• No results found

Vergunninghouder. Watervergunning met gedeeltelijke weigering. voor het wijzigen van een steiger ter hoogte van Horndijk 18 in Loosdrecht

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Vergunninghouder. Watervergunning met gedeeltelijke weigering. voor het wijzigen van een steiger ter hoogte van Horndijk 18 in Loosdrecht"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Watervergunning met gedeeltelijke weigering

voor het wijzigen van een steiger ter hoogte van Horndijk 18 in Loosdrecht

Zaaknummer WN2018-002012

(2)

2/11

Inhoud

Samenvatting 3

1 Besluit 4

2 Voorschriften 5

2.1 Algemeen 5

2.2 Voorschriften voor activiteiten in of nabij oppervlaktewater 5

3 Aanleiding 6

3.1 Algemeen 6

3.2 Aangevraagde handelingen 6

3.3 Waterstaatkundige informatie 6

4 Overwegingen 7

4.1 Toetsingskader 7

4.2 Voor het uitvoeren van handelingen in een watersysteem of beschermingszone 7

5 Procedure 9

5.1 Aanvraag en aanvullingen 9

5.2 Procedure 9

5.3 Uitgebreide procedure 10

6 Mededelingen 11

(3)

Samenvatting

Op 15 maart 2018 ontvingen wij een aanvraag voor een vergunning (op grond van de Waterwet (hoofdstuk 6)) van vergunninghouder, Horndijk 18, 1231 NW Loosdrecht.

Wij behandelen deze aanvraag namens het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV). We hebben de aanvraag geregistreerd onder zaaknummer WN2018-002012.

De aanvraag betreft het vernieuwen en het uitbreiden van een bestaande steiger:

− het vernieuwen betreft het vervangen van rotte en kapotte planken welke al 22 jaar oud waren.

Ook zijn extra palen ter ondersteuning bijgeplaatst onder het steigerdek;

− het uitbreiden betreft de uitbreiding van het steigeroppervlak met 1,8 m2 langs de oever en 7,6 m2 aan de vingersteiger.

Conclusie

De aangevraagde vergunning wordt verleend voor zover dit het vernieuwen van de oude steiger be- treft. In het vervolg van deze vergunning staat waarom. Aan de vergunning moeten wij voorschriften verbinden, om de doelen en belangen van de Waterwet te beschermen (artikel 2.1).

De aangevraagde vergunning wordt geweigerd voor zover dit de uitbreiding van de oude steiger be- treft, omdat anders de belangen die de Waterwet beschermt worden geschaad, ook als wij voorschrif- ten aan de vergunning zouden verbinden (artikel 2.1).

(4)

4/11

1 Besluit

Het dagelijks bestuur van AGV besluit als volgt:

I. De gevraagde vergunning aan vergunninghouder, Horndijk 18, 1231 NW Loosdrecht te verle- nen voor het vernieuwen van de oude steiger (voor zover dit het niet gearceerde oppervlak be- treft op de tekening “Plattegrond huidige situatie” met kenmerk DMS2018-0022768), ter hoogte van Horndijk 18 in Loosdrecht.

II. De gevraagde vergunning te weigeren voor zover deze betrekking heeft op het uitbreiden van de steiger (het gearceerde oppervlak op de tekening “Plattegrond huidige situatie” met kenmerk DMS2018-0022768).

III. De tekeningen van de steiger (kenmerk DMS2018-0022768) maken deel uit van dit besluit.

IV. Aan de vergunning de in hoofdstuk 2 opgenomen voorschriften te verbinden, om de doelen en belangen van de Waterwet te waarborgen (artikel 2.1).

Bij het tot stand komen van dit besluit hebben wij rekening gehouden met de Waterwet, het Water- besluit, de Waterregeling, de Keur AGV 2017 en de Algemene wet bestuursrecht. Hoe wij hier reke- ning mee gehouden hebben staat in het hoofdstuk 4 Overwegingen. In artikel 1.1 van de Keur AGV 2017 worden de in dit besluit gebruikte begrippen toegelicht.

Namens het dagelijks bestuur van AGV,

K. van Hees, senior medewerker Vergunningen

Wij hebben de gemeente Wijdemeren geïnformeerd over dit besluit.

(5)

2 Voorschriften

2.1 Algemeen

voorschrift 1 Contactpersonen aanwijzen

1.1 De vergunninghouder moet een of meer personen aanwijzen die erop toezien dat de vergun- ningvoorschriften worden nageleefd.

voorschrift 2 Beheer en onderhoud

2.1 Bij gehele of gedeeltelijke vervanging, opruiming of vernieuwing van de steiger, moeten de onderdelen van de bestaande werken die geen functie meer hebben, geheel worden verwijderd.

2.2 Voorschriften voor activiteiten in of nabij oppervlaktewater voorschrift 3 Oppervlaktewater algemeen

3.1 Tijdens de uitvoering van de werken mag de doorstroming van het oppervlaktewater niet wor- den gestremd of belemmerd.

3.2 De oevers van het oppervlaktewater, moeten (ter plaatse van het de steiger) erosiebestendig worden afgewerkt.

3.3 Na het gereedkomen moeten alle door de werkzaamheden ontstane beschadigingen aan de oevers of de waterbodem worden hersteld en moeten verondiepingen of vernauwingen van het oppervlaktewater worden verwijderd.

(6)

6/11

3 Aanleiding

3.1 Algemeen

Dit hoofdstuk beschrijft welke handelingen in de aanvraag staan en welke wet- en regelgeving van toepassing is.

Omschrijving

De aanvraag betreft het vernieuwen en het uitbreiden van een bestaande steiger. De werkzaamheden zijn reeds, zonder dat hiervoor vergunning was verleend door AGV, uitgevoerd:

− het vernieuwen betreft het vervangen van rotte en kapotte planken welke al 22 jaar oud waren.

Ook zijn extra palen ter ondersteuning bijgeplaatst onder het steigerdek;

− het uitbreiden betreft de uitbreiding van het steigeroppervlak met 1,8 m2 langs de oever en 7,6 m2 aan de vingersteiger.

3.2 Aangevraagde handelingen

De aanvraag betreft het uitvoeren van de volgende activiteiten in een watersysteem of beschermings- zone:

− het wijzigen (vernieuwen en uitbreiden) van een steiger in secundair water.

Voor deze handelingen is een vergunning nodig op grond van de volgende regelgeving:

− artikel 4.10 lid 1 onder i van de Keur AGV 2017.

3.3 Waterstaatkundige informatie

De wateren waarin deze handelingen worden uitgevoerd behoren tot de categorie secundaire wateren met een beschermingszone van 0,4 m vanuit de insteek van de taluds.

(7)

4 Overwegingen

4.1 Toetsingskader

Bij het toetsen van vergunningaanvragen beoordelen wij of die aanvragen verenigbaar zijn met de volgende doelstellingen voor het waterbeheer (Waterwet, artikel 2.1):

a. Overstromingen, wateroverlast en waterschaarste moeten worden voorkomen en waar nodig worden beperkt;

b. De chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen moet worden beschermd en zo mogelijk verbeterd;

c. Vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen.

Daarnaast moeten wij bij het toetsen van aanvragen rekening houden met de doelstellingen uit Euro- pese Kaderrichtlijn Water (KRW). De doelstelling van de KRW is dat uiterlijk in 2027 de kwaliteit van alle wateren van de Europese lidstaten zowel chemisch (schoon) als ecologisch (gezond) op orde moet zijn.

Als de belangen van het waterbeheer niet voldoende worden beschermd door voorschriften of beperkingen aan de vergunning te verbinden, dan moet de vergunning worden geweigerd.

De doelstellingen zijn uitgewerkt in normen en beleid voor veiligheid, waterkwantiteit, waterkwaliteit en de maatschappelijke functie van watersystemen. Deze normen en dit beleid zijn vastgelegd in de Waterwet, in aanvullende regelgeving, in water- en beheerplannen op grond van de Waterwet en in beleidsregels, zoals de Keur AGV 2017 en de bijbehorende Beleidsregels Keurvergunningen.

AGV gebruikt het bovengenoemde toetsingskader voor toetsing van de aanvraag aan de doelstellingen van het waterbeheer.

4.2 Voor het uitvoeren van handelingen in een watersysteem of beschermingszone

De aangevraagde handelingen zijn getoetst aan de Beleidsregels Keurvergunningen van AGV. In de onderstaande tabel staat de beleidsregel waaraan getoetst wordt in deze paragraaf.

Tabel: toetsing aan Beleidsregels Keurvergunningen van AGV

Handeling Getoetst aan Beleidsregels Keurvergun-

ningen:

Resultaat Maatschappelijk belang Werken in en nabij wateren Hoofdstuk 10 Beleidsregel 10.1 Voldoet

deels niet

n.v.t.

Overwegingen

Uit de toetsing blijkt dat de vergunning voor zover dit de uitbreiding van de steiger betreft moet worden geweigerd omdat:

− een randvoorwaarde uit de Beleidsregels Keurvergunningen om vergunning te kunnen verlenen is:

‘Steigers met een oppervlakte groter dan 18 m2 leiden niet - door beschaduwing of verduistering - tot verslechtering van de ecologische waarden’ In dit geval treedt door beschaduwing en verduiste- ring een verslechtering van deze waarden op;

− daarmee samenhangend brengt de vergrote steiger het bereiken van een goede toestand van het oppervlaktewater respectievelijk een goed ecologisch potentieel (GEP) en een goede chemische toestand (GCT) van het KRW-waterlichaam ‘Loosdrechtse Plassen’ vóór 2027 in gevaar.

(8)

8/11 Een nadere onderbouwing is als volgt:

− De aanvraag betreft de uitbreiding van een steiger in de Vuntus. Deze plas behoort tot het KRW- waterlichaam ‘Loosdrechtse Plassen’. Op dit moment voldoet de toestand van dit waterlichaam nog niet aan de doelstellingen die uiterlijk 2027 moeten worden bereikt. De huidige KRW-toestand voor de macrofauna scoort ‘matig’, overige waterflora ‘ontoereikend’, vis ‘slecht’ en fytoplankton ‘ontoe- reikend’.

− De afgelopen jaren is al het nodige geïnvesteerd in de verbetering van de waterkwaliteit in de Loosdrechtse Plassen, o.a. door het aanleggen van natuurvriendelijke oevers. Ook de komende ja- ren wordt er geïnvesteerd. Er wordt meer dan 6 miljoen euro uitgegeven aan waterkwaliteitsmaat- regelen om de goede ecologische toestand in 2027 te halen.

− Een belangrijke oorzaak van de slechte waterkwaliteit vormt het doorzicht. Voor een goede water- kwaliteit zijn onderwaterplanten nodig. De onderwaterplanten zorgen weer voor een geschikte leef- omgeving (habitat) voor vis en macrofauna. Planten hebben licht nodig om te groeien. Algen, be- schaduwing door bomen en verduistering door steigers zorgen nu voor een onvoldoende lichtinval.

Daarom zijn veel maatregelen gericht op het verbeteren van het doorzicht zodat de waterkwaliteit kan herstellen. Als het tegenovergestelde gebeurt, namelijk als het steigeroppervlak toeneemt, brengt dit het op tijd behalen van de ecologische doelen in gevaar.

− Met name het ondiepe areaal van de plassen is in potentie ecologisch waardevol voor onderwater- planten. De diepere delen zijn dat in mindere mate. In de Vuntus is het percentage ondiep opper- vlak erg klein (en daarmee schaars). De aangevraagde steiger staat juist in zo’n ondiepe (potenti- eel ecologisch waardevolle) zone. Bovendien staan er aan de zijde van de Horndijk al veel stei- gers. Deze vormen gezamenlijk (cumulatief) een aanzienlijke belemmering voor het behalen van een goede waterkwaliteit. Iedere nieuwe steiger of uitbreiding van een steiger zorgt dan ook voor een extra belemmering voor het behalen deze doelstelling. De steiger die in dit geval wordt uitge- breid is al groter dan 18 m2 en gezien bovenstaande resulteert uitbreiding hiervan in een verslech- tering van de ecologische waarden.

Het vernieuwen van de steiger (voor zover dit het oude steigeroppervlak betreft) brengt geen achter- uitgang van ecologische waarden teweeg. Gevolgen voor de doorstroming (als gevolg van de extra geplaatste palen) zijn niet aan de orde, omdat het een plas betreft en geen lijnvormig water.

Conclusie

De vergunning voor het vernieuwen van de oude steiger kan worden verleend, omdat uit de boven- staande toetsing blijkt dat voldoende invulling is gegeven aan de beleidsregel.

De vergunning voor het uitbreiden van de steiger kan niet worden verleend, omdat uit de bovenstaan- de toetsing blijkt dat niet voldoende invulling is gegeven aan de beleidsregel en genoemde randvoor- waarde. De werkzaamheden zijn reeds uitgevoerd zonder dat hiervoor vergunning is verleend, en gelet op dit besluit kan er voor deze werkzaamheden geen vergunning verleend worden. Dit betekent dat de vergunninghouder de werkzaamheden ongedaan moet maken.

(9)

5 Procedure

5.1 Aanvraag en aanvullingen

De aanvraag is op 15 maart 2018 bij Waternet ingediend. Waternet heeft burgemeester en wethouders van gemeente Wijdemeren van de aanvraag in kennis gesteld (Wtw artikel 6.15).

De aanvraag omvat de volgende stukken:

− aanvraagformulier watervergunning met OLO 3545163 met kenmerk DMS2018-0012743;

− tekening steiger en terras met kenmerk DMS2018-0012742.

De aanvraag is op 25 mei 2018 aangevuld met:

− e-mail met kenmerk DMS2018-0022764;

− tekeningen steiger van Architectenbureau APART met kenmerk DMS2018-0022768.

De aanvrager is per brief van 7 mei 2018 (kenmerk: DMS2018-0017023) verteld dat de aanvraag nog onvoldoende gegevens bevat om deze in behandeling te kunnen nemen. Daarbij is aanvrager in de gelegenheid gesteld de aanvraag aan te vullen voor 5 juni 2018 (op grond van de Algemene wet be- stuursrecht, hierna Awb, artikel 4.5).

De laatste ontbrekende gegevens zijn op 25 mei 2018 ontvangen en geregistreerd. Daarmee is de procedure opgeschort met 18 dagen.

Op 26 juni 2018 lieten wij de aanvrager weten dat wij de behandeltermijn van de vergunning met acht weken hadden verlengd (op grond van de Awb (artikel 4.14 lid 3) en de Keur AGV 2017 (artikel 4.21 lid 3)).

5.2 Procedure

De voorbereiding van de vergunning op grond van de Waterwet heeft plaatsgevonden volgens Awb (afdeling 4.1.2).

De aanvrager is op 17 juli 2018 per brief (kenmerk: DMS2018-0028937) in de gelegenheid gesteld een zienswijze naar voren te brengen over het voornemen de vergunning gedeeltelijk te weigeren.

In een e-mail van 27 juli 2018 heeft de aanvrager de volgende zienswijze naar voren gebracht:

In de motivering van de afwijzing zitten een aantal onduidelijkheden voor de aanvrager. De aanvrager vraagt zich af waar het argument dat de ecologische waarden verslechteren door de uitbreiding op gebaseerd is. De aanvrager neemt aan dat er naar de specifieke situatie bij zijn oever is gekeken en niet naar de Vuntusplas in zijn geheel. Volgens de aanvrager zou dat bij een plas van deze omvang namelijk zeer onwenselijke gelijktrekkingen van ongelijke situaties in de hand werken. Volgens de aanvrager groeien er bij het gehele oppervlakte van het water nabij zijn perceel geen onderwaterplan- ten en hebben deze er ook nooit gegroeid. “Decennia geleden lag hier alleen maar bagger en tot op heden is dat niet anders. De gemeente/Waternet heeft hier al gebaggerd en de aanvrager heeft zelf ook een baggeraar laten komen om het uit te laten baggeren, maar deze bagger keert elke keer op zeer korte termijn terug.”

“Het betreft hier ook het grote oppervlak waar geen steigers liggen, dus van enige belemmering van de groei van onderwaterplanten is dan ook totaal geen sprake. Voorts is de Vuntusplas een zeer ondiepe plas met midden op de plas, maar ook zeker aan de oevers zeer veel ondiep oppervlak.” Aldus de aanvrager.

(10)

10/11 Ook vraagt de aanvrager zich af hoe het mogelijk is dat er alleen al op de Horndijk in de afgelopen

jaren aanwijsbaar meerdere steigers zijn toegelaten die de grens van 18 m2 significant overschrijden en dus in strijd zouden zijn met de ecologische waarden. Wanneer dit bekeken wordt vanaf het mo- ment van inwerkingtreding van de KRW en de voorganger van de Keur 2017 stijgt dit aantal zijns in- ziens overigens significant.

Verder vraagt de aanvrager zich af aan welke genoemde randvoorwaarden in de Beleidsregels Keur- vergunningen onvoldoende invulling is gegeven om de vergunning te kunnen verlenen. Bij onze oever is er geen sprake van enige oeverbeschoeiing. De aanvrager is juist van mening dat de golfvorming die ontstaat bij oeverbeschoeiing zeer slecht is voor de waterkwaliteit, dus daarom heeft hij juist voor deze natuurlijke oplossing gekozen. Dit lijkt de aanvrager een zeer zwaarwegende randvoorwaarde.

De aanvrager verneemt het graag als er andere randvoorwaarden zijn waar hij invulling aan kan geven om zo aan de ecologische waarden bij te dragen en goedkeuring te krijgen voor de uitbreiding.

Overwegingen naar aanleiding van zienswijze

Voor deze zienswijze wordt door ons het volgende overwogen:

De relevante randvoorwaarde uit de Beleidsregels Keurvergunningen is: ‘Steigers met een oppervlakte groter dan 18 m2 leiden niet – door beschaduwing of verduistering – tot verslechtering van de ecolo- gische waarden’. Er is sprake van een verslechtering van de ecologische waarde als de aangevraagde handeling een achteruitgang van de toestand van een oppervlaktewaterlichaam kan teweegbrengen of het bereiken van een goede toestand van het oppervlaktewater respectievelijk een goed ecologisch potentieel (GEP) en een goede chemische toestand (GCT) van dat water vóór 2027 in gevaar brengt.

Bij het begrip ‘ecologische waarde’ gaat het niet alleen om de huidige ecologische toestand, maar ook of de ecologische potentie verslechtert (in relatie tot het bereiken van een goede toestand). Dat base- ren we op het feit dat er onder verduisterd oppervlak geen planten kunnen groeien en AGV vanwege de KRW-doelen de ambitie heeft dat er onderwaterplanten gaan groeien in de Vuntus. In dit geval ligt de steiger langs de oever boven de ondiepe zone in de plas en er kan geen licht door de steiger heen komen. Het is in ieder watersysteem belangrijk om juist de ondiepere, ecologisch relevante zones zo min mogelijk verduisterende objecten op het water te leggen. De aanvraag is bekeken in samenhang met de ecologie (en de ecologische doelen) voor de Vuntus als geheel. Alle ondiepere locaties in de Vuntus beschouwt AGV als ecologisch relevant areaal. In de Loosdrechtse plassen en de Vuntus wordt door AGV enorm geïnvesteerd in maatregelen om de ecologie te verbeteren. Daarmee verwacht AGV dat waterplanten zich zullen herstellen. Verduistering vormt een belemmering van dit herstel. Het gaat dus niet alleen om een oordeel van de huidige situatie, maar ook om het effect van de steiger op het behalen van onze ecologische doelen.

De Vuntus plas is niet dusdanig ondiep, dat overal licht op de waterbodem valt. De ondiepe zones waar licht op de waterbodem valt waar waterplanten kunnen groeien (het ecologisch relevante areaal) zijn juist beperkt tot overwegend de oeverzones. Dit blijkt uit een kaart waarop het percentage licht dat op de bodem valt is weergegeven voor de Vuntus plas.

De zienswijze heeft voor ons niet geleid tot aanpassing van het voornemen, omdat wij vasthouden aan het standpunt dat uitbreiding van de steiger resulteert in een verslechtering van ecologische waarden (en in het bijzonder de ecologische potentie van het areaal) als gevolg van beschaduwing en verduis- tering van het wateroppervlak.

5.3 Uitgebreide procedure

De voorbereiding van de vergunning op grond van de Waterwet heeft plaatsgevonden volgens de Awb (afdeling 3.4).

(11)

6 Mededelingen

Belanghebbenden kunnen, met ingang van de dag na de dag dat dit besluit ter inzage is gelegd, gedu- rende zes weken een bezwaarschrift indienen tegen dit besluit (op grond van de Awb). Bezwaarschrif- ten stuurt u (samen met een afschrift van dit besluit) naar:

− Waternet

Afdeling Juridische Zaken Postbus 94370

1090 GJ Amsterdam.

U moet het bezwaarschrift ondertekenen en het bevat ten minste:

− de naam en het adres van de indiener van het bezwaarschrift;

− een dagtekening (datum);

− een omschrijving van de beschikking, waartegen het bezwaar is gericht;

− de gronden (motivering) van het bezwaar.

Behandeling van het bezwaar is kosteloos.

Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking. Het indienen van een bezwaarschrift schort de werking van dit besluit niet (Awb artikel 6:16). Als u tijdig bezwaar instelt, kunt u (tegen kosten) ook een verzoek indienen om een voorlopige voorziening. Dit verzoek moet u richten aan de Voorzieningenrechter van de sector Bestuursrecht van de rechtbank Amsterdam. Ook dit kan digitaal via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht.aspx (DigiD nodig; zie de site voor de voorwaarden).

Overige mededelingen

− De vernieuwde steiger gaat deel uitmaken van het watersysteem waarvoor AGV het bevoegd ge- zag is. Dit betekent dat de Keur AGV 2017 hierop van toepassing is.

− AGV kan de vergunninghouder verplichten de werken waarvoor vergunning is verleend, te wijzigen of verwijderen. Dit kan gebeuren in verband met werken die AGV zelf uitvoert of werkzaamheden in het belang van de waterstaat. Blijkt dat de vergunninghouder hierdoor schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijs niet (geheel) voor zijn rekening behoort te blijven en waarvan de vergoeding niet of niet voldoende op een andere wijze is verzekerd? Dan kan het bestuur van AGV hem op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding in geld of op andere wijze toekennen.

− De vergunninghouder moet er rekening mee houden dat er naast deze vergunning, voor de hande- lingen waarop de vergunning betrekking heeft, ook een vergunning- en een meldingsplicht kan zijn op grond van andere wetten, verordeningen en algemene regels.

− Het hebben van deze vergunning ontslaat de vergunninghouder niet van de verplichting om de redelijkerwijs mogelijke maatregelen te treffen om te voorkomen dat derden of AGV schade lijden als gevolg van het gebruik van de vergunning.

− Als deze vergunning niet binnen drie jaar na dit besluit in gebruik is, dan kunnen wij deze intrekken.

− De vergunning geldt voor de vergunninghouder en diens rechtsopvolgers. Deze moeten de over- gang binnen vier weken na rechtsopvolging schriftelijk melden bij Waternet (afdeling Vergunnin- gen, Toezicht en Handhaving).

− Als er nadelige gevolgen of schade ontstaan voor derden door de werkzaamheden, kan AGV on- middellijk aanvullende voorwaarden voorschrijven voor het nemen van compenserende maatrege- len. De vergunninghouder is verplicht bij nadelige gevolgen of schade voor derden door de werk- zaamheden, maatregelen te nemen om deze op te heffen of te compenseren.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

- Woningcorporatie Wold & Waard - N.V.. Het grondwater mag slechts op een diepte van 100-115 meter beneden het maaiveld aan de bodem worden onttrokken. Het grondwater mag

- Verbinding via hdmi-extenders over cat6 tussen regiekamer – midden zaal – podium - Elektrisch filmdoek voorkant scéne of witte fond in te hangen.. 484 vaste,

Wanneer ouders bij instroom voor een andere school kiezen, dan zal deze leerlingen waarschijnlijk nooit onderwijs volgen op De Steiger, ook niet op het VSO.. INK-domein

Deze aanvraag betreft het vergroten van een bestaande steiger over de gehele breedte van het perceel inclusief een landvlonder in een primaire watergang en in de beschermingszone

• De uitkomsten van de pressure cooker gebruiken we om de Analyse fase af te ronden en geeft richting aan de Design en Construct fase. • De pressure cooker is dus het begin van

• Uitwerken afhandeling: per gekozen serviceformule een verdere uitwerking Steeds voor ogen: ‘Van buiten naar binnen’ (perspectief van de afnemer), integraal, vanuit de bedoeling

Maar om een aanzet te doen om het leuker te maken, moet je wel kritisch kunnen zijn over de wijze waarop het nu gaat.. Alle geïnterviewden, fracties, college, management en

Indien het beroep niet wordt ingesteld door de aanvrager van de vergunning, de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar of een adviserende instantie, vermeld in