kerk & leven
lezingen & Commentaar
18
26 oktober 2016Lezingen door de week | Maandag 31 oktober: Brief aan de Filippenzen 2, 1-4 en Lucas 14, 12-14 • Dinsdag 1 november (Aller- heiligen) Apokalyps 7, 2-4.9-14 – Eerste Brief van Johannes 3, 1-3 – Matteüs 5, 1-12a • Woensdag 2 november (Allerzielen): Schriftle- zingen naar keuze uit het Lectionarium voor de uitvaartliturgie • Donderdag 3 november: Brief aan de Filippenzen 3, 3-8a en Lucas 15, 1-10 • Vrijdag 4 november: Brief aan de Filippenzen 3, 17 — 4, 1 en Lucas 16, 1-8 • Zaterdag 5 november: Brief aan de Filippenzen
4, 10-19 en Lucas 16, 9-15 • Zondag 6 november (Tweeëndertigste zondag door het jaar) Tweede Boek Makkabeeën 7, 1-2.9-14 – Twee- de Brief aan de Tessalonicenzen 2, 16 — 3, 5 – Lucas 20, 27-38.
eucharistie op radio | 30 oktober, 10 uur, VRT Radio 1: van- uit de parochie Sint-Niklaas in Gent.
eucharistie op tv | 30 oktober, 10.30 uur, KRO via NPO 2 (Nederland 2): vanuit de basiliek van het heilig sacrament in Meerssen, in Nederlands Limburg.
eucharistie op radio | 1 november, 10 uur, VRT Radio 1:
vanuit de Sint-Romboutskathedraal in Mechelen.
eucharistie op tv | 1 november, 11 uur (!), VRT één: Aller- heiligen in Eurovisie vanuit de parochie Saint-Materne in Wal- court, in de provincie Namen. Het koor van Walcourt verzorgt de zang en ook het duo Marc Grauwels en Jacques Delvaux (gi- taar en fluit) verleent zijn medewerking. Met rechtstreeks com- mentaar van Guido Honnay.
commentaar bij de zondagslezingen c-jaar
— Luc Devisscher —
Hoog en droog
Evangelie • Jezus trekt Jericho binnen. Jericho ligt aan de westkant van de Jordaan, op een kruispunt van belangrijke wegen. Wie vanuit het oosten de Jordaan wil oversteken, moet langs Jericho. Na hun overtocht was het voor Israël de eerste hindernis op de weg naar het beloofde land. Het volk van God liep zeven dagen om de stad heen en dan stort- ten de stadsmuren in. De Israëlieten klommen op het puin naar boven en namen Jericho in (zie Jozua 6). Ook de weg van de Mensenzoon loopt langs Jericho. Dertig kilometer ver- derop ligt Jeruzalem. De toets vanuit de realiteit nadert. Nu het leven zelf aan het woord raakt, houden de gelijkenissen stilaan op.
Aanvankelijk lijkt Jezus niet van plan oponthoud te maken in Jericho. Hij wil er dwars doorheen. Tot Hij een zekere Zacheüs tegenkomt, een rijke oppertollenaar. Allesbehalve een kleine man. Achter het bureau van het tolwezen straalt hij macht en gezag uit, maar op straat speelt zijn gestalte hem parten. Hij wordt er gehinderd door een mensenmassa.
Net als die mensen wil ook Zacheüs zien wat voor iemand Jezus is.
Hij snelt dus vooruit en klimt in een vijgenboom omhoog. De vijgenboom is een te- ken van welvaart en ook het symbool van het Messiaanse eindtijdelijke geluk. Ieder onder zijn wijnstok en vijgenboom! Zo horen we het vaak in het Oude Testament. Vrome joden hadden ook de gewoonte onder een vijgenboom te gaan zitten wanneer ze de Tora wilden bestuderen. Naar boven in een vijgenboom klimmen, is dus onalledaags voor een topman als Zacheüs.
Als het echter gaat om het zien van de Mensenzoon, heeft Zacheüs niet veel scrupules.
Het is erop of eronder. Hij weet waar Jezus op zijn doortocht langs moet komen. Alleen zo zal hij Hem toch nog kunnen zien, maar het omgekeerde gebeurt. Het is Jezus die Za- cheüs ziet zitten. Hij moet weer naar beneden. Jezus wil bij hem te gast zijn. Vandaag nog.
De reisroute naar Jeruzalem wordt eventjes bijgesteld om thuis te kunnen komen bij een man die in de ogen van de hele stad een zondaar is. Of is het omgekeerd?
Van omhoog naar omlaag. Het is snel gebeurd. Bij Zacheüs werkt het heilzaam. Een- maal beneden verwelkomt hij Jezus met grote vreugde. Staande voor de Mensenzoon zegt hij de helft van zijn bezit toe aan de armen. En als hij iemands „vijgen heeft geschud”
(Naardense Bijbel), dan zal hij hem het viervoudige teruggeven. Het is alsof Zacheüs ten persoonlijke titel een genadejaar afkondigt. De plotse vlaag van vrijgevigheid van de voor- malige afperser is buitensporig. De gevolgen ervan zullen merkbaar zijn op zijn bankre- kening en een gat slaan in zijn stelselmatig opgebouwde rijkdom. Wat geeft dat echter als je bijeentelt wat Zacheüs ervoor terugkrijgt? Zijn verlies betekent net redding, of om het joods te zeggen, het hele huis van Zacheüs hoort opnieuw bij het volk van Abraham.
Zacheüs zat gevangen in de ivoren toren van zijn mateloze rijkdom. Hij was verloren.
Jezus haalt hem naar beneden en zet hem met beide voeten terug op de heilige grond van de voorvaderen.
Eerste lezing • Als God de wereld niet zou liefhebben, dan had Hij haar ook niet ge- maakt. Ook muggen, ratten en muizen maken er deel van uit, net als madeliefjes en bo- terbloemen. Alles en allen wordt omvat door Gods onvergankelijke geest. Van in het begin zag God dat alles wat Hij gemaakt had heel goed was. Daar ergens tussen loopt de mens, het enige schepsel dat de vrijheid heeft om te kiezen tussen ja God of neen God. Het is zon- de als de mensen tegen God kiezen. God echter let daar amper op. Een klein tikje hier en daar moet volstaan om ze tot inkeer te brengen en het vertrouwen te herstellen. Een wijs- heid als een koe die je best niet over het hoofd ziet.
Lezing uit Tessalonicenzen • De tweede brief aan de christenen van Tessalonica is ge- schreven in een tijd waar de wederkomst van de Heer Jezus Christus uitblijft en een pro- bleem geworden is voor de gemeente. Waarom onze roeping als christen nog in ere hou- den, als de Messias toch niet terugkomt?
De Tessalonicenzen krijgen te horen dat ze zich niet van de wijs moeten laten brengen door allerlei gissingen over de dag van de Heer. In plaats van met het einde bezig te zijn, zouden ze beter werk maken van hun goede geloofsvoornemens. De pastoraal mag niet stilvallen omdat de dag van de Heer nog niet aanstaande zou zijn.
• De commentaren op de Schriftlezingen zijn op Twitter te volgen via @DevisscherLuc
• Reacties welkom via luc.devisscher@ccv.be
EERSTE LEZING
wijsheid 11, 22 — 12, 2
Heer, heel de aarde is voor U als een stofje op de weegschaal, als een vroege dauwdruppel die neervalt op de aarde. Maar Gij ontfermt U over allen, want Gij vermoogt alles; en Gij let niet op de zonden der mensen, opdat ze tot inkeer komen.
Gij houdt immers van alles wat bestaat en verafschuwt niets van wat Gij geschapen hebt; want zoudt Gij iets haten, dan hadt Gij het niet geschapen.
Hoe zou er iets kunnen blijven bestaan tegen uw wil, hoe zou behouden kunnen blijven wat Gij niet gemaakt hebt?
Ja, alles spaart Gij, want alles is van U, en Gij heerst vol liefde over al wat leeft!
Uw onvergankelijke geest is aanwezig in alles wat bestaat.
Daarom straft Gij de zondaars met mate en herinnert ze waarschuwend aan hun zonden, opdat ze hun boosheid ver- laten en trouw blijven aan U, Heer.
TWEEDE LEZING
tweede brief aan de tessalonicenzen 1, 11 — 2, 2
Broeders en zusters,
Telkens opnieuw bidden wij onze God, dat Hij u zijn roe- ping waardig maakt en al uw goede voornemens en elke daad van uw geloof met macht tot volkomenheid brengt.
Dan zal de Naam van onze Heer Jezus in u verheerlijkt wor- den — en gij in Hem — door de genade van onze God en de Heer Jezus Christus.
Wij moeten u echter verzoeken, broeders en zusters, in ver- band met de komst van onze Heer Jezus Christus en onze hereniging met Hem niet zo gauw uw bezinning te verlie- zen. Laat u toch niet opschrikken door profetieën of uitspra- ken of een brief die van ons afkomstig zouden zijn, en die beweren dat de dag van de Heer is aangebroken.
EVANGELIE
lucas 19, 1-10
In die tijd ging Jezus Jericho binnen. Terwijl Hij er door- heen trok, poogde een zekere Zacheüs, hoofdambtenaar bij het tolwezen en een rijk man, te zien wie Jezus was. Maar hij slaagde daarin niet vanwege de menigte, want hij was klein van gestalte. Om Hem toch te zien, liep hij hard vooruit en klom in een wilde vijgenboom, omdat Jezus daar langs zou komen.
Toen Jezus bij die plaats kwam, keek Hij omhoog en zei tot hem: „Zacheüs, kom vlug naar beneden, want vandaag moet Ik in uw huis te gast zijn.” Zacheüs kwam snel naar beneden en ontving Hem vol blijdschap. Allen zagen dat en merk- ten morrend op: „Hij is bij een zondaar zijn intrek gaan ne- men!”
Maar Zacheüs trad op de Heer toe en sprak: „Heer, bij deze schenk ik de helft van mijn bezit aan de armen; en als ik ie- mand iets afgeperst heb, geef ik het hem vierdubbel terug.”
Jezus sprak tot hem: „Vandaag is dit huis heil ten deel ge- vallen, want ook deze man is een zoon van Abraham. De Mensenzoon is immers gekomen om te zoeken, en om te redden wat verloren was.”
Schriftlezingen
© Katholieke Bijbelstichting Breda, www.bijbel.net
