.1 – Woord van dank ... 8

2.0 – Een aantal dingen vooraf ... 9

2.1 – Wat is “De nieuwe Toekomst”? ... 9

2.2 – “De nieuwe Toekomst” = meer dan de som der delen ... 9

2.3 – Motto van het park ... 12

2.4 – Park in verhouding tot andere plannen en ideeën ... 12

2.4.1 – Economisch programma U16 ... 12

2.4.2 – Nationaal Consortium Zon in landschap ... 13

2.4.3 – Energietuinen ... 13

2.5 – Inspiratie bronnen ... 15

2.5.1 – Solarpark de Kwekerij ... 15

2.5.2 – Energietuinen ... 16

2.5.3 – Zonneveld Best ... 18

3.0 – Algemene zaken rondom het park ... 19

3.1 – Energieopbrengsten project ... 19

3.2 – Kraamkamer ... 19

3.3 – Hekwerken ... 20

3.4 – Toegankelijkheid ... 20

3.5 – Uitzetten flora/fauna in het park ... 21

3.6 – Tijd dat het zonneparkpark staat en wat daarna? ... 21

3.7 – “De nieuwe Toekomst” is geen “geld-verdien-machine” ... 22

3.8 – Gecertificeerd... 22

3.9 – Grondwaterpeil ... 24

3.10 – Landschapselementen ... 24

3.11 – Grond verarmen ... 24

3.11 – Gebruik vrij gekomen grond ... 24

4.0 – Mogelijkheden natuur-ontwikkel-zonnepark “De nieuwe Toekomst” ... 25

5.0 – Mogelijkheden in het park verder uitgewerkt ... 26

5.1 – Grootschalige opwekking groene energie via zonnepanelen ... 26

5.1.1 – Qua opbouw van het zonnepalen park ... 26

5.1.2 - Zonnepanelen en frames, plaatsing ... 27

5.1.3 – Waterafvoer panelen wordt onder de zonnepanelen teruggebracht ... 31

5.1.4 – Transformatorhuisjes “ondergronds” ... 31

(4)

5.2 – Natuurontwikkeling, beheer en monitoring ... 32

5.2.1 – Zonering in het park ... 32

5.2.2 – Ontwikkeling begroeiing/beplanting in het park ... 33

5.2.3 – Ontwikkeling fauna in het park ... 39

5.2.4 – Natuur beheer en monitoring ... 48

5.3 – Educatie/onderzoek/innovatie/test mogelijkheden ... 50

5.4 – Recreatie en toerisme ... 52

5.5 – Werkgelegenheid, stage/opleiding project, vrijwilligers project ... 52

5.6 – Commerciële activiteiten ... 53

5.7 – Kwekerij/fokkerij ... 53

5.7.1 – Bijzondere natuurwaarden ... 53

5.7.2 – Vlinder kwekerij ... 54

5.7.3 – Wormen kwekerij ... 54

5.7.4 – Watervlooien en waterdieren kwekerij ... 55

5.7.5 – Lieveheersbeestjes kwekerij ... 55

5.8 – Bezoekers- en voorlichting/kennis centrum en omgeving ... 56

5.8.1 – Informatie- en voorlichting/kenniscentrum ... 57

5.8.2 – Winkel ... 59

5.8.3 – Verhuur van fietsen en fietsoplaadpunt ... 59

5.8.4 – Verhuur van overnachtingsmogelijkheden (trekkershutten) ... 59

5.8.5 – Werk/rust plek voor mensen die op/voor het park werken ... 61

5.8.6 – Onderzoeksruimtes ... 61

5.8.7 – Opslagruimtes ... 61

5.8.8 – Sanitair gelegenheid ... 61

5.8.9 – Buiten leer plaats, natuurspeelweide voor kinderen... 61

5.8.10 – Moestuin en kruiden /pluktuin ... 62

5.8.11 – Parkeerplaats overdekt met zonnepanelen en laadpunten + wateropslag ... 63

5.8.12 – Pluimvee onder zonnepanelen ... 63

5.8.13 – Imkerij ... 64

5.8.14 – Wandelpaden ... 65

5.8.15 – Uitzichtpunt ... 65

5.8.16 – Tiny house beheerder ... 66

5.8.17 – Vogelobservatie hut ... 66

6.0 – Te bereiken natuurwaarden ... 66

7.0 – Synergie door samenwerking ... 68

(5)

8.0 – Locatie ... 69

9.0 – Organisatie vorm, eigendomschap exploitatie, financieel... 70

9.1 – Organisatie vorm ... 70

9.2 – Financieel ... 70

9.2.1 - Onderzoek bestaande huidige situatie en waarden en bepalen welke natuurwaarden het park wil faciliteren ... 71

9.2.2 – Ontwikkeling en inrichting natuurontwikkeling/natuurherstel/natuurlijke inrichting van het park ... 71

9.2.3 – Ontwikkeling en inrichting van het energiedeel van het park ... 72

9.2.4 – Ontwikkeling en inrichting van overige functies (als bv bezoekerscentrum, trekkershutten, winkel enz.) ... 72

9.2.5 – Financiële gedachten rondom beheer/exploitatie ... 73

10.0 – Van idealistisch naar realistisch ... 74

11.0 – Nog een aantal voorbeelden ter inspiratie ... 75

12.0 – Gebruikte bronnen ... 81

(6)

Samenvatting

In dit plan/proefballon wordt een tot nu toe (zover de informatie gaat) nog nergens uitgevoerde benadering en uitvoeringsmogelijkheden beschreven waarop een zonnepark nog een aantal extra functies kan vervullen buiten het alleen opwekken van groene energie. Hierdoor zal een park een veel hogere maatschappelijke en natuur/biodiversiteit “meerwaarde” opleveren dan alleen een perceel met zonnepanelen zonder al deze extra functies.

De extra functies worden direct vanaf de initialisatie fase van het project geïntegreerd in het

ontwerp en de uitvoering van het park. Alle functies samen vormen een natuurontwikkel zonnepark.

Buiten de functie energie opwekking via zonnepanelen worden de volgende geïntegreerde functies beschreven:

- Natuurontwikkeling

- Educatie/onderzoek/innovatie/test mogelijkheden - Recreatie en toerisme

- Werkgelegenheid/stage/opleiding project, vrijwilligers project - Bezoekerscentrum- en voorlichting/kennis centrum diverse functies

Na afloop van de technische levensduur van de zonnepanelen worden deze verwijderd en blijft een natuurpark achter.

Het natuurontwikkel zonnepark zal een samenwerking zijn van meerdere partijen.

Door deze benadering zal het park in vele opzichten het “flagship” van zowel de solar industrie als van de natuurbeschermingsorganisaties zijn. Ook zal een dergelijk park een prachtige aanwinst zijn voor en grote aantrekkingskracht hebben op de inwoners van de gemeente De Bilt en (verre) omstreken.

(7)

1.0 – Voorwoord

Ik heb een "droom".. Het is een “droom” welke nu nog “van mij” is, maar waarvan ik hoop dat die heel snel door heel veel Maartensdijkers wordt omarmd en wordt opgepakt. Het is een droom om samen aan te gaan werken.

Deze “droom” is: Veel groene energie opwekken, natuur verbeteren, natuurontwikkeling,

voorlichting/educatie/innovatie/onderzoek op het gebied van duurzaamheid en natuurontwikkeling, een bezoekerscentrum, recreatie en dat allemaal in één park.

Volgens mij kan het…. Ook in de gemeente De Bilt. Geen “zonnepanelen woestijnen” van snelle commerciële projectontwikkelaars, maar een zonnepark waar zowel qua energie-opwekking, maar ook qua natuurherstel en natuurontwikkeling “tot in de puntjes” over nagedacht is. Een zonnepark, maar dan op een hele andere manier. Zeg maar “zonnepark 2.0”.

Dit document is bedoeld om “het denkproces” vorm te geven en een eerste aanzet te geven om te komen tot de serieuze ontwikkeling van een natuur-ontwikkel zonnepark. Misschien kunnen niet alle opties welke aangehaald worden vanaf de start gerealiseerd worden, maar het is wel goed om er op voorhand over na te denken. Kunnen ze niet bij de start, dan kunnen ze misschien wel op een ander moment of kunnen ze uiteindelijk misschien wel helemaal niet. Want ik ben wel realistisch en uiteindelijk zullen tijdens een verdere uitwerking er zeker dilemma’s komen tussen natuur en economie, tussen beleving en beveiliging en noem maar op.

Voor de volledigheid: ik ben geen wetenschapper of deskundige op dit gebied. De in dit document weergegeven zaken kunnen misschien niet allemaal of blijken in de praktijk minder realistisch of praktisch. Dan is het ook goed. Het gaat voor nu om het idee om anders tegen een “park met zonnepanelen waar later nog wat biodiversiteit bij gedaan wordt” te gaan kijken.

De ideeën om het denkproces vorm te geven zijn gebaseerd op informatie van internet en mijn eigen ideeën over deze vorm van natuurontwikkeling en groene energiebronnen en vanuit de reviews van enkele deskundigen. Tezamen vormen ze de uitwerking van een droom, waarvan ik hoop dat hij werkelijk kan worden. Over het daadwerkelijk uitvoerbaar maken, ga ik graag met u in gesprek. Wie weet kunnen we samen op trekken en het proces verder vormgeven.

Hetgeen ik in dit document beschrijf is niet “nieuw” of zo maar iets dat ik verzonnen heb. Er zijn al diverse voorbeelden in Nederland en Europa van parken waar natuurontwikkeling, educatie, recreatie en innovatie hand-in-hand gaan met grootschalige energieopwekking door middel van zonnepanelen. De techniek is dus al beproefd. Een aantal teksten heb ik dan ook geknipt en geplakt o.v.v. de websites van deze parken. Mede uitgaande van deze voorbeelden, heb ik de

natuurontwikkeling in combinatie met zonneparken en voorlichting en educatie verder doorgevoerd.

Toch is naar mijn idee de compleet geïntegreerde manier van samenwerking van verschillende disciplines uniek in Nederland en misschien zelfs wel in Europa. Ik heb in ieder geval nog geen voorbeelden van zover doorgevoerd ideeën hierover gevonden als ik in dit document beschrijf.

(8)

Daarom al is het de moeite waard om te kijken waar en hoe dit te realiseren is.

Ik hem “mijn” natuur-ontwikkel zonnepark droom alvast een werk titel gegeven:

Natuur-ontwikkel-zonnepark

“De nieuwe Toekomst”

Of dit echt “de naam” moet worden weet ik niet, maar het klinkt om het gesprek mee aan te gaan wel goed.

Hoe mooi zou het zijn als deze naam over 1 of 2 jaar daadwerkelijk vorm kan krijgen…Via dit - uiteraard nog niet compleet uitgewerkte - idee wil ik kijken of mensen geïnteresseerd zijn om samen verder te brainstormen over (on)mogelijkheden en om vervolgens te kijken of we samen “de boer op” kunnen gaan om de ideeën verder uit te werken en partners te vinden die mee willen helpen om van droom naar werkelijkheid te gaan.

Dit document heeft bewust als versie nummer 0.95, en niet 1.0. Het geeft aan dat dit document nog niet “klaar” is. Hiermee begint het pas. Ik weet namelijk nog niet alles en er is echt discussie mogelijk of zaken die ik in dit stuk beschrijf wel of niet kunnen/haalbaar zijn/realistisch zijn enz. Er is dus nog alle ruimte voor verbetering en er moet zeker nog heel veel aangevuld worden. Hiertoe geeft deze aanzet ook nog alle ruimte.

Nog een opmerking vooraf; het liefst zie ik dat alle benodigde zonnepanelen welke noodzakelijk zijn om de energietransitie vorm te geven op daken van bedrijven en huizen te realiseren.

“I have a dream…” Helpt u mij om deze te realiseren en samen de wereld een stukje groener en mooier te maken?

Edwin Plug – Initiatiefnemer Tel. 06-52005685

E-Mail: edwin.plug@koningenhartman.com Februari 2021

1.1 – Woord van dank

Ik wil graag mijn dank uitspreken aan iedereen die heeft meegeholpen dit document tot stand te brengen, maar ook te redigeren, hulp gaf, ideeën aangaf, kritische vragen stelde enz. Het gaat te ver om alle namen te noemen, maar weet: Zonder jullie hulp had dit document niet zover gekomen als dat het nu gekomen is.

Aan jullie allemaal: Een welgemeende dank!

Dit stuk is aan jullie allemaal opgedragen!

(9)

2.0 – Een aantal dingen vooraf

Voordat diepgaand in het geheel wordt ingegaan eerst een aantal dingen vooraf.

2.1 – Wat is “De nieuwe Toekomst”?

Natuur-ontwikkel-zonnepark “De nieuwe Toekomst” (verder te noemen het park) zal een natuuronwikkel en zonnepanelenpark in landgoedstijl worden.

In algemene zin gaat het er in het park om verarmde agrarisch gebied om te vormen tot een meer gevarieerde en natuurlijke omgeving waarin zonnepanelen velden worden geplaatst. De verder in dit stuk genoemde mogelijk uit te voeren maatregelen zijn hier ondersteunend aan.

Het park kent een zeer natuurrijk terrein met een afwisselend, waterrijk en parkachtig landschap.

Het park draagt actief bij aan het vergroten en versterken van de biodiversiteit. Dit niet alleen voor het park zelf, maar ook voor de hele omgeving waarin het park gelegen is ( en misschien wel ver daar buiten).

Via de zonnepanelen wordt een grote bijdrage geleverd aan het energieneutraal maken van gemeente De Bilt.

Het park en de zonnepanelenopstellingen zijn zo ingericht, dat bezoekers zich er thuis voelen en al snel in de ban komen van het boeiende leven van de flora, fauna én de energietransitie. Naast natuurontwikkeling wordt er ook nog vele andere doelstelling (als bv educatie en voorlichting, recreatie, onderzoek, werkgelegenheid enz.) nagestreefd. Het park is lokaal opgezet en is qua energie opwekking lokaal eigendom.

Na afloop van de technische levensduur van de zonnepanelen en het verwijderen ervan blijft een natuurpark met hoge natuurwaarde achter.

In dit document zullen al deze bovenstaande activiteiten verder worden uitgewerkt.

Uit de diverse stukken die ik hierover gelezen heb begrijp ik dat er zowel vanuit de zonne-energie wereld als vanuit de natuurbehoud als natuurontwikkeling wereld, maar ook vanuit de overheid behoefte is aan een dergelijke “flagship project”. Een project waarvan ik denk dat het eigenlijk is

“hoe je het als samenleving zou willen hebben”.

Over de locatie keuze kom ik terug in hoofdstuk 8 – Locatie.

Hetgeen in dit document is beschreven is tot stand gekomen met een bepaalde locatie met zijn specifieke kenmerken in het achterhoofd. Dit neemt niet weg dat “het beschreven concept” ook niet heel goed op andersoortige locaties, met andere kenmerken kan gebruikt worden. Het staat vrij om de hier beschreven zaken eventueel ook op andere locaties te integreren.

2.2 – “De nieuwe Toekomst” = meer dan de som der delen

“De nieuwe Toekomst” heeft een duidelijk onderscheidend karakter ten opzichte van “traditionele

(10)

plaatsing en gebruik van de zonnepanelen, evenals het gebruik van de nieuwste technologieën, grensverleggende ontwerpprincipes, educatiemethoden, landschapselementen en

natuurontwikkeling en beheer, recreatie, onderzoek enz.. Waar mogelijk wordt de ondergrond onder de panelen zoveel mogelijk dubbel benut (voorbeelden volgen later).

Inrichting en ontwerp van het park zal vanaf dag 1 in nauwe samenwerking met biologen, ecologen, hydrologen en deskundigen op het gebied van de diverse natuurwaarden in samenwerking met zonnepark-ontwikkelaars uitgevoerd worden. Een voorbeeld van een dergelijk

samenwerkingsverband is te vinden op https://zoninlandschap.nl/home.

Het park geeft ruimte, zo mogelijk, aan spontane en in mindere mate geplande ontwikkeling van natuurwaarden. Dit door hiervoor de geschikte bodemsituatie en hydrologische- en

omgevingsvoorwaarden te scheppen.

De gehele opzet van het park is erop gericht, dat als de zonnepanelen aan het einde van hun levensduur verdwijnen, er natuur van zeer hoge waarde en kwaliteit achterblijft.

Uiteraard is lokale participatie in diverse vormen (o.a. financiële participatie, maar ook bijv.

vrijwilligerswerk, participatie van scholen e.d.) essentieel voor dit project.

Dankzij het uitgebalanceerde ontwerp is het geheel meer dan de som der delen. Dit, doordat er een duidelijke synergie plaats zal vinden tussen de verschillende functies van het park. Er zal een

duidelijke verwevenheid ontstaan tussen de energiefunctie en bijvoorbeeld recreatie, educatie, voorlichting, natuurversterking en innovatie.

In de brochure Kwaliteitsimpuls Zonneparken van de provincie Noord-Holland is bovenstaande mooi weergegeven in een overzicht.

2.

(11)

Energieopwekking, natuurontwikkeling, recreatie, educatie en innovatie hand in hand, met als doel een "gespreid bedje" creëren voor allerlei natuurwaarden het liefst spontaan tot ontwikkeling kunnen komen en tegelijkertijd veel stroom op te wekken, zodat we er ook financieel plezier van hebben. En dat allemaal in (biologisch) evenwicht. Dat zal Natuur-ontwikkel zonnepark “De nieuwe Toekomst” worden!

In een studie van de Universiteit Groningen naar mogelijkheden voor een ecologische inrichting van zonneparken zijn de verschillen tussen de diverse soorten zonneparken weergegeven.

(12)

Het park dat in dit document beschreven is, is hierin een +++ variant hiervan. Zover uit mijn onderzoek is gekomen lijkt het er op dat dit soort principes zijn nog niet echt eerder op de hier beschreven geïntegreerde schaal in Nederland op vergelijkbare schaal toegepast.

Laten we die samenwerking zoeken en op deze manier van “De nieuwe Toekomst” meer maken dan de som der delen.

2.3 – Motto van het park

Het park heeft een motto. Dit moto is:

Leer van het verleden, ontwikkel in het heden en denk in de toekomst

Dit motto sluit naadloos aan bij alles hetgeen het park bij ontwikkeling, bouw en realisatie, exploitatie en afbouw fase voor staat. Bij alles wat er in en rondom het park gaat gebeuren zal dit motto doorklinken en worden afgewogen.

2.4 – Park in verhouding tot andere plannen en ideeën

Het park verhoud zich goed met andere plannen welke er op “hoger niveau” spelen. Onderstaande een aantal voorbeelden.

2.4.1 – Economisch programma U16

De U16 gemeenten werken aan een ruimtelijk economisch programma (REP). De vijfde Pijler is Groen & Landschap. Dat programma gaat over het Landschap van de Toekomst met

(13)

landbouwkerngebieden waar groene routes& scheggen en herstel van natuurhistorisch landschap worden genoemd als pijlers voor Landschap van de Toekomst richting 2030. Op pagina 38 en 39 wordt expliciet genoemd dat het Landschap van de Toekomst gaat om natuur inclusieve landbouw en… multifunctionele energieparken (energiewinning gecombineerd met natuur, water, landbouw, biodiversiteit en/of recreatie).

2.4.2 – Nationaal Consortium Zon in landschap

Het Nationaal Consortium Zon in landschap is een initiatief van ECN part of TNO en richt zich op ondersteuning van grootschalige integratie van zonne-energie in het landschap, zodanig dat dit als ontwerpopgave wordt gezien en de uitvoering zorgvuldig en verantwoord plaatsvindt, en de energietransitie versnelt. De potentie van grondgebonden zonneparken in 2050 is 45.000 MWp op ca. 1.5% van het Nederlandse landbouw areaal (325km2). Het onderzoek is uitgezet over drie programmalijnen: visuele integratie, het versterken van de natuurwaarde, en het combineren met landbouw. Minister Eric Wiebes verwijst in zijn Kamerbrief (d.d. 23/8/2019) onder andere naar ons consortium in de beantwoording van de moties Dik-Faber over een zonneladder als nationaal afwegingskader bij inpassing van zonne-energie.

De belangrijkste uitdagingen zijn:

1. Het behouden en versterken van de maatschappelijke acceptatie van grootschalige

zonneparken door visuele integratie in het landschap. Deze esthetische uitdagingen vertalen naar technische aspecten zoals kleur, vorm en formaat tegen acceptabele meerkosten en systeemoplossingen voor complexere PV-systemen.

2. Het vergroten van de kennis rondom de impact van een zonnepark op de bodem en natuurwaarde (biodiversiteit). Als een grondeigenaar na twintig jaar zijn grond terugkrijgt, hoe is die er dan aan toe? Hoe zit het met (de ontwikkeling van) nutriënten, bodemleven?

Hoe gebruiken we zonneparken om natuurwaarde te creëren?

3. De functionele integratie met landbouw en het creëren van synergie resulterende in meerwaarde boven monofunctioneel gebruik. Het gaat hierbij om innovatieve ontwerpen om agrarische zonnesystemen te combineren met de bestaande agrarische functies van het land.

4. Kennis opbouwen en delen over de manier waarop belanghebbenden betrokken kunnen worden in besluitvorming, ontwerp en uitvoering.

De uitgangspunten van het consortium zijn exact ook de uitgangspunten welke het park heeft.

2.4.3 – Energietuinen

In een Energietuin wordt energie opgewekt, biodiversiteit versterkt en kan er worden gerecreëerd.

Met een Energietuin kan je naast energieopwekking ook waarde toevoegen aan landschap, biodiversiteit en omgeving. Bij een Energietuin is het de ambitie om te komen tot:

Een toegankelijk terrein waar op duurzame wijze hernieuwbare energie wordt opgewekt, natuur is of wordt ontwikkeld en ruimte is voor recreatie en beleving en innovatie. Deze elementen worden gecombineerd in een grensverleggend integraal ontwerp voor een landschap met oog voor ruimtelijke kwaliteit.

(14)

Op de locatie vindt ook educatie of voorlichting plaats over duurzame hernieuwbare energie en natuur. Bij de ontwikkeling van een Energietuin wordt de omgeving nauw betrokken, zodat de lokale gemeenschap kan meedenken, meedoen en mede-eigenaar zijn.

De uitgangspunten van de energietuinen zijn exact ook de uitgangspunten welke het park heeft.

(15)

2.5 – Inspiratie bronnen

In Nederland zijn er al een aantal voorbeeld parken welke als inspiratiebron dienen voor “De nieuwe Toekomst”.

2.5.1 – Solarpark de Kwekerij

Solarpark de Kwekerij in Hengelo (https://nlsolarparkdekwekerij.nl/) . Dit park is ontworpen direct aansluitend bij een nieuwbouwwijk en heeft daartoe ook een sociale functie te vervullen. De locatie bevordert tevens de beveiliging, hoewel er toch een hek omheen moest.

Een aantal feiten over dit solarpark op een rij:

• Oppervlakte: 7 hectare

• Aantal panelen: 7000

• Energie opbrengst voldoende voor 500 huishoudens

• Geopend: 3 juni 2017

Ontworpen volgens de richtlijnen van NLgreenlabel (https://nlgreenlabel.nl/)

Solar park De Kwekerij van boven Op zijn website stelt het park zich als volgt voor:

“Solarpark de Kwekerij is een park waar leven in zit. Het is een park met veel biodiversiteit, van onder andere vogels, vlinders en insecten. In het park grazen schapen, waardoor het gras onder de

zonnepanelen kort wordt gehouden. Wandelaars en buurtkinderen genieten volop van deze mooie

(16)

brilschapen, die zo heten omdat ze zwarte kringen om hun ogen hebben. Wij noemen ze daarom ook graag onze zonnebrilschapen.

In Solarpark de Kwekerij worden verschillende functies gecombineerd. Het is zowel een zonnepark als een natuurpark. In plaats van monocultuur wordt nu op één locatie lokale groene stroom opgewekt, natuur ontwikkeld en groeit de biodiversiteit. Het combineren van deze verschillende functies maakt dat de Kwekerij het ‘energie landschap’ van de toekomst.

Het park is ontworpen vanuit een heel duidelijke visie. Parken moeten een lust zijn, geen last voor de gemeenschap vormen. Het samenspel tussen mens, groen en soms dier, maakt van de parken een van de boeiendste en spannendste natuurgebieden van Nederland.

Vanaf augustus 2017 is het park dagelijks geopend voor bezoekers. Om dit bijzondere park te onderhouden is Stichting Solarlandschapspark de Kwekerij opgericht. Een stichting, zonder

winstoogmerk mét ANBI status, die naast het onderhoud zorg draagt voor het verder verfraaien van het park. Tevens heeft de stichting als taak educatie bieden over duurzaamheid door rondleidingen te verzorgen en lezingen te geven.”

In 2019 heeft Wageningen Universiteit onderzoek gedaan naar biodiversiteit in tien Nederlandse zonneparken. Hierbij waren de resultaten voor zonnepark de Kwekerij erg positief, waar het hoogste aantal plantensoorten gevonden werden, 118 ten opzichte van het gemiddelde van 73 soorten (https://nlsolarparkdekwekerij.nl/natuur-in-zonneparken/).

Ik denk een heel goed al in de praktijk uitgevoerd voorbeeld van hetgeen ik voor ogen heb.

2.5.2 – Energietuinen

Een andere inspiratiebron voor hetgeen ik voor ogen heb zijn in ontwikkeling of reeds gerealiseerd via de zogenaamde “Energietuinen”.

Op dit moment zijn er Energietuinen op de volgende 4 locaties in ontwikkeling of gerealiseerd:

• Montfoort – Energietuin Mastwijk, van vuilnisstort naar Energietuin o 12 hectare

o Het zonnepark gaat genoeg stroom leveren voor zo’n 60% van de Montfoortse huishoudens, die ook financieel kunnen participeren in het zonnepark

(17)

Energietuin Mastwijk

• Assen-Zuid – Energietuin Assen Zuid o Ongeveer 27 hectare o 28000 panelen

o De Energietuin zal straks ruim 21 megawatt aan duurzame stroom opleveren.

Genoeg voor meer dan 6.000 huishoudens.

Plan Energietuin Assen-Zuid

(18)

• Wijhe – Energietuin de Noordmanshoek

o 25 hectare, 6,5 hectare zonneveld (ontwikkeld door energiecoöperatie Goed Veur Mekare) en 1,5 hectare voor biomassateelt

Plan energietuin De Noormanshoek

• Griendtsveen – Zonneweide ’t Veen o 1,6 hectare

o 5.000 zonnepanelen. Hiermee kunnen ongeveer 300 huishoudens worden voorzien van hernieuwbare stroom.

Op https://www.energietuinen.nl/ staat een goede definitie van wat voor deze initiatiefnemers onder een energietuin wordt verstaan:

2.5.3 – Zonneveld Best

De laatste inspiratiebron is Zonneveld Best (https://www.zonneveldbest.nl/).

Een aantal feiten over dit zonneveld op een rij:

Oppervlakte: 53.690 m2 Aantal panelen: 19.098

Verwachte jaaropbrengst: 510 miljoen kWh Geopend: 12 juni 2019

Op de website stelt dit zonneveld zich als volgt voor:

De Bestse Tuin; voor natuur en mens.

(19)

Bij de aanleg van de Landschappelijke Inpassing, wij noemen het de Bestse Tuin, hebben we gekeken naar de omgeving, naar Best, het Groene Woud, de dieren die op deze locatie woonde en naar dieren die in dit gebied met uitsterven worden bedreigt. Dit hebben we gedaan om zo goed mogelijk terug te kunnen doen op het terrein zelf of ergens in de nabije omgeving.

Zonneveld Best heeft gekozen om in De Beste Tuin (#debestsetuin / #zonneveldbest) insecten, fruitbomen, volwassen knotwilgen en struiken voor vogels en insecten terug te brengen op eigen terrein. Ervaar zelf hoe we dit hebben gerealiseerd door een bezoekje te brengen aan De Beste Tuin!

“Meer teruggeven dan dat je neemt”

Door het aanleggen van een zonneveld verjaag je vogels, insecten en andere dieren en haal je ook een groot stuk van de natuurbeleving die er eerst was weg. Bij de plannen voor Zonneveld Best werd vooropgesteld dat we meer aan onze natuur terug zouden geven dan dat we hiervan onttrokken.

Hierdoor zorgen we ervoor dat Best een zonneveld krijgt die klopt met de plek en er ook nog eens bijdraagt aan o.a. natuur, welzijn en bewustwording. Zonneveld Best is meer dan alleen het ontwikkelen van een zonneveld.

3.0 – Algemene zaken rondom het park

In dit hoofdstuk wil ik ingaan op een paar algemene zaken rondom het park.

3.1 – Energieopbrengsten project

Grootschalige fotovoltaïsche installaties hebben een vermogensdichtheid van ongeveer 0,7-1 MW per hectare (70-100 MW/km²). In Nederland komt dat neer op een productiedichtheid van ongeveer 0,5 tot 1 GWh per jaar per hectare (50-100 GWh/jaar/km²), in het beste geval genoeg voor ongeveer 300 huishoudens (per hectare, 30.000 huishoudens per km²). Met typische zonnepanelen van 300 W zijn dat zo'n 2 à 3.000 zonnepanelen per hectare (200.000 tot 300.000 per km²).

Aangezien het nog niet bekend is hoe groot het perceel en het aantal te plaatsen zonnepanelen zal worden en wat alle andere functies qua grondoppervlak innemen kan niet exact de

energieopbrengsten of het aantal panelen worden geschat of worden aangegeven. Nader onderzoek en invulling zal dit moeten helder maken.

3.2 – Kraamkamer

Het park is ontworpen om diverse kwetsbare of met uitsterven bedreigde dieren- en plantensoorten een “gespreid bedje” en de ruimte te geven. Hierdoor is het park als het ware “de kraamkamer”

voor vele kwetsbare of met uitsterven bedreigde dieren- en plantensoorten. Middels deze

“kraamkamer” kunnen de betreffende diersoorten zelfstandig (of via uitzettingen) de weg vinden in de vrije natuur rondom het park, de Utrechtse Heuvelrug en/of overige natuurgebieden in

Nederland/Europa.

(20)

Om deze “kraamkamer” functie zo goed mogelijk uit te voeren zullen voorwaarden geschapen worden welke die gewenste ontwikkeling mogelijk maken. Hiervoor zal de grond los gemaakt of afgevoerd worden en worden gewenste inheems kruidenmengsel ingezaaid. Er zal een bescheiden maai beleid worden gevoerd en na het maaien zal het maaisel afgevoerd worden.

Wilde flora en fauna kan zoveel mogelijk vrij in en uit het park bewegen.

3.3 – Hekwerken

Indien er wegens bijvoorbeeld verzekeringsregels of veiligheidsregels hekwerken in het park

geplaatst moeten worden, worden deze zoveel mogelijk omzoomd door struweelheggen of begroeid met klimplanten. Hekwerken stoppen enkele centimeters boven de grond om klein wild ongestoord door te laten.

Hekwerk met begroeiing

3.4 – Toegankelijkheid

Het park is overdag op de aangegeven routes vrij toegankelijk zijn voor bezoekers. Voor minder- validen of mensen met een beperking zijn voldoende voorzieningen aangebracht om (een deel van) het park te bezoeken en te ervaren. Sommige delen van het terrein waar zich kwetsbare of

bijzondere natuurwaarden bevinden kunnen permanent afgesloten worden en buiten de aangegeven routes wordt de grond van het park zo min mogelijk betreden.

• Gedurende de avond en nacht is het park (behalve voor georganiseerde excursies of onderzoeksdoelen) gesloten voor publiek.

• Honden zijn in het park niet toegestaan, ook niet aangelijnd.

• Publiek kan voor de veiligheid en natuurontwikkeling niet fysiek bij de zonnepanelen komen.

Toegangen tot de zonnestraten zijn afgesloten met hagen.

• In het park mag niet gevist of gejaagd worden. Ook mogen er in de natuur gedeelten geen bloemen geplukt worden.

(21)

Vlinder op een zonnepark

3.5 – Uitzetten flora/fauna in het park

Indien het niet te verwachten of mogelijk is, dat bijvoorbeeld planten of dieren zich niet vanuit zichzelf in het park kunnen ontwikkelen, worden deze waar mogelijk aangeplant/uitgezet. Dit kan ook bijvoorbeeld vanuit een situatie waar deze planten of dieren door menselijke ontwikkeling in de verdrukking komen.

Hierbij wordt gewerkt met naleving van de wetgeving, voorschriften en overige regelgeving op welke er landelijk en in Europees verband hierover van toepassing is.

Ontwikkeling van flora op een solar park. Hier is typisch een akkerrand mengsel ingezaaid. Dit mengsel verdwijnt na een jaar of twee vanzelf. Het is beter om direct vaste kruidenmengsels mee te

zaaien.

3.6 – Tijd dat het zonneparkpark staat en wat daarna?

Gezien de tijd dat tegenwoordig zonnepanelen goed hun werk kunnen doen, wordt ingezet op een periode van 30 jaar dat het park staat. Daarna wordt het zonnepark afgebroken en blijft de natuur over.

(22)

Stichting “De nieuwe Toekomst” (zie verder paragraaf 9.0 – Organisatievorm, eigendomschap en exploitatie) heeft de verplichting om na afloop van de levensduur van de zonnepanelen deze milieuvriendelijk op te ruimen en het terrein als nieuwe natuur achter te laten. De stichting zal hier budget voor reserveren tijdens de operationele fase van de panelen.

Natuurbeschermingsorganisaties hebben het eerste recht op overname en het in beheer nemen van de tot natuur omgevormde delen na afloop dat het zonnepark heeft gestaan.

Natuur inclusief zonnepark, Landgraaf

3.7 – “De nieuwe Toekomst” is geen “geld-verdien-machine”

Uitgangspunt is, dat het park niet met als hoofddoel “geld-verdien-machine” ontwikkeld wordt.

Hiervoor is bv de ruimtelijke indeling van de panelen en de natuurontwikkeling aspecten te ruim opgezet.

Uiteraard moet er wel een gezond rendement gehaald worden en moet het geheel financieel rendabel zijn.

Op dit punt zal zeker nog een verdere uitwerking en overleg moeten plaatsvinden.

3.8 – Gecertificeerd

Het park wordt volledig opgezet worden volgens de richtlijnen van Certified Nature Inclusive Solar Parks (NISP Certificering conform BRL K11007 richtlijn – Kiwa). Doelstelling is vanaf dag 1 van de opening van het park dit certificaat te bemachtigen.

Tevens zal het park qua beheer gecertificeerd kunnen worden via volgens de SNL (Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheervoorwaarden van de BIJ12) regeling

(23)
(24)

3.9 – Grondwaterpeil

Uit ecologisch oogpunt is een zo hoog mogelijk grondwater peil gewenst, zeker als er sprake is van kalkrijke kwel, een belangrijke milieufactor (kwelwater welt uit de Heuvelrug naar onze omgeving!) die borg kan staan voor de ontwikkeling van bijzondere vegetaties.

In overleg met het waterschap, de natuurorganisaties en overige betrokkenen (boeren in de

omgeving, omwonenden) wordt onderzocht wat het gewenste grondwaterpeil in het park is en of en waar mogelijkheden zijn om dit peil te bereiken, te behouden en te monitoren.

3.10 – Landschapselementen

Bij de realisatie van het park worden bestaande landschapselementen behouden en waar nodig versterkt of verbeterd. Indien mogelijk worden historische landschappelijke structuren en

elementen terug gebracht. Bovenstaande kan zich bijvoorbeeld uiten in het terugbrengen van het slagenlandschap, het creëren van boomsingels en poelen/sloten met natuuroevers.

Het park zal actief bijdragen aan landschapsherstel, waardoor de ecologische waarden beter tot ontwikkeling zullen komen. Tevens zal het park uiting geven aan de historische waarden van het landschap.

3.11 – Grond verarmen

De huidige agrarische bestemming van de grond heeft er voor gezorgd dat deze is verzadigd van meststoffen. Dit is waarom de biodiversiteit van deze gronden praktisch nul is.

“Verarming” van de bodem ten behoeve van het vergroten van de natuurwaarden is dan ook zeer gewenst. Dit kan gedaan worden door het (deels) afgraven van de rijke bodem ten behoeve van natuurontwikkeling. Dit is al op grote schaal gebeurt in het Noorderpark en op vele andere plekken in het land.

3.11 – Gebruik vrij gekomen grond

De grond die bij het uitgraven van de vaarten/poelen en sloten/moerasgebied en bij het verarmen van de grond vrij komt wordt als eerste gebruikt voor de verdere aanleg van het park (bijv.

uitzichtpunt, wegwerken transformator huisjes).

De overige vrijgekomen aarde wordt gebruikt voor de aanleg van een geluidswering lang de A27 bij Maartensdijk. Op deze wal worden ook direct zonnepanelen gerealiseerd waardoor er een 2e zonnepark ontstaat.

(25)

4.0 – Mogelijkheden natuur-ontwikkel-zonnepark “De nieuwe Toekomst”

Ik zie de volgende ontwikkel mogelijkheden in en rond het park voor mij:

1. Grootschalige opwekking groene energie via zonnepanelen (zie verder paragraaf 5.1) 2. Natuurontwikkeling, beheer en monitoring (zie verder paragraaf 5.2)

3. Educatie/onderzoek,/innovatie/testmogelijkheden (zie verder paragraaf 5.3) 4. Recreatie en toerisme (zie verder paragraaf 5.4)

5. Werkgelegenheid, stageprojecten, vrijwilligers project (zie verder paragraaf 5.5) 6. Commerciële activiteiten (zie verder paragraaf 5.6)

7. Kwekerij/fokkerij (zie verder paragraaf 5.7)

8. Bezoekers- en voorlichtingscentrum/kennis centrum en omgeving (zie verder paragraaf 5.8)

“De nieuwe Toekomst” is een park waar alleen zonne-energie opgewekt wordt. Voor grootschalige opwekking van energie via wind is binnen dit project geen ruimte gemaakt. Wel kan voor

bijvoorbeeld het reguleren van de waterhuishouding gebruik gemaakt worden van kleinere water (wind) molens.

In hoofdstuk 5.0 zal per thema een uitwerking gegeven van de mogelijkheden in het park.

De Damastbloem als (exotische, wel mooie maar daardoor minder geschikt) insecten trekker op een zonnepark.

(26)

5.0 – Mogelijkheden in het park verder uitgewerkt

In dit hoofdstuk wordt een uitwerking gegeven van vele mogelijkheden in/rond het park gegeven.

Deze mogelijkheden zijn uitgebreid. Het is uiteraard de vraag of al deze mogelijkheden wel of niet moeten en kunnen en wel of niet succesvol zullen zijn. Ook moet uiteraard de vraag gesteld worden of al deze mogelijkheden wel wenselijk zijn.

Of mogelijkheden wel of niet gerealiseerd kunnen/moeten worden heeft onder andere te maken met de kosten, maar ook of deze maatregelen vanuit natuurontwikkeling wel of niet gewenst zijn.

Daarnaast spelen natuurlijk ook zaken als onderhoudbaarheid en beheerbaarheid maar ook algehele opzet van het hele park en of zo’n mogelijkheid (ook financieel gezien) daarin wel past een rol. Het park moet geen “dierentuin” zijn waar kwetsbare soorten (dieren) gehouden worden om uitsterven te voorkomen. De inrichting van het hele park moet “de beste” voorwaarden scheppen die een gewenste natuurlijke ontwikkeling mogelijk maken.

De ideeën en maatregelen moeten ook zinvol en effectief zijn om mogelijkheden voor spontane ontwikkeling en vestiging van soorten te ondersteunen. Het park moet zo veel mogelijk een zichzelf onderhoudend “natuurlijk systeem zijn” terwijl het ook een park is. Dit is een kunstmatig facet, en is daarom ook minder natuurlijk en man made. In de natuurontwikkeling en de park functie zal dan ook een balans gevonden moeten worden.

Het is dan ook goed mogelijk en misschien ook wel nuttig dat al verder pratende/denkende er bepaalde mogelijkheden welke hieronder staan beschreven gaan afvallen als “niet te realiseren” of

“niet wenselijk”. Toch zijn ze hier in dit stuk wel als “denk mogelijkheden” aangegeven. Hiermee kan het gesprek over het wel niet invullen van een mogelijkheid aan gegaan worden met deskundigen.

5.1 – Grootschalige opwekking groene energie via zonnepanelen

Onderstaand een aantal zaken met betrekking tot de taak “grootschalige opwekking groene energie via zonnepanelen”.

5.1.1 – Qua opbouw van het zonnepalen park

De in de volgende paragrafen beschreven maatregelen kunnen worden genomen om het park qua zonnepanelen zo goed mogelijk in te richten.

(27)

Solar Park De Kwekerij - Hengelo

5.1.2 - Zonnepanelen en frames, plaatsing

Lichtinval op de bodem en een goede regenwaterverdeling zijn essentieel voor alle flora en fauna in een zonnepark. Over het algemeen geldt: hoe ruimer de opstelling, hoe meer kansen voor de

natuur, biodiversiteit en behoud van de bodemvruchtbaarheid. Het totale ruimtebeslag bij eenzelfde energieproductie wordt daarmee wel groter.

Aluminium maken kost zeer veel energie en grondstoffen. De zonnepanelen welke in het park komen, zullen op frames komen welke gemaakt zijn van zoveel mogelijk op natuurlijk hout gelijkende gerecycled kunststof of - indien mogelijk – bio composiet. De palen in de grond mogen niet op betonnen constructies staan, maar zullen door middel van schroefpalen in de grond verankerd zijn.

Waar mogelijk worden er in de kunststof palen voorzien van (iets schuin omhoog staande zodat er geen water in kan komen) gaten en holen. In deze gaten en holen kunnen dan bv insecten of vogels een onderkomen vinden. Om de x aantal palen komt er boven op een paal een T opzet voor vogels.

Vogels kunnen vanuit deze T opzet de omgeving overzien. De T opzetten hebben door het hele park heen verschillende hoogtes.

Voorbeeld van een gerecycled kunststof “houten” balk welke gebruikt wordt om de panelen aan/op te bevestigen

(28)

Uitgangspunt voor de plaatsen van de zonnepalen zijn frameloze licht doorlatende verticale te plaatsen glas-glas panelen, met aan beide kanten PV-cellen

Tweezijdige, ofwel bifaciale zonnepanelen kunnen niet alleen licht aan de voorkant opvangen maar ook aan de achterkant van het paneel en dit omzetten in elektriciteit. Met dubbelzijdige zonnepanelen (pv) kunnen we de elektriciteitsopbrengst zo’n 10 tot 20% verhogen. Dit kan de elektriciteitskosten in potentie enorm verlagen. Zo kunnen pv-installaties of -projecten bijvoorbeeld dezelfde hoeveelheid elektriciteit produceren met minder pv-modules en systeemcomponenten op hetzelfde grondvlak waardoor er meer licht en regenval voor bijvoorbeeld ecologie beschikbaar blijft.

Met bifaciliale mudules kan licht uit alle richtingen worden opgevangen

Dit soort opstellingen zijn conform de diverse informatie namelijk het beste voor de biodiversiteit.

Ze zorgen voor de minste schaduw en hebben de minste invloed op de waterhuishouding.

Verticaal geplaatste frame loze glas-glas zonnepanelen

(29)

Ook indien er geen gebruik gemaakt kan worden van verticaal te plaatsen zonnepanelen, kan gebruik gemaakt te worden van de glas-glas zonnepanelen.

Horizontaal geplaatste glas-glas zonnepanelen

Glas-glas zonnepanelen hebben verschillende voordelen ten opzichte van de traditionele zonnepanelen. Voordelen van transparante glas-glas zonnepanelen zijn onder meer:

• Minder degeneratie; ze gaan langer mee (30 jaar)

• Betere resistentie tegen extreme weersinvloeden;

• Gegarandeerd 5% gemiddelde meeropbrengst per jaar;

• Alle ruimte rond de cellen in het paneel is licht doorlatend

• Door de grotere stabiliteit is er om het zonnepaneel geen aluminium frame nodig, waardoor het zelfreinigend vermogen beter is en waardoor er ook wordt bespaard op

aluminium/grondstoffen.

• Het paneel kan verder onder een lagere hellingshoek worden geplaatst, waardoor hemelwater gelijkmatiger de ondergrond bereikt.

• Beter recyclebaar (geen folie, geen aluminium rand).

Waar bij verticaal geplaatste licht doorlatende glas-glas panelen nog wel goed naar gekeken moet worden is of deze niet als een kas (warmte) gaan dienen waardoor de grond onder het paneel sneller uitdroogt.

Voor de veiligheid van onder andere vogels, vleermuizen en insecten moeten de glas-glas panelen voorzien van een duidelijk wit streeppatroon om te voorkomen dat dieren de panelen als water gaan aanzien en ervan gaan ‘drinken’.

Op plaatsen waar geen specifieke eisen aan de panelen worden gesteld worden normale panelen

(30)

De zonnepanelen zullen zo “speels mogelijk” in het park geplaatst worden, waarbij talloze lange

“saaie” rijen achter elkaar zoveel mogelijk voorkomen worden.

Voorbeeld “speelse plaatsing” op Solar Park Laarberg

De inrichting van met zonnepanelen op staanders wordt afwisselend in hoogte en niet te dicht op elkaar uitgevoerd. De rijen worden dusdanig opgesteld dat er veel ruimte tussen de rijen zit.

Op locaties waar dubbel bodem gebruik mogelijk is (hierop zal later nog verder ingegaan worden) worden de panelen op rekken geplaatst.

Voor plaatsing van de panelen kan gebruik gemaakt worden van de kennis die is beschreven in het rapport “Theoretische onderbouwing voor Zonnepark Branderwal”. Zie:

http://gis.barneveld.nl/plannen/NL.IMRO.0203.4046-/NL.IMRO.0203.4046- 0002/b_NL.IMRO.0203.4046-0002_tb5.pdf.

Op plekken waar bijv. met landbouwvoertuigen gereden wordt, kunnen de zonnepanelen met veel licht doorlating hoog geplaatst worden. Wandelpaden en watergangen kunnen eventueel (deels) overdekt worden met hooggeplaatste zonnepanelen.

(31)

Hoog geplaatste zonnepanelen

Tussen elk niet horizontaal zonnepaneel waar geen dubbele grond bezetting gerealiseerd wordt zal een aantal centimeters ruimte gehouden worden, om zo regenwater en zonlicht op de bodem onder het zonnepaneel toe te laten om de natuur optimaal tot ontwikkeling te laten komen.

De stroomkabels achter de panelen worden volledig afgeschermd met een afdekprofiel ter voorkoming van beschadiging door mens of dier. De kabels en schakelaar onder de omvormers kunnen zichtbaar zijn, maar onbereikbaar middels een afscherming om iedere omvormer. Er worden maatregelen getroffen dat de stroomspanning er meteen af gaat zodra er een draad losgaat om te voorkomen dat er iemand onder stroom gezet wordt.

Om mogelijke verwondingen van dieren en mensen (praktijkvoorbeeld van solar park “De Kwekerij”) te vermijden moet goed opgelet worden dat er geen scherpe hoeken of randen aan de

zonnepanelen constructies zitten.

5.1.3 – Waterafvoer panelen wordt onder de zonnepanelen teruggebracht

Bij niet verticaal geplaatste zonnepalen wordt (waar noodzakelijk/mogelijk) het water dat bij regen op de panelen valt via een systeem van opvanggoten, buizen en vernevelaars weer onder

zonnepanelen gebracht. Dit ter voorkoming van uitdroging van de grond onder de panelen.

Ik heb een idee hoe via een afvoer goot onder een paneel. In deze afvoer goot komt om bijvoorbeeld 20 centimeter een iets aflopende pijp met aan het einde “sprinklers” welke het water in kleinere druppels onder de panelen verspreiden.

Dit idee heb ik nog niet gevonden op het internet, maar ik leg het idee graag ter bespreking voor aan ontwikkelaars/deskundigen.

5.1.4 – Transformatorhuisjes “ondergronds”

De diverse benodigde transformatorhuisjes worden aan drie zijden afgedicht met een laag aarde van minimaal 1,5 à 2 meter (soort heuvel) en daarna beplant met laagblijvende struiken en grassen. In deze heuvel kunnen konijnen en andere dieren dan hun holen graven. Eventueel kan er ook gewerkt

(32)

Bijkomend voordeel van deze oplossing is, dat via de afdekking eventueel geluidsoverlast tot een minimum wordt beperkt en natuurontwikkeling actief wordt bevorderd.

5.2 – Natuurontwikkeling, beheer en monitoring

Minimaal 33 % (of meer, dit is te bespreken) van het oppervlak van het zal worden gebruikt voor landschappelijke inpassing, ecologische maatregelen en natuurontwikkeling. Binnen het af te spreken % is geen ruimte voor zonnepanelen.

Minimaal 15% (of meer, dit is te bespreken) van de ruimte onder de zonnepanelen zal een dubbelfunctie krijgen voor allerlei verschillende natuur- en natuur-ontwikkelprojecten of

andersoortige activiteiten (zie verder in dit document wat hiermee bedoeld wordt). Het overige deel van de ruimte wordt ingezaaid of beplant.

Bijzondere opstellingen van de panelen geven bijzondere ruimtelijke effecten (Solar Park De Kwekerij)

5.2.1 – Zonering in het park

Onderstaand een aantal zaken met betrekking tot de natuurontwikkeling.

5.2.1.1 – Land

Door het hele park worden zones aangelegd, waar specifiek bij die zone behorende

planten/bloemen/dieren tot wasdom kunnen komen. De zones sluiten zoveel mogelijk aan bij het gebied waarin het park gelegen is.

Een indeling in zones vereist voor iedere “zone” een specifieke bodem/grondsoort en

waterhuishouding, en beheer en onderhoud. Als aan die voorwaarden/grondslag voldaan wordt komt het merendeel van de planten en dieren, met name insecten, vanzelf.

5.2.1.2 – Water in en rond het park

(33)

Rondom het hele park zou een vaart gerealiseerd kunnen worden gerealiseerd met meerdere poelen en sloten die naar alle kanten onder de panelen doorlopen en daar ook poelen vormen voor o.a. slangen en kikkers. De poelen en sloten hebben plant- en diervriendelijke oevers. Bij het ontwerp wordt rekening worden gehouden met de geschiedenis van de locatie waar het park ontwikkeld wordt. Ook wordt de structuur van het slagenlandschap gehandhaafd.

De vaart en de poelen zijn permanent voorzien zijn van water. Via een watergang/watergangen is er een verbinding met de bestaande watergangen in de omgeving. Hierdoor kunnen waterdieren en waterplanten zich vrij verplaatsen.

In en langs de vaarten, poelen en sloten kan zich een rijk en gevarieerd dierenleven ontwikkelen.

Hiervoor kunnen er ook specifieke maatregelen genomen te worden, zoals bij voorbeeld:

• Plaatsen van broedmanden of drijvende vlotjes/ scheepjes van wilgenhout voor eenden soorten

• Aanleggen van plekken waar bepaalde vissoorten en waterinsecten graag verblijven en voortplanten

• De realisatie van aparte poelen waar amfibieën graag verblijven en zich voortplanten

• De realisatie van plekken waar bepaald soort waterplanten graag groeien

Hoe mooi zou het zijn, wanneer het tevens een locatie kan worden voor een aantal broedparen van de IJsvogel. De kanten van de vaarten zouden dan zo ingericht kunnen worden, dat een permanente bewoning van de IJsvogels optimaal ondersteund wordt.

De vaarten en poelen kunnen in een “ronde” door het park heen aangelegd kunnen worden. Op diverse plaatsen in het park zullen er wildbruggen gerealiseerd worden, evenals bruggen waarmee bezoekers over de watergangen heen kunnen gaan.

Een klein deel van het park zal qua grond onder de zonnepanelen zover verlaagd kunnen worden, dat er een moerasgebied gecreëerd wordt. In dit moerasgebied kunnen dan allerlei soorten amfibieën tot ontwikkeling komen.

Tot slot geldt, dat de watergangen ook dienen als waterberging voor het gebied en de omgeving van het park.

5.2.2 – Ontwikkeling begroeiing/beplanting in het park

5.2.2.1 – Begroeiing per zone

Via een goed beleid ten aanzien van wel/niet bemesten van de grond, de juiste grondkeuzes en keuzes qua vochtigheid van de bodem is het de bedoeling dat er in het park meerdere “zones”

ontstaan, met bij elke zone passende bloemen en planten die tot wasdom komen.

Het is algemeen aanvaard om bijvoorbeeld akkerranden in te zaaien met bloemenmengsels. Daar worden dan vaak exotische soorten in gebruikt, zoals bijv die rozepaarse cosmea’s. bij import van platen wordt aanbevolen om inheemse soorten te gebruiken. Voor struiken is er een aanbevolen soortenlijst van Das en Boom. En voor graslanden zijn er mengsels te koop met inheemse bloemrijke soorten.

(34)

Zonnepark De Kwekerij 5.2.2.2 – Hagen en singel door heel het park

Door heel het hele park (o.a. langs de wandelpaden) lopen struweelhagen, bossingels en snoeihagen. Deze dienen als broedplaatsen voor vogels evenals als schuilplaats voor kleinere diersoorten. Op plekken waar dat kan, zouden de hagen op termijn kunnen uitgroeien tot de maximale omvang.

Diverse haagsoorten welke door het park lopen

(35)

5.2.2.3 – Varen zone

Een deel onder/bij de zonnepanelen of via speciale plaatsing van zonnepalen boven/naast de bodem kan worden ingericht als “varen zone”. Via de zonnepanelen boven de grond welke zo gesteld worden als een soort “blader dek” en een speciale bodem wordt een vochtige en schaduwrijke varen zone gecreëerd waar bosvaren-soorten kunnen ontwikkelen. Op delen waar meer zon komt zou Eikvaren tot ontwikkeling kunnen komen.

Varens vormen geen bloemen en zaden. Voor bestuivende insecten als bijen en vlinders is er dus weinig te halen bij varens. Wel vormen varens in het park een mooie schuilgelegenheid voor vogels en andere gewervelde dieren.

5.2.2.3– Zone met zacht fruitsoorten

In een aantal zonnepaneelstraten kunnen bramen (zonder stekels, anders is er niet mee te werken), frambozen, aardbeien of andersoortige bessenstruiken aangeplant en gekweekt worden. Deze struiken zorgen enerzijds voor bloemen en bestuiving en anderzijds vormen de bessen voedsel voor diverse dieren. De aan te planten soorten zijn waar mogelijk zoveel mogelijk de “oude rassen”.

Van de vruchten zou 50% geplukt kunnen worden voor verwerking en verkoop in de winkel. De andere 50% van de vruchten dient als voedselbron voor vogels en insecten.

Bij de inrichting van het park wordt rekening gehouden met de te plaatsen zonnepanelen waar deze straten komen. Hiervoor worden (indien noodzakelijk) extra licht- en waterdoorlatende

zonnepanelen gebruikt.

Kweek van zacht fruit onder zonnepanelen

(36)

5.2.2.4 – Zone voor orchideeën

Er kan gekeken worden naar de mogelijkheid om een zone specifiek in te richten voor het tot ontwikkeling laten komen van bijzondere inheemse orchideeën soorten. Om deze soorten tot ontwikkeling te laten komen vraagt een specifieke bodem en waterhuishouding. Hierbij is vooral het beschikbaar zijn van schoon kwelwater en een permanent vochtige bodem, met weinig mineralen van belang. Daarnaast moet er een ratelaar (half parasiet) ingezaaid worden om het gras in te perken.

Orchidee op zonnepark (UK) 5.2.2.5 – Mossen en grassen zone

Er kan een zone dusdanig worden ingericht, dat er bijzondere inheemse mossen en grassen tot wasdom kunnen komen.

5.2.2.6– Voedselbos en bloeiboog

Via een voedselbos en bloeiboog van diverse soorten fruit en bessen bomen en struiken soorten van oude rassen kan er op elk moment van het jaar voedsel en beschutting geboden worden aan

verschillende diersoorten.

Door heel het park kunnen Bosaardbeien als bodembedekker gepland worden. Dit scheelt onkruid en zorgt voor minder verdamping van de bodem. De vruchten van deze planten kunnen eventueel geplukt worden, maar minimaal 50% van de vruchten blijft als voedsel voor de dieren in het park.

Ook kunnen op een aantal locaties Gelderse rozen (Viburnum opulus) aangeplant worden als voedselbron.

(37)

5.2.2.7 – Zwammen/paddenstoelen zone

Nog een optie is, dat er een zone komt, waar zwammen en paddenstoelenbedden aangelegd worden, zodat bijzondere paddenstoelen/zwammen tot ontwikkeling kunnen komen.

Knotbomen zijn hierbij een goed substraat voor paddenstoelen. Hierbij kan oud hout of houtsnippers in de zone achter gelaten worden.

5.2.2.8 – Onderwater beplanting

In de watergangen en poelen worden de voorwaarden geschapen om te komen tot

onderwaterbeplanting welke optimaal ondersteuning biedt aan het ontwikkelen van een rijk dierenleven. Als het water schoon is, komen de veelzijdige begroeiingen vanzelf, zeker als er verschillende diepten en onderwaterbodems, voldoende oppervlakte, alsmede natuurvriendelijke oevers worden gerealiseerd.

Om dit optimaal te realiseren wordt direct bij de aanleg van de vaarten en poelen rekening gehouden met bodemstructuur en oevers. Hierbij wordt rekening gehouden met het omliggende land en structuur aangaande bodemstructuren en oplopende oevers.

Zo kan er bv een bodem structuur aangelegd worden van:

• grove kiezel/stenen

• grind

• zandbodems

• dood hout

• Dikke modderlagen

• Oeverholten op zoveel mogelijk plekken

• Verschillende dieptes

Invulling hiervan is in overleg met biologen en landschapsarchitecten uit te voeren.

5.2.2.9 – Beplanting moerasachtige delen

In en rond de natte c.q. moerasachtige delen en de poelen in het park kunnen allerlei moerasplanten ontwikkelen of worden aangeplant.

5.2.2.10 – Heide/zand gebied

Afhankelijk van de grootte van het park en na onderzoek of er niet genoeg stikstof uit de lucht komt vallen kan gekeken worden of het mogelijk is om in het zonnepanelenlandschap een stuk heide- en zandgebied in te richten.

In onze omgeving zit zand in de ondergrond onder de (veelal) dunne bouwvoor. Door

afvoer/verplaatsten van deze zeer voedselrijke grond of het omhoog halen van het zand kan de grond verschraald worden. Ook kan er een forse hoeveelheid (schoon!) zand opgebracht worden.

Deze verschraalde bodem kan ingezaaid worden met daarbij behorend zaadmengsels. Hierdoor

(38)

ontstaat een schrale begroeiing waar uiteindelijk heidesoorten kunnen bloeien. Dat vraagt wel oppervlakte en een hoop grondverzet.

De opsteller van dit document is niet bekend met hoe groot een “op zich staand” heidegebied moet zijn en de stikstof waarden welke uit de lucht komen om te kunnen bepalen of een heide/zand gebied levensvatbaar te is. Het mogelijk wel of niet realiseren hiervan is een bespreekgeval tussen deskundigen.

(39)

5.2.3 – Ontwikkeling fauna in het park

De onderstaande maatregelen kunnen genomen worden om de ontwikkeling van de fauna in het park optimaal te faciliteren.

5.2.3.1 – Insectenhotels

Het is goed wanneer direct bij de realisatie van het park onder een aantal rijen panelen hele grote insecten hotels gerealiseerd worden . Hierbij kan gekozen worden voor een “basis voorziening”, maar er kan ook gekozen worden om zones aan te brengen voor verschillende insecten. Zo kunnen er delen zijn waar hommels kunnen leven en voortplanten; delen waar vlinders kunnen leven, etc.

De insecten hotels zullen ontwikkeld worden in samenspraak met entomologen, wetenschappers en andere deskundigen.

Voorbeeld van een insecten en/of vlinder hotel welke onder een zonnepaneel gerealiseerd kan worden

Het regenwater dat op de zonnepanelen boven het vlinder- en insectenhotel terecht komt, kan opgevangen worden in grote vorstvrije watertanks, die onder een rij zonnepanelen kunnen liggen.

Dit water kan in droge perioden in het park gebruikt worden voor bijv. het bijvullen van de drinkplaatsen voor dieren of het nathouden van specifieke plaatsen die dat nodig hebben.

Achter de tanks voor wateropslag van het vlinder- en insectenhotel blijft in principe nog een deel van de ruimte over. Deze ruimte kan worden ingericht als vochtige en donkere schuilplaats c.q.

leefomgeving voor weekdieren en overige kleine insecten. Deze schuilplaatsen kunnen doorlopen onder de tanks voor wateropslag. Dit betekent dat de tanks dus niet direct op de grond staat, maar bijvoorbeeld op een ondergrond met grove stenen, met veel ruimtes ertussen.

Regenwater van het onderste zonnepaneel kan - in tegenstelling tot bij het vlinder- en insectenhotel - op de vochtige en donkere schuilplaats neergelaten worden. Verder dient er rekening mee

gehouden te worden, dat de zonnepanelen boven deze donkere schuilplaatsen makkelijk weg te halen zijn in verband met het doen van wetenschappelijk onderzoek of onderhoud.

(40)

5.2.3.2 – Kunstmatige dassenburchten

Er zouden direct bij de aanleg van het park één of twee kunstmatige hoofdburchten kunnen worden aangelegd plus een aantal bij-burchten voor de dassen.

Rondom de burchten wordt (in tegenstelling tot de rest van het park) vooral kort gemaaide gras en klaverweiden aangelegd als voedselgebied voor de das. Vanuit de dassenburchten lopen

“snelwegen” van graslanden richting de weilanden aan de randen van het park.

Of deze maatregel succes zal zijn hangt af van waar de bestaande territoria van de bestaande dassen populaties in de omgeving liggen en of alle beschikbare dassen populatie ruimte al niet vol is. Hier zal vooraf dus goed onderzoek naar gedaan moeten worden.

Kunstmatige dassenburcht

5.2.3.3 - Kunstbehuizingen voor roofdieren

Het is goed als er meerdere kunstbehuizingen voor kleine roof- en/of knaagdieren onder de zonnepanelen gerealiseerd zouden worden. Hierbij kan gedacht worden aan:

• Nestkasten voor marters en kleine marterachtigen

• Permanente marterhoop

• Marterbuizen

Kunstmatige behuizing voor marter

(41)

5.2.3.4 – Eekhoorn voorzieningen

In en rond het park zouden ook maatregelen getroffen kunnen worden om de eekhoornpopulatie te ondersteunen. Dit kan bijvoorbeeld d.m.v. eekhoornkasten.

Eekhoornkasten 5.2.3.5 – Voorzieningen voor vogels

De volgende specifieke maatregelen kunnen genomen worden voor een optimale ondersteuning en ontwikkeling van de vogelpopulatie:

• Voor de oeverzwaluwen zou er in het park een zwaluwwand geplaatst kunnen worden nabij één van de oevers van de waterpartijen. Ook kunnen er voor de oeverzwaluwen in

omgewaaide bomen netvoorzieningen worden gerealiseerd.

• Voor de IJsvogel kan een aparte steilwand met nest mogelijkheden worden aangelegd. Dit kan via een betonnen constructie, maar kan ook via een bijvoorbeeld omgewaaide boom waarin gaten worden gemaakt.

(42)

Stijlwand voor IJsvogels bij Fort Rijnauwen

• Verder is het goed om te kijken naar de specifieke behoeften van de diverse andere vogelsoorten die in de omgeving van het zonnepark wonen, zoals bijv. uilenkasten, roofvogelvoorzieningen, zangvogelkasten, voorzieningen voor watervogels, etc.

Voorbeeld van nestkasten onder zonnepanelen

• De oevers van de (heldere) vaarten kunnen met enkele overhangende struiken of bomen, dusdanig ingericht worden dat deze een optimale ontwikkeling van ijsvogels mogelijk maken (zie verder paragraaf 5.2.1.3).

Zwanen in de wateren rond een zonnepark

5.2.3.6 - Kunstmatige vleermuizengrot

(43)

Het is goed wanneer onder één of meerdere rijen zonnepanelen kunstmatige vleermuizengrotten gerealiseerd kunnen worden ten behoeve van het huisvesten van een grote vleermuizenkolonie. De inrichting van de kunstmatige grotten dient afgestemd te zijn op de behoefte van de diverse

vleermuizensoorten in het gebied.

Het regenwater dat op de zonnepanelen boven de vleermuizengrot terecht komt, wordt opgevangen in grote vorstvrije watertanks die onder een rij zonnepanelen liggen. Dit water kan in droge perioden in het park gebruikt worden voor het bijvullen de drinkplaatsen voor dieren of om specifieke

plaatsen nat te houden.

Kunstmatige vleermuisgrot Tiny van Duijnhoven Uden

(44)

5.2.3.7 - Keverbanken

Verder zou het goed zijn als er - indien mogelijk onder een aantal zonnepanelen - diverse keverbanken aangelegd worden.

Het is algemeen bekend, dat het niet goed gaat met insecten in Nederland en dat vogels daar o.a.

last van hebben. Het aanleggen van keverbanken - zeker in combinatie met andere

natuurvriendelijke maatregelen op akkers – blijkt een positieve werking te hebben op de kwantiteit en kwaliteit van de insectensoorten in een gebied, aldus Vogelbescherming Nederland.

Voorbeeld van een kever bank, zonnepark De Eendracht

5.2.3.8 – Egelhotels

Op diverse plaatsen in het park zouden onder de panelen egelhotels aangebracht moeten worden, zodat egels een plek hebben om zich voort te planten, te overwinteren en te schuilen

Voorbeeld van een egelhotel

(45)

5.2.3.9 – Mierenkolonies

Gezien de belangrijkheid van mieren in een biotoop kunnen er in het park locaties aangewezen worden waar mierenkolonies tot ontwikkeling worden gebracht.

Verhuizing van een mierenkolonie in de Schoorelse Duinen 5.2.3.9 – Onderwater/poelen/moeras fauna

De vaarten, poelen en moerasgedeelten van het park moeten zodanig worden aangelegd, dat deze optimaal afgestemd zijn op diverse fauna. Dit betekent o.a. dat kritisch gekeken moet worden naar:

• Verschillende bodemstructuren en oplopende oevers zoals:

- grove kiezel/stenen - grind

- zandbodems - dood hout

- Dikke modderlagen

• Oeverholten op zoveel mogelijk plekken

• Verschillende dieptes

In de diepere water delen kunnen zogenaamde biohutten gerealiseerd worden. Biohutten zijn een soort “manden” bestaande uit 3 compartimenten die aan elkaar verbonden worden. In het middelste compartiment zit schelpmateriaal en aan beide kanten zitten “lege” manden. Het schelpmateriaal in deze middelste mand biedt een schuilplaats en voedsel voor kleine visjes en kleine gewervelde diertjes. De “lege” manden dienen als bescherming tegen te grote vissen zodat de kleine visjes veilig in en rondom het schelpmateriaal kunnen bewegen.

Het plaatsen van de biohutten betekent een stimulans voor de vispopulatie en ecologie in het water.

(46)

Een Biothut in een watergang

Diersoorten als kikkers, padden, hagedissen, libellen en wellicht de ringslang en speciale vissen en onderwaterdieren zullen in en rond de poelen en vaarten veel geziene gasten zijn.

Kikker op een zonnepark

Onder de zonnepanelen die in de buurt van de waterpoelen liggen, moeten

overwintermogelijkheden voor deze fauna geschapen worden, bijv. via dood hout of andere plantenresten.

De vaarten en poelen moeten variëren qua diepte en op diverse plekken “uitdijingen” hebben met waterplanten, waar vissoorten een overige onderwaterdieren een optimale voorplanting en schuilgebied vinden.

(47)

Zonnepark De Kwekerij

5.2.3.10 – Composthopen

Onder één of meerdere rijen zonnepanelen kunnen composthopen gerealiseerd worden. Organisch afval van het park wordt daar - eventueel gemengd met paardenmest van een nabij gelegen manege (let wel dat deze mest geen medicijnresten en bestrijdingsmiddelen mag bevatten) gecomposteerd.

De composthopen zijn leefgebieden voor velerlei flora en fauna.

5.2.3.11 – Takkenrillen, broedhopen, steenhopen en stenen muurtjes met kalkrijke mortel Onder en bij een aantal zonnepaneelopstellingen takkenrillen en broedhopen

(https://www.ravon.nl/broeihopen) en steenhopen worden gerealiseerd als leef- en broedgebied voor diverse diersoorten.

Op een aantal plaatsen worden stenen muren met kalkrijke mortel aangelegd voor hagedissen.

Takkenrillen bij Zonnetuin Best

(48)

Steenhoop, Solarpark Nidderau (D)

5.2.4 – Natuur beheer en monitoring

5.2.4.1 – Actief extensief natuur beheer

In het park zal een actief natuurbeheer en onderhoudsbeleid gevoerd worden. Advies is wel om de natuurdelen zoveel mogelijk met rust te laten. De manier van beheren moet bijdragen aan de ondergrondse en bovengrondse biodiversiteit.

In de winter wordt door middel molentjes een aantal delen van het wateroppervlak ijsvrij gehouden.

Dit bijvoorbeeld voor de IJsvogel, maar ook als drinkplaats voor overige dieren.

Het beheer van het park wordt afgestemd met het beheer van de natuurwaarden in de directe omgeving van het park zodat het park en de omgeving elkaar versterken.

5.2.4.2 – Geen gebruik kunstmest en bestrijdingsmiddel

Uitgangspunt is, dat er in het park geen kunstmest en bestrijdingsmiddelen worden gebruikt.

Waar noodzakelijk worden in overleg met biologen natuurlijke meststoffen (als bv de eigen compost en wormen mest) en biologische bestrijdingsmiddelen (als bv de eigen gekweekte lieveheersbeestjes bij luizen) ingezet. Indien er gebruikt gemaakt wordt van externe dierlijke meststoffen (bv paarden mest) wordt er voor zorg gedragen dat in deze mest geen medicijnresten en bestrijdingsmiddelen zitten.

5.2.4.3 – Begrazing/maaien/snoeien/water beheer/extensief beheer

Er kan onderzocht worden of begrazing door schapen in het geval van de te ontwikkelen natuurwaarden wel gunstig is. Begrazing door schapen is namelijk niet altijd gunstig voor

biodiversiteit. Ook andere grazers als runderen kunnen (doordat zij alles eten en niet “selectief eten”

zoals schapen) geschikt zijn, mits het extensief en kleinschalig gebeurt.

(49)

Zo zou het park bijvoorbeeld ook begraast kunnen worden door de van nature aanwezige reeën of runderen.

Reeën in een zonneveld

Voor wat het maaien van bloemen betreft, is het belangrijk dat dit zowel qua ruimte als tijd gevarieerd wordt. Voor de overwintering van insecten is het namelijk van belang, dat een gedeelte van de vegetatie niet gemaaid wordt en in de winter blijft staan. Door te spreiden in ruimte en tijd, geef je de zaden ook de gelegenheid om het erop volgende jaar weer te kiemen. Dit kan natuurlijk niet volledig, omdat ook de vogels, hazen, konijnen en andere kleine zoogdieren zich tegoed doen aan de zaden. Elk jaar moet dan ook worden bezien of er nog gedeeltes her-ingezaaid dienen te worden. Verder moet het maaien niet met een machine gebeuren die de begroeiing in kleine stukjes hakt, maar met een machine die het maaisel afsnijdt. Deze maaisel zijn goed af te voeren waardoor de bodem niet wordt verstikt.

Onder de panelen moet pas laat in het seizoen gemaaid worden en ook hier moet het maaisel afgevoerd worden om mineralen af te voeren. Over het algemeen groeit het gras onder

zonnepanelen namelijk tot hooguit 50 cm en dit gras biedt een optimale schuilmogelijkheid voor verschillende dierensoorten. Tevens is het een optimale plek voor de hazen om legers te vormen.

Het beheer m.b.t. snoeien moet erop gericht zijn, dat bij het snoeien van de struiken het snoeiafval niet geheel wordt afgevoerd. Van takken zullen houtstapels en takkenrillen worden gemaakt die onder enkele zonnepanelenstraten in het park kunnen worden gelegd. Deze houtrillen bieden voor diverse soorten vogels en zoogdieren nest- en schuilgelegenheid. Het is ook een ideale plaats om zich voort te planten. Tegelijkertijd is het een nette en goedkope manier van verwerking van snoeimateriaal. Het vormt op deze manier een biotoop voor houtkevers en insecten die alleen in dood hout overleven, waardoor de kringloop nog completer gemaakt wordt.

Bij het onderhoud van de watergangen kan ervoor gekozen worden ieder jaar slechts één van de oevers te maaien. Vissen en amfibieën hebben hier veel baat bij. Verder wordt hierbij de

gedragscode “Wet-natuurbescherming voor waterschappen” gevolgd.

Ter bestrijding van de ongewenste onderwater plant Cabomba zal er een gezonden karperstand in

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

afscheidingsprodukten en het vasthouden van het vocht, een schadelijke invloed hebben op het glas. Soms lijkt het alsof het glas inwendig wordt aangetast, zonder dat hiervoor aan

Victor Hortaplein 40, bus 10 - 1060 Brussel – www.drugbeleid.be | 17 Door in dit ontwerp KB virtuele kansspelen expliciet te catalogeren als automatisch kansspel kan de

De meetwaarden van de concentraties aan styreen die bekomen werden via monsterneming door diffusie (Tenax TA) ligt tussen de 14 en 62 mg/m³. De meetwaarden van

Voor de vol- ledige resultaten van deze opname wordt verwezen naar CELOS (1969c). De opname te Blakawatra vond plaats 36 maanden na het branden van het terrein, die te

Dat is een nadeel bij het gebruik van fotochrome stoffen als zonwering in ruiten van gebouwen: het is niet mogelijk om zelf te regelen hoeveel zonlicht nog wordt doorgelaten2.

Wanneer de licht-knop wordt ingedrukt, wordt de zuurstof (die tijdens de elektrolyse in de andere elektrolyseruimte is gevormd) in de tussenruimte van het glassysteem geleid (en

Voor een bepaald soort getint glas geldt dat het bij een dikte van 1 mm 90% van het licht doorlaat.. Bij een zekere grotere dikte van hetzelfde soort glas zal nog maar 50% van