• No results found

DE CHRISTEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "DE CHRISTEN "

Copied!
25
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

DE CHRISTEN

BEANTwomm

ALGEMEEN IIANDELSBLAD

-

.1. C. LOMAN ,rUN"IOR.

1 R!~7.

(2)

; t",'/ :.~ ~

, ,

ll.lA.G

D E tIl· RIS TEN

EIGENAAR VAN SLI\VEN ZIJlV?

TI BANTWO 0 RD

ALGEMEEN HANDELSBLAD

van 5 December 4847.

I f

,

, f t ,

L f

U1ST ERDA1U:, J. C. LOMA.N ,-·JUNIOR.

I.SiJ"7'. .

(3)

DfÛ dan uw g'Otd niet trelasferd worde.

ROM. XIV 'I'S. 16.

--

De

aanleiding tot de 'volgende t'egelen z's Ï1t hel Al.fJemeerb lIcmdelsbl ad van 5 December 1847 te mnden. Zoo .zeet het ons bevteemclcle, onder dmt soMin vat. in[flJ1tollwnltcicl met de afschaffing der sla- vel'1b~', een opslel van (tien geest en stl'ekMnfJ in dat Dagblad opgenOmC1t te zion, .zoo min konden

w€i

van, ons verlcl'ijgo1t, daal'op te .zwijgen. WIJ' erkennen het, veel h,ad nog uit'IJoerige?' ont'1;Vilcl~elll en aange- drOltfJen, veel bi:i[fét'oegcl kltmlC1~ worden, maal' eC1~­

voudig en dUt'deU:j1c als wii tl'adllcm te

z0''II,

zal wol 1.iemand het voor 01lS doet' Ico1'leliJlc door ons aange- voerde I als ntet fJeldi,fJ en afdom.de ktt1~1UJ1~ beschou- wen. Gerust nOO(li[JC1~ VJil alle t1oorstmulm's del'

(4)

~laVel'qlii uit, liet dOOf'·. ons beweerde te bestl'~'llen

en te weê,'lcgg(!n, terwijl tV~' bovenal t'l)en!lclten, dat ook dit wool,d veler Dogen moge openen VOOI' den nnchristeli;jken gl'lHvel der slave1'niJ en tot hare spoe- digD en beslissende 1titroei;jing in Nedel'land' s Koloniën

!.:lYwhtig moge rnedewel'ken.

H. C. M.

MAG DE CHRISTEN

EIGENAAR VAN SLAVEN ZIJN '!

nÉÁNTwoonD

tegen het IIandelsblad van 5 Dec, 1847.

Ilet is'

eene donkere zijile in de geschiedenis fles mensclldolUS, dat (lwalil1gell, vooroOl'deelen, misbruiken, ongel'egtigheden, gruwelen zelfs, een- maal ingetlrongen, zich gmluremle vele eeuwen met ongeloofel\jke hardnekkigheid haudhaven, en hoe 11ikwerf ook overluigelHl wederlegd of krachtig be- streelen, telkens op nieuw zich v'erllCfi'en en op allerlei wijze trachten zich te doen gelden. Het is daarmede als het veld, waarop lang onkruid heeft gelierd I de zeissen des maaij ers, het vuur zelfs moge do oppervlakte reinigen: weldra ontspruiten

°11 nieuw de verllorgell kiemen en woekerèn door- nen en dis leIs weder welig voort. Daarom is

el:

een l'usteloozo strijd op aarde tnsschon licht Oll

duisternis, ttlsscholl vvaarhcid on logen, tusschcn l'cgt en olll'og't I tusschen 1Ji1l\1kheid en geweld.

(5)

G

Daarom moet hetgeen reeds dikwerf is be\}'ezen , ge- handhaafd en voldongen, gedurig worden herhaald, opdat dwaling en zonde , die tellcens listig den schijn aannemen, als ware er niets. gebeurd, niet zege- vieren op aarde en 'velen ten verderve slepen.'

Die gedachte ve,l'vulde ons, toen dezer dagen een artikel in het ALGElfEEN IIANDELSDLAD ons en zeker velen in Nederland met smál't en vel'ontwaurdiging vervulde l(-). .ll'Iet slÎ13rt, dat een Dagblad, hetwelk

*) Het zijn vooral de volgende woorden vlln dat 7.on4er~

HDg opstel, waarop wij' het oog 'hebben:

IC Of bet voortduren der slavernij in ouze Wesl-IndÎliol~e ({ koloniën cene . zwarte smet is, . welke het· hooge, zedelüke (( en godsdienstige stand]JUnt der natie hezoedelt, Zijn w~i

I( nog .:wo ger\!ed niet, om toe te stemmen, Wlllll'toeh wordt lcin het lleiliffc Boek, dat de, vool'llchrirten ,onzer godsdienst'

I( bevat ,de slavernij gedoemd of zelfs afgckeurd? In het

11 Nieuwe TestllIllcllt vinden wij daarvan e\'ellmin een woord

!{ als in h~t Oude Testament, maal' in heide. ontnloeten wij

te vele sporen van het bestaan dOl' slnvernU.Was· ze dool'

11 den Goddelijken Wet~ever del' Christenen. nfgc1(cut'd ge- (( women, - grien twijfel, Zijne Apostelen zonden ons hicl'-

• Il mede hebben belLend gemaakt. -:- Wij' \'edanliell geene

(( dcclalllatiën, lUaar r,cldige bewijzell. ])cwÜ' het Christen~

ti dom dé slaveinij niet vorbiedt, sluit de slavernij geenszius

t( het Christendom uit. Men kante gelijk Slaaf en Christen

I(

ztin.

Ook behoeft' deCltristen geen lloam-Clu:isten, geen

I( huichelaar te wezen ,omdat hij ~laven heeft.))

7

Mn vooI'stafHlervan gen!atigden v:oo~'uiLgáns', van grondwettelijke onLwiklceling ,fm maatschappelijke vrijheid wil zijn, . een artikel voorop heeftkunuell plaatscn, dat met allc(lenkbeelden van vel'lichting, lleschavillg, billijkheid cl1vl'ijzinnigheid ten eenCll- male strijdt; dat ecu Dagblad, hetwelk de tolk heet te zijn van cl on ulgemeenen ,beteren vollçs- geest, de vaan woagtop to steken voor eene zaaJ{;

die door alle. weldenkendon moet worden verfoei(l én gehrandmerkt. Maar nîet minder vervulde ons verontwaardiging, niet zoozeer om de list in dat stukuitgotlrukt, want hoogst Olilu\ndig heeft (Ie schrijver zijne slechte zaak vertlcdigd, en onder den schiJn van goedlwurillgder omanoipatiezijn:e he~

doeliilgen zeer duidelijk verraden , als wel om de onbcgrijpelijl{(~ onbeschaauHUH3itl', die daarin dool'- sll':i\alt. Waarlijk, het zou cel' onsmedel~ldeIl, onzen laclllust kunnen opwekl{cn, als wij zien i

met boe sLolltelw.ken hij ûjli eigonheHmg (en welk hclallg t) zoekt te ver(ledigcn, motlIoe drieste Oll~

lmn(le . cn ligtzinnigheicl hij over· degewigLigste.

hedenkingen en bezwaren . heenstapt, met hoeveel onhandigheid hij algemeen bekende waarlledcn ver- draait on de 'grootste logensuitkraamt : maar VOI'- onLwaardiging hrandt, in o,ns, als W\j z'ieu, ,hOCl al die onbesclmam:dheicl, (He drogredenen cri: logencll moeLen dienen tot v erdl' ukldng van de vel'ongelijlc!.e dIl lijdondo mcnscbheid, tot YOl'dediging van eeu

(6)

der grootstegl'uweleu, dien ooit de inensch tegen (lan menselt heen uitgedacht = de slavernij; toL ver- zwaring van het rampzalig lot dergenen , die zich zelven niet kunnen verdedigen en .tegen hUllne ver- drukkers geen' antleren steun voor. hunne toekomst, geen andere hoop meero}) aarde hebben, dan de nog zoo llaallw werkzame sLem desChristendoms.

De stem· des Christel1doms! ook deze wel1scht de sehrijv.er te smoren. Al moge van hare ernstig"e t

waarschuwende, dreigende roepilJg en vermaning slechts een llaauwe ldank tot hem zijn gekomen, ook. deze (is. IlCL zijn geweLen of de maaLsellaI>!)ij , tUe het hem getuigt ,) is hem nog te lastig, en nu is llij gereed, zich zelven wijs te maken, want zijn ]}elang vordert heten daarom moet. Let zoo zijn, nu verbeft llij zich, om het ook amlerell te ver- l~omligen: slavernij is niet in st1,'~jd met bet. Chris- tendom, immers wordt zij in het N. T. nergens

afgekeUl~d, integendeel dool' vq,orbeel<len gestaafd.

Men JJChoeft, schijnt z~jne meening, Iogens maar stout voor te dragen en de ligtzinnige menigte zal ze gereedelijk aannemen. Daarom waagt hij het zelfs schendige handen te slaan aan den tempel des ChristelijJ{en. geloofs, aan tie bron van Gods open;.

IJaring: het heilig Bijbelboek. Daarom vraagt hij uitdagend, geene ijdele deolamatiëll, maal' duide- lijke, afdoendetegenJJewijzen. Welnu, wij zullen ze hem geYen, on, al lllogten

wU

lliei' ook nieL

alles kunnen en willen aanvoeren, althans uuide- lijk en afdoend zullen wij liet antwoord des Chris- tendoms vernemen op de vraag: mag de Christen eigenaar van slaven zijn?

Wij heweren namelijk, {lat menschenroof en sla- vernij ,. en dus oök het 'verwerven en houden van slaven strijdig is met alle ware Godsdienst en clus ook met het Christendom.

Wij willen niet onderzoelwn, h'oe (Ie slavernij is ontstaan en allengs bij de volken dor oudheid, ook de ))esLe en zetlelijkste , is ingedrollgen en vastge- worteld. Geboren in eén tijd van bal'baárschheid en woest gewelcl, als het gevolg van oorlogen menschenroof, vinden wij de slavernij in het his- torisch tijtlvak als een overgeleverd mishruik alge- meen aanwezig. Zelfs in Israël, hoezeer ook, gelijk wij later zullen zien, als in strijd met de )Jeginsels· zijner godsdienst, slechts toegelaten" on

(1001' bijzondere voorschriften eh instellingen meer dan hij' eeni/)" ander volk verzacht en veredeld, 0 wordt zij gevonden. Reeds bij (Ie Aartsvaders maal\lenslaven een deel uit van het huisgezin, en terwijl ook hun uitdrukkelijk (Ic godsdienstige vool'l'egLen werden toegekend (Genes. XVII,vs. 25), schijncn zij eenc z~èlIte cn l1lenschel~j1{e l}ehande~

ling, somtijds zelfs een groot vertrO\lwerr genoten te hc1}hCll(Genes. XXIV). Maar ook de Wet zorgde door stelligc voorschriften voor (len liJfeigcuen; ool~

(7)

1.0

1lij lUogt,cigelHlçnn verwerven cu, bezitten, en daal' ..

meIIe, .of ook door de hulp van llloedverwanlen, zich zelven (Ic vrijheid koopell (Levit. XXV ,vs. 49).

AI w(ml Ilu tlH~btiging van eenen slaaf toegestaan, vel'min king dool' zij nen meester aal} oog of Land, hud zij Uil Vl'~jwol'lling ten govolge (Exod. XXI, vs. 26, 27). De lwcl'lijkc wet Ilel' Sahhalsrusle, waarin de wetgeving van VÖÖl' 5000 jaren zelfs tIio del' meest llCsehaafde landen vau onzell tijd in zor~

geilde menscheuliefde OVel'll;oft en J}es(~hual1lt, had ook .dOB slaaf uiel vel'getoll. Zelf had Isruël de vm'IIIJ(lel'itlg, .11Cl JHU'tle juk dut· (Umlstlli:uu'ueill on~

dOI'VlllltlCIl, lIU zaeltt moest heL dat. juk maken vonr

(Wil, van wil) hel 1liel ]wu wOl'tIen opg'ehcvml (Hout. V, vs. 14 volg.), Ouk in het tLankhaul'cll vrolijk guunl VUll Gods g'avell ell VI)(H'reg'l.cll, in de heilige vreugde tiel' gO,tlsJiclIstigc feestcn moesten :dj tlnehlll, cn (Ie gndnrigo 011 uadl'uklwlijlw herill~

nCl'iJlg' aall oigllll t1icllsl!laat'l!eid ill EgJ'Jlle moest hij Jljt'aül nitJt zolltlcl' Învlnetl 0ll de IlChmuleJing en w hol lol. !lBI' slavlllI zijn (Dellt,

x.u,

vs. 18, (lil

)(,Vl, v!>. ll, El). lIlaal' ook op unllol'c (lil tl'(~f~

fWIIIIJ Wij?ll zodd. de Wel. hot lot der slavel!l tn

v<lL':t.adllllll tm Le tt'oos1,ml) lwL mi!'llll'nik dm' slavor~

Hij te vurrnilltlm'olluu op tp Jwmm. Dnar lultl het

·vll.Îgtl lJig'(JIiJH~laIlH', 11u g'lmwOIlsle llwingelandij nog nÎo(,s lHlIladl{; vau slavüH" (Ue nO(l. niet ~'ij}J zouuen zi;jllvoOl'Yl'i,jhcitl, van lloudigo vool'hel'eirlillg on

11

leertij(l voor toekomstige los1:ating, vallschadevel'., g'ocding yoor lnmne vrijsteHing cnz., .van al die kunstmiddelen, waardoor thans (Ic dwingelandij zoolang mogelijk llarè prooi in llàal'magt zoekt te houden en van bare slllgtoffel's zooveel ,mogelijk partij tracht te trekJcen : van dat alles wist de ruwere, maal' reg'tQ zin del' oudheid. niets. Niet slechts in het julicijaar ,ook na .zes ;'lwer~ dienst, zoo 'besliste (Ie Wet, herkreeg de Israëlitische slaaf, (te gekochte' slaaf, zijne vrUhcid weu.cr; ja, wel verre .v:an vergoeding VOOl,' den meester ,moest deze veeleer nog 1lij de vrijlating vil)} zijnen slaaC hem van het l100uigc voorzien en con JJehood\1k uitzet schen- ketx (Exod. XXI, vs. 2 voJgg.Dent. XV, vs. 12""':"18 . .Tel'cm. XXXIV, ·vs. Ü. 14 volgg.).Slechts op.eellige lJijzonderhellcn Jmnnen ,vij hier 0IHnerl\zuamma~

keil, maar tUe dlliuelyk en overtlligcllddoen .zien.

hoc zelfs inde g'riJzeolHlhoitl.,. olHlel'.Israël, de slavernij 'WOl'tl lwschouwd. • Nógmîlü~le lreldten kqn·

nen «Honen om dit duitlelijkcrte maken. IIet hegiu~

sel zelf cler, slavernij ,vOl'dt stellig afgekeurd in bet verJlOd, om den gcvlngt.enslaaf aan zijnen Meester uitte lovercn, wllnrmededus lUC daad, 'llevol'1ujj- ging der vrijlleid door v]ugt ,aIsnatnurl\jk en lJil- lijk wortlt m:kclHI (neut. XX.I1I ,vs.l15, 16). Hoezeer de SlaVel'llij als iols verncllel'emls ,.ióls onll,ntuurlij J,s werd ]lCSCÎlOllWtl, blijkt ookdllfll'uit, . dat zij, g'clijk nok llllltlS Ilo lJCl'ooving van' vrtjlwit11 als t;lt'uf op

(8)

12

diefstal, of schuld, bij onvermogen van vel'goeding' ~ door de Wet werd toegepast (Exod. XXII, vs.Q- 2 Kon, IV, vs, 1.). Maar al mogt ook het koopen en verlwopen van slaven als oud. en ingewortelcl misbruik noode zijn toegelaten: het beginsel va:rl.

alle slaveruij, waarop zij ook nu eeniglijk rust .en waardoor zij alleen kan worden volgehouden,. de menschenroof, werd als een der zwaarste misdrijven.

met den dood gestraft. «Wie een' meusch steelt en verkoopt, dat men dien bij hem vindt, die zal den dood st~rven» luidt het stellig gebod, Exod. XXI , vs. 16, vergel. Deut. XXIV ,vs. 7. - :Oat zij, die {le slavernij voorstaan en verdedigen ,haar ver~

een iglJaar achten met Gods woord, die duidelijke en ))eslisscucle uitslJraak wel ter harte nemen. De bron de.r slavérnij is TnB1tschell1'oof; zonder met/,- schcnroof en rtUJ1t3chenl~a1U.l(Jl zouden onze koloniën.

geen ûaven kennen. Een gruwel, naar Gocls woord (les doods sèhuldig, is het geweest, diemensehen aan hun Vaderland ontrukt, hen als slaven naar vreen1l1e landen, in de handen van .... Christenen heert overgeleverd, en nu zon hun bezit, het koo- pen en verkoopendier g(J8lo1B1~menschen, of luUl-=- 11er, volgens dezelfde be!Jins(Jle1~, als slaven be- scho'lwde nakomelingen, geen omegt, geen mis- daad en grnwel voor .God enmenschen - geoor- loofd, onschuldig zijn!

"''ij zeiden reeds hicl'1)oven, dat tle slavernij ook

13

iu ]Ieginsel strij(Ug was met de Gods(lienst aan Israël geschonken. Een der grooLe, heerlijke waar- hedên dier Godsdienst, ook elders Jlaauw doorzien, is toch de gewigtige verklaring: dat de menseh, niet deze of gene, enkelen bU uitnemendheid, lllaar de mensch als mensch, in het algemeen, zonder aanzien van rang of stand, zonder onderscheid van land of volk, van taal of Idem', naar Gods beeld gBsckapèn is, door den Almagtigen met hooge gaven en voorregten bedeeld, tot eene heerlijke, eenwige hestemming geroepen is. En dat heeld Gods zou zijn eerst en hoogst, het vau zijnen Maker ontvan- gen, het 'Van zijn wezen onafscheidelijkst voorregt, zijn ik, zijn wil, hèt leven zijner ziele, zijne vtii- keilt kunnen verliezen? hij, die van God is geroepen om te heerschen over de visschen der- zee, over de vogelen onder (len hemel en ovel' al het ge- wormte, dat op de aarde kruipt, zou zelf zich moeten krommen onder de willekeur, omler (ten zweepslag van een medeschepsel, in een' gewel- dadigen drijver outaard? het beeld Gods, de on- sterfelijlee geest, in het schoone Hgchaam deI' aarde tot hoogel'e, zelfstandige ontwikkeling bestemd.

zou tot een blind; geesteloos, zielloos werktuig, tot een ding, eene koopwaar verlaagd mogen wor-

<len in !Ie hand eens medemenschen? Wie gevoelt niet de tasthare ongerijmdheid, de yolstrekte te- genstrijdigheid van Gods wil én woord met alle denk-

(9)

a,.·,'111 ,'UI Nln\ I'

" • . '1'1'11.1: fIIIVc["~mligJ}lUll' als WMI'lleid

"'1

Illi(I~II,

;11" {laK Hf! !H1('hL I Nellll . I ' 1

' , , , ,WIe (Cl s' a -

H1ftHI \'l!fill'digt t 1111 l('tIl fJI'C'lt, Cl •

t ,"

I

" 4 ., " lrlscn, geen J QO<

! tUJ 11I1I1~t I'Htl hnhltm :-:iJ 11.

'ut' be' Clll'itiflJ/ldmu, zegt de vCl'dedigel'déH.-

!>1.Ht·l"flij t I hl1.l\ Hmn- mi 7A.ltHJ Apostolen bebben

til) hlûf'«'rmj lIi •• t gr.!dmHlUl of zCllfs flfgekelU'd; in,:

iwL i:Ii

II~UWt!

Vurllllt/Il wordt dnnrnmtrclrtgecll sLe[-

\' ,·rllwl RI.\' uwll!lI. W uI. {tin howel'il1g lJolee!ton f; ij'

tnll\N'111'

~U

l'im ullc hnllht Cl1wnarllOid is ont- lil .... !. bltlkt

J'j~l'll!-l

\lit IWII{HI!1l wij IWOI' rIe Isrnöli"';

tt~rh~ tffldlffHf!rt~tt

r/evol'Il'hel'oiding dos Chl'isteJl- .tlll/l1', lwhlwlI

HII~I~IIIIlI'M.

lUull!' ouzo tll'gellstlllit-

,lItf lumft uuur heL 1'1 nlt Ull

t,

nimlllm' lletlllciJ E, dát Iwt (:lIrhfl'flllulti /{1!f\1I (:lIdl!, ooIt geen Code noil~

wddfl)'lUn i!/Ill, 1111'1.0 Hum' 13n Z\jxw Apostel(]l1"

tlff'ftllf' ftmkl4 vlIn WtlttClII hohIutll uUgevllardig(I'"

111·"11' lil'i;III'o!ls hdllwlI vnOl'gWI/'llltl en' aangellrmJ.-:-

%,lt1ff I wa'lt'lwrlr'll III·lIlHlIl I{OItHH'll Oll in Ilo hal'ton

!él'k~:!I, WlHu'uif, I ftll! dll'uuclll,hal'o' ln'ou, niet i4it'i'hlJ! aUt' JlIi~~h'll, allo VIIOl'Hdu'iftBII ollgchotlon~

rfUUll' tHik. Ufll J'IJIfL(~ W:'I.illdllHill tot hunno v.ervulling

UUWllt VIII I I't IWHIIHl, Niut klh!I~IIIS, ulIJwle gnhl'tJlcQIl

In ÛUtt IrWll~I:lll 011110111 Hlhdll'llilwlI in do, maaL ..

~dUiflIIlJ Hil r1HII Hl.out W(hlll Ollze IffWl' llOl'VOl'mOn ; fmUII' dun Wf!lIl1dl l.(dvUl.l flll lIo!)1' hem ook het hUl "Huldu , ,ln ltwullwl11111}l~I, dim Hohcolel\ staat hfll'lil!llI'l'llI'fI (lil Vi')'IJ h"rw/Ill. Blm limIet" nieuw

11' ,)

réven, moest in deü mellscJl wOl'dengeplant; elf als het 'ontkiemde en zich uitbreidde, alles door;., (lringend als bet· zuurdeeg, louterend als liet vuur zou het oökde wel~eld,. iiJ hare' hoogten en laag- ten, alle standen der maatschappij, allc betrek- kingen {Ier mel1schheid lIeiligen.

Slaan wij het oog op de vrucht des Christelijkel1 geloofs, op het grondheginsel va.n alle verbotering, van ze'delijkheiU cngellootzàamheÎcCaan God, dat onze Heer, in navolging der oll(le 'Vetgovil1g, maal' in zijne geheele ontsluijering, in voUewaarheid ffil

kracht zijnen belijders heeft voorgesteld, het is buiten twijfel dit: « Gij zult clen Heel', uwen God, IiefheblJCn .uit geheel uw hart, en' uit geheel uwe ziel, en uit geheel uwe kracht, en uit geheel

uw

verstand ; en:

ttW8-n. naaste als u zelt'cm) (Luk. X, vs. 27, verg.

Matth. XXII , vs. :57...;40). Maar dattot dien naaste ioclel'

~énsch,

ook' de vreemdeling, met ons ili laml- aa.rd eri Gmlsdienst onderschéidell, gerekend moet worden, stelt de volgende gelijkenis deS' Heeren' vau den. lJarmhal'tigen SamariÜuin, ons overtuigend voor oogen.Kmi er nu iets meer afwijkends vun, iets meel' in tegenspraak met de liefde tot den naastc als tot oI1S zei ven: , 'gëtlàcht worden, dan slavernij.' De christelijke liefde erken( en

acht

in ellmn mèl1sch als in ons zelven' een :schepsel Gods, en üit liefde tot Gorl"heeft zij ook zijn schepsel lief, zoekt én lwvordel't zij zijn geluk, zjjne tijdeliJke

(10)

16

welvaart, zijn eeuwig heil. Maar zelfzucht houdt ons zoo ligt daarvan terug; steelIs zoeken wij Olis zélven te doen twijfelen, of, en welke lièfde, wij den naaste schuldig zijn. Wat de liefde tot 011S zelven eischt, weten wij gemakkelijk genoeg ell het is dan ook daarom, dat de Heel' ons in die liefde tot ons zèlven; het voorbeeld, den maatstaf aanwijst van de schuldige liefde tot den naaste. Het geloof en de liefde tot God, ons door Christus geopen- haard, ddet ons niet slechts in Godeenen Vaclm', maar ook in den naasten onze broeder erkennen;

Elke zonde' tegen den naaste: overspel, doodslag, diefstal (ook menschenroof , roof van vrijheid' en menschemegt) l valsche getuigenis (ook lasLerÎné der menschelijke l]atuur in den slaaf, Jasteringzijner' menschenwaarde) , het is alles overtreding, schen~

ding van het lroofdgebod des Christendoms : . ,<Gij . zult uwen naaste liefhepben gelijk u zelven.» Dui- . (lelijk en ]leslissend is dit niet slechts de Geest

van elke hladzijdeder Heilige Schrift ,maar staat bet ook daar geschreven: « De lief(Ie (loet den naaste geen kwaad. Zoo is dan de liefde de ver- vulling der wet (Rom. XIII, vs. 9 , 10).l)

Het is een eenvoudige regel voor ons handelen, een duidelijk l'igtsnoer onzei'daden, wat {le Heer ons voorhoudt; «( Al wat gij zOlHlt willen, dat u de menschen doen, doet gij hUll ook alzoo; want aatis de wct en de profetell) (llIattb.VII, vs, 12).

Laat 1111 ieder, die de slavernij vergoelijkt of ver- ,ledigt, het zich z.elven afvragen: zoudt giJ 'tvillon, dat gij ter prooi werd aan woeste ovel'luagt? uit uw vaderland, van uwe betrekkingen werd weg- 15csleurcl, als een dier werd verkoQht en aan {tc magt eens mellsehen werd overgeleverd? Zoudt gij willcn, dal men n van uwe vrijheid heroofde, u tot zwaren, onaangellamcnur)Jeid dwong,' 11

prijs gaf aan de IUÎmen,aull de willekeur , aan de mishandeling van anderen? Zoudt gij, tot flat ramp- zalig lot verlaagd, niet ;willen, niet verlangen en smeeken, dat, zoo al regt en IJillijkheid doof bleef voor uwe klagten , de openlJare lUügtnl den grll~

wel hescllermde, 'ten minsLe ontferming, medel\j- den uwe }retenen verbrak en .door liefde zocht te vergoeden, wat Legen uwe heiligste regtel1 was misdreven. Ja, zoo men ti in slavernij bragt, zoudt gij u ontwijfelhaar beroepen op uwe l'egten, en gij ontkent, gij vertrapt deregtéil van den ongeluk- ltigen medemensch, die dool' de magt van ,geweld - en geld, uw weerlooze prooi is geworden .. Maar dat kunt gij niet ontkennen, (lat oordeel niet ui.t~

wissehen , waarmede Gotls Woord u veroo}'(leelt:

Gij doet den menschen niet, wat g\i zoudt willen, dat u gedaan zou worden I

Het is zoo, het Christendom heeft (Ic slaven niet tot 0llst111lfl, niet tot gewelddadige herkrijging lnmnel' vl'\iheW geroepen, Den }lcstnandnn 1'01'111

~

(11)

18

rler 'maatschal)pij eerbiedigend, gehooj,zaamheitl

illll1 de S'estelde magten predikend, beeft het Chris- tendom ook den. christelijken slaven eer]liecUge, llaamvgezette gehoorzaamheid, ook in de dienstbnar- lleicl bij menschen, getrouwe, 11artelijl{e volllren- ging van Gods wil, als cliel1stlmechten van Christus, voorgeschreven (Ephes. VI, vs. 1), volg. Koloss~

III ,vs. 22 , volg.), maar tevensdrillgend den meesters geboden, hunne dienstImechtcn règt en llillijkheid te liewijzen ,zelfs de d.reiging; harde woorden na te laten, terwijl het tegelijk ook het heginsel del' slavel'n\j bestdj(Jt, daa.r de meesters moesten weten, dat ook 'zij zelveneenenHeer hebJ)en, iJl de hemelen, b~' wien geene aawnemi'Ag des pel'sOons is (Koloss. IV, vs. 1, Ephes.Vl, vs. 9.). IfetJ)e~

staande teverilcteren, ,te heiligen, was de eerste zOl'g der Evangeliepre(Ukers, 'Vol van het gelaofen ve:I'trouwell, dat de nieuwe beginselen, het ander le- ve? do~r het Evangelie der waat'heid en gellade opgc- wékt<~ook de llCerschende misbruiken uitroeijen , }U:lt vél'ouderd onl'egt wegnemen, door de harlen ook de huisgezinnen, de' maatschappelijke betrelddngen.

,len staat louterend doordring-en en eindelijk geheel de ;wereld, alle dwaling cu zonde Ilier belleden overwinnen zouden. In' zijnen tijd mogt de Apos~

teI den Christelijken slaaf, (lie t tot geestelijke vrij- hem. entwaakt t het uiterlijk jUk, hoe, zacllt ookÎll file olHlheid lJij dat {{ei' slaven vun CIl1'Mlcnen in Ollze

19

dagen, dubbel zwaar kou achten, . nog tot berusting 'in zijn lot moeten vermanen, 'hij. voegt er nogtllans J)ij: «lUaar inclien gij ook vrij kunt wdrden, ge:' :bruik <lat liever (I Kor, VII vs. :21)';» hij verkon- digt heL' krachtig, dat in Christus àllen, Joden of Grieken, slaven of vrijen. (1001' ééuenGeest tot één 'ligchnulll ",vorden gedoopt; dal door Hein de wiIle- m(eurige scheiding van land en volk , van heer en .sláaf is" weggenomen: iJl Zijne gemeenschap is noch Joml noch Griek, noch dienstbare noch vrjje, maar

~nen zijn één in Christus Jezus' .(1 Kor. XII. vs. 15.

(i,al. UI. vs. 28).

, De Heilige Schrift heeft .ons, in eeu weinig opge- ,mél'kt gedenkstuk; een J)epaald en treffend voor- bcel(lillagelaten van de wijze; waarop de Christe- lijke zin de slavernij ook in tijden, dat zij nog geheel in den vorm der maatschappij was ingeweven, leert l)esehouwen en behandelen. Een slaaf ,OllésI~

mus, . was zijnen meestei' Philémon onLloopen eJ,l

·had zich nog daarenboven aan (liefstal,ofecllig fl.mler vergrijp, schuldig gemaakt. <Naar het schijnt te Rome, komt deze slaaf met den Apostel Paulus

~11 aanraking en deze , vol liefde ook yoor den ge- vallen, verachten medelllensch, arbeidt met trouwe zorg eu ijver aau z.ijne verbetering en b~keering

tot Christus j hemden onnutten, bedol'VCllen, slech- fen incnsch brengt hij tot een ander Jeven ,maakt hij lot eenen zeel' nut.tigen diénstlmeclit van Chris-

2~

(12)

20

tns. Maar nu, al wilde, al lwncle Paulus hem ook 1Jij zich behouden: niet door dwang, maar vrijwillig moet PhiléulOn tot weldadigheid worden gedl'ongen, en, vol vertrouwen op den Christelijlcell zin des mees·

ters, zoudt de Apostel hem zijnen vorigen slaaftel'ug.

Nu zal de meester hem aannemen, niet meer als een' dienstImecht, (slaaf), maal' als een' {jeliefde1~

iN'oeder', als ware hij . de hoogvereerde Apostel zelve. Dat kon Paulus van Philémoll als Christen eisc1lcn; met vrijmoedigheitl in Christus hem· beve- le1t. wat betamelijk is, maar ilel'tfouwende 0lJ zijne gehooffÛlCtmheid, wil hij de vrylatlng als Vl"ijwillige daacl aan hem overlaten, wetende, clathij dom. !Zal ook boven AetfJccn de Apostel zeut. (Men zie den geheelen zendbrief van Paulus aan Philémon.)-

Dat 'mI' de vCl'dedigers (lel' slavernij het zich zel- ven beantwoorden, wat de Godsgezant hun zou gezegd hebben, die zich Christenen noemen en niet afstaan v~nalle ongeregtigheid (2 Tim. Il. v. 18.) j

voortgaan met den roof der vrijheicl hunner mede- menschen te handllaven, en hunne eerste, en duur- ste . pligten als Cbristen en, alle geboden del' liefde le schenden. Dat zij, die hunne medemenschen als lastdieren helmndelen, tot onmatigen arbeiddwin-

gen ,ofzelve, of door anderen (Ie schl'ikkelijl{ste wil- -lekeur, vaak de hemeltergendste wreedheid tegen hen lIitoefenen; (He dikwerf, als hun ]Jelang het'toe- laat, het ligclJamelijk welzijn, schier allijd het gees-

lH

t.elyk. heil, Ile ontwikkeling, JJCscbaving', godsdien- stige verlichting en verbetering hunner slaven ver- waarloozen of opzettelijk en geweldadig tegengaan:

dat zij het ernstig lJedenken, welke dringende waar- schuwing, welke dreigende bestraffing, welke vrees- aelijke oonloelen Gmls de Apostel van Christus bun zou verlwndigd hehben, die hunne oogen sluiten

VQor ·de waarheid, hun geweten toeschl'oeijen voor de eischen des regts, voorde roepstem der liefde, en aan den mammon der winzucht hunne heiligste pligLen jegens uen naasten ten oIferJ)rengen.

Men beert beweeNl, flat slavenhouders het Chris- tendom onder hunne slaven leonaen aanmoe(lÏgen;

ook in ons vaderland , meenen wiJ, worden er ge:..

vonden, die onder de slaven hwmel' planlagiën het Christendom willen bevorcleren, ell ook onze vcr- decliger der slavernij zegt het: « de slavernij sluit ({ geenszins het Christcmlomnit. Men. kan tegelijk . «slaaf en Christen zijn. Ook hehoeft de Christen,

« geen naam-Christen, geen hllichelaar te wezen I

« omdat hij slàv~n heeft.»

Wij ontkennen dit ten sterl{ste. Wie (le slavernij verdedigt, of ook slechts toelaat, moet, om conse- quent te zijn, de verspreiding doo Christèndoms tegengaan. Wie bciden wil vereenigen , is. een llwaas.

of een huichelaar; laat iets toe, waarvan bij (le strekking niet begrijpt, of op beclekte wijze zoekt te verhinderen. Stellen wij ons een' slavenhouder".

'I

'··'1

11

(13)

of, "\vat zedelijk op Jwtzelfde neerkolllt, pen' eis'enaal"

van slaven, hier te lande, voor, die door zijn (li- recteul' in de koloniën handelt. Hij laat zijne sla-' ven christelijk onderwijzen; zij komen tot de ])e;"

lijdenis des geloofs. worden leden van ~hristtls,' Gemeente. Door zijne belijdenis des chr"ist,elijken:

geloofs, door hartelijke aanneming van ChriStl;lS f wordt de slaaf een kind Gods (Ephes. IV. vs. 6) "

wordt hij medelid van het rijk Gods, behool't. hij.- mede ~ot degenen, die duur gekocht, God in lig ... , cllaam en geest moeten ver1leerliJlren, geenè dienst-, knechten (slaven) van manschen worden moeten (1 Kor. VI, vs. 20. VII, vs. 25); eHe ,. de vollet heerlijkheid van het evenheeld Gods ontvangende, s'eroepen worden tot de ware geestelijke vrijheid"

tot de vrijheid der kinderen Gods, tot de erfenis"

der eeuwige zaligheid': en die zoo dom' ~Christus 4&

gezegend en verhoogd, zouden menscllen, zouden mede~Chrislenen mogen verlagen, hem zouden Zij, van alle menscbenwaarde, van aHe zelfstandigheid,.

van die uiterlijke vrijheid mogen berooven, die de grond, de voorwaarde, het middel is tot de volle geestelijke ontwikkeling, tot de christelijke vrij-:- heid? lIem wordt liet verkondigd: één is uw Mees- ter, Chrislus , en gij z~jt'anenbroeclers (Matth. XXIII y.

vs. 8); maar zijn drijver roept hem toe: ik ben mv IJeet', uw Meester, gij zijt mzj'n slaaf; In de ge'-:

mcente van CLl'islusmoeten allen elkander als 1H'oe-

tlers;en zusters erkennen (Ephes. IV, vs. 2t)), wOl'q:en allen geroepen tot de hartelijkste, heiligste Hefde, tot de betooning dier liefde aan ellwnder. Maar zal elf)'

slaaf het wagen zijnen meester broeder. te noemen; zal hij clen man zoo beschouwen, zoo lief kunnen, he])- hen, clie hem het grootste voorregt , dool' God hem gesc!lOn!{en, zijne vrijheid, onthoudt; die altoos hem omegt doet, zoo dikwerf bem in zijne men-:

schenwaal'lle: grievend ]JCleedigt, vaak l~eru mishan~

tlelt en foltert? Zal de meester zijnen slaaf, in waarheid, zonder logen· op de lippen en in het hart, zouder heiligschennençle onheschaanÎdheid yoor God en de menschen, zijnen, bl'oeder kunnen noemen? Zouden heiden zich scharen kunnen aan den disch der liefde, tot' gedachtenis van Christus doo(l, terwijl clie dischgetuigen zou van verloo~'

chening des Heeren, van moedwillige schennis van.

Zij n gebod: hebt II omter elkander lief" gelijk ik;

u heb' liefgehad (Joh. XIII, vs. 54 en 5!5)? Zouden daar heiden kunnen helUtlen: leden te zijn van ééu ligchaam, terwijl de een onhepaald, o}Jpermagtig

he~;ll'scht OVer denandel'en; de een geen l'egt, geen, wil heeft, niets is dan een werktuig in. de magt des, MI deren ? Zouden beider hamlen dezelfde 11eilige teekellen ontvangen kunnen, terwijl zoo even nog', of morgen welligt, de hand des eenen droop: van het bloed (les andel'en? Neen ,-liever openlijke vel'- wel'ping, dan die logen, die heiligschennis ,. die

(14)

24

gruwel der onLbeilis'ing'. Waal' slaven zijn in dIJ Gemeente van Christus, (Ie verkrachting der broeder- liefde wordt volgehouden: daar kan het woord der genade niet in zijne volheid ver]wncligd worden;

daar rijst steeds de klaagtoon der omlerdrukte on lij(lellde menschheid ten 1Jemel; daar JlescllUldigt de jammer der ellendigen in gesmoorde zuchten cn tranen I hen voor Gods regLe1'stoel, die den broe- dernaam ontlIeiligen; daar wordt het tegenst1'4jdig gebed verworpen; daar ontvlugt de· Heilige Geest de wanden en de verstokte barten , waarin de

ongerègtigheid woont. .

HebJJen wij niet al te vlugtig de stellige eischen des ChrisLemloms aangewezen, clan kan niemand, die ter goeder trouw is, wel langer twijfelen, of de goedk~Ul:ing der slavernij, het houden van slaven, bestaanbaar is met de ware belijtlenis {les·

Evangeliès. Het is dan ook

tro~wens

alleen der eigenbaat en heerschzucht , diu de ziel vel'duislert ook voor de meest lasthare waarheid, Jlethart ver- dooft voor de inspraak des gewetens, zoowel als voor Gods woord, mogelljk geweest, zoo geheel den gee~t , den aard, het doel, de strekldng des ChristeudOlns te miskennen. Ook de algemeensLe waarheden des EvangeIie~ I de komst vau.Gods Zoon tot verlossing van alle stervelingen; de roeping van allen tot zijn rijk en zijne gemeenschap i de roeping van allen tot vrijheid des !::reestes I tot beVl'\lding van dwaling,

schuld en zonde wel allereerst; maar geheel slechts bij uiterliJke zelfstandigheid, hij ligchamelijl<e vr'iJ- heid. te verwerven; de verbil1ding van allen, die Christus wil verlossen, door één geloof, ééne liefde I ééne 1100p, tot kinderen van éénen Vader, tot op- l'egle, ware broeders en zusters: wie erkent niet, llOe beslissend zij in onze zaak getuigen; ,vie ge- voelt niet den eindeloozen afstand van· dat alles met dwingelandij en slavernij?

Wij kunnen hier de geschiedenis van den invloed des Christendoms op de slavernij niet aanroeren, maar verzwijgen mogen wij het niet, {lat, na vele èènwen van somlijds doortastende,· meestal slechls gedeel- telijlm en gehrekldge werking', het eindelijk alleen de kracbt van den Christelijkengeest is geweest, die in Engeland de schoonste zege behaald, van clen gruwel van menschenroof en slavernij overtuigd.

de uitroeijing dier misdrijven met nadruk begon- nen heeft. Dool'üen onvermoeiden arbeid van eenige edele, waarlijk Christelijke mannen heeft Rl'ittannie groote helangen ten offer gebragt ; en hoe - velen ook hunne vermeende reglen ,de regten dés onregts, trachtten te verdedigen, zoo helder blonk ! het licht der waarheicl, zoo luide SIJral{' de stem des Christendoms , zoo overtuigend weêrklonk zij in geheel eene natie, dat zij cIe slavernij veroor- deeld, voor altoos gebrandmerkt heeft. In die grootc geheurteui& heeft heL Christendom zijn .hel ..

(15)

:26

del' licht, zijne overtuigende luncht LreIfeml geo",;

penbaard , en zoo gToot is haal' invloed ook op de publieke. meening geWorden, . dat, in Engeland ten minste, schaamte van elke poging tot verdediging del'slavernij terughoudt, het roovonvanmenschoIi of het houden van slaven, algemeen als misdrijf wordt erkend en ver\vorpen.·

Slaa11. wij daarlegen bet oog opN ederland , (tan veI'~

vult droefenis ous hart. Ons volk, dat èenwcn lung de beginsels vanmaatschappel1jke vl'\jheidkrác:htig voorstond, dat zich steeds onderscheidde <looI' er11- stigen ,>. wer.kzamen cp'l'istelijken zin; dat voOrheeIl' andere natiën voorging in de verdediging en vel',!, spreiding van verlichting, lJilHjkheid en regtvaar~

qigheid, van al wat edel, .gl'OPt en goed was: hoe kruiptuetzeIfs niet meer andel'enna, maar staat :Q.et geheeL op den weg vnn Ware;. chFi:sllelijke,û:ntr- wikkeling- en beschaving stil. Terwijl andere vol ..

k,en het grootevoorbeeld dool' Engcland gegeven, reefls zijn nagevolgd, ofmaaLregelen, in het .. werk stellen, . om op de meest doelmatige wijze. tot de.

afschaffing der slavernij te komen: hoe heeft Neder~

land zijne roeping, de roeping des ChristendolllS niet alleen, maar die van regLvaardigheiden ll1cn-

~chelijkheÎ(l, vervuld, .wat keeft ,het V001' zifne sla- ven in Nederlandsclt Guyana gedaan?

WU

erkenucll het, .Silmtijcls heeft aene enkele stclllzic,h in het midden OHr.er Volltsvm:tegenwoordig!31'S ~. tenIH:lhoeve

..

27

del' slavcn doen hOOl'en, maal', krachteloos als ziJ was, zonder eenig gevolg en ras versmo,Ord. Eenige weinige eclele mannen behben zich de emancipatie der slaven aangetrokken; door naauwkenrig oncler- zoek, door grondige en onpartijdige lJebandeling in . een Tijdschrift, 'Vall al wat tot deze vraag l,e- tl'elddng heeft, de Natie willen voorlichten en dc.

eindelijke vrijlating onzer slaven voorhereiden en hevorderen. '1') Enkelen hebben, hier en daar , krach- tig hunne stem doen hOOI'en voor de verdrukte slagt- offers <lel' ongeregtigheid: maar wat heeft dit alles nog geTJaat? wenten indruk heeft dit nog gemaakt op ons publiek? lioudt het zelfs ,Onze Dagbla(lerr terug, voor de helangen der slavenhouders veil te zijn, als tolken op te treden hunner drogredenen? Is reeds IlCt hesef tot den troon, tot geheel het volk dOOl'gedrongen, van bet onzedelijke, schanclelijlte, 'onchristelijke del' slavernij? Gaat er een ler'cetop.·

van verontwaardiging uit geheelde Natie, over de zwarte smet, over tlen gruwel der slavernij t die, dool' allen toegelaten ,ook allen daaraan schuldig.

*) lI-lis8chieh hecft wel bepaaldelijk .de hellllllJrijkebe8chou~

win\) in het laatste NummCl' der: Bijd'l'agcn tot do kcn1iis cle'!' Nedcl'lemdso!UJ en v1'cc1nde ](oloniiJn l hijzonder be- t/'cHelijk de vrijlating der 8lavcn, Utl'(J(Jltt. 1841. N°. 5 , hl. 491 volg\), aanlcidiilf) Gegeven tot het opstel iu het Al"

gemeen Handelsblad vnn 3 Dec. l.I.

(16)

28

maakt? Wordt Cl', in l)laats van ljdeletwisten ovel' meerdere of mindere grondwetsherziening, over rui- mere of bepel'lcte verkiezingswetten, getlach t aan de duizenden, die, Nederlandsche ingezetenen, in Neder- landsche koloniên, olHler N,ederlanc1sche overheden, door Christenen van hunne menscltenregtenzijn l)e- l'oOrd, aan alle willekeur, geweld en wreedheid zUn prijsgegeven? Hier dringt men op ontwikkeling van hllrgerlijl{e vrijheid en men vergeet hen, die ginds van alle vrijheicl zijn verstoken. Hier wil men voort:"

gaan de maatschappij te hervormen naar de eischen del' meerdere beschaving en zedelij.kheid, en in Nederland's koloniën wil men blijven stilstaan, nog altijd den geest, .de dwaling en ongeregtig ..

heitl des Heidendoms handhaven. Welk eene. on- geriJmdheid 1 slechts de ai'stand van plaats bepaalt naar Nederlandsche wetten het grO'otste'onderscheid van lot: ginds in de Koloniën noemt de Wet den- zelfden mensch slaar, die hier, zoodra hij den NederlandsclIen grond lletree,lt, vriiwordt. < Waar- lijk zoo el' één w~nsch, Mne bede, één eisch uit geheel de . Natie bij de aanstaande Grondwetsher- ziening tot den troon mogt opstijgen: het moest die zijn tot afschaffing der slavermj; 118t moest {lie zijn, die eindelijl< cIe smet van Nederland uitwischte;

die getuigde , dat ons volk niet slechts christelijk, verl Lcht, beschaafd, menscbelijk wil heeten, maar ûjn i dat het zelf deregtc vrijheid waardig' is.

omdat het devrghehl ook in anderen erkent, aan allen, elie ondor zij ne welLen leven, de vrijllOi<l wil schenken.

In het besef, dat de. slavernij in volstrekte te- genspraak is met het Evangelie, zijn de verdedi- gers van dat misdrijf gewoonlijk voorzigtig genoeg, het Chl'isLemlom geheel huiten heL spel te lalen en daarvan te zwijgen, om van andere zijden de nut- tigheid dcr slavernij te verdedigen en de noouza- kelijkheid eener, zoo heL daartoe komen moet, Len minste zoo langzaam mogelijk voorbereide, en zoo laat mogelijk ingevoerde, vrijlating te beweren.

. Wat daarbij ten grondslag ligt, is ook voor den minst ingewijden Idaar. De weldenkenden , maar die met cle gruwelen der slavernij niet genoeg be~

kem1 zijn, of met den oppervlakldgen schijn zich te vrede laLen stellen, moeten iu den waan gebragt worden, dat de toesland der slaven zooltwaàd niet is; dat de slavenhouders het indenlaad . zeer wel met hen meenen, en daL de door hen voorgestelde plannen Lot emancipatie (als omstandigheden o~ de geest des tijds IlCn dwingt, daarmede eindelijk voor den dag te komen), verre weg de besten zijn. Wie ziet niet, dal handhaving t bestendiging van het om'egt, of hel doel, om zoo lang het maar eenig- zins mogelijk is, van hunne slagtoffers partij te irel{len, blinde t gevoellooze eigenbaat alleen de

grond \'all al die drogrc(leneu is.

(17)

50

Ook onze verdediger der slavernij, in het Han~

deIsijlad, komt met dergelijke beweringen voor den dag en wij achten het niet onnoodig, ook deze hier kortelijk te IJeantwoorden.

« Het meuschelijk behandelen van slaven, zegt men, wordt door het Christendom geboden.» Wij willen nie t wij zen op de tegenstrij digheicl eener 1nensc1telijlce behandeling van hen, aan wie de reg- ten zelven van rnensc1wn onthouden worden: maar wij heweren, dat menschelijlw behandeling niet geschiedt en ook naauwelijks geschieden kan. Wat waar is -van iecler Olilre~t, dat het niet slechts hem schaadt, wien lIet wordl aangedaan, maar oök hem, .die het aandoet, dat geldt .bovenal van de slavernij.

·Er is Iliets gevaarlijker voor den mènsch, dan on- bepaalde 1nagt over anderen te kunnen oefenen, en het is schier onmageJiJk, .dat de·· gebieder aversla- ven niet tot willekeur, gev,reld en wreedheid wordt _ vervoerd. 'Waarom ook zou hij zUne luimen be-

dwingen, zUne driflen en hartst.ogten tegenslaan;

wat zou hem beletten, zijne woestheid, zijne wraak- zucht en bloeddorst bot te vieren, waar de magte- looze. slaaf zUne gemakkelijke prooi is? Zeker ge- voel van godsdienst, menschelUkheid nlissehien?

maar dat stuit, gruwt van-, zelve tegen het om'egt der slavernij. Slechts door gewoonte en voorbeeld, door llautzucht, door opwekking (lel' booze neigin.:.

gen van hoogmoefl en heerschznc lit, kan het ge-

:;1

moed aall hel onnaluurlUke denkheeld van slavernij gewend. het beler gevoel uitgeroeid ,vorden. Dan .verkrijgen de dwalingen en vooroordeelen, de llOoze, omnensclielijke neigingen de overhand, en z\j, die nog kort gelellen een afschuw hadden van de sla- vel'uij, worden weldra de ergste dwingelanden, de gruwzaamste beulen, de bloeddorsligste mOOl'de- naars. Dat is de geschiedenis van zoo vele Euro- peanen, die in de koloniën meesters van slaven

z~jn geworden en al mngt ook de. niLerlijke. wet hen niet vervolgen, zedelijke straf, eigene verlaging en verbastering treft zeker en ontwijfelbaar de slaven- houders. Voor hetgeen wij beweren, getuigt de geschiedenis van alle slavenkoloniën , door zoovele eeuwen· tot in onze dagen, en de ontzetLende gru- welen daar gepleegd, waar.JJij het blo~d ons in de aderen stolt, zijn het noodzakelijk gevolg van eenen toestand, waarbij het onnatuurlijkst onregt de -grondslag uitmaakt der JUaalschaPP\i. Daar helpen geen wetlen van beteugeling, geen slavenregle.meu-

ten, geen reglerlijke instellingen, geen go(lsdien- stige .hulprnicldelen zelfs: met het kwaad kan niet -getransigeerd worden, die het wil bestrijden, moet het uitroeijen of daarvoor l)ezw~jken, Een Fransch- man "1-) heeft het onlangs weder treffend en over-

,,) La Vél'ité ct les f:lits, ou. l'csclavagc à nu, dans !reS rappor!s avcc les maitres et les ~grIlls de l':m(lJrité i avec

(18)

tuigellu van de koloniën van zijn va(lerlandbewe- zen, dat alle middelen om de gruwelen te voorko- men en het lot der slaven te verzachten, vruchte- telo08 zijn geweest. Wie ook daartoe werden af- gezonden, zij moesten, in (Ie koloniën gekomen, zich voegen lIaar den heerschenden geest, het algemeene voorbeeld volgen. of, zoo zij de stem der mensclle- lijklieid getrouw bleven, werden zij spoedig uit de kolonie verdreven of op andere wijze onschadelijk gemaakt. Daarom daagt er ook zoo zelden licht op over den nacht van ongeregtigbeden en gruwelen, di.e het lot der slaven omgeeft, want de getuigen zijn meestal sclIier alleen de bewerkers, of, gelijk zelfs dikwerf onder de regters en overheden, deel- genooten aan dezelfde misdrijven. - En dat het in Onze k:olouiêll niet anders, niets beter is gesteld;

moeten wij niet slechts uit den aardde!" zaak ver- wacliteu, maar staven ons ook de getuigenissen van Ollpartijdige vreemdelingen. Menschelijke beliande- Hng van slaven houden wij dan ook voor schier onmo- gelijk. Wie een slaaf menschelijk zou behandelen, tau zelf een rnensch, een wijs, regtvaardig , lief- derijk mensch moeten zijn, en die zou voorzeker goene slavet~ willen bebben.

Maar de slaven hehben het zoo kwaad niet, be-

piècES JUlltifieativcs , parl\J. France, Chef d'escadronde Gcu- dllrmcrie Coloniall'. Paris. 1846. -

weert meu, heter zelfs u,au vele vrije armen in Europa. « Waarlijk er zijn zoogenoemde vrije mell- ( schen, zegt ·onze schrijver, in en buiten Europa,

«wier lot veel treuriger Js dan dat van den Neger,

«in weerwil van zweep en Spaansche hok (?!), in

«weerwil van bananen en bakkeljauw.l> En als hij ons nu heenwijst naar Engeland in de fabriek- en mijn-districten (waarom ook niet naar Haar- lem, enzoovele fabriekplaatsen in ons Vaderland?), om daar te aanschouwen, hoe mannen, vrouwen en kinderen, voor een zeer sober stuk broód, moe- ten werken j van 's morgens vroeg tot 's avonds laat eene verpeste luclit inademen; hoe loodkleurig zij el' uitzien; hoe dof hunne oogen, hoe ziekelijk hunne atlemhaling, hoe. ineengekrompen hunne ge- stalte is; - dan zou men meen en de stem vau meu- schelijI{ gevoel te hoorenen toch zwijgt zij bij het zooveel ongelukkiger lot der slaven; Wij zijn de eersten, het ongèlukkig lot van' zoo vele millioc- nen. in de Euro}lesche staten te betreuren, slagtof- fers·van de magt cles g.elds .en van eene, in bande"' looze willekeur voortgedreven mededinging <lel' nij- verheid j wij erlwnnen luide, uat het Christendom nog weinig, zeer weinig heeft gedaan tot-voorko-

mil1g~ verzachting en wegneming dier ellende; wij verwachten en ehicben van het Christendom alleen cle oplossing van dien kanker dcl' hedelldaagsclie maatschappijen, den 110011 der wer!<zame armen.

5

(19)

..

54

l'flaal' is het IJij dataI!es waarheid, dat het lot on- zer armen treuriger is," dan dat van den Negel' (slaaf)? Onzè arme l,ent ten lninste geen zweep en' Spaansche bok; geen foltertuig'en, die hem tot deu arbeid drijven, of voor eenigen. werkelijken of ge~

gemeenden. misslag ten bloede martelen. Onze arme beeft ten minste regLen, is vrij; hij !<an als .willekeur of geweld heUl {hukt, van meester wisse~

len, e}dei's hrood voor arbeid: zoeken, ander werk ter hand nemen; hij kan in een' vreemd gewest zijn geluk beproeven, misschien tot welvaart en gelnli komen .. Maar de arme sluuf is: voor altoos geketend aan zijn dwingeland ; heeft niemand, die zijne regten verdedigt, hem waarlijk beschel'mt i hem dreigt steeds zweep. en' ~paansche bok jzelfs het 1l00dig'e voedsel;

bauanenonhaJrkeljauw, kan hem onthouden Wor-;

den; 'voor hem. is-geen uitkomst; geeneill(le Zij.

ner ellende, geen hoop, dan in den dood. ll'Iaar wat :wij. hoven"al- moeten opmèrken: de maatstaf in ge~

heel deze vergelijking: gebruikt, kenme.l'kt regt den slavenhouder i die alles wat tot het leven en geluk van een. Ulensch behoort, in genoegzame hoeveel-'- heid van bananen en ])akkeljauw ziel opgesloten.

Dat nHlge' gelden VOO\' paaNlen en buffels I die als huisdieren beter voedsel h~hhen dan in den vrijen staat; het geldt niet van mensclIen, die, als redelijke en zedelijke wezens, met een. onsterfel~keI1 geest }Jegaafd, nog andere, llOogel'e behoeften hebbèn, dan

het dageHjl<sch brood on het is hierlJovenal , dat hct lot val} den slaaf eindeloos treuriger, ongelukkiger is, dan dat 'van den armsten onzer lalldgenooten;

Do hoogste' goederen-van den mensch, de ontwik- kcling van gecst en hart, de ])Cginsels van alge- meene bcschaving, de zegeningen van Gods liefde in Christus, het geloof in zijnen Verlosser, dat zijn haèht en steun zal zijn in zijne ])Cproeving. de troost des Evangelies, die. zijne zorgen verzacht, zijne smarLen verligt, de hoop des eeuwigen levens, die ool~ zijn donkerst uitzigt verheldert, wat hem lJoven de ellende del' aarde verheffen, met zijn lot verzoenen, dool' zijne beproeving hem heiligen, hem herusLeÎld, dankbaar, tevreden, hlijmoedig zelfs ma- ken !mn, ~ voor deu vrijen armen in ons midden is dat alles te. verkrijgen, en wij hehben cr gekend, die, met eene }ml'ige bete .uroods voor hunnen al'- l>eid, niet slechts beter, maar ook tevredener, gelukkiger waren dan velen in weelde en overvloed, en el' zijn el' zelfs onder onze dienstharen , (lio hunne penningen ten offer. brengen aan llijbel:- ~f

~ell(lelil1gg9nootschap , opdat het Evangelie van ge-

~}ade cn. troost ook moge komen tot de armsten der .stervelingen, tot heidensche slaven, om te gene-

zen, !lie geIu'oken zijn harLe (Lnkas

rv,.

vs. 18)~

Ook de ,armste Gllder ons kan otJderwijs genieten, zieL scholen geopend voor zijne kinderen, vindt den vl1ijen toegang tot de g'emcentevan Christus; daar

5'"

(20)

wordt hij niet uiLgeslotell, niet ]Jeschouw(! als een ander soort van wezen, als een verworpeling ,maal' IIij mag het hooren, dat voor God geen aanzien geldt des persoons, in de gemeente van Christus allen, 20nder onderscheid ,hroe(lers en zuslers zijn. Geen arme onder ons, of hij kan zijne ziel verkwildcen aan dat eeuwig Woord Gods, dat het Evangelie;

de hlijde hoodsohapder genade., ook en hovenal den armen predikt; in de verzorgers der armen, door .de gemeente aangesteld, lm:n hij raa(l ; troost , hulp, ondersteuning vinden. Maar wat van dat alles is den zwarten mensch. dien uw geweld slaaf noemt 1 verguu(l'?Wat wordt Ol' gedaan voor .zijne onsterfelijke ziel? Waar l,an hij licht. waar-

heid, kracht Gods' tot zaligheid. den troost, de h.ol)14de~ceouwigen levens vinden? Naauwelijks 'wordt aan enkele <lIer,rnhutsche7iendeUngentin Ne-

derlandsch Guyana, op weinige plantagien toege- staan,. den slaven christelijk onderwijs. te geven en kan dat onderwijs vruchten dragen, waar allc beginsel van ontwikkeling, zelfstandigheid en vrij- heid ontbreekt? Kan de leer. ingang vinden, die altoos door het voorbeeld van christelijlte meesters wnrdt tegengewerl{t? Kan de slaaf het inzien ,ge- voelen, {}ndervinden. Wat.· eindeloozen· zegen Gods liefde ons door Christus beeft gesc]lOnken?hn hij waarlijk gevormd, voorhereid worden voor het eeu- wige leven? Neen !iu naam, in schijn, moge som-

tijds .tIe weg des hoogel'en levens voor hem geo··

peml wOl'den, in waarheid is zij voor hem geslo- ten, en 'het lot van den slaaf is zooveel rampzaligeI' dan dat van den vrijen armen in Europa, als tIe ellende del' ziele grootel' is dan die des ligchaams.

Manr nog is het onregt den slaven aangedaan) niet genoeg: zij moeten nog gelasterd worden~ Ook dool' vermenging van waarheid en logen moet de belangstelling in

!lUll

lot uitgcdoofU, de overtui- ging van het~een zij hehoeven, moet geheel ver- ward en. van deh regten weg afgeleid worden. Zij kuunen immers zich zelven niet verdedigen, geen:

getuigenis van hunnen aa:rd, hunne gezindheid eli karakter alleggen. Maar men vergeet, dat die be- schuldigingen tegen de slaven Ïllgebragt, . dee1sreeds he~llaal(lelijk en overtuigend als onwaar zijn bewe- zen ,deels de scherpste heschuidigingen:tegen hunne Meesters zelven bevatten. Zoo lezen wij ook hier:

«de neger slaat, wat men -ook beweren moge, 0ll

«·een zeer lagen trap van ze(lelijkheid en ontwikke,.

«!ing,» Over het algemeen moge dit van den slaaf waarheid zijn i maar wie is. (laarvan oorzaak 1 wie heeft hem in dien lagen toestaml gehragt, hem met geweld daarin gehouden? wie heeft zijne ont- wikkeling te~engegaall, zijne zedelijkheid (1001'

eigen voorbeeld. door omegt, mishandeling, wel- lust, gevoelloosheid, drift, toorn en wràakzucht zoeken uit le l'ocijcn'l is het nict zijn besclmldi-

(21)

58

ger, de eigelJaar van slaven zelf? « Maar hij is niet

« beter, zegt men, waar hij vl'ii in Afri1ta leeft:

ti men 'zal zien,. dat hij vrouwen kimleren aan den

« blanke. vel'koopt.» . Dit morre somtiids 0 ~, schllOn·'

ltoogstzehlzaam, waarheid zijn, als hij dool' lIen vaak ÎnAfri]m heerschendoll hongersnood tot bet uiterste worut gedreven : maar wie is het weder- om, die deze onnatuurlijke ge(làchte in hem heeft oi1gewelt, . hem tot die onnatuurlijke daad aan- spoort, vaale door sterken drank vedeült? Is het n~èt de blanke, die menschenvleesch Iwopt; die lis·

l.ighijden ~innelijbnnatu:u:rmensch de he]n;ucht heeft aangevuurd; die de vel'leider tot kWáa.d, de' oOl'zaak dier gruwelen, de zaaij

er

valJ ollgereglig- l1eidis? Het is bekend, dat de meeste slaven van de. Arrikaansehe .' kust in JJinl1enlallusclw oorlogen geroofd zijn :ma~r(lie"'o'Orlog6wwom"mensGbeni'Oóf, ' zijn zij niet alleen ontstaan door dat er waren, diemensahen wihlen koopen, elie. geen gruwelen ontzagen om hen te : voldoen j die slal1en wiJelen be;.

:lil/rml In den slavenhomIer is dus de éerslescha.

keI van die reeks vanmiildrijven, Voor den sla ..

venhollder gaan de slavenl}aalders manschen koo~

pen ,voor de slavenhaalders beoodogen de onlle-:.

IIChaafde stammen van Afrika elImndel, . en de hoos~

IlfÜd van zoogenoemde Christenen beeft langs dien weg I sedert eeuwen ,nulllelooze jammeren tot in het hart Yah Afrika verspreid. Maar als menZÎc]i ook

59

bel'oeptop' den vr~'g(lmaakte1~ negerin Amerika,

om

to beweren, .«( dat ook daal' het familieleven. hem

«vreemd is en hij er eveU'Qlin gevoel voor heeft,» dan houden w~i .dit voor volstrekte onwaarheid. Sedert het begin der vrijverklaring der slaven in de . En- gelschehezîttingen, zijn in. acht jaren de huwelijlam vcrhonllertlvoucligd, De innige, vmige Hefcle vall den minderbeschaafûen en natnurlijken mensch voor zijne ])etrekkingen heert zich. (laar vooral treffcml geopenhaard. lIet is in onze dagen al te onge~

djmd, den neg'cr gelijken aanleg, ,dezelfde vathaar~

heid en vermogens met ieder ander volk te willen' hetwi~ten. Se(lertGREGolRE.lf-) dit overtuigèU(lbe~' wees, heert ieder jaar daarvan nieuwe -proeven ge- levertl en wie in onze dagen den slaaf in zijne ver~

nedering en verheffing uit eigene el'varingwil hoo~

ren spreken. (lie leze het belangrijk Levensverhaal van FREDERIK DOUGLAS, eengewe.zen slaaf, door' nem zelvenbesohreven . en ook in onze. taal verschenen (Rotterd:un, bij H. lt.. KRAMERS, 1.84,6), Waar de neger is veflaagll, daar is .dit alleen het gevQlg der hem aangedane behandeling, en het is· van a 1gemcene hekendheid, dat in amlere slavenkoloniën jzoowel als in de onze, meestal Diets ~ordt verzuimll om

. *) De la litteralure des Nègl'CS, 0\1 recherches· sur leurs fll.cultés inlellcchlll11c8, le~lrs (lualiLés mornles et leur Httc.- rlllurc. PUI'Îs 180.8.

(22)

4:Q

z.ijn geestelijk leven uit te dooyen, zijne zinnelijk~

lleid te prikkelen .en aan te .vuren, enlJem zooveel mogelijk teverdiediJ'ken, . Zoo ook alleen kan men

hopen, hem tot slaaf te houden en als lastdier te.

kunneubUj~en mishandelen.

]}Iaal' men ldaagt over de slechte uitkomst der vrijverklaring der slavenin de Engelsche koloniën.

Hebbelt zij misschien na die groote gebeurtenis on- rust verwekt, zich aalt oproer schuldig gemaakt, ziclI wraakzuchtig betooml jegens hunne vroegere Meesters, zicb aan ongebomlenheid overgegeven, is de .. kolonie" .. ook .. doorhenAngêvaargebragt? Niets van dat alles; hoeveel zich ook {lai\rvan . Jiet., ver- wacbten, geen zweem is daarvan te vinden geweest.

.A.l het kwaad, dat men met mogelijkheid tegen hen kaninbrengen, hepaalL zich tol deze twee bes eh ul- digingen :t~. Zij

,villen

niet, 1J8û.werke,n",,~~~ûj

verIdezen een bamIwerk hoven veld- of fal)riel{al'~

}leid.Wij .bekennen, het is zeer harlIvoor de eige- llaars van plantagiën., en toch, hoe onaangenaam dit

oo~

voor. hen zij, wij kunnen de Ifegel's

daar~

over evenmin . hardvallen als veroordeelen, Gij hebt veel geIlt en behoeft weinig of niets te doen om te leven, wat zoudt gij zeggen, zoo iemantluver- weet, dat gij uiet wildet werken als een Iuuijer 01 sjouwerman? De neger heeft weinig behoefte, dool' geringen. arhei<l· kan hij zieh het Doodige. vel' ..

schaffen en gij Idaagt hem aan, ol11(lat 11~j uiet

4t

meel' verkiest .tewerken? De meesten echter zijn iJverig, zij kennen, waan leren sommige genietin- gen der beschaving en zij ontzien daarvoor geen arbeidt maar zij kiezen een handwerk boven fabriek of akkerbouw. Wat zouden wij zeggen; zoo iemand ons wilde dwingen j . een beroep niet naar onzen smaak en krachten, maar naar zijn willekeur en helang uit te oefenen, en wat kunnen wij dan met regt in den neger berispen? Onze schrijver vindt, en dat schijnt liet hoofddoel v~n geheel zijn 01)ste], (lat .het overga~gstijdperk, hetzoogenoemde appren'"

ticcsMp ,in de Engelsclle lwloniën veel te kort lieeft geduurd, en het is toch juist in die transactie met lIet kwaad,. in' die vier of zes jaren van worste- ling tusschen den onwil der meesters en de hoop der slaven, dat de oorzaak is gelegen van (Ie on ...

aangename gevolgen der emancipatie voor de sla- venltollders. Ingeworteld onregt~n misbruik maakt den mensch onverstandig, en in plaats van die jaren, naar het voorgestelde doel, tot werkelijke VOOI',-:

bereiding voor de vrijlating te . gebruiken , hebben de slavenhouders alles 'gedaan om dien máatregel te verijdelen, hebben zij ziçh zelven nog voor het laatst zoo gehaat ,{len veldarbeid zoo veracht ge- maakt, dat de vrijgewofllen neger alles verafschuwt, wat hem aan zijne vroegere vernedering herinnert.

Iu (lic 'zoogenoel1l{lè voorbereiding, in dat over~

gangslijllperk, is dan ook werkelijk gevaar gelegen.

...

(23)

42

Dan. drijft teleurstelling en baatzucht den Meester:

nog zooveel slechts mogeUjlc van zijne slÇlven af

ter

persen; dan vervult het uitzigt der . nakende ver~

lossing d en slaaf met onrust, en he t is vooral te, wensellen , dat, door de ondervinding van Engeland, en hovenal door het vüorIJeeld van A1ttigua geleerel, waar de daclelijkevrijláting de 'minste ]lezwal'en heeft opgeleverd, elke mogendheid i die ,zóo wij boïnm spoèdig, den slaven tot ,de hun toekomende vrijheid zal roepen

*

de. vtijmakinggàa.r;en·terstoutl zal invoeren. Dezelfde oorzaken I dieeene men"

scheliJke .lleha.ndelirig . van . slaven inden weg staan, verhinderen ook alM gcdroomcle voordeelen.eener:

zoogenoemde voorbereiding tot vl'ijheid, . De Mees~

ter aan gebieden· gewoon, heschouwt, (1001' hebzucht verblind, de . aanstaande emancipatie als verongelij- king, en kannietkoml:lntot'éen verst,allidigf opregt., doelmatig gebruik van den overgangstijd. Wie zich nog daarmede mogt vleijen, hij kent den mensch, uèn planteJ!, de slavenkolQnie niet.

Maar velen, die, gelijk onze Schrijver in hetI-r(ln~

delsblad , zeggen, .dat zij warme voorstanders der nijmakingvan den negerslaaf zijn. voegen Cl' ech- ler. in cenen adem l)ij :c< dat de negers ~og niet rijp zijn voor de vrijheid.) . Men moet (lus ÜOOl' zeel' lange voorbereiding. zoo laat mogelijk, lot de e~nn~

cipaLie komen .. Wat er van die voorhereiding zij , beLIJen wij zoo even .opgeIJ1Crkl, maal' aan dat

(enog niet rijp zijn voor de vrijbeith vel'Jilaren wij geen ziil boegenàamd te kunnell heohten. Wij zou ...

den van" hen die zoo iets .van hunne medemen-

, .

schen beweren, wel willen vernemen: wie nog niet l'ijp zijn voor iets, dat God ellcen mensch bij zijne geboorte, juistomclat hij mensch is f verleent?

Vraagt men ook u Hllar Lewijzen, üat g~ rijp zijt voor vrijheid? wordt dat ookvari onze armste, minstbeschaafcle lanc1genootenhetwijfeld? Maar moet het in zedelijken zin verstaan worden van diegenen, diedoorzelfbeheersohing meest geschikt ziJn, om aan menschelijIw en goddelljke wetten te gehoor- zamen, dallkan er voorwaar tllsschen hen, dio zich altoos aan o'nregt heh])en overgegeven ell slechts gedwongen daul'van afstand doen en hen, die ge.:.

tlultlig, hoe grievend bet hun viel, dat onregt ge~

t11-age11 en afgewacht hehben, tot meer hillijlm, maar trage wetten bunne menschenregten erkenden, geen twijfel zijn, wie meest rijp voor die vrijheid zij n te achLell. De oude praatjes , dat vrijlating der slaven omkeering dm'.l'naatsohappij,· moord I brand, plundering' onz. ten gevolge zou hebben, kan nu wel niemand mcer als schrild)eeld te J)erde hren- gen, sedert. de eerste en zwaarste proef in de En- gelsche Koloniën zoo rusLig en zonder eenig gevaar isafgeloopen. ])aarom schermt men nu met zin- lOllige klanken

de neger moet eerst rijp wor(lcll voor vrijheid!» cu Yergeet, !lal God zelf hem daartoe

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Behoudens uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt,

Op 22 mei 2007 heb ik, namens u, van Zeeuwse Stromen BV een melding ontvangen voor het toepassen van Lessinische en Vilvoordse stenen.. De bouwstoffen worden toegepast ter plaatse

Section C highlights Amnesty International’s concerns in relation to excessive use of force by the security forces, sexual violence against women, and the human rights of people

• The Minister for Amerindian Affairs said he was supportive of the formation of such a body with the inclusion of the Commission of Lands and Surveys, the GFC, GGMC the EPA,

Vanwege de (gedeeltelijke) gegrondverklaring van het beroep heeft de Afdeling uw Raad voorts veroordeeld tot vergoeding van de door Mevrouw Roohé gemaakte proceskosten, welke zijn

 Deze groep buitenstaanders ervaart een grote afstand tot politiek en over- heid, voelt zich bedreigd door globalisering en migratie, is materialistisch ingesteld en op zoek

Wanneer der- halve progressiviteit van een kabinet wordt afgemeten aan de hoeveelheid geld die men wil uitgeven (hetgeen voor velen inderdaad de enige defini- tie

&#34;rote snelheid naar de onafhankelijkheid toegaan, willen zij de ernstige sociale en politieke problemen, waar zij voor staan, oplossen en levensvatbare vrije