• No results found

1 KONINKRIJK BELGIE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "1 KONINKRIJK BELGIE"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1 KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel,

Zetel : Ministerie van Justitie Poelaertplein 3

Tel. : 02/504.66.21 tot 23 Fax : 02/504.70.00

COMMISSIE VOOR DE

BESCHERMING VAN DE

PERSOONLIJKE LEVENSSFEER

Advies nr 5 / 92 van 11 maart 1992 ---

O.ref. : A/RN/005/92

BETREFT : Adviesaanvraag vanwege de Secretaris-Generaal van hetMi- nisterie van Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Vorming van de Franse Gemeenschap met betrekking tot het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregis- ter van de natuurlijke personen op een persoonlijke schoolkaart.

---

Het advies dat aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer wordt gevraagd, heeft op dit ogenblik slechts betrekking op een werkdocument, desalniettemin zijn er reeds bepaalde koninklijke besluiten en decreten beschikbaar, tenminste op het niveau van de Executieve van de Franse Gemeen- schap. Bijgevolg kan er hier geen sprake zijn van een zeer precies of definitief advies : het betreft eerder een princiepsadvies, waarbij de mogelijkheid wordt geboden om, zoals de aanvrager het stelde, aan te geven in welke zin arresten en decreten ad hoc moeten worden opgesteld.

Het ontwerp behelst de invoering van een persoonlijke schoolkaart, die de kantonale inspectie van de Gemeenschaps- administratie de mogelijkheid biedt om na te gaan of de leer- plicht, ingevoerd door de wet van 29 juni 1983 wordt nageleefd.

Deze kaart zou dan wat basisinformatie moeten bevatten en een identificatienummer dat gekoppeld kan worden aan het Rijksregister van de natuurlijke personen.

Volgens de Commissie vormt het aanbrengen van het identificatienummer van het Rijksregister der natuurlijke personen

(2)

2

AD93-01 / 2 op de kaart "onder een kriptische en verkorte vorm door middel van een streepjescode" het enige gevoelige punt. De Commissie verwijst in verband hiermede naar het advies nr 84/005 van 12 september 1984 van de Raadgevende Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer met betrekking tot de identiteitskaart.

Steunend op de bepalingen terzake in de Franse en de Duitse reglementering, beval de Commissie het verwijderen van de OCRD- letters en de optische leeszone aan, evenals van het eigen identi- ficatienummer dat het onderling verbinden van de verschillende soorten bestanden vergemakkelijkt. Ze wenste erop te wijzen dat de deelstaat Hesse het ongrondwettelijke karakter heeft aangehaald van de machinaal leesbare identiteitskaarten.

(3)

3

AD93-01 / 3 De Commissie drong erop aan dat elke vermelding op de kaart leesbaar zou zijn voor de houder ervan.

Uit contacten met de aanvrager blijkt dat de gegevens van het Rijksregister en het identificatienummer slechts nodig zijn voor het interne beheer voor het Centrum voor de informatie- verwerking van de administraties van de betrokken Ministeries. In verband hiermede wijst de Commissie erop dat de bepalingen in de wet van 8 augustus 1983, i.e. de artikelen 5 en 8, moeten worden vastgelegd in specifieke koninklijke besluiten.

Om te vermijden dat de persoonlijke schoolkaarten door de betrokken administraties voor andere doeleinden dan controle- uitoefening worden gebruikt en om te verzekeren dat ze gemakkelijk leesbaar zijn voor de houder, stelt de Commissie aan de aanvrager voor - de aanvrager liet reeds weten dat dit niet tot onoverkome- lijke technische problemen zou leiden - om een rechtstreeks leesbaar eigen nummer te gebruiken, dat wordt vastgesteld door het Centrum voor de informatieverwerking van de betrokken administra- ties. Deze oplossing zou dan aansluiten bij de verzuchtingen van de Raadgevende Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer die de voorkeur gaf aan het aanwenden van een eigen identificatienummer in plaats van het identificatienummer van het Rijksregister banaal te gebruiken. Zodoende zou de kans op koppe- ling van de bestanden worden beperkt; het zou in vele gevallen eveneens de mogelijkheid bieden om de lengte van de code te verminderen, waardoor de coderingsfouten zouden afnemen terwijl het systeem toch uiterst doeltreffend blijft met het oog op het bekomen van de gewenste identificatie.

Wat het overige betreft, zal de Commissie zich defini- tief uitspreken wanneer bepaalde voorgeschreven teksten haar worden voorgelegd.

*

* *

De secretaris De voorzitter

J. PAUL P. THOMAS

(4)

4

AD93-01 / 4

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Commissie is wel van oordeel dat bij de aanhef van artikel 11 (Bescherming van persoonsgegevens) niet alleen naar de toepasselijkheid van de respectieve nationale wetgevingen

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer verzet zich tegen deze uitbreiding, "in geval van hoogdringendheid": zoals benadrukt in de memorie

De adviesaanvraag betreft een koninklijk besluit dat ontworpen wordt ter uitvoering van het koninklijk besluit van 3 april 1995 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan

10 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna Wet Verwerking Persoongegevens of WVP)

Bij brief van 30 mei 1995 verzoekt de Minister van Economische Zaken de Commissie om advies betreffende een ontwerp van koninklijk besluit waarbij de gemeentebesturen verplicht worden

Derhalve is de Commissie van oordeel dat voor het vervullen van dergelijke opdrachten, de toegang van de leden van de Dienst Enquêtes tot de informatiegegevens 1° tot 9° bedoeld

Dit artikel bepaalt dat "wanneer de openbare overheden of de instellingen van openbaar nut bedoeld bij artikel 5, lid 1, krachtens een wet of een decreet de gemeenten om andere

b) een instelling die krachtens artikel 8 van de wet van 8 augustus 1983 gemachtigd is het identificatienummer te gebruiken. moet bijgevolg het identificatienummer van het