• No results found

Konings-LUX-Intesa RUP

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Konings-LUX-Intesa RUP"

Copied!
97
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RUP

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan

Stad Borgloon Speelhof 10 3840 BORGLOON

Konings - LUX - Intesa

Definitief vastgesteld door de gemeenteraad van Borgloon van 28 november 2017

Op bevel,

De Secretaris De Voorzitter Vera Leemans Frederic Debuyst

Zegel van de stad

Verantwoordelijk Ruimtelijk Planner Katrien Van den Bergh

Eric AwoutersEric Awouters

(2)

Verantwoording

Titel : RUP Konings – LUX - Intesa

Subtitel :

Projectnummer : 2042

Referentienummer : 2042

Revisie : a

Datum : 24 november 2017

Ruimtelijk planner : Katrien Van den Bergh

E-mail adres : Katrien.vandenbergh@swecobelgium.be

Gecontroleerd door : Katrien Van den Bergh

Paraaf gecontroleerd :

Goedgekeurd door : Peter van der Poort

Paraaf goedgekeurd :

Contact : Sweco Belgium nv

Herkenrodesingel 8B, bus 3.01 B-3500 Hasselt

T +32 11 26 08 70 F +32 11 23 38 28 hasselt@swecobelgium.be www.swecobelgium.be

(3)

Inhoudsopgave

1 Aanleiding ... 6

2 Situering ... 7

3 Planningscontext ... 8

3.1 In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen ... 8

3.2 In uitvoering van het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Limburg ... 9

3.2.1 Ontwikkelingsperspectieven voor deelruimten ... 9

3.2.2 Ontwikkelingsperspectieven voor deelstructuren ... 9

3.2.2.1 Natuurlijke structuur ... 9

3.2.2.2 Nederzettingsstructuur ... 10

3.2.2.3 Ruimtelijk-economische structuur ... 11

3.2.2.4 Ruimtelijke verkeers- en vervoersstructuur ... 14

3.2.2.5 Landschappelijke structuur ... 15

3.3 In uitvoering van het ruimtelijk structuurplan Borgloon ... 16

3.3.1 Informatief deel... 16

3.3.1.1 Behoefte aan woningen voor specifieke doelgroepen: gehandicaptenzorg ... 16

3.3.1.2 Het bedrijventerrein Konings-Lux, met de twee regionale bedrijven Konings Juices & Drinks bvba (fruitverwerking) en Lux (transport en warehousing) ... 17

3.3.2 Richtinggevend deel ... 17

3.3.2.1 Deelruimten ... 17

3.3.2.2 Deelstructuren ... 19

3.3.3 Bindend deel ... 22

3.3.3.1 Bindende selecties ... 22

3.3.3.2 Bindende acties ... 22

3.4 Overige relevante beleidsdocumenten ... 23

3.4.1 BPA-RUP... 23

3.4.1.1 BPA Zonevreemde bedrijven: “Uitbreiding Looza” ... 23

3.4.1.2 BPA “AGO Hoepertingen” ... 24

3.4.1.3 BPA “Looza uitbreiding” – wijziging en uitbreiding ... 24

3.4.1.4 BPA zonevreemde bedrijven: “HO17 transportbedrijf LUX” ... 25

3.4.2 Mobiliteitsplan Borgloon ... 26

3.4.2.1 Wegencategorisering ... 26

3.4.2.2 N79 Sint-Truiden-Tongeren ... 26

4 Van zoekzone naar plangebied ... 28

4.1 Ruimtelijk structuurplan Borgloon ... 28

4.2 Onderzoek naar de afbakening van het plangebied... 28

4.2.1 Stap 1: Bestaande ruimtelijke structuur en het bepalen van ambities ... 29

4.2.1.1 Water ... 29

4.2.1.2 Landschap ... 31

4.2.1.3 Mobiliteit ... 33

4.2.1.4 Bebouwing en functies... 35

4.2.2 Stap 2: Duiden van de behoefte aan bijkomende ruimte ... 37

(4)

4.3 Confrontatie van de ambities met het beoogde programma - structuurschets ... 42

4.3.1 Intesa ... 44

4.3.2 Lux ... 45

4.3.3 Konings ... 46

4.4 Waterhuishouding ... 47

4.5 Zoekzone versus plangebied ... 48

4.6 Plangebied versus BPA ... 49

5 Bestaande juridische en feitelijke toestand ... 50

5.1 Bestaande juridische toestand ... 50

5.2 Bestaande feitelijke toestand ... 51

5.2.1 Bedrijventerrein Konings-Lux ... 51

5.2.2 “Wooncentrum Herkevallei” ... 52

5.3 Fotoreportage ... 53

5.3.1 Woon- en activiteitencentrum Intesa ... 53

5.3.2 Transportbedrijf Lux ... 54

5.3.3 Konings drinks & juices ... 56

5.3.4 Bedrijvenunits in de noordoostelijke hoek van het bedrijventerrein ... 57

6 Aandachtspunten ... 58

6.1 Water: ... 58

6.2 Landschap: ... 58

6.3 Ontsluiting:... 59

6.4 Bebouwing: ... 59

6.5 Andere: ... 59

7 Overige decretale bepalingen ... 60

7.1 Opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het RUP en die worden opgeheven ... 60

7.2 Ruimtebalans ... 61

7.3 Watertoets ... 62

7.4 Conclusie van het onderzoek tot m.e.r. ... 63

7.5 Planschadevergoeding, planbatenheffing en compensatie ... 64

8 Bijlage 1: relevant kaartmateriaal ... 65

9 Bijlage 2: advies water ... 70

10 Bijlage 3: delegatie van bevoegdheid ... 71

11 Bijlage 4: ontheffing plan-MER-plicht ... 72

12 Stedenbouwkundige voorschriften ... 73

12.1 Algemene bepalingen ... 73

12.1.1 Wijze van meten ... 73

12.1.2 Gehanteerde begrippen ... 73

12.1.3 Overgangsbepalingen ... 74

12.1.4 Gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen ... 75

12.1.5 Bepalingen in verband met onbebouwde gronden ... 75

12.1.6 Bepalingen in verband met water ... 75

Artikel 1: Zone voor bedrijvigheid ... 76

Artikel 2: zone voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut ... 82

Artikel 3: Zone voor voortuinen ... 88

Artikel 4: Zone voor landschapsbuffer ... 90

(5)

Artikel 5: Zone voor landschapsbuffer en waterberging ... 93 Artikel 6: Zone non-aedificandi (overdruk) ... 96

(6)

1 Aanleiding

Het plan omvat het bedrijventerrein “Konings-Lux”, in het verleden gekend als “Looza-Lux”, en het woon- en activi- teitencentrum Intesa.

Uit een enquête die afgenomen is bij de bedrijven en Intesa in het kader van de partiële herziening van het ruimte- lijk structuurplan van Borgloon is gebleken dat zowel de bedrijven als het woon- en activiteitencentrum te kampen krijgt met een behoefte om uit te breiden.

De opmaak van een RUP om de voornoemde problemen aan te pakken was tot voor kort niet mogelijk daar dit strij- dig was met de visie uit het ruimtelijk structuurplan van de Borgloon. Echter, in zitting van 24 juni 2014 werd de par- tiële herziening van het ruimtelijk structuurplan Borgloon definitief vastgesteld door de gemeenteraad. In de parti- ële herziening werd de problematiek van zowel de bedrijven alsook het woon- en activiteitencentrum opgenomen en in de bindende bepalingen werd de opmaak van een RUP en structuurschets voor de uitbreiding van het bedrij- venterrein Konings-Lux in samenhang met de uitbreiding van het woon- en activiteitencentrum opgenomen. Onder- havig RUP wordt bijgevolg opgemaakt in uitvoering van de betreffende bindende actie uit de partiële herziening van het ruimtelijk structuurplan Borgloon.

(7)

2 Situering

Borgloon situeert zich in het zuiden van de provincie Limburg en zit begrepen tussen Sint-Truiden in het westen en Tongeren in het oosten. Verder wordt de gemeente begrensd door de gemeenten Wellen en Kortessem in het noor- den en de gemeente Heers in het zuiden.

De gemeente wordt van west naar oost doorkruist door de N79 Sint-Truiden – Tongeren - Maastricht. De N79 vormt de belangrijkste verbindingsas voor autoverkeer. De N76 is de tweede belangrijkste verbindingsas binnen de ge- meente en vormt de verbinding noordwaarts met Midden-Limburg. Verder is er nog de N 748 die een verbinding vormt in zuidelijke richting, in de richting van Heers.

Naast het stadscentrum bestaat Borgloon uit 12 deelgemeenten: Bommershoven, Broekom, Gors-Opleeuw, Gotem, Groot-Loon, Hendrieken, Hoepertingen, Jesseren, Kerniel, Kuttekoven, Rijkel en Voort. Verder behoort ook het ge- hucht “Haren” tot het grondgebied van Borgloon.

Het plangebied ligt in het westen van de gemeente nabij het hoofddorp “Hoepertingen”, aansluitend aan de N79.

(8)

3 Planningscontext

3.1 In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen

Het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (RSV) werd definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 23 septem- ber 1997. Een herziening van het RSV werd definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 12 december 2003 en een gedeeltelijke herziening op 17 december 2011.

Borgloon behoort tot het buitengebied. Volgende doelstellingen worden geformuleerd voor het buitengebied:

·

Het vrijwaren van het buitengebied voor de essentiële functies;

·

Het tegengaan van de versnippering van het buitengebied;

·

Het bundelen van de ontwikkeling in de kernen van het buitengebied;

·

Het inbedden van landbouw, natuur en bos in goed gestructureerde gehelen;

·

Het bereiken van gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit in het buitengebied;

·

Het afstemmen van het ruimtelijk beleid en het milieubeleid op basis van het fysisch systeem;

·

Het bufferen van de natuurfunctie in het buitengebied.

(9)

3.2 In uitvoering van het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Limburg

Het Ruimtelijk Structuurplan Limburg (RSPL) werd goedgekeurd op 12 februari 2003. De actualisatie van het RSPL werd goedgekeurd op 23 juli 2012.

3.2.1 Ontwikkelingsperspectieven voor deelruimten

Borgloon behoort tot de hoofdruimte “Haspengouw en Voeren” en tot de deelruimte “Droog Haspengouw”. Droog Haspengouw heeft een te versterken open ruimte rol voor de provincie. Landbouw, landschap, natuur en laagdyna- misch toerisme en recreatie moeten worden ondersteund. De agrarisch activiteit is de belangrijkste economische drager en ook het meest bepalend voor het ruimtelijk beeld. De ruimtelijke structuur van deze deelruimte is verge- lijkbaar met die van het zuidoosten van de provincie Vlaams-Brabant (Hageland). Visie en concept worden bij voor- keur grensoverschrijdend uitgewerkt.

Volgende ruimtelijke principes worden voorgesteld:

·

Bovenlopen van beekvalleien van het Demer- en Herkbekken als groene linten in het landschap;

·

Tongeren en Sint-Truiden als regionale centra met een breed uitrustingsniveau en draagvlak;

·

Een evenwichtig en hiërarchisch patroon van kernen;

·

Herkenbare en afzonderlijke kernen van elkaar gescheiden door beekvalleien en natuurlijke buffers;

·

Heuvelruggen en beekvalleien als dragers van een waardevol landschap;

·

Open landbouwgebieden scherp gescheiden van stedelijke gebieden en kernen.

3.2.2 Ontwikkelingsperspectieven voor deelstructuren 3.2.2.1 Natuurlijke structuur

(10)

Planningscontext

Haspengouws Demerbekken:

In dit landbouwgebied is de natuur vooral geconcentreerd in beter te bufferen beekvalleien. Daarnaast wordt een netwerk ontwikkeld van ecologische infrastructuur, uitgaande van bestaande stapstenen van natuurlijke kasteelpar- ken, bosjes (met bosuitbreiding), hoogstamboomgaarden, waardevolle oude bossen, holle wegen, poelen en andere kleine landschapselementen. De ecologische infrastructuur wordt ontwikkeld voor soortenbescherming. Bebossing voor stedelijke recreatie en als scherm of buffer versterkt het natuurlijk systeem.

De Herk is een beekvallei op provinciaal niveau.

3.2.2.2 Nederzettingsstructuur

Borgloon wordt in het RSPL geselecteerd als structuur ondersteunende gemeente, Borgloon als structuurondersteu- nend hoofddorp en Hoepertingen als hoofddorp.

In het buitengebied moedigt de provincie het ontwikkelen van grote aantallen bijkomende woningen niet aan. Zui- nig ruimtegebruik is een uitgangspunt. Het afstemmen van de groei van het buitengebied op het ritme van de eigen woonbehoefte blijft als beleidskader gelden. De provincie waarborgt in elk geval de invulling van de woonbehoefte voor de natuurlijke bevolkingsaangroei.

Aanvullend aan de geraamde behoefte vanuit de natuurlijke aangroei kunnen bijkomende woningen gerealiseerd worden in functie van het voeren van een woningbeleid voor doelgroepen. Gemeenten die hun sociaal objectief nog niet hebben gerealiseerd, kunnen kleine woonprojecten voor sociale huur- en koopwoningen realiseren boven op hun natuurlijke aangroei. Het is eveneens gewenst dat een minimumpercentage aan sociale woningen voor huis- vesting van doelgroepen met een specifieke zorgbehoefte wordt voorzien. Aan Borgloon wordt een woonreserve van 46 woningen toegewezen bovenop de behoefte voor de natuurlijke aangroei.

(11)

Planningscontext

Wonen voor ouderen en zorg

De provincie streeft naar een kwalitatieve invulling van de zorgbehoefte. Hierbij wordt er uitgegaan van een ruimte- lijke spreiding van de voorzieningen op basis van de grootte van de gemeente en de kernen. Clustering van de woonvoorzieningen en zorgvoorzieningen is het uitgangspunt evenals het streven naar een evenwichtige en leef- bare samenstelling van de bewoners van de zorgvoorziening. Het afbakenen van woonzorgzones wordt onder- steund.

Een woonzorgzone is een buurt, wijk of dorp waarin optimale condities worden geschapen met zorg en welzijn. Een evenwichtige menging van bewoners, een verscheidenheid in woon-, zorg- en dienstverleningsfuncties en de nabij- heid van openbaar vervoer zijn de basiskenmerken van een woonzorgzone. Voor het bepalen van locaties voor woon en zorgvoorzieningen is de woonzorgzone een belangrijk onderwerp.

Om tot een goede afstemming te komen is het wenselijk dat voldoende overleg wordt georganiseerd tussen de ver- schillende diensten van de provincie Limburg die actief zijn op het gebied van ruimtelijke ordening, wonen en zorg.

3.2.2.3 Ruimtelijk-economische structuur

Ontwikkelingsperspectieven voor lokale bedrijventerreinen

In alle gemeenten van het buitengebied zijn nieuwe bedrijven van een beperkte omvang mogelijk. Voorwaarde is dat zij worden verweven met het woongebied en de draagkracht van de omgeving niet overschrijden. Elementen met betrekking tot de draagkracht zijn: het verkeersaantrekkend karkater van het bedrijf, milieuaspecten zoals la- waai-, stof-, geur- en bodemhinder, de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen, de schaal en omvang van het bedrijf in verhouding tot de schaal en omvang van de omgeving.

(12)

Planningscontext

De kleinstedelijke gebieden en alle gemeenten van het buitengebied hebben de mogelijkheid een bijkomend lokaal bedrijventerrein te ontwikkelen voor het herlokaliseren van (zonevreemde) bedrijven die binnen de gemeente voor- komen en hebben de mogelijkheid een bijkomend lokaal bedrijventerrein voor nieuwe bedrijven te ontwikkelen.

De provincie beoordeelt de intentie van gemeenten tot het realiseren van een bijkomend lokaal bedrijventerrein op basis van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan of in een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Daarbij han- teert zij volgende principes:

·

Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bevat een behoeftestudie voor nieuwe bedrijvigheid en voor de herlokalisatie van zonevreemde bedrijven. Deze behoeften moeten worden getoetst aan het bestaand gemeentelijk aanbod.

·

Het bijkomend lokaal bedrijventerrein sluit in principe aan bij de stedelijke kern of bij het hoofddorp, is de locatie aansluitend bij een woonkern een alternatief. In dat geval sluit het lokaal bedrijventerrein zo mogelijk aan bij een bestaand bedrijventerrein of bij een bestaande grote harde ontsluitingsinfra- structuur, in de mate dat dit verzoenbaar is met de zorg voor het behoud van de open ruimte.

·

Er is een goede ontsluiting, bij voorkeur ook ten aanzien van het openbaar vervoer.

·

Gemeenten kunnen vijf ha of meer ontwikkelen. Vijf hectare is echter de richtinggevende omvang.

·

De kavelgrootte op het bedrijventerrein is afgestemd op lokale bedrijventerreinen. Regionale bedrij- ven komen niet in aanmerking.

·

Het terrein wordt landschappelijk goed ingepast en duurzaam ontwikkeld.

·

Om ruimtelijke spreiding tegen te gaan, wordt intergemeentelijke samenwerking gestimuleerd om meerdere lokale bedrijventerreinen samen te voegen op één locatie die voldoet aan de bovenstaande principes.

Ontwikkelingsperspectieven voor landbouw

Sterk grondgebonden landbouw met recreatief medegebruik in het open waardevol landschap van Droog Haspen- gouw (Leemstreek)

In dit gebied komen nog vele grote aaneengesloten landbouwgebieden van provinciaal belang voor. Zij worden maximaal behouden. Het aansnijden van landbouwgebruikspercelen voor bebouwing wordt zoveel mogelijk tegen- gegaan, zelfs op gronden met een 'harde' bestemming. Een meer gediversifieerde grondgebonden landbouw wordt ruimtelijk gestimuleerd.

Agrarische bebouwing respecteert de waardevolle open landschapskarakteristieken. Bijkomende gebouwen sluiten zoveel mogelijk aan bij bestaande gebouwen. De provincie neemt maatregelen om de landschappelijke integratie van gebouwen te bevorderen en om cultuurhistorisch waardevolle gebouwen zoveel mogelijk te passen in een mo- derne landbouwbedrijfsvoering. Daardoor moeten minder nieuwe gebouwen worden opgericht.

(13)

Planningscontext

Het gebied heeft sterke mogelijkheden voor plattelandstoerisme. Daarom worden ter economische verbreding van de landbouw bijkomende ontwikkelingsperspectieven toegekend voor hoevetoerisme, hoevecampings en kasteel- kamperen. Die ontwikkelingen moeten de leefbaarheid van het platteland versterken zonder de ontwikkelingen van de landbouw te belemmeren of de agrarische ruimte te versnipperen.

De leemstreek heeft een zeer goede agrarische bodemgeschiktheid, maar een kwetsbare bodem en waterhuishou- ding. Een zorgzaam omspringen met bodem en water is bijgevolg essentieel voor het behoud van de grote produc- tiepotentie. Stimulerende maatregelen worden genomen voor een betere ruimtelijke buffering op erosiegevoelige bodems, van kwetsbaar grondwater, van brongebieden en beekvalleien. Voorbehouden van bijkomende ruimte voor een netwerk van kleine landschapselementen wordt daarom gestimuleerd en ingepast in een moderne land- bouwbedrijfsvoering. Omwille van een regelmatig weerkerende problematiek van water- en modderoverlast moet het agrarisch gebied ook meer worden ingericht en beheerd voor waterretentie en indringing in de bodem.

In het mergelland gelden in het algemeen dezelfde ontwikkelingsperspectieven als in de leemstreek. Daarbij wordt het volgende toegevoegd. Ruimtelijke maatregelen kunnen in ruimtelijke uitvoeringsplannen of verordeningen wor- den genomen om de ruimtelijke ordening en inrichting van intensieve teelten te optimaliseren voor een goede ont- sluiting, uitrusting voor mestopslag en -verwerking, sanitaire risico’s, ligging ten opzichte van woonkernen, integra- tie in het landschap, en kwetsbaarheid van het fysisch en biologisch milieu. Ook landinrichtingsprojecten en soms ook ruilverkavelingen zijn daartoe aangewezen instrumenten.

Fruitteelt en gemengde landbouw in Vochtig Haspengouw en delen van Droog Haspengouw

In Vochtig Haspengouw en delen van Droog Haspengouw (inclusief een deel van het Hageland) worden fruitteelt en gemengde landbouw met een divers aanbod gestimuleerd in overeenstemming met de agrarische mogelijkheden en de fysische kwetsbaarheden. De verankering en kwalitatieve versterking van de fruitteelt in de regio zijn een pri- oriteit.

Bijzondere aandacht gaat in het ruimtelijk beleid naar:

·

Het tegengaan van elke verdere versnippering van het landbouwgebied, zoals door verdere verlinting en geïsoleerde verkavelingen.

·

Het aanmoedigen van aangepast landbouwgebruik in overstromingsgebieden, af te bakenen als bouwvrije agrarische gebieden.

·

Het ruimtelijk stimuleren van een duurzame fruitteelt, waarvoor maatregelen worden genomen zoals voorzien in ruimte voor buffering van beken, bronnen en kleine landschapselementen.

·

Het afremmen van fruitteelt in beekvalleien.

·

Het onderzoeken van de behoefte en de meest geschikte locatie voor toeleveringsbedrijven en indu- striële verwerking van fruit (bijvoorbeeld gekoppeld aan de fruitveiling van Sint-Truiden op het regio- naal bedrijventerrein in Sint-Truiden).

In de fruitstreek moet ruimte blijven voor grote bijkomende agrarische gebouwen, zoals opslagloodsen en koel- plaatsen. In het agrarisch gebied gaat het om opslagloodsen en koelplaatsen van lokaal belang. Die grote gebouwen sluiten wel aan bij de bestaande bedrijfsgebouwen. De provincie neemt maatregelen om hun integratie in het land- schap te bevorderen.

Lokale toeleverende en verwerkende bedrijven kunnen in principe uitbreiden en nieuwe bedrijven kunnen zich in- planten op lokale bedrijventerreinen. Regionale toeleverende en verwerkende bedrijven kunnen in principe uitbrei- den en nieuwe bedrijven kunnen zich inplanten op gemengde regionale bedrijventerreinen en op bedrijventerrei- nen voor agro-industrie.

(14)

Planningscontext

Aanduiding van grote aaneengesloten landbouwgebieden van minstens provinciaal belang:

Op basis van voornamelijk de oppervlakte van onversnipperde agrarische gebieden en van hun waarde voor grond- gebonden beroepslandbouw duidt het ruimtelijk structuurplan provincie Limburg grote aaneengesloten landbouw- gebieden van minstens provinciaal belang aan. Deze zijn weergegeven op de kaart. Belangrijke grote aaneengeslo- ten landbouwgebieden van minstens provinciaal belang liggen voornamelijk in Haspengouw, in de regio rond Peer, Meeuwen- Gruitrode en omgeving, in de vlakte van Bocholt en in het noordelijk Maasland alsook in Voeren.

De aanduiding geeft de suggestie weer van de provincie aan de Vlaamse overheid omtrent de afbakening van de agrarische structuur. De grote aaneengesloten landbouwgebieden van minstens provinciaal belang zullen uiteinde- lijk volledig in de agrarische structuur liggen en worden pas afgebakend na afbakening van de agrarische structuur door de Vlaamse overheid. Zij bakent de agrarische structuur tot op perceelsniveau af in gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen. Delen van de agrarische structuur die uiteindelijk buiten die gebieden vallen, zijn dikwijls ook belangrijk voor de grondgebonden beroepslandbouw, maar dan op lokaal niveau.

3.2.2.4 Ruimtelijke verkeers- en vervoersstructuur

Landschappelijke inpassing van een radiaal verbindend netwerk in Haspengouw en Voeren

In Haspengouw wordt de gewenste verkeers- en vervoersstructuur afgestemd op de hiërarchie van kernen. In het bijzonder zijn goede verbindingen over de weg en het spoor vanuit Hasselt naar de structuurondersteunende klein- stedelijke gebieden Tongeren en Sint-Truiden noodzakelijk.

Het openbaar busvervoer krijgt ruimte, in de eerste plaats op de assen richting Hasselt (N722 en N20 als secundaire weg III) en vervolgens richting andere omliggende stedelijke gebieden. Intern in het gebied liggen de regionale openbaar vervoerknooppunten in de stedelijke gebieden Sint-Truiden, Tongeren en Bilzen, van waaruit snelle ver- bindingen optimale ruimtelijke kansen moeten krijgen. Lokale openbaar vervoerknooppunten functioneren als ver- zamelpunten van openbaar vervoer in een aantal structuurondersteunende hoofddorpen. Vraagafhankelijk open- baar vervoer vervult een feeder-functie naar de verbindende openbaar vervoerlijnen.

Bijzondere aandacht gaat naar een optimale ruimtelijke inpassing van het fietsroutenetwerk. Een hiërarchisch fiets- routenetwerk verbindt de toeristisch interessante dorpen en de stedelijke gebieden. Tevens kan een goed uitge- bouwd functioneel fietsroutenetwerk een alternatief bieden voor autoverplaatsingen op kortere afstand. De ont- sluiting van dit gebied over de weg spitst zich toe op de E313 en de N80 Sint- Truiden - Hasselt. De N3 (zowel ten oosten als ten westen van Sint-Truiden) functioneert als ontsluiting naar de E40 en wordt geselecteerd als secun- daire weg I.

(15)

Selectie van secundaire wegen

De N79 van de N80 tot Tongeren wordt geselecteerd als secundaire weg type II 3.2.2.5 Landschappelijke structuur

Complex gaaf landschap

Complexe gave landschappen zijn grote gebieden waarin samenhangen tussen onderdelen ervan worden behouden en versterkt. In complexe gave landschappen kunnen kleinere gebieden (bijvoorbeeld gave landschappen) als priori- teiten van landschapsbehoud en -ontwikkeling worden uitgewerkt. Daarin moeten de ruimtelijke ingrepen in over- eenstemming zijn met de gewenste ontwikkelingen voor het landschap.

In complexe gave landschappen komen verschillende structuurbepalende landschapselementen voor in een land- schap waarvan de samenhang en de structuur in beperkte mate gewijzigd zijn door grootschalige ingrepen. De open

(16)

Planningscontext

structuurplannen. Hun behoud en versterking vormen een bijkomend afwegingskader voor het provinciaal ruimte- lijk beleid.

Volgende complexe gave landschappen worden geselecteerd:

·

Kempens rustig grensgebied (met de vallei van de Warmbeek, Hageven, vloeiweiden, boscomplexen, stuifzanden van Lommel enz.)

·

Vlakte van Bocholt (open landbouwlandschap met Abeek, Brand, Stamprooierbroek,Jagersborg, wate- ringen, vloeiweiden)

·

beken van Noord-Limburg (Dommel, Abeek)

·

bos- en heidegordel (duin-, heide- en naaldbosgebieden in Park Lage Kempen, Park Midden-Limburg, Park Hoge Kempen, Bosbeekvallei en Demerbossen in Munsterbilzen)

·

Maasvallei (parallelle en trapvormige structuur evenwijdig met de Maas met landbouwen graslanden, afgesneden meanders en plassen)

·

beken en vijvers van Midden-Limburg (waterrijk kwelgebied met vijvers en beken in het bekken van de Demer)

·

West-Limburgse Kempen en Hageland (Diestiaanrug van Averbode en uitlopers, bosrijk versneden heuvelland met getuigenheuvels, ruggen en valleien)

·

Herk en Mombeek (asymmetrische valleien, waterrijke gebieden afwisselend open en gesloten)

·

Droog Haspengouw (golvend leemplateau, asymmetrische dalen, kleine landelijke nederzettingen, open landschap, hoeven en kastelen)

·

Voerstreek (sterk golvend plateau, weiland en boomgaarden, boscomplexen in het oosten, typische asymmetrische dalen)

3.3 In uitvoering van het ruimtelijk structuurplan Borgloon

Het ruimtelijk structuurplan Borgloon werd definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 22 november 2005. De partiële herziening van het ruimtelijk structuurplan van Borgloon werd definitief vastgesteld door de ge- meenteraad in zitting van 24 juni 2014.

3.3.1 Informatief deel

3.3.1.1 Behoefte aan woningen voor specifieke doelgroepen: gehandicaptenzorg

Intesa vzw is een dienstencentrum voor personen met een mentale of fysieke beperking. De organisatie is erkend en gesubsidieerd door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH).

Op 12 verschillende locaties, verspreid over Midden- en Zuid Limburg, biedt het dienstencentrum zorg aan meer dan 250 gebruikers, één derde van deze gebruikers zijn permanente bewoners, het overige deel wordt in dagcentra begeleid. Een aantal van deze 12 locaties is gelegen in Borgloon, de grootste locatie is de “Herkvallei” te Hoepertin- gen.

Het woon- en activiteitencentrum “Herkvallei” situeert zich naast het bedrijventerrein Konings-Lux aan de Sint-Trui- dersteenweg te Hoepertingen. De site is gelegen in de vallei van de Herkebeek en situeert zich binnen het BPA AGO- Hoepertingen. Binnen dit BPA wordt momenteel 750 m² ruimte voorzien voor uitbreiding van het bestaande woon- en activiteitencentrum. Deze oppervlakte volstaat echter niet wanneer men de uitbreidingswens van Intesa bekijkt.

Er is nood aan 2800 m² voor het opvangen van vijf nieuwe leefgroepen.

Daarnaast wordt er een activiteitencentrum ter hoogte van het voetbalveld van Hoepertingen gepland (op de site van Konings-Lux). Aangezien de voetbal moet verhuizen is er ter hoogte van het voetbalveld ruimte vrij voor bijko- mende bebouwing. De geraamde noodzakelijke oppervlakte voor het nieuwe activiteitencentrum wordt geschat op ca. 1950 m².

In het richtinggevend deel wordt onderzocht welke ruimtelijke randvoorwaarden aan verdere ontwikkeling gesteld dienen te worden.

(17)

Planningscontext

3.3.1.2 Het bedrijventerrein Konings-Lux, met de twee regionale bedrijven Konings Juices & Drinks bvba (fruitverwerking) en Lux (transport en warehousing)

Dit bedrijventerrein ligt langsheen de N79 en sluit ruimtelijk niet onmiddellijk aan op een kern (Konings Juices &

Drinks bvba is een historisch gegroeid bedrijf). De zone “Konings” is historisch gegroeid. Het bedrijf ligt aan de N79 te Hoepertingen en neemt een deel van de vallei van de Herkebeek in. Het is dominant aanwezig in de ruimtelijke structuur van dat gebied, zowel van op de N79 als van in het zuidelijk gelegen open landschap. Door zijn ligging aan de N79 is de ontsluiting optimaal. Het transport- en warehousingbedrijf Lux is eveneens op deze zone gevestigd.

Beide bedrijven zijn regionaal van karakter.

Recent (2009) vestigde ook het bedrijf Dony zich op de terreinen van Lux. Het betreft een busstelplaats voor de bus- sen van De Lijn die instaan voor de openbaar vervoerslijnen vanuit de stad Sint-Truiden en Tongeren en anderzijds de aanwezigheid van alle nodige faciliteiten op de terreinen van Lux: onderhoud, benzinestation voor eigen gebruik, wasstraat, enz. Lux betreft ook een transportbedrijf, gelijkaardige activiteiten worden aldus geclusterd binnen de site.

De zone waar het bedrijf Konings juices & drinks bvba is gevestigd is ongeveer 10ha groot. Het bedrijf kent vandaag een uitbreidingsbehoefte van ca. 1,5 ha. Op de huidige terreinen (in eigendom) is nog voldoende ruimte om de uit- breiding op te vangen.

De terreinen van Lux en Dony beslaan vandaag een oppervlakte van ongeveer 2,8ha die volledig in gebruik is voor de uitvoering van de bedrijfsactiviteiten. Het grootste deel van deze ruimte is ingenomen als stalplaats voor de vrachtwagens van Lux en de bussen van Dony. Zowel Lux als Dony kampen echter met een tekort aan stallingsop- pervlakte voor hun bedrijfsvoertuigen (vrachtwagens en bussen) van ca. 2ha.

3.3.2 Richtinggevend deel 3.3.2.1 Deelruimten

(18)

Planningscontext

Deelruimte Borgloon en dorpjes: Ontwikkelingsperspectieven Uitbreiding bedrijventerrein Konings-Lux

Het lokaal bedrijventerrein wordt uitgebreid om voldoende ontwikkelingsmogelijkheden te bieden aan de reeds aanwezige bedrijven, die belangrijke tewerkstellingspolen voor de gemeente Borgloon betekenen.

De ruimtelijke randvoorwaarden voor dit nieuwe bedrijventerrein zijn de volgende:

·

Een landschappelijke buffering en vooral kadering van het bedrijventerrein wordt voorzien;

·

Er dient een aangepaste buffering ten aanzien van het aangrenzende woon- en dagcentrum AGO te worden gerealiseerd;

·

De watertoets is een belangrijk aandachtspunt: de uitbreiding in functie voor bedrijvigheid mag niet gesitueerd worden in de (mogelijk) overstromingsgevoelige gebieden.

Uit cartografisch onderzoek blijkt dat de uitbreiding van het bedrijventerrein ruimtelijk verantwoord is. Uit dit on- derzoek blijkt immers dat de zoekzone:

Ruimtelijk aansluit bij de bestaande bedrijvigheid en het bedrijventerrein gelegen is nabij het hoofddorp Hoepertin- gen;

·

Vandaag een agrarische bestemming kent, dat deze niet herbevestigd is;

·

Niet gelegen is in biologisch waardevol gebied;

·

Niet gelegen is in vogel- of habitatrichtlijngebied, noch in VEN-gebied;

·

Niet gelegen is in de nabijheid van een beschermd monument, landschap, stads- of dorpsgezicht;

·

Gelegen is in de relictzone Bovenlopen van de Herk en de Herkebeek;

·

Grotendeels grenst aan mogelijk overstromingsgevoelig gebied; dat bij de effectieve afbakening van de zone voor bedrijvigheid hier een afstemming op moet gebeuren.

Aan de uitbreiding van het bedrijventerrein middels een gebiedsgericht RUP dient een goed onderbouwde ruimte- behoefte gekoppeld te worden met synergetische effecten en mogelijkheden tot gemeenschappelijk ruimtegebruik van de aanwezige bedrijven op de site alsook met een duidelijke ruimtebehoefte van de afzonderlijke bedrijven op zich.

Deelruimte Borgloon en dorpjes: Acties en maatregelen

Uitbreiden van bedrijventerrein Konings-Lux. Opstarten van een RUP met duidelijke randvoorwaarden inzake land- schappelijke inkleding, waterhuishouding en buffering ten aanzien van AGO van Intesa vzw, alsook met een goed onderbouwde ruimtebehoefte gekoppeld aan de synergetische effecten en mogelijkheden tot gemeenschappelijk ruimtegebruik van de aanwezige bedrijven op de site en met een duidelijk beeld van de individuele ruimtebehoefte van de afzonderlijke bedrijven.

(19)

Planningscontext

Deelruimte Westplateau van de Herk/Herkebeek: Ontwikkelingsperspectieven Uitbreiding bedrijventerrein Konings-Lux

In de deelruimte zijn enkel de uitbreidingen van het bedrijventerrein Konings-Lux gewenst.

Deelruimte Westplateau van de Herk/Herkebeek: Acties en maatregelen

Opmaak RUP in functie van uitbreiding bedrijventerrein Konings-Lux en woon- en activiteitencentrum AGO van In- tesa vzw.

3.3.2.2 Deelstructuren

Gewenste nederzettingsstructuur: Ontwikkelingsperspectieven

Het woon- en dagcentrum AGO heeft onvoldoende uitbreidingsmogelijkheden op de huidige site. Een herziening van het BPA AGO Hoepertingen kan een oplossing bieden aan deze problemen, de herziening dient daarbij be- schouwd te worden als een gedeeltelijke herbestemming van het BPA en/of een uitbreiding ervan. Deze herbestem- ming en/of uitbreiding is met name nodig om de bebouwbare oppervlakte te vergroten. Het is wenselijk om de uit- breidingsmogelijkheden te voorzien in aansluiting met de huidige gebouwen, daar hierdoor alle activiteiten (be- staande en nieuwe) aan elkaar gekoppeld kunnen blijven. Door herlokalisatie van de voetbal is ruimte ter beschik- king gekomen om het centrum AGO van Intesa ter plaatse uit te breiden.

Bij een verdere ontwikkeling van de zorgactiviteiten op deze site dienen minimaal een aantal randvoorwaarden in acht genomen te worden:

·

Het centrum is gelegen in de vallei van de Herk. De landschappelijke inkleding van de gebouwen en de omgeving is een belangrijk aandachtspunt. De landschappelijke inkleding en natuurherstel worden gekoppeld aan de oprichting van nieuwe gebouwen. O.a. middels de opmaak van een landschapsher- stelplan kan hiertoe een instrument zijn.

·

Het centrum is gelegen in overstromingsgevoelig gebied. De watertoets is een belangrijk aandachts- punt. Er dienen voldoende maatregelen genomen te worden om het overstromingsrisico tot een ab- soluut minimum te beperken. Bebouwing in mogelijk overstromingsgevoelige gebieden kan enkel in- dien de ingenomen ruimte voor water wordt gecompenseerd.

Gewenste nederzettingsstructuur: Acties en maatregelen

Onderzoek uitbreidingsmogelijkheden van woon- en activiteitencentrum Intesa vzw.

(20)

Planningscontext

Gewenste ruimtelijk-economische structuur: Gewenste ruimtelijke structuur

Uitbreiding historisch gegroeid regionaal bedrijventerrein Konings-Lux, ten bate van de bedrijven die hun activitei- ten reeds op dit terrein uitoefenen. De gemeente wenst volgende motivatie te geven voor de uitbreiding van dit lokale bedrijventerrein:

Zowel Konings juices & drinks als Lux zijn belangrijke tewerkstellingspolen voor Borgloon. De gemeente wenst deze bedrijven dan ook op deze locatie te behouden en te voorzien in voldoende ontwikkelingsmo- gelijkheden.

Het bedrijventerrein ligt langs één van de belangrijkste gewestwegen door Borgloon, de N79, en bezit reeds ontsluitingsmogelijkheden naar deze gewestweg.

Borgloon is centraal gelegen tussen Sint-Truiden en Tongeren en is dan ook ideaal gelegen voor de in- richting van een busstelplaats van De Lijn voor de openbaar vervoerslijnen vanuit Tongeren en Sint-Trui- den. Door de aanwezigheid van het transportbedrijf Lux op de site van Konings-Lux is het een logische keuze van het bedrijf Dony zich op deze locatie definitief te laten vestigen en verder uit te breiden. Op die manier worden gelijkaardige activiteiten aan elkaar gekoppeld en kunnen de reeds aanwezige faciliteiten (onderhoud, benzinestation voor eigen gebruik, wasstraat, enz.) mede gebruikt worden door Dony. Er ontstaat synergie tussen de vandaag aanwezige bedrijven.

Gewenste ruimtelijk-economische structuur: Ontwikkelingsperspectieven

Uitbreiding Konings-Lux: clustering transport gerelateerde bedrijven met regionaal karakter

(21)

Planningscontext

Via het sectoraal BPA Zonevreemde bedrijven fase II werd aan beide bedrijven (Konings juices & drinks bvba en nv Lux) verdere ontwikkelingsmogelijkheden verleend.

De groei van het bedrijf Lux en de vestiging van het bedrijf Dony met hun busstelplaats voor de bussen van De Lijn op deze site heeft ertoe geleid dat het hier voorziene aanbod aan KMO grond via fase II van het BPA “Zonevreemde bedrijven” onvoldoende is geworden voor de vraag en verdere uitbreiding van het bedrijventerrein zich opdringt.

Daar de directe omgeving niet wordt gekenmerkt als landschappelijk waardevol gebied en niet binnen de herbeves- tigde agrarische gebieden gelegen is, worden er mogelijkheden voorzien om deze KMO-zone verder uit te breiden.

Daartoe wordt een zoekzone afgebakend waarbinnen rekening houdend met een aantal randvoorwaarden het lo- kale bedrijventerrein verder kan worden ontwikkeld.

Omwille van de clustering van een aantal transportbedrijven dienen de faciliteiten die zulke bedrijven nodig hebben om vlot te kunnen functioneren slechts eenmaal voorzien te worden, en kunnen deze aldus mede gebruikt worden door de verschillende bedrijven. Het gaat onder andere om volgende faciliteiten: onderhoud, benzinestation voor eigen gebruik, wasstraat, enz. Volgende randvoorwaarden worden (bij de opmaak van een RUP) opgelegd aan deze verdere ontwikkeling:

·

De uitbreiding dient compact te gebeuren, in westelijke richting. Op die manier wordt er niet verder in het landschap doorgedrongen en blijft de impact op de open ruimte minimaal. Ten aanzien van het agrarisch gebied dient een aangepaste buffering te worden voorzien.

·

De waterhuishouding is een belangrijk aandachtspunt. De zoekzone ligt zelf grotendeels in niet over- stromingsgevoelig gebied doch wordt langs alle zijden omgeven door mogelijk en effectief overstro- mingsgevoelig gebied. Westelijk bevindt zich de vallei van de Herk.

·

De ontsluiting gebeurt langs de N79. Het is niet gewenst een bijkomende ontsluitingsweg richting de N79 te realiseren, een herstructurering van de bestaande ontsluitingsweg is aangewezen. Momenteel gebeurt de ontsluiting van Lux en Dony via een smalle doodlopende weg. Langs de N79 ligt nog een braakliggend terrein. Er kan worden nagedacht om de ontsluiting van het bestaande en nieuwe bedrij- venterrein te verplaatsen naar deze terreinen zodat een veiligere, voldoende brede weg kan worden voorzien.

·

Ten aanzien van de waardevolle beekvallei ten westen met het hierin gelegde centrum voor gehandi- capten (AGO van Intesa vzw) dient voldoende afstand gevrijwaard te worden en een aangepaste buf- fering te worden voorzien. Bij de uitbreiding van het bedrijventerrein dient rekening gehouden te worden met de (toekomstige) uitbreidingswensen van het centrum voor gehandicapten.

·

De uitbreidingsbehoefte dient goed onderbouwd te worden, daarbij dienen synergetische effecten en gemeenschappelijk ruimtegebruik tussen de aanwezige bedrijven grondig onderzocht te worden en samen met individuele behoeften van de afzonderlijke bedrijven.

(22)

Gewenste natuurlijke structuur: Ontwikkelingsperspectieven Ruimte voor water

Voor het aansnijden van nieuwe woongebieden, zorgcentra, het ontwikkelen van nieuwe bedrijventerreinen en/of de uitbreiding van bestaande bedrijventerreinen op grondgebied Borgloon moeten er in de toekomstige RUP’s zo- nes voorzien worden bestemd voor de globale of collectieve buffering van het hemelwater van zowel individuele verhardingen als het openbaar domein en dit van zowel de nieuwe als de bestaande toestand, los van de toepassing van de stedenbouwkundige verordening hemelwater en van eventuele hemelwaterputten voor hergebruik. Bij het uitvoeren van bergingsmaatregelen wordt voor nieuwe structuren reeds gekozen voor open waterstructuren zoals buffergrachten of bufferbekkens aan de oppervlakte. Deze ruimte moet dienen voor de compensatie van de ver- harde oppervlakte van de wegenis en de percelen. In de leemstreek kan niet worden gerekend op infiltratie van he- melwater, het uitloopdebiet moet dus worden gerealiseerd door vertraagde afvoer. De terugkeerperiode moet mi- nimaal 20 jaar bedragen, het uitloopdebiet mag maximaal 20 l/s/ha verharde oppervlakte bedragen.

3.3.3 Bindend deel

3.3.3.1 Bindende selecties Economie

I Bedrijventerrein Konings-Lux als regionaal bedrijventerrein 3.3.3.2 Bindende acties

III. De opmaak van RUP en structuurschets voor de uitbreiding van het bedrijventerrein Konings-Lux in sa- menhang met een uitbreiding van woon- en activiteitencentrum van Intesa vzw.

(23)

Planningscontext

3.4 Overige relevante beleidsdocumenten

3.4.1 BPA-RUP

In de loop der jaren zijn er een aantal bestemmingsplannen opgemaakt. Hierop volgend wordt een overzicht gege- ven van de relevante plannen, gevolgd door een beknopte omschrijving per plan.

3.4.1.1 BPA Zonevreemde bedrijven: “Uitbreiding Looza”

Het BPA werd definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 24 september 1992.

Het BPA werd opgemaakt om een uitbreiding van het bedrijf Looza mogelijk te maken. Concreet werd landschappe-

(24)

Planningscontext

zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo’s volgens het gewestplan naar een “zone voor agrarische zone”. Ter hoogte van de N79 wordt een zone voor achteruitbouwzone aangeduid.

3.4.1.2 BPA “AGO Hoepertingen”

Het BPA werd definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 2 juli 1996

Het BPA werd onder meer opgemaakt om de bouw van een centrum voor gehandicapten mogelijk te maken. Con- creet werd het recreatiegebied volgens het gewestplan herbestemd naar een “zone voor gemeenschapsuitrusting”

(zone A en zone B) en een zone voor parkgebied. Ter hoogte van de Sint-Truidersteenweg werd een zone voor we- genis en bijhorende vrije ruimte bestemd.

Gelet op de aanwezigheid van de voetbalactiviteiten, werd een zone met nabestemming aangeduid om het behoud van die activiteiten mogelijk te maken. Bij het verdwijnen van de voetbalactiviteiten wordt het gebied bestemd als open ruimte en dient de inrichting gedetailleerd te worden in een landschapsplan. Bebouwing in deze zone is slechts beperkt toegelaten.

3.4.1.3 BPA “Looza uitbreiding” – wijziging en uitbreiding

Het BPA werd definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 27 juni 2000.

(25)

Planningscontext

In navolging van het BPA Zonevreemde bedrijven: “Uitbreiding Looza” – gemeenteraad 24 september 1992 – werd het BPA “Looza uitbreiding” – wijziging en uitbreiding opgemaakt om een verdere uitbouw van de bedrijfsactivitei- ten mogelijk te maken. Concreet werd er agrarisch gebied volgens het gewestplan en een zone voor agrarische zone uit het voornoemde BPA herbestemd naar een zone voor KMO en zone voor buffer. De zone voor ambachtelijke bedrijven (zone voor KMO) en de zone voor afvalverwerking in parkgebied (zone voor afvalverwerking (parkgebied)) evenals de zone voor achteruitbouwzone (zone voor voortuinen) werd overgenomen uit het eerder genoemde BPA.

Binnen het BPA werd de volledige zone voor agrarische zone uit het BPA van 1992 overgenomen en werd een deel hiervan bestendigd in een agrarische zone. Dit deel werd bij de goedkeuring van het plan uitgesloten. Voor dit deel (met uitzondering van het deel dat in het latere BPA zonevreemde bedrijven “HO17 transportbedrijf LUX is herbe- stemd: zie verder) blijft aldus de bestemming uit het BPA van 1992 van kracht.

3.4.1.4 BPA zonevreemde bedrijven: “HO17 transportbedrijf LUX”

Het BPA werd definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 30 mei 2006.

Het betreffende BPA vervangt de bestemmingen uit de voornoemde BPA’s. Concreet wordt er zone voor agrarische zone uit het BPA van 1992 en zone voor buffer en zone voor KMO uit het BPA van 2000 herbestemd naar zone voor lokaal bedrijventerrein, zone voor buffer en zone voor tuinen. Ook werd een erfdienstbaarheid aangeduid op het plan om toegang tot de achterliggende gronden te bestendigen.

(26)

3.4.2 Mobiliteitsplan Borgloon

Het mobiliteitsplan is een plan dat de krachtlijnen en de verantwoordelijkheden aangeeft voor geïntegreerde acties op korte, middellange en lange termijn. Het werkt het duurzaam scenario verder uit in deelplannen en bevat tevens een kostenraming van de acties op korte termijn.

Dit plan vormt de basis voor verdere samenwerking tussen de verschillende actoren en overheden ter realisatie van het mobiliteitsplan.

Hieronder wordt een overzicht gegeven van de categorisering van de belangrijkste wegen binnen het grondgebied van Borgloon. Vervolgens wordt er dieper ingegaan op de doelstellingen voor de N79, waarlangs het plangebied ontsloten wordt.

3.4.2.1 Wegencategorisering

3.4.2.2 N79 Sint-Truiden-Tongeren

De N79 wordt in het PRS volledig omschreven als een secundaire weg I (vanaf de kruising met de N80 tot Tongeren).

Secundaire wegen zijn wegen die een belangrijke rol spelen in het ontsluiten van gebieden naar de primaire wegen en naar de hoofdwegen (= verzamelfunctie op bovenlokaal niveau) en die tevens op lokaal niveau van belang zijn voor de bereikbaarheid van de diverse activiteiten langsheen deze wegen (= toegang geven). Deze wegen zijn niet van gewestelijk belang. Er kunnen drie types secundaire wegen worden geselecteerd. De secundaire wegen wor- den geselecteerd door de provincie.

Uit de ongevallenanalyse van de jaren 1997, 1998 en 1999 blijkt dat het grootste aantal ongevallen gebeurt op de N79 Sint-Truidersteenweg/Omleidingsweg/Tongersesteenweg. Concluderend dient de N79 over zijn ganse lengte heringericht te worden op basis van volgende ontwikkelingsperspectieven:

• een ruimtelijk herkenbaar beeld (leesbaarheid) creëren om het gewenste verkeersgedrag te bekomen

• samenhang bevorderen tussen de wegsegmenten met een logische afbakening van de bebouwde kom- men

• scheiding van verkeerssoorten realiseren buiten de bebouwde kom met een ontwerpsnelheid van 90km/u

• Ontwerpsnelheid volgen van maximum 50km/u binnen de bebouwde kommen met een inrichting volgens de principes van de doortochten

• nieuwe bebouwing buiten de bebouwde kommen langs secundaire wegen zoveel mogelijk weren

• kruispunten met andere secundaire of primaire wegen (verkeerslichten, ronde punten) reguleren

• als ze functioneren als drager van de regionale openbaar-vervoerlijnen, het doorstromingscomfort voor het openbaar vervoer maximaal uitwerken

(27)

Planningscontext

• vrijliggende fietspaden aanleggen buiten de bebouwde kom, aanliggende binnen de bebouwde kom

• openbaar vervoer haltes geven buiten de rijbaan

• weren van landbouwverkeer, zeker bij 2 x 1 wegen en tijdens de spitsuren

De doortochten van Hoepertingen en Bommershoven dienen in functie van veiligheid en leefbaarheid als leefbare doortocht heringericht te worden. Dit geldt eveneens voor de doortocht van de Hoepertingenstraat in Hoepertin- gen-centrum.

(28)

4 Van zoekzone naar plangebied

4.1 Ruimtelijk structuurplan Borgloon

In het ruimtelijk structuurplan Borgloon werd één zoekzone aangeduid voor de uitbreiding van de historisch ge- groeide bedrijven Konings en Lux en één voor de uitbreiding van het woon- en activiteitencentrum Intesa (zie on- derstaande figuur).

De zoekzones werden aangeduid op niveau van een structuurschets en houden bijgevolg nog geen rekening met perceelsstructuren en de eigendomstoestand. Deze verfijning dient te gebeuren in het kader van onderhavig RUP.

4.2 Onderzoek naar de afbakening van het plangebied

De afbakening van het RUP is een evenwichtsoefening tussen de behoefte aan bijkomende ruimte voor bedrijvig- heid en de draagkracht van het gebied.

De opdracht werd aangevat met een onderzoek naar de bestaande ruimtelijke structuur. In dit onderzoek werden de thema’s water, landschap en mobiliteit onder de loep genomen en werden een aantal ambities geformuleerd die de uitbouw van de betreffende sites in goede banen moet leiden. De draagkracht van het gebied is immers een be- langrijk aandachtspunt die over de volledige lijn dient bewaakt te worden.

Daarna werd een bezoek gebracht aan de bedrijven en het woon- en activiteitencentrum. Tijdens het bezoek werd een duidelijk inzicht bekomen in de perspectieven van elk van de actoren, maar ook in de interne werking. Het is namelijk van belang om al deze elementen te beheersen, om nadien een onderbouwd plan op te kunnen stellen.

De door de verschillende actoren aangereikte informatie werd daarna met een kritische blik bekeken. Met deze

“bagage” werd namelijk een onderzoek gevoerd naar de ontwikkelingsmogelijkheden op het terrein, met de op- maak van een structuurschets als resultaat. De opmaak van een structuurschets voor het gebied werd namelijk ge- vraagd in de betreffende bindende actie uit het ruimtelijk structuurplan Borgloon. In dit onderzoek werd er gezocht naar een haalbaar scenario voor elk van de partijen en werd er gezocht naar mogelijke synergiën. Overkoepelend werd steeds de draagkracht van het gebied in het achterhoofd gehouden en werd er getracht om structuren vanuit het landschap, agrarische structuren, historische structuren en omgevingsfactoren (bewoning in de omgeving, etc.) maximaal te respecteren en tot uiting te laten komen.

(29)

Van zoekzone naar plangebied

Voor het bepalen van de afbakening van het plangebied en de gewenste ruimtelijke structuur worden dus twee stappen doorlopen. Eerst wordt de bestaande ruimtelijke structuur onderzocht aan de hand van een aantal thema’s. Per thema werd er een ambitie gedefinieerd die naderhand de basis zullen vormen voor de structuur- schets. Vervolgens wordt de behoefte aan bijkomende ruimte geduid voor de verschillende actoren. Daarna werden de verschillende ambities geconfronteerd met het beoogde programma. De uitbreidingsbehoeften – met een kriti- sche blik bekeken – worden als puzzelstukken in het raamwerk van ambities ingevuld. Uiteindelijk wordt dan één samenhangende en gefundeerde structuurschets bekomen die rekening houdt met de uitbreidingsbehoeften van de bedrijven maar tegelijk ook de gewenste ruimtelijke kwaliteit in zich draagt.

De verschillende stappen die hebben geleid tot de structuurschets worden hierop volgend besproken.

4.2.1 Stap 1: Bestaande ruimtelijke structuur en het bepalen van ambities

4.2.1.1 Water

·

Bestaande ruimtelijke structuur

Het plangebied is gelegen langs de N79 en strekt zich uit tussen de Herk (tweede categorie) in het westen en de Herkebeek (tweede categorie)/gracht Q in het oosten. Het betreft een lager gelegen gebied.

De beekvalleien kennen plaatselijk een nauwe profilering omwille van de bebouwing en verharding die tot tegen de waterlopen aan reiken.

Volgens het meest recente kaartmateriaal is het plangebied voor een groot stuk mogelijk overstromingsgevoelig (licht blauwe kleur op de bovenstaande figuur). De gronden zijn gedeeltelijk van nature overstroombaar vanuit de waterloop. Een gedeelte is ook van nature overstroombaar door afstromend water (afspoelend exces hemelwater).

Dit heeft dan weer te maken met de helling op het terrein.

(30)

Van zoekzone naar plangebied

Plaatselijk in het plangebied zijn er ook effectief overstromingsgevoelige gebieden aangeduid op het recent kaart- materiaal (blauwe kleur op de bovenstaande figuur). Het gaat dan meer bepaald over een gebied langs de Her- kebeek in het oosten van het plangebied en de gronden waar het woon- en activiteitencentrum Intesa is gevestigd, inclusief het achterliggend voetbalveld. De relevante kaarten worden onderstaand getoond.

Recent werd een vergunningsaanvraag ingediend voor de realisatie van een waterbuffer en meandering te Hoens- hoven (stroomopwaarts ten zuidwesten van het plangebied). De inrichting dient om bestaande problemen uit het verleden op te lossen en kan niet als pasmunt gebruikt worden voor toekomstige uitbreidingen.

Risicozones voor overstromingen Van nature overstroombare gebieden

Recent overstroomde gebieden Grondwaterstromingsgevoelige gebieden

·

Ambities

(31)

Met betrekking tot het thema water worden de volgende ambities gedefinieerd:

·

Bebouwing in de richting van de waterlopen zoveel als mogelijk vermijden en voldoende ruimte laten voor (het herstel van) de beekvallei;

·

Bijkomende bebouwing en verharding in effectief overstromingsgevoelig gebied wordt zoveel moge- lijk vermeden. In alle geval mag er geen ruimte voor de berging van water ingenomen worden (water- robuust bouwen);

·

Bijkomende bebouwing en verharding wordt beperkt tot een minimum en sluit zoveel als mogelijk aan bij de bestaande gebouwen en verhardingen;

·

Verhardingen worden, tenzij dit omwille van technische of milieu hygiënische redenen niet mogelijk is, aangelegd in waterdoorlatende verhardingen;

·

Cfr. de verstrengde hemelwaterverordening dienen er infiltratiemaatregelen voorzien te worden.

Deze worden gebundeld voorzien en moeten ingepland worden buiten het effectief overstromingsge- voelig gebied.

4.2.1.2 Landschap

·

Bestaande ruimtelijke structuur

Het plangebied zit begrepen tussen twee beekvalleien. In het oosten gaat het over de Herkebeek en in het westen over de Herk. Het profiel van de beekvalleien is plaatselijk behoorlijk ingekrompen door de ontwikkelingen die zich in en rond het plangebied voorgedaan hebben. Zij maken vervolgens hun doortocht door de bebouwde omgeving.

Verderop ten noorden zijn ze opnieuw volledig ingebed in het landschap.

Aan de achterzijde leunt het plangebied aan bij het typisch Haspengouws glooiend landschap met boomgaarden.

Een aantal boomgaarden worden meegenomen binnen de grenzen van het plangebied. De boomgaarden in het westelijk deel van het plangebied, evenals een aantal boomgaarden aansluitend aan het plangebied in het zuidwes- ten, worden ontsloten via een toegang over het bedrijventerrein heen. Het perceel in het zuiden van het plangebied evenals alle overige percelen tussen het plangebied en de achterliggende landbouwweg worden ontsloten via de landbouwweg. Er is dus sprake van een bepaalde “opdeling” in de agrarische structuur.

(32)

Van zoekzone naar plangebied

Groen komt slechts sporadisch voor aan de randen van het plangebied. Waardevolle groenzones zijn beperkt tot een aantal gebieden in de vallei van de Herk en gracht Q in het westen en de Herkebeek in het oosten. De onder- staande figuren tonen deze gebieden. Binnen de grenzen van het plangebied situeren zich volgende waardevolle groenstructuren: een verruigd grasland met struik- of boomopslag in de zuidoostelijke hoek van het plangebied (on- derstaande figuur rechts) en de populieren en het rietland (met struik- of boomopslag) ter hoogte van gracht Q (on- derstaande figuur links). Daarnaast moet vermeld worden dat een confrontatie tussen het kaartmateriaal en de meest recente luchtfoto uitwijst dat bepaalde waardevolle groenzones – bijvoorbeeld ter hoogte van het woon- en activiteitencentrum – niet meer aanwezig zijn.

Waardevolle groenzones ter hoogte van de Herk Waardevolle groenzones ter hoogte van de Herkebeek Het bedrijventerrein wordt slechts plaatselijk gebufferd met groen naar de omgeving. Omwille van de hoge graad van transparantie, het gebrek aan gelaagdheid in de aanplant maar ook het ontbreken van delen van de buffer zijn de bedrijfsgebouwen nog sterk zichtbaar vanaf de weg maar ook vanuit het achterliggend landschap. De boomgaar- den op de aansluitende gronden ten zuiden bufferen in zekere zin de bedrijfsactiviteiten, maar dit is slechts het ge- val gedurende bepaalde periodes in het jaar en gelet op de hoogte van de bedrijfsgebouwen is de buffering met boomgaarden niet voldoende.

·

Ambities

Met betrekking tot het thema landschap worden de volgende ambities gedefinieerd:

·

Maximaal vrijwaren van de beekvalleien en verbeteren van de landschappelijke kwaliteit van de beek- valleien (door onder meer een landschapsherstel t.h.v. het voormalig voetbalterrein achter Intesa)

(33)

Van zoekzone naar plangebied

·

bufferen van het bedrijventerrein door middel van het voorzien van een landschapsbuffer met een voldoende breedte en hoogte en met de gewenste ruimtelijke kwaliteit;

·

De landschapsbuffer kan plaatselijk verbreed worden en andere functies herbergen die een meer- waarde hebben voor de landschapsbuffer zoals bijvoorbeeld waterbuffering. De combinatie van een landschapsbuffer en waterbuffering heeft ontegensprekelijk een landschappelijke meerwaarde maar ook een hogere beeldwaarde.

·

Integratie van Intesa in een parkstructuur en realiseren van een landschapsherstel ten zuiden van het woon- en activiteitencentrum, maar met de nodige betrokkenheid vanuit het woon- en activiteiten- centrum. Het onderhoud en beheer van dit gebied kan één van de activiteiten zijn in het programma van de dagwerking.

·

Creëren van een groene voortuin ter hoogte van de Sint-Truidersteenweg.

·

Zoveel als mogelijk respecteren van de agrarische structuren door middel van een compacte en door- dachte uitbreiding en het verzekeren van de toegang voor bepaalde (landbouw)percelen.

4.2.1.3 Mobiliteit

·

Bestaande ruimtelijke structuur

De bedrijven evenals het woon- en activiteitencentrum zijn gelegen langs de N79 en worden ook langs die weg ont- sloten. De N79 is een secundaire weg type I (verbindings- en verzamelfunctie op (boven)lokaal niveau).

Intesa beschikt over een ontsluitingslus (enkelrichting). De inrit situeert zich vlak langs de Herk en de uitrit aan de andere zijde van het gebouw. Het woon- en activiteitencentrum beschikt over een aangelegde parking met ca. 45 parkeerplaatsen ten westen van het gebouw. Daarlangs situeert zich vlak langs de waterloop nog een ontsluitings- weg in de richting van het voetbalveld.

Het transportbedrijf Lux wordt ontsloten via één centrale toegang naar de N79. Het betreft een transportbedrijf, dus een groot aandeel van de beschikbare ruimte alsook de ruimte die bedoeld is voor buffer wordt wegens plaats- gebrek ingenomen als stalling voor vrachtwagens (trekkers + opleggers). Ter hoogte van de bedrijfssite van Lux situ-

(34)

Van zoekzone naar plangebied

De bedrijfssite van Konings wordt ontsloten via één centrale toegang naar de N79. Aan de straatzijde en langs de toegangsweg bevindt zich een eerder onbestemde ruimte die aangewend wordt voor parkeren. Verderop, net ten noorden van de afvalwaterzuiveringsinstallatie, situeert zich nog een aangelegde parking met een 140-tal parkeer- plaatsen.

Het bedrijf beschikt over een secundaire toegang in het oosten van het plangebied langs het kleine gebouwtje in de oksel van de N79 en de Herkebeek. Dit gebouw wordt ook rechtstreeks ontsloten naar de N79.

Omringd door de bedrijfssite van Konings, situeert zich in het oosten van het plangebied nog een gebouw met units.

Heb gebouw evenals de parkeerruimte vooraan het gebouw wordt rechtstreeks ontsloten naar de N79.

·

Ambities

Met betrekking tot het thema ontsluiting worden de volgende ambities gedefinieerd:

·

Gelet op de ligging langs een gewestweg moet het aantal ontsluitingen beperkt worden. Hierbij kan er onderzocht worden op projectniveau of er een gebundelde ontsluiting kan gerealiseerd worden;

·

De inritten moeten leesbaar zijn in het straatbeeld in functie van de verkeersveiligheid;

·

Het aantal parkeerplaatsen moet beperkt worden tot wat noodzakelijk is. Hierbij kan er ook onder- zocht worden op projectniveau of er een bundeling van de parkeerplaatsen gerealiseerd kan worden.

Parkeerplaatsen worden hoe dan ook op een landschappelijke wijze ingekleed.

(35)

Van zoekzone naar plangebied

4.2.1.4 Bebouwing en functies

·

Bestaande ruimtelijke structuur

Ontwikkelingen in het gebied hebben zich voornamelijk voorgedaan ter hoogte van de N79.

In het oostelijke deel, meer bepaald het bedrijventerrein, is de bebouwing grootschalig. De korrelgrootte is bedui- dend groter dan deze van de omliggende woonkorrels. Doch, door de beperkte bouwhoogte en de teruggetrokken inplanting ter hoogte van de steenweg is dit niet al te sterk voelbaar in het straatbeeld.

Het woon- en activiteitencentrum is ook grootschaliger dan de omliggende woonkorrels. Dit gebouw heeft echter een gabarit conform de omliggende woningen en heeft ook eerder de uitstraling van een residentieel gebouw en past zich hierdoor naadloos in binnen de gegeven context.

Wat de activiteiten in het gebied betreft valt het gebied tweeledig te omschrijven: in het westen situeert zich het woon- en activiteitencentrum AGO Intesa/Herkevallei en in het westen betreft het een cluster van twee historisch gegroeide bedrijven, met name het transportbedrijf Lux en Konings drinks & juices (vroegere Looza-Lux). Tussen het woon- en activiteitencentrum zijn er nog gronden in gebruik voor landbouwdoeleinden (boomgaard). Ook de aanlig- gende gronden ten zuiden in het plangebied, met uitzondering van de gronden rond de bedrijfssite van Konings, zijn voornamelijk in gebruik voor landbouwdoeleinden. Ten zuiden van Intesa bevindt zich nog een voetbalterrein. Sinds de realisatie van een nieuw voetbalterrein en kantine in het hoofddorp Hoepertingen langs de weg naar Berlingen is dit voetbalterrein niet meer in gebruik.

Betreffende de bedrijven kan er gesteld worden dat het gaat over historisch gegroeide bedrijven:

·

Konings: In het begin van de 20e eeuw was in de vallei van de Herk binnen het betreffend gebied een suikerfabriek gevestigd met een tewerkstelling van 150 personen. De suikerfabriek werd in 1958 ge- deeltelijk opgekocht en omgebouwd door N.V. Looza en vervolgens kocht Konings juices en drinks in 2011 de site op. De ligging van de Looza heeft mede de groei van Hoepertingen in oostelijke richting (gehucht Ham) in de hand gewerkt.

·

(36)

Van zoekzone naar plangebied

bedrijfsactiviteiten echter sterk af. Begin de jaren 80 werden de bedrijfsactiviteiten nieuw leven in geblazen en uitgebouwd tot het bedrijf dat het nu is. De onderneming wordt vandaag door de tweede generatie geleid.

Tussen de bedrijven Konings en Lux zijn er bepaalde synergiën waarneembaar. De levering van vruchtensappen aan Konings gebeurt via de bedrijfssite van Lux en Lux verzorgt 50% van het transport voor Konings.

Het plangebied omhult een viertal woningen en sluit ook aan bij het woonlint langs de Sint-Truidersteenweg als zijnde een uitloper van de kern van Hoepertingen.

·

Ambities

Met betrekking tot het thema bebouwing en functies worden de volgende ambities gedefinieerd:

·

De uitbreiding gebeurt op een compacte wijze aansluitend aan de bestaande gebouwen en verhardin- gen (zie ook thema water en thema landschap);

·

De inplanting gebeurt met aandacht voor het aanwezige reliëf en met aandacht voor de aanwezigheid van woningen in de omgeving;

·

Op projectniveau wordt een onderzoek gevoerd naar mogelijke synergiën tussen de bedrijven in func- tie van het bewerkstelligen van een zuinig ruimtegebruik en om een meervoudig gebruik van onder meer gebouwen en verhardingen mogelijk te maken.

(37)

4.2.2 Stap 2: Duiden van de behoefte aan bijkomende ruimte

Onderstaand wordt voor elk van de betrokken actoren de behoefte aan bijkomende ruimte geschetst 4.2.2.1 Woon- en activiteitencentrum Intesa

Figuur: luchfoto, toestand anno 2014

Intesa is een woon- en activiteitencentrum voor mentaal en fysiek gehandicapten. Intesa wenst globaal gezien een aantal gedecentraliseerde projecten te centraliseren op de site in Hoepertingen, waar al tal van voorzieningen aan- wezig zijn.

Momenteel biedt Intesa onderdak aan 26 permanente inwoners op de site in Hoepertingen. Naast de site in Hoe- pertingen beschikt Intesa nog over een aantal gedecentraliseerde projecten, onder meer in Alken en het centrum van Borgloon (Nieuwland). Deels ter vervanging van de gedecentraliseerde projecten wenst Intesa de site in Hoe- pertingen verder uit te bouwen. De site in Hoepertingen is namelijk nog van recente datum en voldoet aan de he- dendaagse normen, terwijl andere vestigingen eerder verouderd zijn. Ook zijn hier reeds alle voorzieningen aanwe- zig.

(38)

Van zoekzone naar plangebied

Figuur: beoogde uitbreiding zoals voorgesteld door Intesa

Concreet heeft Intesa behoefte aan een nieuw bouwvolume bedoeld voor wonen, waarmee het concept van de Haspengouwse vierkantshoeve wordt afgebouwd. Het betreft een gebouw met een vloeroppervlakte van 2.800m² (aangeduid met het cijfer “2” op de figuur op de voorgaande pagina), verdeeld over twee bouwlagen (1.400m² grondoppervlakte), met ruimte voor 40 bedden (20 m² per kamer). Er worden 4 leefgroepen beoogd van telkens 8 personen (=32 bedden) en 8 bedden voor crisisopvang, aangevuld met de nodige voorzieningen zoals onder meer een gemeenschappelijke leefruimte per leefgroep, een kiné-ruimte, personeelsruimten, bergingen, ruimte voor vrijetijdsbesteding, technische ruimten en circulatie (50 m² per bewoner).

Bij Intesa wordt er niet alleen gewoond maar intesa biedt ook dagwerking aan. De bedoeling is om bewoners of mensen die naar de dagopvang toe komen op een betekenisvolle manier hun steentje te laten bijdragen in de maat- schappij. Hierbij wenst men specifiek ook in te spelen op de vergrijzing van de bevolking, door ook activiteiten te voorzien voor ouder wordende personen met een handicap.

Daarnaast leent de site in Hoepertingen zich uitermate om het zorgaspect te koppelen aan groenbeheer. De visie bestaat erin om in het gebied ten zuiden van Intesa een landschapsherstel te bewerkstelligen. De aanleg en het be- heer van dit gebied kan mee opgenomen worden in het programma van de dagwerking. Vanuit die optiek, vanuit de gedachte van centralisatie - waarbij Intesa ook op het vlak van dagwerking een aantal gedecentraliseerde projecten wenst af te stoten zoals onder meer de site in Broekom (verouderde infrastructuur) - maar ook om nieuwe pro- jecten te kunnen realiseren op het vlak van dagwerking, heeft Intesa nood aan een nieuw gebouw met een vloerop- pervlakte van 1950 m² (aangeduid met het cijfer “3” op de figuur op de voorgaande pagina), verdeeld over twee bouwlagen. 1000 m² van dit gebouw wordt voorzien ter vervanging van de verouderde infrastructuur in Broekom en 950 m² voor de realisatie van nieuwe projecten. Dit gebouw dient ingepland te worden op een locatie zodat er een goede wisselwerking bestaat met de voorzieningen in de bestaande gebouwen maar ook een goed contact be- staat met de parkomgeving die achterliggend wordt beoogd.

4.2.2.2 Lux

Figuur: luchfoto, toestand anno 2014

(39)

Van zoekzone naar plangebied

LUX is een transport- en warehousingbedrijf, voor een groot stuk actief binnen de regio. Het bedrijf heeft momen- teel 130 opleggers en 75 trekkers in eigendom. Het is in de huidige situatie niet mogelijk om al die trekkers en op- leggers op het terrein te stallen wegens een gebrek aan ruimte. Dit heeft er bijvoorbeeld al toe geleid dat de buffer zoals voorzien in het BPA niet is aangelegd, maar gebruikt wordt voor de stalling van opleggers. Dit is echter niet in lijn met de visie van het bedrijf. Het bedrijf wenst namelijk te voorkomen dat haar vrachtwagens langs de openbare weg geparkeerd worden en wenst hiervoor voldoende ruimte te voorzien om het huidige aantal trekkers (75) en opleggers (130) op een ordelijke en brandveilige manier te kunnen stallen op het eigen terrein.

Figuur: beoogde uitbreiding zoals voorgesteld door Lux

Momenteel wordt er ca. 2,1 ha ingenomen voor de stalling van trekkers en opleggers. Deze oppervlakte is inclusief de ruimte die ingenomen wordt in de bufferzone volgens het van kracht zijnde BPA. In de toekomstige situatie wordt een parkeervoorziening van 3 ha beoogd, inclusief circulatieruimte en parking voor het personeel. Hierbij wordt rekening gehouden met de gewenste maatvoering om een functioneel geheel te realiseren, maar wordt tege- lijk een zuinig ruimtegebruik nagestreefd.

De maatvoering wordt onderstaand verduidelijkt. Er wordt gewerkt met een centrale toegangsweg met aan weers- zijden parkeerplaatsen/stelplaatsen. De circulatieruimte tussen de parkeerplaatsen is voldoende ruim bemeten om aan weerszijden probleemloos te kunnen manoeuvreren. In totaal bedraagt de benodigde breedte minstens 65,00m.

Daarnaast heeft zich een duidelijke wijziging voorgedaan in de markt. Het is niet meer mogelijk om zich toe te spit- sen op één klant per rit. Verschillende vrachten worden in één rit gecombineerd, waardoor het bedrijf steeds meer

(40)

Van zoekzone naar plangebied

volzet. Een uitbreiding van het huidige magazijn dringt zich op. Concreet heeft het bedrijf nood aan een bijkomend magazijn van ca. 2.800 m² aansluitend aan de bestaande magazijnen.

Om een meervoudig gebruik te faciliteren voorziet het bedrijf Lux om op haar terrein ook het busbedrijf Dony te huisvesten.

4.2.2.3 Konings

Figuur: luchfoto, toestand anno 2014

Konings is een bedrijf gespecialiseerd in het vervaardigen van appel- en perensap en cider. Het bedrijf is de belang- rijkste fruitverwerker in de regio. Jaarlijks verwerkt Konings tussen 35.000 en 55.000 ton fruit tot sap en of concen- traat, voornamelijk van appelen en peren die van lokale boeren uit de regio worden aangekocht.

Het bedrijf heeft twee bedrijfssites in Zonhoven en één in Borgloon. De twee sites in Zonhoven zijn al volledig inge- vuld. Enkel op de bedrijfsite in Borgloon is er nog ruimte voor uitbreiding.

De site in Borgloon werd in 2011 overgenomen van Pepsi. De site was gebouwd en vergund om een volume van 100 miljoen liter op jaarbasis af te vullen, hetgeen ook een noodzakelijk volume is om een gezond economisch geheel te vormen. Het volume was in de loop der jaren immers zodanig gedaald dat de site niet langer leefbaar was.

Met het samenvoegen van de site van Konings in Zonhoven en de site van het voormalige Looza in Borgloon werden alle sap-gerelateerde afvullingen uit Zonhoven geïntegreerd op de productielijnen in Borgloon. Dit heeft er toe ge- leid dat het volume gestegen is van 20 mio liter naar 30 mio liter.

In de loop der jaren is er echter een sterke wijziging gebeurd in de markt. Het is niet meer mogelijk om alle pijlen te richten op één enkele klant, maar bij wijze van risicospreiding wordt er voor verschillende klanten gewerkt. Dit be- tekent dat er in de toestand vandaag verschillende soorten appel- en perensap wordt afgevuld. Verschillende soor- ten vruchtensappen worden per klant ook in een ander type flesje afgevuld. De complexiteit nam toe, waardoor het volume van de afvullijnen gedaald is.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Doel: De leerlingen leren alle verschillende elementen (her)kennen die een groene ruimte haar vorm, eigenheid en karakter geeft.. In de klas:

Een behoedzame vernieuwing van de vroegnaoorlogse stadswijken is vanuit dit perspectief mogelijk, terwijl het tuinstadkarakter blijft behouden en mogelijkerwijs zelfs wordt

naamgeving openbare ruimten en nummering gemeente Tynaarlo 2008" voldoen wij aan de wettelijke eisen die aan deze registraties door de wet BAG volgend jaar worden

In de volgende fase wordt gewerkt aan deelplan vijf, daarna zal ook de openbare ruimte aan de Johan de Wittstraat definitief worden

in~ditionully been perceived and practised. but in total hnm1ony and in perfect relationship. and the core or Christian identity is lo\e. though by special

Nederland kent geen erfdienstbaarheden van openbaar nut, maar in bepaalde omstandigheden moeten de burgers in het algemeen belang wel gedo- gen dat werken worden aangelegd of

Vraag 1: waarom moet de gemeente geld lenen als er binnen de gemeentelijke begroting dekking aanwezig is voor de herinrichting van de openbare ruimte (dekking vanuit het

- Voorziening voor handmatige beweging van de cabine bij nood zowel omhoog als naar beneden - Automatische nivelleringsregeling - Deurvergrendeling van de etage-