• No results found

Verbinding justitiële wereld en lokale zorgstructuren

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Verbinding justitiële wereld en lokale zorgstructuren"

Copied!
23
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Verbinding justitiële wereld en lokale zorgstructuren

Pilot Teylingereind-gemeente Leiden

EINDRAPPORTAGE DEEL II

(2)

Forensisch Centrum Teylingereind VIV-Forzo-JJI

Eindrapportage pilot Verbinding justitiële wereld en lokale zorgstructuren deel II januari 2018

Verbinding justitiële wereld en lokale zorgstructuren

Pilot Teylingereind-gemeente Leiden

Voorwoord

In de maanden juli-december 2017 is in het kader van de Verkenning Invulling Vrijheidsbeneming Justitiële Jeugd (verder VIV) in samenwerking met de gemeente Leiden, de Raad voor de Kinderbescherming, Jeugdbescherming West en Fivoor (voorheen Palier/reclassering) uitvoering gegeven aan de pilot “Verbinding justitiële wereld en lokale zorgstructuren”.

Hoewel we uiteindelijk slechts twee cases hebben kunnen betrekken in de pilot, zegt de omvang van de rapportage vooral ook iets over de geleverde inspanningen en de grote inhoudelijke focus en betrokkenheid van de pilotdeelnemers.

Inleiding

Voor Forensisch Centrum Teylingereind is en blijft kwaliteit van zorg de drijfveer. Onder andere door alle betrokkenen uit te nodigen mee te doen. Meer dan ooit is de uitdaging in te zetten op innovatie. Het ingezette traject VIV en de gevolgen van de transitie jeugdzorg nodigen uit tot nieuwe concepten, innovatieve verkenningen en samenwerkingsverbanden. Zoals bijvoorbeeld het zorgdragen voor aansluiting op doorlopende zorgtrajecten, al dan niet binnen gestart en buiten voortgezet.

De pilot met Leiden bestond uit twee delen, namelijk een verkenning (deel I) en casusonderzoek (deel II). In het hierna volgende worden de ervaringen en bevindingen over de pilotperiode deel II (juli-22 december 2017) uiteen gezet. Rapportage over deel I van de pilot (maart-juli 2017) is als bijlage I toegevoegd.

Doel pilot “Verbinding justitiële wereld en lokale zorgstructuur deel II”

Uit de nota van de gemeente Leiden, Voor alle jongeren perspectief1, blijkt dat verbinding van de justitiële wereld met het lokaal domein een van de centrale thema’s vormt in het gemeentebeleid:

‘[…] Maar daarnaast ook het slaan van verbindingen tussen de justitiële wereld en de lokale zorgstructuur die we in de stad hebben’. De gemeente heeft met het geformuleerde beleid tot doel te komen tot een sluitende aanpak voor jongeren in een kwetsbare positie. Doel en aanpak van de pilot haken aan op dit thema en het beoogde resultaat.

1 Sluitende aanpak jongeren in een kwetsbare positie tussen de 16 en 27 jaar. Leiden, 2016

Een van de meest onderschatte maatschappelijke problemen komt voort uit de spanning tussen menselijke betekenisdrang en woekerende systeemeisen Uit: Trendrede 2018

(3)

Teylingereind is, als justitiële jeugdinrichting, een schakel in het zorgtraject van een jongere. Een schakel met ruime forensische kennis en ervaring. De pilot “Verbinding justitiële wereld en lokale zorgstructuur deel II” had tot doel optimaal bij te dragen aan het zorgtraject van de jongere door vanuit de praktijk van wijkteams2 in Leiden na te gaan wat een jongere nodig heeft om succesvol te kunnen re-integreren.

De vragen en eventueel ervaren knelpunten die binnen Leiden leven met betrekking tot de doelgroep zouden het vertrekpunt van de pilot vormen. Gedacht werd aan het tot stand brengen van een directe verbinding met het zorgplan middels trajectonderzoek per casus, zowel in het voortraject als tijdens en na verblijf in de inrichting. Tegelijkertijd zouden we forensische kennis en ervaring delen en borgen.

Door een directe verbinding tussen Teylingereind en het wijkteam én door de systeemwereld te koppelen aan de leefwereld van de jongere was de verwachting dat risico’s eerder in beeld zouden zijn en sneller en gerichter geanticipeerd kon worden op eventuele terugval in overlastgevend gedrag.

Aanpak

Van de beoogde aanpak – gedurende de pilot sluiten een gedragswetenschapper en een individueel trajectbegeleider vanuit Teylingereind aan bij het wijkteam in Leiden – is als gevolg van voortschrijdend inzicht afgestapt. Belangrijkste aanleiding was de conclusie van betrokken partijen, zijnde de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK), Jeugdbescherming-West (JB-West), gemeente Leiden, Fivoor (voorheen Palier, reclassering) en Teylingereind, bij voorkeur zo min mogelijk van bestaande structuren af te wijken. Er was namelijk vooral behoefte aan een antwoord op de vraag hoe vanuit die bestaande structuren een betere verbinding tot stand gebracht kon worden tussen betrokken partijen in de (uitstroom)trajecten van jongeren. Om dit ‘al ervarend’ te onderzoeken is besloten tot verbindingsoverleg. Het verbindingsoverleg is vergelijkbaar met het bestaande trajectberaad, maar wijkt op onderdelen af: het verbindingsoverleg wordt namelijk gevoerd in bijzijn van de jongere (en zijn ouders) en vindt daarom plaats in Teylingereind. Tevens worden relevante vertegenwoordigers vanuit de gemeente en relevante andere betrokkenen rondom de jongere bij het overleg uitgenodigd.

Vanuit bovenstaande praktijkbehoefte zijn vervolgens onderstaande doelen centraal gesteld:

- antwoord op de vraag wat de meerwaarde is wanneer de betreffende jongere in een zo vroeg mogelijk stadium wordt betrokken in het verbindingsoverleg dat handelt over zijn (uitstroom)traject,

- antwoord op de vraag wat de helpende en wat de belemmerende factoren in de trajecten zijn en

- antwoord op de vraag of het een meerwaarde heeft de gemeente in een zo vroeg mogelijk stadium te betrekken bij het (uitstroom)traject van de jongere.

2 Waar wijkteam staat kan aanvullend ook en/of jeugd&gezinsteam staan

(4)

Forensisch Centrum Teylingereind VIV-Forzo-JJI

Eindrapportage pilot Verbinding justitiële wereld en lokale zorgstructuren deel II januari 2018 Rondom het verbindingsoverleg is een werkwijze afgesproken, met onder andere de afspraken:

- de jongere en zijn ouders worden tevoren geïnformeerd en uitgenodigd mee te werken aan het verbindingsoverleg als onderdeel van de pilot (deelname is vrijwillig),

- per casus beoordeelt de buitenregisseur (verantwoordelijke RvdK of JB, zie bijlage II) wie bij het verbindingsoverleg wordt uitgenodigd,

- ook de direct betrokkenen bij de ASR- of 18+-jongere goed in de pilot positioneren

- in beginsel ook een vertegenwoordiger van het betreffende sociaal wijkteam en/of jeugd&gezinsteam uitnodigen,

- streven naar 1-kind-1-plan met als basis het gezinsplan van JBW.

De werkwijze, samengevat in een procesbeschrijving, is als bijlage II is toegevoegd.

Monitor

Gedurende de pilot is “Lerend transformeren”3 als monitor ingezet. Lerend transformeren heeft als onderzoeksbenadering het zogenaamde actieonderzoek. Actieonderzoek is gericht op het verkrijgen van kennis en aanwijzingen over hoe te handelen. Door aan het eind van elk overleg te reflecteren op het verloop ervan en het benoemen van eventuele knelpunten wordt door de deelnemers ter plekke gezocht naar aanpassingen in de aanpak met als doel de resultaten te optimaliseren.

Ook zijn in de laatste fase van de pilot betrokkenen geïnterviewd (zie verder § Samenvattend).

Uitvoering

Gedurende de pilotperiode zijn betrokken ketenpartners maandelijks bijeen geweest met als doel tussentijdse afstemming over de pilot in het algemeen, bespreken van de noodzakelijke randvoorwaarden en monitoren van de voortgang. Een van de belangrijkste randvoorwaarde was het kunnen delen van informatie. In juli 2017 is na afstemming met het Veiligheidshuis, RvdK en DJI een privacydocument tot stand gekomen (zie bijlage III).

Ondertussen waren betrokkenen in afwachting van de instroom van Leidse jongeren die wilden meewerken aan de pilot.

In totaal verbleven er in 2017 13 Leidse jongeren in Teylingereind. Op moment van schrijven waren de gegevens van 1 jongere nog niet bekend. Om die reden wordt in de verdere rapportage uitgegaan van N=124. Van die 12 vielen 7 jongeren binnen de pilotperiode. Omdat de mogelijkheid tot het uitwisselen van informatie pas vanaf juli 2017 geregeld was en omdat sommige jongeren al waren vertrokken voordat een verbindingsoverleg georganiseerd kon worden, hebben uiteindelijk slechts twee jongeren kunnen en willen meewerken aan de pilot.

De eerste casus betrof een 18+- jongere die niet afkomstig was uit Leiden maar zich na vertrek uit Teylingereind wel in Leiden wilde vestigen (zie verder § Resultaten).

De tweede casus betrof een preventief gehechte 18--jongere.

3 Lerend transformeren door actieonderzoek dat gericht is op het verkrijgen van kennis over hoe het beste in bepaalde processen te handelen.

4 Instroom werd in de ontwerpfase als een van de risico’s onderkend. Gedurende de pilot is er, na afstemming met Leiden en DJI, voor gekozen ook jongeren uit de omliggende gemeentes te betrekken. Vanuit de gemeente Leiden is contact gezocht met gemeentelijke contactpersonen uit de regio. Maar omdat ook de instroom van die jongeren nagenoeg uitbleef, is niet verder ingezet op het betrekken van meerdere gemeentes in de pilot.

(5)

Gezien de beperkte instroom en korte verblijfsduur van jongeren uit de gemeente Leiden heeft de pilotperiode helaas onvoldoende mogelijkheden geboden te experimenteren met de werkwijze. Wel zijn dankzij intensieve contacten tussen de ketenpartners, het maandelijkse overleg en de twee cases waardevolle ervaringen opgedaan. Korte lijnen, rechtstreekse contacten en vooral ook kennisuitwisseling over de eigen organisaties en de verschillende verantwoordelijkheden werden door betrokkenen als meerwaarde gezien. Concrete resultaten worden hieronder nader uitgewerkt.

Resultaten Basisgegevens

Gedurende de pilot zijn, aan de hand van dossiers, onderstaande basisgegevens verzameld van de Leidse jongeren die in 2017 in Teylingereind verbleven.

Basisgegevens (N=12)

Algemene gegevens

Verblijfsduur 108,3 dagen gemiddeld Leeftijd jongeren 18,4 jaar gemiddeld

Plaatsingstitel preventieve hechtenis (11), vervangende jeugddetentie (1)

Overige gegevens (instroom en uitstroom): zie bijlage IV - eerdere hulpverlening en hulpverlening na vertrek - onderwijs en dagbesteding

- wonen - ouders

Casus 1

Jongere S. is 18+ en verblijft al geruime tijd in Teylingereind. Hoewel hij niet afkomstig is uit de gemeente Leiden en daar ook geen netwerk heeft – zijn familie is namelijk inmiddels verhuisd naar het buitenland – geeft hij op enig moment aan zich in Leiden te willen vestigen. Rondom wonen, dagbesteding en vrijetijd moesten dus contacten met de nieuwe gemeente en regionale ketenpartners gelegd worden. In een eerder stadium zijn diverse pogingen ondernomen deze zaken tijdig te organiseren, maar vanwege de complexiteit van de casus nog met onvoldoende resultaat. Men besluit de casus in de pilot te betrekken en een verbindingsoverleg te organiseren conform afgesproken werkwijze. De jongere kon daar vanwege zijn beperkte belastbaarheid niet bij aanwezig zijn. Wel waren de gemeente, RvdK, reclassering (Leger des Heils) en Teylingereind vertegenwoordigd. Twee externe lokale zorgaanbieders waren uitgenodigd, maar konden niet deelnemen. Door hen is informatie aangeleverd.

Gezien de urgentie van de casus – de jongere zou binnen twee weken uitstromen – en als gevolg van een aantal eerder ontstane knelpunten en onduidelijkheden speelden zich in korte tijd meerdere processen tegelijk af en zijn dezelfde partijen in steeds net andere samenstellingen met elkaar in overleg geweest over betreffende jongere.

(6)

Forensisch Centrum Teylingereind VIV-Forzo-JJI

Eindrapportage pilot Verbinding justitiële wereld en lokale zorgstructuren deel II januari 2018 Dankzij de focus van alle partijen op het belang van de jongere en mede dankzij de inspanningen van de gemeente Leiden is het gelukt de belangrijkste randvoorwaarden voor een verantwoorde uitstroom tijdig te regelen.

Na afloop van dit verbindingsoverleg is door betrokkenen gereflecteerd op het overleg met als doel na te gaan welke elementen het proces al dan niet bespoedigden. De bevindingen zijn verwerkt in de paragraaf ‘Samenvattend’.

Op initiatief van de gemeente Leiden is separaat een evaluatie van deze casus georganiseerd. Tijdens die evaluatie is op basis van een tijdlijn in kaart gebracht welke keuzes zijn gemaakt en welke daarvan aanleiding geven in een volgende vergelijkbare situatie anders te handelen. De belangrijkste bevindingen zijn toegevoegd aan de aanbevelingen.

Casus 2

Jongere A. is 18- en verblijft op titel van preventieve hechtenis. Nadat jongere A. is geïnformeerd over de pilot en heeft aangegeven mee te willen werken, heeft de buitenregisseur (RvdK) een verbindingsoverleg geïnitieerd en relevante partijen uitgenodigd. Dat waren in deze pilot zijn ouders, jeugdreclassering, zijn individueel trajectbegeleider en gedragswetenschapper vanuit Teylingereind en een vertegenwoordiger namens de gemeente Leiden.

Uiteindelijk waren beide ouders als gevolg van een misverstand en de gemeente als gevolg van ziekte niet aanwezig bij het verbindingsoverleg.

Jongere A. gaf bij aanvang van het verbindingsoverleg aan onaangenaam verrast te zijn dat zijn beide ouders waren uitgenodigd, zonder dat hij daarvan op de hoogte was gesteld. Jongere heeft al geruime tijd geen contact met vader en had het ongemakkelijk gevonden zijn vader plotsklaps in dit gezelschap te moeten treffen. Voor de uitleg van de RvdK – de Raad is verplicht ouders met bevoegd gezag uit te nodigen – toonde A. begrip.

Tijdens het overleg lag de focus op het schorsingsplan. Eerder gemaakte afspraken werden doorgenomen, op juistheid gecheckt en waar nodig aangepast of bekrachtigd. Jongere A. is steeds nadrukkelijk betrokken en hem is regelmatig gevraagd of voor hem het besprokene duidelijk was en wat volgens hem nodig is voor een optimaal vervolg ten aanzien van onder andere school, dagbesteding, gezin en hulpverlening. Het verbindingsoverleg werd afgesloten met een samenvatting van hetgeen besproken was en vastgelegd in het plan zoals aan de rechtbank voorgelegd wordt. De bevindingen zijn in de volgende paragraaf samengevat weergegeven.

Samenvattend

Reflectieonderzoek samengevat

Uit reflectie na het verbindingsoverleg casus S. is de samenvattende conclusie dat alle partijen van mening zijn dat het belangrijk is de jongere een plaats te geven in het overleg over zijn traject. Dat kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld door hem aanwezig te laten zijn en deelgenoot te maken van het overleg of door hem uit te nodigen zijn casus en gewenste traject te presenteren aan het begin van het verbindingsoverleg.

Ook deelt men de overtuiging dat het ‘met elkaar om de tafel zitten’ verbindend heeft gewerkt. Wel is het belangrijk tijdig bij elkaar te komen om zodoende in een vroeg stadium de noodzakelijke trajectstappen op elkaar te kunnen afstemmen en heel concreet noodzakelijke processen in gang te zetten.

(7)

De reflectie na het verbindingsoverleg casus A. geeft een vergelijkbaar beeld. In deze casus nam betreffende jongere wel deel aan het overleg hetgeen door partijen, met name ook door de jeugdreclassering, zondermeer als meerwaarde werd ervaren: ‘het is heel prettig dat A. aanwezig was zodat hij de zorgen rondom hem en de motivatie van het plan kon horen van verschillende partijen’. De jeugdreclasseerder geeft aan de indruk te hebben dat een dergelijk overleg niet enkel de samenwerking tussen partijen zal verbeteren, maar ook de motivatie van de jongere om aan zijn toekomst te werken.

Indrukken, gedachtegangen en wensen worden tijdens het verbindingsoverleg ter plekke in ieders aanwezigheid besproken, waardoor er een meer compleet beeld ontstaat en gerichte vervolgstappen kunnen worden afgesproken. Dit heeft in deze casus tijdbesparend gewerkt.

Jongere A. in een persoonlijk reflectiegesprek: ‘ik vond het goed dat ik er bij was en er niet gepraat is zonder mij. Nu kon ik zelf zeggen wat ik belangrijk vind, zonder dat mensen naar rapporten en verslagen kijken en daarna denken dat ze mij kennen. Ik heb meegemaakt dat verslagen niet kloppen en mijn mening anders was beschreven dan ik bedoeld had, dus ik heb weinig vertrouwen in verslagen. Ik ben blij dat ik nu zelf kon praten en er geen plan is gemaakt zonder mij’.

Interviews samengevat

In totaal zijn 10 pilotdeelnemers geïnterviewd, te weten drie vertegenwoordigers namens de RvdK, een vertegenwoordiger namens gemeente Leiden, een vertegenwoordiger namens de reclassering Fivoor (voorheen Palier), twee vertegenwoordigers namens Veiligheidshuis Leiden en drie vertegenwoordigers namens Teylingereind. De gestelde vragen hadden met name betrekking op Samenwerking tussen ketenpartners (I), Interne processen (II) en Verbinding justitiële veld en lokale zorgstructuren (III). Zie bijlage V voor de gehanteerde vragenlijst.

I Samenwerking tussen ketenpartners

Er zijn veel partners betrokken in de trajectzorg rondom uitstromende jongeren, die allen een specifieke rol en verantwoordelijkheid hebben op verschillende momenten in het proces. In beginsel zijn die rollen en verantwoordelijkheden duidelijk vastgelegd, maar de praktijk blijkt vooral in complexe cases weerbarstiger dan de formele structuren. Voor de jongere (en zijn netwerk) is het bovendien niet altijd duidelijk welke partij verantwoordelijk is voor welk deel van het traject. En gezien de verscheidenheid aan contactpersonen en financieringsstromen is het ook voor de professionals niet altijd eenvoudig zicht te houden op de voortgang ervan.

Caseload, gescheiden financieringsstromen, overgang 18- naar 18+, wisselende verantwoordelijkheden per fase van het traject, bereikbaarheid en vindbaarheid van de juiste contactpersonen zijn geconstateerde risicofactoren in het proces.

II Interne processen

De geïnterviewde pilotdeelnemers geven aan dat intern de processen rondom uitstroom van jongeren over het algemeen goed geregeld zijn. Buiten soms geconstateerde ruis in de communicatie is sprake van duidelijke structuren en transparante processen.

Wat opvalt is dat een aantal geïnterviewden noemt dat zij de mogelijkheid hebben tot opschalen. Het hebben van die mogelijkheid wordt als prettig ervaren, maar liever zoekt men de oplossing binnen de reguliere processen.

(8)

Forensisch Centrum Teylingereind VIV-Forzo-JJI

Eindrapportage pilot Verbinding justitiële wereld en lokale zorgstructuren deel II januari 2018 III Verbinding justitiële veld en lokale zorgstructuren

Geïnterviewden geven aan dat het verbindingsoverleg zoals toegepast in de pilot niet zondermeer de verbinding tussen de justitiële wereld en lokale zorgstructuren zal leggen. Zoals eerder aangegeven zijn (gescheiden) financieringsstromen, de mate van vindbaarheid en bereikbaarheid van de juiste contactpersonen met beslissingsbevoegdheid, mate van tijdigheid en de beschikbaarheid van het juiste zorgaanbod bepalend voor de kwaliteit van het zorgtraject en het al dan niet tot stand brengen van de verbinding tussen de justitiële en lokale zorgstructuren.

Het verbindingsoverleg heeft in de eerste casus wel als katalysator gewerkt met als uiteindelijk resultaat een aansluitend uitstroomtraject. In de tweede casus heeft het verbindingsoverleg met name tot een meer integraal plan geleid, waarin ook het belang en daarmee de motivatie van de jongere dankzij zijn bijdrage en aanwezigheid in het plan tot uiting is gekomen.

In zijn algemeenheid is de conclusie dat de verbinding bij voorkeur gezocht zou moeten worden in de bestaande structuren door bijvoorbeeld het huidige trajectberaad zodanig in te richten dat positieve bevindingen en aanbevelingen daarin zoveel mogelijk geborgd worden.

Een enkeling stelt zich hardop de vraag in hoeverre niet het systeem (processen en structuren) maar vooral de inhoud (zorgbehoefte van de jongere) bepalend zou moeten zijn voor het uitstroomproces. In de huidige situatie wordt namelijk het systeem als bepalend ervaren, waardoor de focus in de uitstroomfase vooral ligt op voorbereiding op wonen, werk/school, dagbesteding en inkomen. Er is behoefte concrete zorginhoudelijke afspraken nog nadrukkelijker te borgen in de voorbereiding op uitstroom.

Aanbevelingen

Uit de ervaringen tijdens de tweede fase van de pilot en met name op basis van de reflecties en interviews zijn de volgende aanbevelingen geformuleerd:

1. Borg zorgvuldigheid en integriteit in de informatie-uitwisseling en zorg dat ketenpartners relevante informatie mogen uitwisselen.

2. Stel de jongere centraal door hem deel te laten nemen aan het overleg of op z’n minst een deel daarvan, zodat er beter zicht ontstaat op en inzicht verkregen wordt in de casus en de behoefte5. Draag ook zorg voor duidelijke communicatie en concrete afspraken met de jongere zodat hij voldoende aangehaakt blijft.

3. Gebruik de periode van verblijf in de JJI vooral ook ten behoeve van motivatie van de jongeren tot verdere begeleiding, hulp en/of behandeling. De kracht van het vervolg zit met name in het gebruik maken van deze crisisfase in het traject.

4. Draag zorg dat voldoende passende zorg, met name woonvoorzieningen in de gemeente beschikbaar komen.

5. Draag zorg voor tijdigheid door in een zo vroeg mogelijk stadium afstemming met relevante betrokkenen te zoeken over het aan te vangen traject.

6. Maak gebruik van bestaande structuren, zoals het huidige trajectberaad en bezie in hoeverre het mogelijk is daar de jongere en eventueel zijn netwerk in te betrekken. Draag zorg dat er werkelijke synergie tot stand komt. Laat bij voorkeur ook direct betrokken zorgverleners deelnemen aan het trajectberaad. Betrek ook een gemeentelijke contactpersoon met bevoegdheden bij het trajectberaad zodat tijdig ook de juiste zorg voorbereid kan worden.

5 In het kader van de pilot is door een vertegenwoordiger van Teylingereind een bezoek gebracht aan de kleinschalige voorziening in Groningen. Centraal stond de vraag hoe de betrokkenheid van de jongere in zijn trajectberaad wordt georganiseerd. Zie bijlage VI voor een samenvatting van het bezoek.

(9)

gehandeld.

8. Maak maatwerk mogelijk, Geen traject is namelijk hetzelfde.

9. Onderzoek hoe het mogelijk wordt dat een jongere eerder dan de datum van vertrek zich kan inschrijven in de gemeente. Dan kan namelijk ook het aanvraagproces binnen de gemeente tijdig worden gestart en zijn op moment van daadwerkelijke uitstroom geborgd zodat kans op recidive kleiner wordt.

10. Zorg dat betrokken partijen optimaal op de hoogte zijn van elkaars rol en verantwoordelijkheid in het traject. De verwachting is dat er dan minder overleg nodig is.

11. Neem als standaard in de procedure op dat voorafgaand aan het advies van de RvdK aan de Raadkamer wordt nagegaan of de geïndiceerde zorg in betreffende gemeente voorhanden is.

12. Organiseer jaarlijks overleg met gemeentes over noodzakelijk in te kopen zorg op basis van kennis van en ervaring met de doelgroep.

Nawoord

In voorbereiding op en tijdens de pilot “Verbinding justitiële wereld en lokale zorgstructuren” is keer op keer gebleken hoe professionals toch vooral vanuit inhoudelijke betrokkenheid bij het belang van de jongere denken en handelen. In de praktijk komt de verbinding in het traject van de jongere met name tot stand tussen professionals. In de contacten tussen mensen zit de kracht, de winst en de kwaliteit, ongeacht formele structuren.

Forensisch Centrum Teylingereind Sassenheim, Januari 2018

(10)

Verbinding justitiële wereld en lokale zorgstructuren Pilot Teylingereind-gemeente Leiden

EINDRAPPORTAGE DEEL I

(11)

Verbinding justitiële wereld en lokale zorgstructuren

Pilot Teylingereind-gemeente Leiden

Inleiding

Op 26 september 2016 vond een werksessie plaats in het kader van de Verkenning invulling vrijheidsbeneming justitiële jeugd (verder VIV-JJI). Tijdens die werksessie, waar een groot aantal uiteenlopende ketenorganisaties en betrokkenen aan deel nam, zijn uit te werken vraagstukken geformuleerd die in het verlengde van de subdoelen van VIV-JJI liggen. Deze subdoelen zijn:

a. De jongere op de juiste plek

b. Kwalitatief goede zorg gericht op de veiligheid van de samenleving c. Goede aansluiting van forensische zorg op de reguliere zorg d. Sluitend netwerk van ketenpartners

e. Flexibiliteit wat betreft omvang en capaciteit

In reactie daarop is Teylingereind, samen met de gemeente Leiden en betrokken ketenpartners, de pilot Verbinding justitiële wereld en lokale zorgstructuren gestart. In deze pilot buigen we ons over de vraag hoe de verbinding tussen binnen (Teylingereind) en buiten (gemeente Leiden) tot stand kan worden gebracht en wat er nodig is om te kunnen voldoen aan de behoefte van een gemeente met betrekking tot jongeren die justitiecontacten hebben (gehad).

De pilot, die uit twee delen bestaat, sluit daarmee aan op de VIV-JJI-subdoelen Goede aansluiting van forensische zorg op de reguliere zorg (c) en op Sluitend netwerk van ketenpartners (d). Tevens sluit de pilot aan op een van de centrale thema’s uit de Leidse nota Voor alle jongeren perspectief1.

In het hierna volgende worden resultaten uit de verkennende fase van de pilot (deel I) weergeven. Over de resultaten uit het casusonderzoek (deel II van de pilot) wordt op een later moment gerapporteerd aan de divisiedirectie ForZo.

(12)

Forensisch Centrum Teylingereind VIV-R&D

Eindrapportage pilot Verbinding justitiële wereld en lokale zorgstructuren deel I juli 2017 Werkwijze

Kennismaking

Het eerste deel van de pilot bestond vooral uit kennismaking en verkenning. Kennis maken met de beleidsmakers van de gemeente Leiden, de beleidsnota Voor alle jongeren perspectief en vervolgens met betrokken ketenpartners rondom justitiële jongeren in Leiden. In twee bijeenkomsten met vertegenwoordigers van Jeugdbescherming West, de Raad voor de Kinderbescherming, coaches van de Sociaal wijkteams (SWT) en de Jeugd&Gezinsteams (J&GT) uit Leiden, de coördinator Veiligheidshuis Leiden, beleidsmakers gemeente Leiden en vertegenwoordigers namens Teylingereind is uitgebreid kennis gemaakt met elkaar en gesproken over het doel van de pilot. Daarnaast is een verkenning gestart naar de Leidse jongeren die in de periode 2016-maart 2017 in Teylingereind zaten, bestaande uit het verzamelen van een aantal basisgegevens ten aanzien van profiel, gezinssamenstelling, eerdere hulpverlening, onderwijs en screening.

Monitor

Gedurende deze fase is ook een monitor samengesteld die bestaat uit een basisregistratiemonitor (vergelijkbaar met die zoals gehanteerd voor het monitoren van de VIV-proeftuinen) en uit actieonderzoek en interviews gericht op de samenwerking. Actieonderzoek is een kwalitatieve manier van onderzoeken, waarbij de resultaten van onderzoek direct worden toegepast: gedurende de pilot wordt in kaart gebracht wat wel en niet werkt en de uitkomsten worden direct teruggekoppeld aan de deelnemers. Gedurende het onderzoek gaan de deelnemers na of aanpassingen in de werkwijze of aanpak ook het gewenste resultaat hebben. Hierdoor wordt al doende ervaren en van elkaar geleerd (lerend transformeren).

De monitor wordt onder andere dankzij een traject vanuit een extern onderzoeksbureau deels ondersteund.

Bevindingen

Jongere centraal

Tijdens de twee verkennende bijeenkomsten met vertegenwoordigers vanuit de gemeente en de ketenpartners bleek dat alle betrokkenen de wens hebben de zorg rondom uitstromende jongeren zo optimaal mogelijk te organiseren. Hoewel men van mening is dat zaken in de structuren goed geregeld zijn – denk onder andere aan taken en verantwoordelijkheden – deelt men de ervaring dat in de praktijk de trajecten van jongeren niet altijd verlopen zoals men wenst of voor ogen heeft. Er is bij alle partijen dan ook de bereidheid na te gaan op welke manier en op welke onderdelen veranderingen mogelijk zijn om de trajectzorg van jongeren nog beter te stroomlijnen en waar nodig te verbeteren. Een algemeen uitgangspunt daarbij is de jongere (en het gezin van herkomst) nog nadrukkelijker centraal te stellen.

(13)

Na de verkennende bijeenkomsten kwamen vertegenwoordigers vanuit RvdK, JBW, 3RO, JR, gemeente en trajectberaad Leiden en Teylingereind bijeen met als doel het vervolg van de pilot (deel II) vorm te geven en concrete werkafspraken te formuleren. De hoofdlijnen uit dit overleg zijn:

- De samenwerking tussen de betrokken ketenpartners in deze pilot valt binnen de samenwerkingsafspraken van het Veiligheidshuis Hollands Midden

- Casusoverleg, zijnde trajectberaad+ wordt gevoerd samen met jongere en zijn ouders

- Er wordt gewerkt vanuit 1-kind-1-plan, waarbij het gezinsplan van Jeugdbescherming leidend is (domeinen uit perspectiefplan JJI en perspectiefplan gemeente worden toegevoegd).

Casusonderzoek

In de tussentijd zocht een aantal bij de pilot betrokken professionals2 elkaar op. Zij maakten nader kennis met elkaar en verkenden aan de hand van een aantal vragen de werkwijze en eventuele raakvlakken.

Tijdens die ontmoeting viel op dat SWT/J&GT en Teylingereind elkaar op geen enkele wijze tegenkomen rondom in- of uitstromende justitiële jongeren. De coaches weten zelfs niet om welke jongeren, om welke gezinnen of om welke wijken het gaat. Na uitwisseling van algemene basisgegevens herkennen de coaches – op basis van percentages jongeren in relatie tot wijk waarin zij woonachtig zijn – wel de stadsregio’s waar zich de meeste problemen voordoen.

De J&GT/SWT bieden in Leiden laagdrempelige zorg vanuit een concrete hulpvraag van een cliënt (ouders en/of jongere). Zij kunnen geen informatie opvragen, bijvoorbeeld uit dossiers, maar verkrijgen informatie al dan niet rechtstreeks van de cliënt. De SWT kunnen doorverwijzen naar specialistische zorg, de J&GT kan desgewenst ook zelf hulp bieden aangezien de interdisciplinaire teams bestaan uit professionals vanuit meerdere organisaties. Aan de hand van twee anonieme Teylingereindcasus zijn vervolgens ervaringen, ideeën en tips uitgewisseld.

Actieonderzoek in uitvoering

In een van de cases is sprake van MDFT-begeleiding en de behoefte aan extra ondersteuning vanuit bijvoorbeeld een wijkteam. Op advies is de route om ondersteuning bewandeld zoals deze op internet staat aangegeven (https://gemeente.leiden.nl/themas/wmo).

Omdat er geen reactie kwam is contact gezocht met de bij de pilot betrokken coaches SWT/J&GT. Op moment van schrijven wordt onderzocht waar de hulpvraag in de route is blijven hangen en wat er nodig is om er voor te zorgen dat de hulpvraag bij de juiste persoon terecht komt.

2 vanuit Leiden coaches van de SWT en J&GT en vanuit Teylingereind een gedragswetenschapper en individueel

(14)

Forensisch Centrum Teylingereind VIV-R&D

Eindrapportage pilot Verbinding justitiële wereld en lokale zorgstructuren deel I juli 2017 Basisgegevens

In deel I van de pilot zijn ook onderstaande basisgegevens3 verzameld van de Leidse jongeren in Teylingereind in de periode 2016-maart 2017, waarbij opgemerkt dat in deze fase van de pilot conform wet- en regelgeving nog geen informatie tussen ketenpartners mocht worden uitgewisseld.

Basisgegevens (N = 21)

Algemene gegevens

Verblijfsduur 107,5 dagen gemiddeld Leeftijd jongeren 18,9 jaar gemiddeld

Plaatsingstitel preventieve hechtenis (20), vervangende jeugddetentie (1)

Overige gegevens (instroom en uitstroom): zie bijlage I - Eerdere hulpverlening en hulpverlening na vertrek - Onderwijs en dagbesteding

- Wonen - Ouders

Aanbevelingen

Uit de ervaringen tijdens de verkennende fase van de pilot zijn de volgende aanbevelingen te formuleren:

- betrek in de voorbereiding relevante partijen en draag zorg voor rolduidelijkheid van betrokkenen door voldoende tijd en aandacht te besteden aan kennismaking en verkenning - zorg dat relevante informatie uitgewisseld kan worden, zodat ook gericht en op maat

begeleiding en behandeling ingezet kan worden

- borg continuïteit, onder andere door zorg te dragen voor voldoende beschikbaarheid en bereikbaarheid van relevante besluitvormers en professionals en eventuele vervangers - zorg in individuele cases dat er ook voldoende aandacht uitgaat naar heel praktische zaken

door bijvoorbeeld voorafgaand aan uitstroom de vervolginstantie te vragen hoe een uitkering aanvragen, inschrijving in gemeente, vinden van woonruimte en eventuele schuldhulpverlening geregeld kunnen worden.

3 Voor zover (her)vindbaar in de dossiers. Het op casusniveau na uitstroom opvragen van informatie bij ketenpartners is in ieder geval op moment van schrijven niet toegestaan.

(15)

aanmelding Leidse jongere

pleegdatum bepalend voor vervolg

procesbegeleider (interne contact Teylingereind) zoekt contact met buitenregisseur*

en stemt onderwerpen checklist af

procesbegeleider draagt zorg voor randvoorwaarden

Verbindingsoverleg

RvdK als voorzitter

*18-: raadsonderzoeker

*18+ en ASR: Reclassering/Palier Buitenregisseur geeft aan wie in ieder

geval uitgenodigd wordt. Verder in afwachting van reactie jongere

zie checklist

Checklistonderwerpen:

buitenregisseur jongere en ouders intern betrokkenen screeningslijst

ruimte reserveren + catering namens buitenregisseur deelnemers uitnodigen

externen aanmelden bij centraalpost notulen (t.b.v. vervolgafspraken) monitoring regelen (o.a. reflectie)

Voorzitter maakt gebruik van screeningslijst Tijdens verbindingsoverleg worden

‘procesnotulen’ in de vorm van concrete (vervolg)afspraken gemaakt door procesbegeleider.

Actieonderzoek (monitoring): de laatste 10 minuten van elk (vervolg)beraad reflecteren deelnemers op het verloop van het beraad en (het resultaat van eerdere) afspraken

vervolgverbindingsoverleg

uitgangspunt: betrokkenen komen net zo vaak bijeen als nodig is om zorg te dragen voor realisatie van

het doel/de afspraken

Ook bij 2e en verder verbindingsoverleg worden procesnotulen gemaakt door procesbegeleider.

Actieonderzoek (monitoring): de laatste 10 minuten van elk (vervolg)beraad reflecteren deelnemers op het verloop van het beraad en (het resultaat van eerdere) afspraken

uitstroom jongere

deelnemers:

uitgangspunt is, naast jongere (en ouders) en vertegenwoordiger van de gemeente alleen de meest relevante betrokkenen bij het uitstroomtraject van de jongere. Dat kan ook betekenen dat bijvoorbeeld een buitencoach uitgenodigd wordt.

Buitenregisseur (en jongere) geven aan

(16)

Leidse Jongeren

2017

(17)

Gemiddelde leeftijd jongeren: 18,42

Plaatsingstitel: 11 keer preventie hechtenis 1x Vervangende Jeugddetentie

Leidse wijken

• 5 keer Merenwijkdistrict

• 5 keer Bos- en gasthuisdistrict

• 1 keer Binnenstad-Noord

• 1 keer Leiden-Noord

(18)

Instroom

Eerdere hulpverlening

• 6 keer eerdere hulpverlening

• 1 keer geen eerdere hulpverlening

• 5 keer eerdere hulpverlening onbekend

Ouders

• 5 keer ouders samen

• 2 keer ouders gescheiden

• 4 keer samenstelling onbekend

• 1 keer overleden ouder

Instroom

Onderwijs

• 6 keer school

• 3 keer zitten op school

• 3 keer zaten op school

• 1 keer geen school

• 5 keer school onbekend

Wonen

• 6 keer thuiswonend

• 2 keer uitwonend

• 4 keer wonen onbekend

(19)

Percentages instroom

Bos- en gasthuisdistrict

41,67%

Merenwijkdistrict Binnenstad-Noord

8%

Leiden-Noord 8%

LEIDSE WIJKEN

Bos- en gasthuisdistrict Merenwijkdistrict Binnenstad-Noord Leiden-Noord

(20)

Percentages instroom

50,00

% 16,67

% 33,33

%

WONEN

Thuiswonend bij ouder(s) Uitwonend

Wonen onbekend

41,67

%

16,67

% 33,33

%

8,33%

OUDERS

Ouders samen Gescheiden ouders

Samenstelling ouders onbekend Overleden ouder

50,0 0%

8,33

% 41,6

7%

ONDERWIJS

School

Geen school School onbekend

Van de 50,00% zit 50,00% bij instroom op school en 50,00%

zat op school.

50,00%

8,33%

41,67%

EERDERE HULPVERLENING

Eerdere hulpverlening

Geen eerdere hulpverlening

Eerdere hulpverlening onbekend

(21)

Verdere hulpverlening

• 1 keer verdere hulpverlening

• 1 keer weigering verdere hulpverlening

• 9 keer verdere hulpverlening onbekend

• 1 keer zit nog vast

• 0 keer overplaatsing andere JJI

Dagbesteding

• 3 keer dagbesteding

• 3 keer school

• 0 keer overig

• 2 keer geen dagbesteding

• 1 keer zit nog vast

• 0 keer overplaatsing andere JJI

Onderwijs

• 3 keer school

• 0 keer geen school

• 8 keer school onbekend

• 1 keer zit nog vast

• 0 keer overplaatsing andere JJI

Wonen

• 3 keer wonen bij ouder(s)

• 2 keer wonen bij familie

• 1 keer wonen in een instelling

• 1 keer zit nog vast

• 0 keer overplaatsing andere JJI

• 5 keer onbekend

(22)

Percentages uitstroom

25,00

%

16,67

% 8,33%

8,33%

42%

WONEN

Wonen bij ouder(s) Wonen bij familie Wonen in een instelling Zit nog vast

Onbekend

25,00

%

16,67

% 8,33

% 50%

DAGBESTEDING

Dagbesteding

Geen dagbesteding Zit nog vast

Onbekend

Van de 27,27% heeft 100,00% school als dagbesteding en 0,00% een overige dagbesteding.

25,00

%

66,67

% 8%

ONDERWIJS

School

School onbekend Zit nog vast

8,33%

8,33%

75,00%

8,33%

VERDERE HULPVERLENING

Verdere hulpverlening

Weigering verdere hulpverlening

Verdere hulpverlening onbekend

Zit nog vast

(23)

gebracht aan de Kleinschalige Voorziening (KV) in Groningen. In Groningen worden zogenoemde

‘netwerkbijeenkomsten’ georganiseerd. Deze bijeenkomsten zijn enigszins te vergelijken met de

‘verbindingsoverleggen’ en daarom is een gedetailleerdere blik op de gang van zaken in Groningen relevant. De hoofdvraag tijdens dit bezoek is hoe de gesprekken daar worden georganiseerd?

Bijzondere interesse gaat uit naar hoe de ‘netwerkbijeenkomst’ in verhouding staat tot het reguliere trajectberaad en of de ketenpartners open staan voor dit soort bijeenkomsten.

Iedere ketenpartner heeft diverse drijfveren van waaruit men werkt. Toch is er altijd sprake van ten minste één zelfde belang en dat is: de jongere. Om een jongere zo goed mogelijk te begeleiden wordt er daarom vanuit de KV Groningen binnen 10 dagen na plaatsing een ‘netwerkbijeenkomst’

georganiseerd. Alle betrokken partners krijgen voor deze bijeenkomst een uitnodiging. Er valt dan te denken aan de gemeente, reclassering, de Raad, maar ook de ouders, wijkagent, school en/of werk.

Voorafgaand aan de netwerkbijeenkomst vult de jongere een werkboek in, al dan niet begeleid door een pedagogisch hulpverlener, waarin de kern van zijn eigen problematiek centraal staat. Wanneer dit werkboek volledig is ingevuld werkt de jongere aan een presentatie. Een presentatie die het grootste deel van de netwerkbijeenkomst centraal zal staan.

Tijdens de eerste netwerkbijeenkomst geeft de jongen een presentatie over zijn eigen werkboek. Dit doet hij ten overstaande van alle ketenpartners. Er wordt ingezet op eigen verantwoordelijkheid.

Indien nodig wordt de jongere ondersteunt door een begeleider die een deel van de presentatie op zich neemt. Veelal blijkt dan dat de jongere het uiteindelijk toch nog zelf over wil nemen. Na de presentatie is er ruimte voor vragen van alle aanwezigen. Zo wordt er een sfeer gecreëerd waarin er mét de jongere wordt gepraat en niet óver de jongere. Belangrijk hiervoor is dat dit daadwerkelijk het eerste gesprek is met de ketenpartners. De jongere moet niet het gevoel hebben dar er al van alles over hem is beslist.

Binnen de netwerkbijeenkomst staat het traject van de jongeren niet per se centraal. Deze wordt wel besproken als daar behoefte aan is. Immers, in de praktijk blijkt die behoefte er vaak te zijn.

Bijzonder om te benoemen is dat het reguliere trajectberaad komt te vervallen. Vragen over het traject die niet tijdens de netwerkbijeenkomsten besproken konden worden, worden telefonisch of per mail afgehandeld.

Tijdens de tweede en eventueel volgende netwerkbijeenkomst staat de vraag centraal: ‘Wat heeft de jongere nodig van het aanwezige netwerk?’ Binnen deze bijeenkomst krijgt de Raad de regie. De systeembegeleider van de KV in Groningen geeft aan het gevoel te hebben dat de betrokkenheid van de ketenpartners bij de tweede bijeenkomsten afgenomen is. Het wordt moeilijker om het een en ander georganiseerd te krijgen. Echter, weet ze niet te melden of dit maar een gevoel is of een harde constatering. Ze benoemt wel dat de ketenpartners in het begin erg betrokken zijn en makkelijk bij elkaar worden gebracht door ‘de korte lijntjes in het noorden.’ De ketenpartners vinden het fijn om de jongere te zien en met hem te kunnen praten. Soms zijn er wel botsingen maar die worden gezien als ‘unieke inkijkjes in het systeem van de jongeren’ en worden vervolgens gebruikt in behandeling.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

‘De quick win van deze module is dat je heel snel kunt handelen in de strijd tegen de eiken- processierups, omdat je meteen weet waar je precies moet zijn’, zegt

De gemeente Noordoostpolder heeft het plein voorzien van een bomenallee en de groeiplaatsen zodanig ingericht dat de bomen de komende 50 jaar kunnen uitgroeien tot een allee

‘progressief akkoord’ bij. Strikt genomen vallen deze partijen niet onder onze definitie van een lokale partij, maar omdat in de recente Kiesraad- cijfers mogelijk

In het Lokaal Kiezersonderzoek komt naar voren dat het percentage kiezers op lokale partijen het grootst is onder respondenten die in 2017 voor de Tweede Kamer stemden op de PVV

De overige down loads werden door mede werkers van Beeld en Geluid zelf gedaan, waarvan meer dan de helft voor professionele klanten was en andere voor doeleinden zoals onze

Door deze stress komt de band tussen ouders en kinderen soms onder druk te staan, bijvoorbeeld doordat ouders minder aandacht voor hun kinderen hebben, hun kinderen

Het ministerie voor Gezinnen en Toekomstige Generaties kreeg de systeemverantwoordelijkheid voor gezinszorg, maar ook mandaat ten aanzien van het beleid van flankerende

Relevantie voor practitioners: dit artikel laat zien dat (a) lokale partijen sinds 1998, zo- wel in de raad als in het wethouderdeel van het college van B&W, sterk in opkomst zijn,