Buidelbegeleiding : ouder en kind in verbinding,

DE BUIDELBEGELEIDING

CKG ‘t Kinderkasteeltje

 Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning

 Gesubsidieerd door Kind en Gezin

 23 CKG’s waarvan ‘t Kinderkasteeltje Nazareth met afdeling in Gentbrugge

 Doelgroep: Gezinnen met kinderen tussen 0 en 12 jaar

 Aanbod: 18 plaatsen langdurig residentieel

(NRT), mobiele begeleiding, Triple P groep en individueel, amberbegeleiding en

buidelbegeleiding

Wie werkt er in de afdeling?

 1 verantwoordelijke afdeling (4/5)

 1 gezinsbegeleidster (voltijds) en 1 gezinsbegeleidster (4/5)

 1 kindbegeleidster (4/5) en 1 kindbegeleidster (halftijds)

 1 logistiek medewerker (halftijds)

Binnen de buidelbegeleiding heeft elk gezin zijn eigen gezinsbegeleidster en kindbegeleidster. De gezinsbegeleidster is vooral gericht op de context, de kindbegeleidster op het kind en zijn ontwikkeling.

Samen begeleiden ze de interacties en de relatie.

Algemene info buidelwerking(1)

 Doel: ouder en kind werken samen aan het verbeteren van de opvoedingsrelatie

 Perspectief op verandering

 Rechtstreeks toegankelijke module, op vraag van de ouder

 Minimaal één contact per week met het gezin:

ouder – kindsessies en huisbezoeken vullen elkaar aan (zorg op maat)

 Ouder-kindsessies tijdens de kantooruren (laatste aanvangsuur 17.30u), huisbezoeken zijn ook ‘s avonds mogelijk

Algemene info buidelwerking(2)

 Doelstellingenplan samen met ouders opgesteld

 Begeleiding is gratis, voor uitstappen wordt een kleine bijdrage gevraagd

 Termijn: max. 1 jaar

 Wachtlijst

 Maximumcapaciteit: 10

 Doelgroep: sociale mix

Oorsprong

 Afdeling ontstond in 1999 met semi-residentiële werking

 Nood om met ouders én kinderen te werken

 Opleiding binnen ‘De Tuimel’, Berchem

 Experimenteerfase 2007 – 2010 met ouder-kindsessies en oudergroepswerking

 Conclusies:

- ouder- en kindsessies grote meerwaarde (zie verder) - gezinnen haakten af op formele groepswerking

- gebrek aan ruimte en tijd om rond de context te werken

 Sinds 2010: informele groepswerking werd behouden en de

combinatie van gesprek (via huisbezoek) en spelmomenten (via sessies in het centrum)wordt aangeboden op maat van elk gezin

Ouder- kindsessies (1)

 1 à 3 sessies per maand per gezin (zorg op maat)

 Duur van de sessies: 1,5 à 2 uur

 Vaste structuur: - onthaal: ventilatiemoment - spelmoment

- korte evaluatie en maken van volgende afspraak

 Voor de kinderen: ‘mijn buidelavontuur’

 broers en zusjes kunnen meekomen. Soms nemen zij deel aan de sessie, soms krijgen zij een aparte activiteit

aangeboden. Soms wordt er afgewisseld.

 Video-interactiebegeleiding is mogelijk

Ouder- kindsessies (2)

 Spelmoment:

- activiteit op niveau van het kind (spelen op de mat en met divers spelmateriaal, knutselen,

koken, gezelschapsspelen, rollenspel, fantasiespel,…)

- samen met ouder en kind werken rond een thema (aan de hand van gevoelsdozen, duplo- poppetjes, …)

- snoezelen, sherborne

- mogelijkheid tot het afnemen van ontwikkelingsschalen

 Activiteit wordt gekozen door het gezin zelf (spelmap en spelfiches)

Meerwaarde van ouder- kindsessies (1)

 De ouder investeert in het kind = relatiebevorderend

 Werken aan basisvertrouwen door samen te

‘doen’ op kindniveau. Begeleider blijft op de achtergrond

 Even weg uit de dagdagelijkse

‘beslommeringen’

 Randfactoren binnen de gezinscontext worden weggefilterd (vrienden op bezoek, telefoons, beperkt spelmateriaal, ruimtelijke chaos,…).

Alle condities om tot een positief spelmoment (en dus succeservaring) te komen zijn vervuld.

Meerwaarde van ouder- kindsessies (2)

 Samen tot rust komen (door bvb snoezelen) en elkaar proberen aanvoelen (door o.m.

sherborne) verhoogt de sensitieve responsiviteit/hechting

 Spel als oefenterrein voor de ontwikkeling van motorische, cognitieve, taal-, emotionele en sociale vaardigheden

 Spel als barometer. Het kind toont in zijn spel wat hem bezig houdt. Het geeft ouders zicht op de innerlijke wereld van hun kind.

Meerwaarde van ouder- kindsessies (3)

 Concreet inspelen op interacties is mogelijk (observatie en training)

 Ouders laten modelling gemakkelijker toe (CKG is niet hun terrein)

 Ouders en kinderen weten heel duidelijk wat van hen verwacht wordt als ze naar het

centrum komen (belang van duidelijkheid en voorspelbaarheid)

 In afbouwfase zijn sessies aan huis mogelijk (transfer)

Gesprek

 Ouder-kindsessies worden aangevuld met huisbezoeken tot 1 contact per week. (1 à 3 per maand op maat van het gezin)

 Duur: 1 à 1,5 uur

 Hoofdmethodiek tijdens de huisbezoeken is gesprek: evaluaties, bespreken van

doelstellingenplannen, ventilatie, mogelijkheid om met de context aan de slag te gaan,

pedagogisch advies,…

 Gebeurt al dan niet in aanwezigheid van het kind

Informele groepswerking

 Er worden vaak feestjes en uitstappen

georganiseerd waar alle gezinnen kunnen aan deelnemen.

 Op jaarbasis gaan zo’n 12 activiteiten door (hoofdzakelijk tijdens vakantieperiodes).

 Doel: Ontmoeting binnen een ontspannen sfeer, uitwisseling van ervaringen tussen ouders mbt opvoeding van de kinderen,

modelling, uitbouwen van sociaal netwerk, observatie van ouders en kinderen in groep

Resultaten

 Sinds juni 2010 gestart met resultatenpeiling

 Voorlopige conclusie: overwegend positieve resultaten

 Begeleidingen worden afgerond binnen de termijn van één jaar, heel uitzonderlijk wordt deze termijn

overschreden.

 De meeste gezinnen gaan na de buidelbegeleiding verder zonder enige andere vorm van begeleiding

 Weinig heraanmeldingen

 Bij 2/3 begeleidingen is er bij afronding expliciet

sprake van een verbeterde interactie, vermindering van probleemgedrag en/of positieve evolutie van de opvoedingsvaardigheden

Casus (1)

 Gezin met twee kinderen van 4 en 12 jaar. De kinderen hebben dezelfde mama en een verschillende papa. Ze wonen op een klein appartement, financieel moeilijk. Mama meldt opvoedingsproblemen met jongen van 4.

De jongen volgt reeds revalidatie voor een ontwikkelingsvertraging. Mama is van marokkaanse afkomst, haar relatie met gezin van herkomst verloopt niet evident. Mama voelt zich door hen afgewezen. Papa van de jongste is weinig betrokken op de opvoeding, de jongen van 12 wordt reeds

opgevolgd vanuit Bijzondere Jeugdzorg omwille van problematisch gedrag en de thuissituatie bij de papa (alcoholproblematiek). Mama twijfelt heel erg aan zichzelf, heeft schrik om de greep op haar jongste kind (ook) te

verliezen, heeft schrik dat de buitenwereld haar een slechte mama vindt, voelt zich nergens gesteund in de opvoeding, heeft het gevoel dat het haar allemaal te veel wordt, dat ze er de problemen met de jongste echt niet kan bijnemen, doet hem daarom zo vaak als ze kan naar de opvang.

 In het begin van de begeleiding zagen we een mama die ‘op’ was, veel

nood aan ventilatie, focus op negatief gedrag van haar zoontje, die heel erg terugviel op de begeleidsters om pedagogisch op te treden

(machteloosheid), die nog weinig in interactie ging met haar kind.

Casus (2)

 Onze doelstellingen waren: mama ziet de noden van haar kind, focus verleggen op het positief gedrag, interacties tussen mama en zoon

bevorderen, mama voelt zich zekerder en sterker in haar rol als ouder. We probeerden hieraan te werken door mama ruimte te laten om te ventileren (huisbezoeken), door samen met haar op zoek te gaan naar wat haar

ouderschap beïnvloedt (eigen gezin van herkomst, functie en rol van de vaders), haar heel hard te gaan bekrachtigen bij positieve interacties met haar kind, te focussen op het positief gedrag van de jongen (video-

interactie), mama en zoon via de spelsessies de kans te geven met elkaar in verbinding te gaan op een manier die ze voordien niet gewoon waren.

 Momenteel is het gezin bijna 1 jaar in begeleiding. We zien nu een mama die meer en meer zelf handelt tav haar zoon en veel minder aan de

begeleiding overlaat, we zien een afname van probleemgedrag bij de jongen en we zien vooral het enthousiasme van beiden wanneer ze op sessie mogen komen. Beiden kunnen nu heel erg genieten van de

momenten samen. Mama heeft intussen ook besloten om begeleiding voor zichzelf op te starten bij het CAW. Papa hebben we jammer genoeg niet bij de begeleiding kunnen betrekken. Mama geeft aan dat het thuis goed loopt met de jongen, de begeleiding bij ons wordt binnenkort afgesloten.

Vragen

Alvast bedankt voor jullie aandacht en interesse!

Contactgegevens

 CKG ‘t Kinderkasteeltje

Jacob Van Arteveldestraat 20 9050 Gentbrugge

 09/2304794

 kinderkasteeltjegentbrugge@kinderkasteeltje.

be

 www.kinderkasteeltje.be