Gemeente Midden-Groningen Postbus 75
9600 AB Hoogezand
IBAN NL 45 BNGH 0285 1729 48 Tel.nr: (0598)-373737 www.midden-groningen.nl
Adviesraad sociaal domein Midden-Groningen via e-mail
Team Sociaal Beleid
Datum: 12 november 2020 Verzenddatum:
Uw kenmerk: Zaak: 2020-037434
Behandeld door: Erik Haverkort Mailadres: erik.haverkort@midden-groningen.nl Bijlage(n): 0
Onderwerp: Verordeningen Jeugdhulp en Wmo 2021
Geachte leden van de Adviesraad sociaal domein Midden-Groningen,
U heeft ons op 8 november 2020 twee adviezen gestuurd over de regelgeving Jeugdhulp en Wmo.
Wij danken u hartelijk voor deze adviezen en de snelheid waarmee u heeft geadviseerd. Hieronder staan onze reacties op uw adviezen. Uw adviezen en onze reactie hierop voegen we toe aan de raadsstukken.
Adviezen regelgeving Jeugdhulp
U heeft voor de verordening jeugdhulp 3 adviezen uitgebracht. Hieronder zullen wij een reactie geven per advies.
Advies 1
In artikel 3 van de verordening hebben wij een lid opgenomen waarin staat dat wanneer een huisarts, medisch specialist of jeugdarts verwijst naar een niet-gecontracteerde aanbieder terwijl er een soortgelijk, passend aanbod is bij een gecontracteerde aanbieder, de gemeente de inzet van de niet-gecontracteerde jeugdhulp niet vergoedt.
U maakt zich zorgen dat ouders mogelijk tussen de medische verwijzer en de gemeente in komt te staan en adviseert daarom om een hardheidsclausule op te nemen voor de casussen waarin
gecontracteerde zorg niet passend is.
De gemeente heeft een jeugdhulpplicht en wij willen dan ook voorkomen dat jeugdigen en/of ouders mogelijk tussen wal en schip belanden vanwege eventuele discussies over de
inzet/vergoeding van jeugdhulp. Wij zijn van mening dat wij dit voldoende geborgd hebben doordat we duidelijk benoemen dat de inzet niet vergoed wordt als er een soortgelijk, passend gecontracteerd alternatief beschikbaar is. Met andere woorden, in de gevallen waarbij er geen passend gecontracteerd alternatief is en daarom de inzet bij een niet-gecontracteerde
Pagina: 2 van 4 Zaak: 2020-037434
Onderwerp: Verordeningen Jeugdhulp en Wmo 2021
jeugdhulpaanbieder noodzakelijk is, zal deze inzet vergoed worden door de gemeente. Daarnaast wordt met het opnemen van dit lid de toegang via de medische verwijzers ook gelijk getrokken met de gemeentelijke toegang. In de sociale teams wordt in principe ook geen jeugdhulp ingezet bij niet-gecontracteerde aanbieders, tenzij er geen passend gecontracteerd alternatief beschikbaar is.
Advies 2
In artikel 21 van de verordening wordt benoemd dat het college ingezetenen betrekt bij het beleid.
U stelt voor om het eerste lid te vervangen. Wij sluiten deels aan bij het advies. Het voorstel dat u doet komt overeen met artikel 24 uit de verordening Wmo. We passen het artikel aan, zodat deze overeenkomt met de Wmo. We hebben besloten om in het eerste lid niet specifiek de Adviesraad Sociaal Domein te noemen, zoals u voorstelt. We hebben besloten om dit artikel algemener te houden, om te voorkomen dat er mogelijk in de toekomst een wijziging van de verordening nodig is als er meer of andere ingezetenen bij het beleid betrokken worden. In plaats van specifiek de Adviesraad Sociaal Domein te benoemen, sluiten we aan bij de Wmo en benoemen het volgende:
waaronder in ieder geval inwoners of hun vertegenwoordigers.
Daarnaast stelt u voor om nog een lid toe te voegen aan artikel 21: het college ontwikkelt vormen van cliëntenparticipatie die passen bij de doelgroep jeugd. We vinden cliëntenparticipatie belangrijk en willen ook dat jeugdigen en hun ouders zich gehoord voelen. Toch hebben we besloten dit advies niet over te nemen. Het ontwikkelen van specifieke vormen van
cliëntenparticipatie verwijst naar de uitvoering en vorm van het betrekken van ingezetenen bij beleid. Volgens ons wordt dit genoemd in het tweede lid van artikel 21 van de verordening jeugdhulp.
Advies 3
U adviseert om in de nadere regels artikel 9, lid 2b toe te voegen: volgens de richtlijn gebruikelijke zorg. Wij begrijpen dit advies en hebben ook overwogen om deze richtlijn te blijven gebruiken in de nadere regels jeugdhulp van 2021. Toch hebben wij er uiteindelijk bewust voor gekozen om af te stappen van de term gebruikelijke zorg en de daarbij behorende richtlijn. Gebruikelijke zorg is namelijk een begrip dat niet meer wordt gebruikt in de Jeugdwet. Daarnaast willen wij voorkomen dat de discussie gevoerd gaat worden over of bepaalde jeugdhulp gebruikelijke zorg is of
bovengebruikelijke hulp. Wij willen graag dat het onderzoek zich richt op de eigen kracht en het probleemoplossend vermogen van jeugdige, ouders en het netwerk met betrekking tot hun
hulpvraag, ongeacht of de hulpvraag onder gebruikelijke of bovengebruikelijke hulp valt. Hiermee sluiten we ook aan bij de doelen van de Jeugdwet om gebruik te maken van de eigen kracht van jongeren, ouders en hun sociale netwerk, zodat zij regie blijven houden over hun leven en samen met hun omgeving en professionele hulpverleners op zoek te gaan naar passende oplossingen.
Algemeen advies
Daarnaast vraagt u om expliciet aandacht te geven aan regievoering. In de gemeente werken we met 1gezin, 1 plan, 1 regisseur, waarmee de regie goed geborgd zou moeten zijn. In de praktijk klopt het dat regievoering in sommige gevallen onduidelijk kan zijn. Wij zijn het dan ook met u eens dat regievoering een belangrijk onderwerp is en wanneer er duidelijke knelpunten zichtbaar worden, gaan wij hier mee aan de slag. Zo zijn er afgelopen jaar afspraken gemaakt tussen gemeente en onderwijs, om ieders rol helder te krijgen en zo te voorkomen dat de regie niet
Pagina: 3 van 4 Zaak: 2020-037434
Onderwerp: Verordeningen Jeugdhulp en Wmo 2021
duidelijk belegd is.
Adviezen regelgeving Wmo
Wij hebben in artikel 10 van de Nadere regels opgenomen dat er in principe geen hulp bij het huishouden wordt toegekend als de klant al gebruik maakt van particuliere hulp. Ook kennen we in principe geen hulp bij het huishouden toe als de klant planbare zorg ontvangt. U maakt zich hierover zorgen omdat het toekennen van ondersteuning niet afhankelijk zou moeten zijn van het inkomen van de klant. Ook vreest u dat er te weinig ruimte voor weerspraak is en er
rechtsongelijkheid kan ontstaan.
De kern van de Wmo is dat we enkel een voorziening treffen als de klant er op eigen kracht niet uitkomt. Uit recente jurisprudentie blijkt dat we ook rekening mogen houden met de mogelijkheid van de klant om te voorzien in een inkomen.1 Als een klant of zijn omgeving financiële druk ervaart, is deze enkele stelling onvoldoende om een voorziening te moeten bieden. We dienen uiteraard wel na te gaan of er andere redenen zijn om alsnog een voorziening aan te bieden. Als er sprake is van andere factoren, moeten we deze meewegen in onze besluitvorming. Dit leidt volgens de rechter en volgens ons niet tot ongelijkheid. We zullen in alle gevallen beoordelen of er
doorslaggevende redenen zijn om alsnog hulp bij het huishouden toe te kennen, ook als de klant al gebruik maakt van particuliere hulp.
Wij hebben meerdere waarborgen in de nieuwe leden van artikel 10 opgenomen. Zo is er wel hulp bij het huishouden mogelijk als er meer hulp nodig is dan de particuliere hulp kan bieden. Ook moeten wij afwegen of er voor de aanvraag voor hulp bij het huishouden andere argumenten zijn dan slechts een financieel voordeel voor de klant. Bij planbare zorg gaan we ervan uit dat de klant zelf de tijd heeft om ondersteuning te regelen. Pas als dat aantoonbaar niet lukt, komt hulp bij het huishouden in beeld. We verstrekken ook hulp bij het huishouden als dit meer dan zes weken nodig is.
U schrijft dat u zich zorgen maakt over de onafhankelijkheid van de beoordeling van klachten.
Klachten hebben betrekking op gedragingen van onze medewerkers. U heeft het echter over de rechtszekerheid. De gemeente Midden-Groningen heeft een onafhankelijke Commissie voor de bezwaarschriften. Onze inwoners kunnen bezwaar maken als zij het niet eens zijn met ons besluit.
Het indienen van een bezwaar is laagdrempelig en kost niets, de Commissie geeft een onafhankelijk advies. Wij zijn van mening dat daarmee de onafhankelijke toetsing van bezwaren geborgd is.
Vervolg
Wij zullen de aanpassingen in de regelgeving monitoren. Als hieruit blijkt dat de regels niet werken zoals verwacht, dat stellen wij deze bij. Wij danken u nogmaals hartelijk voor uw adviezen. Graag blijven wij ook in de toekomst met u in gesprek over ons beleid voor Jeugdhulp en Wmo.
1 Zie een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 17 juli 2019, ECLI:NL:CRVB:2019:2362.
Deze uitspraak heeft betrekking op de Jeugdwet. Aangezien de Wmo gebaseerd is op vergelijkbare principes, zien we geen redenen om aan te nemen dat deze uitspraak niet van toepassing zou zijn op de Wmo.
Pagina: 4 van 4 Zaak: 2020-037434
Onderwerp: Verordeningen Jeugdhulp en Wmo 2021
Met vriendelijke groet,
Burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen,
A. Hoogendoorn burgemeester
H.J.W. Mulder secretaris
