8 MR magazine, nummer 5, september 2015
Flexibiliteit en maatwerk
NIEUWE REGELING ONDERWIJSTIJD
Over de urennorm in het voortgezet onderwijs is veel te doen ge- weest. Wie herinnert zich niet de massale leerlingenstakingen en de- monstraties tegen de ophokuren? Door de nieuwe regelgeving per 1 augustus 2015 die de normen voor de onderwijstijd vereenvoudigt en moderniseert, komt hier verandering in. De nieuwe wet heeft ook gevolgen voor de Wet medezeggenschap op scholen (Wms).
Hilde Mertens
O
mdat de regels over de onder- wijstijd als te complex en rigi- de werden ervaren, is in het Nationaal Onderwijsakkoord in 2013 af- gesproken de wettelijke onderwijsnormen te vereenvoudigen en te moderniseren.De nieuwe wet biedt scholen meer ruim- te voor eigen beleid bij de invulling, spreiding en planning van de onderwijs- tijd. Er is ook maximale ruimte voor maatwerk voor leerlingen. Daarbij staat de kwaliteit van het onderwijs centraal in plaats van het tellen van uren. Dit moet leiden tot minder regeldruk op het ge- bied van onderwijstijd.
Wat is onderwijstijd?
Op een school vinden vele activiteiten plaats. Sommige daarvan vallen onder de onderwijstijd, andere niet. In de toelich- ting bij de nieuwe wet staat hierover het volgende:
- Het moet gaan om (onderwijs)activitei- ten verzorgd door en onder verantwoor- delijkheid van diegenen die op grond van de wet op het voortgezet onderwijs mo-
gen verzorgen.
- De onderwijstijd wordt onder verant- woordelijkheid van de school bewust ge- pland en verzorgd. De school is verant- woordelijk voor de vormgeving, uitvoering en evaluatie van het onder- wijsprogramma en daarmee van het leer- proces, de socialisering en de (maat- schappelijke en persoonlijke) vorming van leerlingen.
- Op schoolniveau spreken de professio- nals af welke soorten onderwijsactivitei- ten onderwijstijd zijn. De mr moet hier- mee instemmen.
Veranderingen
De belangrijkste wijziging voor het voortgezet onderwijs is dat de wettelijke urennorm per leerjaar en leerling is afge- schaft. Daarvoor in de plaats is een uren- norm per opleiding gekomen. De uren- normen van 1040, 1000 of 700 uur per leerjaar zijn vervangen door 5700 uur (vwo), 4700 uur (havo) en 3700 uur (vmbo en mavo). Dit is geregeld in het nieuwe artikel 6g van de Wet op het
voortgezet onderwijs (WVO). Alleen in het praktijkonderwijs en in de uitstroom- profielen arbeidsmarkt en dagbesteding in het voortgezet speciaal onderwijs (vso) is de norm van 1000 klokuren per jaar gehandhaafd. Ook is het minimum aantal dagen per jaar (189) dat lesgegeven wordt hetzelfde gebleven. In het laatste leerjaar behoeft echter geen onderwijs te worden verzorgd vanaf de aanvang van het eerste tijdvak waarin het centraal exa- men wordt afgenomen. Wat betreft de opvang van leerlingen bij lesuitval kan in de nieuwe wet de lesuitval in het ene schooljaar worden opgevangen in het volgende schooljaar. Dit voorkomt piek- belasting in werkdruk, ‘planningskramp’
en ophokuren.
Meer maatwerk
De scholieren op het Museumplein, die destijds protesteerden tegen de op- hokuren en riepen om een nieuwe rege- ling, hebben dit misschien niet durven dromen: de nieuwe regeling maakt het mogelijk voor een individuele leerling af
MR magazine, nummer 5, september 2015 9
te wijken van de normen die voor de op- leiding gelden. Dat geeft ruimte voor maatwerk voor leerlingen met achter- stand en voor excellente leerlingen. De school kan bijvoorbeeld voor een bepaald vak waarvoor drie uur ingeroosterd is, twee uur inzetten. De leerling kan de overige tijd aan een andere activiteit be- steden. Er is ook ruimte voor didactische variatie, zoals begeleide zelfstudie, e-lear- ning, praktijkleren, extra ondersteuning of extra uitdagende opdrachten.
Wms gewijzigd
De nieuwe regelgeving heeft geleid tot een technische wijziging in de Wms: de artikelen 8, 10, 13 en 14 in de Wms ver- wijzen nu naar artikel 6g WVO, waarin de nieuwe regeling over de onderwijstijd is opgenomen. Technisch een kleine wij- ziging, maar niet zonder inhoudelijke ge- volgen voor de medezeggenschap! Op scholen kunnen verschillende ideeën le- ven over welke vormen van onderwijs al dan niet als onderwijstijd of als aanvaard- bare invulling van lesuitval zijn aan te merken. De school moet de keuzes nu met instemming van de mr bewust en transparant maken. De nieuwe regeling van de onderwijstijd kan niet alleen lei- den tot wijzigingen van de invulling van
de onderwijstijd en het lesuitvalbeleid, maar ook tot wijzigingen van de vakan- tieregeling, de planning en invulling van de roostervrije dagen, het lesrooster en het taakbeleid. Allemaal onderwerpen waaraan de (g)mr, het ouder/leerlingdeel of het personeelsdeel instemming moeten verlenen of waarover hun advies moet worden gevraagd.
Transitieplan cao
In de cao voor het voortgezet onderwijs voor 2014-2015 is geanticipeerd op de nieuwe regeling. In artikel 8.4 van deze, inmiddels niet meer geldende, cao was geregeld dat het bevoegd gezag van de school in een transitieplan vastlegt wat de wet op de onderwijstijd betekent voor de onderwijsplanning van de school. Volgens de cao had dit transitieplan al voor 1 mei 2015 moeten zijn vastgesteld. In het tran- sitieplan moet staan wat de gevolgen van de nieuwe wet zijn voor het werkgelegen- heidsbehoud, de lessentabel, het aantal lessen dat maximaal aan een leraar kan worden opgedragen (taakbeleid), de spreiding van de lesweken over de 37,8 onderwijsweken die beschikbaar zijn voor onderwijs, de klassengrootte en de werk- druk. De personeelsgeleding heeft in- stemmingsrecht op dit transitieplan.
Door de nieuwe wet is er nu dus fl exibili- teit en maatwerk in de onderwijstijd ge- komen. Dat betekent voor zowel het schoolbestuur als de medezeggenschap:
werk aan de winkel!
Bevoegdheden
Welke bevoegdheden van de medezeg- genschap raken aan de onderwijstijd?
De (g)mr heeft:
o instemmingsrecht op de planning van de roostervrije dagen
o adviesrecht over het lesrooster in het voortgezet onderwijs
o adviesrecht over de vakantieregeling o recht op informatie over de invulling en spreiding van uren binnen het onderwijs- programma over verschillende leerjaren o recht op informatie over de daadwerke- lijk verzorgde uren per schooljaar.
De ouder/leerlinggeleding heeft:
o instemmingsrecht op de invulling van de onderwijstijd: het totaal aantal uren en het soort activiteiten dat als onderwijstijd wordt geprogrammeerd
o instemmingsrecht op het lesuitvalbe- leid.
De personeelsgeleding heeft:
o instemmingsrecht op de invulling van de roostervrije dagen
o instemmingsrecht op het taakbeleid o instemmingsrecht op het transitieplan.
<
LAKS-folder
LAKS-voorzitter Andrej Josic is blij met de nieuwe regeling. ‘Die kan ervoor zorgen dat de ophokuren tot het verleden behoren. Zeker in combinatie met de wij- zigingen in de Wms, waardoor de ouder- en leerling- geleding moeten instemmen met het vaststellen van de kwantitatieve en kwalitatieve invulling van onder- wijstijd en het lesuitvalbeleid.’ Daarnaast juicht het LAKS de mogelijkheden voor gedifferentieerd leren en maatwerk toe. Josic: ‘Maar het is wel een pittige opgave voor scholieren in de mr om de volledige po- tentie uit de nieuwe regeling te halen. Voorlichting over de mogelijkheden en de nieuwe taken zijn dan ook erg belangrijk. In het najaar publiceren we een folder om scholieren hierbij vast op weg te helpen.’
Mr. Hilde Mertens is directeur/
bestuurder van Stichting Onder- wijsgeschillen te Utrecht.
Zie ook www.infowms.nl Andrej Josic