• No results found

Na “Allochtoon” schrappen we het woord “Voedselbedeling”...

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Na “Allochtoon” schrappen we het woord “Voedselbedeling”..."

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

e 1,95

68

ste

jaargang • nummer 17 • woensdag 24 april 2013 Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

Voor mensen met een goed hart en een slecht karakter...

Na “Allochtoon” schrappen we

het woord “Voedselbedeling”... Deze week

De vlucht uit Antwerpen

Tot voor kort was Ted Bwatu een illustere onbekende Antwerpenaar.

Daar is verandering in gekomen. Hij is nu een bekende niet-meer-Ant- werpenaar. Ted is uit de Scheldestad vertrokken en ging in Brussel wonen.

Niet zo ver in kilometers, maar een wereld van verschil in mentaliteit, als we de jongeman mogen geloven.

Hij is bekend intussen, want als u of ik naar een andere woning trekken, huren we een verhuiswagen en trommelen wat vrien- den en kennissen op. Vele handen maken het werk licht. Misschien volgt er nog wat vandaag een house warming genoemd wordt en daarvoor vertrekken dan wat uit- nodigingen. In de pers komt zo’n gebeur- tenis zelden.

De sociale media bieden natuurlijk de kans om van eventuele verhuizingen een wat breder publiek op de hoogte te bren- gen. Op Facebook lazen we een bericht van iemand die we al jaren uit het oog waren verloren en die liet weten volop aan het inpakken te zijn. Daar volgde ironisch op:

‘Want gisteren bracht ik mijn laatste zater- dag door in het pittoreske Deurne-Noord.’

Zodoende weten we dat hij verhuist naar een weliswaar niet nader genoemde plaats, maar niet naar ergens anders in Deurne- Noord.

Ted Bwatu was specifieker. Hij ver- liet Antwerpen en vertrok naar Brussel.

Die beweging was de aanleiding van zijn

plotse bekendheid. De Morgen en politiek filosoof Bleri Lleshi laten elke donderdag (we citeren) ‘Antwerpse jongeren aan het woord over hun ervaringen en verhalen in de tweede stad van België’. Als Bleri Lleshi mee verantwoordelijk is voor de keuze van de gepubliceerde verhalen, dan worden wij al erg achterdochtig. Een slimme jongen zal het zeker zijn en dat hij zich in het maat- schappelijk debat smijt, is zijn goed recht.

Maar de felheid – om geen ander woord te gebruiken – waarmee hij in alles en bij iedereen racisme meent te ontwaren, werkt op een bepaald ogenblik toch vooral op de lachspieren.

Ondraaglijk

De Morgen en Lleshi vonden het verhaal van Ted Bwatu interessant genoeg om het in de krant af te drukken. Ted, een hier geboren 26-jarige van Congolese afkomst, heeft het helemaal gehad met het dagelijkse racisme in Antwerpen en vertrok. Prompt gaat progressief Vlaanderen over in de modus

‘totale opwinding’, want hét ultieme bewijs- stuk heeft nu een naam en heet Ted. Ted bewijst dat het leven van een niet-originele inboorling in Antwerpen ondraaglijk is. Hij moet gewoon vluchten naar het verdraag- zame Brussel.

In zijn artikel geeft Bwatu een aantal stuitende voorbeelden van primair racisme.

Volgens zijn verhaal zou een docent aan de universiteit aan zijn zus gezegd hebben dat

zij - en van alle studenten zij alleen - geen hoger kaderlid kon worden. Het is slechts een voorbeeld van wat hij een epidemie noemt. De bewijsvoering is echter zwak en weinig overtuigend voor mensen met enige zin voor kritiek. Welke lesgever aan een universiteit zou het vandaag in het hoofd halen tegen een zwart meisje zoiets te zeg- gen? ’s Anderendaags werd die lesgever dan toch in alle media aan de schandpaal gespij- kerd. Een dossier moet wat meer wegen voor het een publiek debat zou mogen gaan domineren.

Toch namen alle media het verhaal van Ted over en gingen ze er dieper op in. Laten we zijn verhaal even voor waarheid aanne- men, dan kunnen we daar toch alleen maar uit besluiten dat het hele integratiebeleid in dit land totaal heeft gefaald. Nochtans was dat in handen van de verenigde progressi- viteit, centra voor racismebestrijding incluis.

Pittoresk

Als we na die vele jaren van pamperbe- leid nog steeds in die situatie zitten, kan niet anders dan besloten worden dat de aanpak van de multicultuur totaal verkeerd zit. Als Ted uit Antwerpen gevlucht is, dan is dat wel de stad die sedert de massale instroom van nieuwkomers altijd een socialistische burgemeester heeft gehad. Of is de sfeer radicaal omgeslagen de voorbije drie, vier maanden, onder Bart de Wever?

Mooi is ook dat Ted Bwatu naar Brussel is

gevlucht. Dat blijkt dan de vrijhaven te zijn die Antwerpen absoluut niet meer is. Het klopt dat Ted in een nog meer kosmopoliti- sche stad minder zal opvallen. En het aantal inwoners van Brussel stijgt, dus ogenschijn- lijk zijn er wel meer die net als hij door die metropool aangetrokken worden.

Daar staat tegenover dat duizenden en duizenden mensen de jongste decennia Brussel hebben verlaten. Hetzelfde geldt voor Antwerpen. Zou het kunnen dat zij zich ook niet meer thuis voelden in hun stad, net zoals het geval is voor Ted Bwatu, naar zijn zeggen.

Herlees het Facebook-bericht van onze vergeten kennis die uit Deurne-Noord ver- trekt. Zijn ironische bijvoeglijke naamwoord

‘pittoreske’ doet vermoeden dat hij het daar dan weer helemaal niet langer plezant vindt.

Hij komt niet aan het woord in De Morgen of in enig ander medium. Hij verhuist gewoon.

Indien hij in Boechout of Brasschaat een stulp heeft gevonden, behoort hij tot de groep mensen die met de progressieve vinger worden gewezen. Zij zijn bekrom- pen, typisch verzuurde burgers en zij mis- sen inlevingsvermogen. Kortom, als inboor- lingen Borgerhout of Schaarbeek verlaten, is dat hun fout. Ontvlucht een nieuw- komer Deurne, dan is dat ook de fout van de inboorlingen. Zo eenvoudig kan het alle- maal zijn.

4 blz.

EXTRA

Journalisten twitteren

zoals ze gebekt zijn 3

Briefje aan

Patje Janssens 3

Op de praatstoel:

Mark Grammens (1) 5

Op de praatstoel:

Herwig Cornelis 6

Op de praatstoel:

Herman Suykerbuyk 7

In memoriam:

Michiel Debackere 13

Freddy Langsnuit

krijgt gelijk 15

20 jaar Nekka-Nacht 16

...en de problemen lossen zichzelf op!

(2)

Actueel

24 april 2013

2

Uit de smalle beursstraat

Waarom goud niet langer blinkt

Goud is op een half jaar tijd 20 procent van zijn waarde ver- loren. Dat baart niet enkel beleggers zorgen, maar ook Jan Modaal, die nog altijd door dat edelmetaal gefascineerd blijft.

Wat is er aan de hand?

Vorige week daalde de goudprijs in twee dagen tijd met bijna 100 dollar, tot 1.375 dollar per ounce (31,1 gram). Dat is het grootste tweedaagse verlies in dertig jaar. Sinds de herfst van vorig jaar is de prijs van goud ineengestort, met 400 dollar, een waardeverlies van 20 procent. Eigenaars van goud zijn dat edelmetaal dus massaal aan het verkopen - terwijl goud maandenlang, om niet te zeggen jaren- lang, enorm begeerd werd door beleggers. De reden is eenvoudig: in economisch moeilijke tijden vluchten beleggers naar veilige financi- ele havens. Goud is er daar één van, omdat de waarde van die beleg- ging niet door de inflatie wordt weggevreten.

Maar waarom blinkt goud niet langer? Daarover hebben de voor- bije dagen de meest onzinnige theorieën de ronde gedaan, zelfs com- plottheorieën. Zoals die over de perfide rol van zakenbank Goldman Sachs. In december vorig jaar verklaarden bankeconomen van Gold- man Sachs een daling van de goudprijs te verwachten. Sommige ana- listen zagen hierin een slimme strategische zet: de voorspelling van een gerenommeerde zakenbank zou beleggers ertoe aanzetten hun goudvoorraad te verkopen en Goldman Sachs zou dan speculeren op een prijsdaling waarop het zelf veel geld zou kunnen verdienen. Een vaak perverse beleggingstruc, die de Amerikaanse zakenbankiers al net voor de financiële crisis hadden bovengehaald, door te speculeren op een ineenstorting van de huizenmarkt. Goldman Sachs beschou- wen als de oorzaak van de verkoopgolf is echter te ver gezocht. Ook andere zakenbanken voorspelden de voorbije weken - maar nog voor de crash van vorige week - dat de goudprijs zou dalen. Société Générale had het over het einde van het gouden tijdperk.

Een andere uitleg voor de prijsdaling is een algemene malaise op de grondstoffenmarkten. De vraag naar olie, koper, zink en andere

grondstoffen en metalen is aan het dalen, omdat de economie van de grootste slokop van die producten - China - aan het vertragen is. En als de grondstoffenprijzen dalen, geldt dat voor àlle grondstoffen. Ook goud. Maar deze theorie houdt volgens economen geen steek. De eco- nomische vertraging in China is niet echt indrukwekkend. Het eerste kwartaal kende het land een groei van 7,7 procent. Dat is amper min- der dan de 7,9 procent van eind 2012. Overigens, de goudprijs begon al te dalen voor het minder goede economische nieuws uit China.

Een veel plausibeler verklaring is dat beleggers goud verkopen omdat ze de indruk hebben dat de inflatie onder controle is. Na de financiële crisis - en tot op de dag van vandaag - hebben de finan- ciële markten massaal geld in het economische systeem gepompt om een nieuwe Grote Depressie te vermijden. Geldcreatie leidt tot inflatie, dus waardevermindering van tegoeden zoals spaargeld en niet aan de index gekoppelde obligaties. Zoals gezegd: wanneer beleg- gers bang zijn voor inflatie vluchten ze naar goud. Maar nu merken ze dat de inflatie in de VS rond 2 procent blijft draaien, ondanks mas- sale geldcreatie. Het inflatiespook lijkt bedwongen.

Eigenlijk is de meest voor de hand liggende verklaring voor de omgekeerde goudkoorts elders te zoeken: de prijs van goud is de index van de angst. Wanneer de economische onzekerheid aanhoudt, wordt goud opgepot. Dat was het kuddegedrag in de periode 2008- 2009. Dat was ook het geval tijdens de tweede oliecrisis eind jaren 70. Toen lag de goudprijs gecorrigeerd voor correctie zelfs hoger dan vorige herfst. Toen de Saudi’s in de jaren 80 de oliekraan opendraai- den en de olieprijs daalde, stortte ook de goudprijs in elkaar. Er werd zelfs een daling van 75 procent opgetekend.

Anno 2013 is er wel nog vrees voor een opflakkerende eurocrisis, of een oorlog met Noord-Korea, maar het vertrouwen in de wereld- economie ligt een stuk hoger dan vier of vijf jaar geleden. De grote paniek bij de beleggers is over. Dan komen de goudstaven in de etalage te staan. Het wordt immers opnieuw interessanter om in aan- delen of obligaties te investeren. Angélique VAnderstrAeten

Delta - EM

bvba

Ingenieursbureau Detailstudies voor de omzetting van industrieel

afval in energie

info:

nvandendriessche@delta-em.eu tel 0477 723 085

Aldus Peter, Jef en alle anderen

Vanwege zwaar uit de biecht geklapt, mag Peter Krets uit Mechelen het vergeten opnieuw “Vlaams ambtenaar” te worden. Naar zijn zeggen was hij dat met een con- tract voor één jaar. Of hij via examens was “binnengeraakt” of met de beruchte “krui- wagen” van het “ons kent ons”-systeem werd aangevoerd, is onduidelijk, maar wat hij op de werkvloer allemaal heeft zien gebeuren, is dat niet. Zijn notendopverhaal daar- over in Gazet van Antwerpen liet aan duidelijkheid niets te wensen over.

Mocht op elke overheidsdienst van onze modelstaat niet voortdurend de treurzang over geldtekort en besparingen worden aangehe- ven, zou de heer Krets minder nadrukkelijk of helemaal niet uit de krammen zijn gescho- ten. De druppel die zijn gevuld emmertje deed overlopen, was de mare dat er voor de fede- rale politie geen geld meer is om toiletpapier te kopen. “In plaats van dat soort jeremiades aan te heffen”, aldus die proefondervindelijk vrij betrouwbare bron, “zouden de overheden er goed aan doen om naar échte nutteloze uitgaven te zoeken en daaraan paal en perk

te stellen.” Van besparingen had Peter Krets concreet nooit wat gezien, maar hoe, bij wijze van spreken, belastinggeld met kruiwagens tegelijk werd buitengereden des te meer. Hij beperkte zich niet tot wat vrijblijvende blabla.

Peter sloeg de nodige nagels met koppen. Ik wil ze u niet onthouden.

“Voordeeltjes”

Op nieuwjaarsrecepties op ambtenarenni- veau wordt op het degusteren van een glaasje meer of minder van de beste wijnen niet geke- ken. Dat stoort, ondanks de dreiging van alco- holcontroles, nog niet echt. Dat ligt anders

voor de nasleep van zo’n receptie, zoals door de gelegenheidscorrespondent van Gazet van Antwerpen vastgesteld. Er wordt bewust te veel wijn besteld. De avond na de nieuw- jaarsreceptie kan men personeelsleden de autokoffer zien volladen met ongeopende dozen wijn. Het keukenpersoneel heeft dan weer andere “voordeeltjes”. Daar wordt het ganse jaar door te veel brood, boter en toe- spijs besteld. Zo veel dat ganse gezinnen zich gratis kunnen voeden, toetje inbegrepen, het ganse jaar door.

Dat verhaal wordt nog mooier. Eind van elk jaar wenkt niet alleen de nieuwjaarsrecep- tie. Wat rest van de budgetten, door de belas- tingbetaler opgehoeste poen, moet nog snel, snel opgesoupeerd worden. Verteller Krets zag plotsklaps ladingen gloednieuwe laptops en koffiesets verschijnen, die na verloop van tijd verdwenen. Hij verkiest dan te zwijgen over extra vergoedingen voor hinderlijk en onge- zond werk, door menig personeelslid onge- stoord als voltijds aangegeven, terwijl ieder- een weet dat het hooguit over een tweetal uren gaat. Hij gaat voorbij aan al jarenlang gegeven en betaalde vakantiedagen aan amb- tenaren die bloed en plasma geven, maar dan vooral op papier. Waar of niet waar? Ik zou niet onvoorwaardelijk voor het laatste dur- ven gaan.

De kip en het ei

Ik vermoed dat het geen toeval was dat in Gazet van Antwerpen de volgende dag een ander opvallend epistel verscheen. Auteur was Jef van Nooten uit Pulderbos, fervent lezer van de brievenrubriek in zijn krant. Hij stelde terecht vast dat dat specifieke pakket lees- voer steeds meer de uitlaatklep bij uitstek wordt voor de angsten en frustraties waarmee burgers zitten opgezadeld. “Als je leest hoe sommige ambtenaren zich schaamteloos te buiten gaan aan overschotten in de ruiven van de overheid, dan vraag je je af wie daar zijn of haar verantwoordelijkheid voor opneemt?”

Het antwoord gaf Jef in één moeite zelf: “Je zou denken dat politici dat zouden moeten doen, maar dat geloof ik allang niet meer.”

Te vrezen valt dat Jef niet de enige is. Hij zal evenmin alleen staan met de mening dat poli- tici een kaste vormen die als eerste bekom- mernis heeft zichzelf in stand te houden. Nog- maals Jef: “Als ze horen dat in hun hok een kip een ei heeft gelegd, beginnen ze in koor mee te kakelen.” Geef toe, niet slecht gevon- den als illustratie van het idee om spaarders voor het wanbeheer van banken mee te laten opdraaien.

Peter Krets en Jef van Nooten kunnen sym- bool staan voor de vele burgers met gezond boerenverstand die overal dingen zien fout- lopen, daarover hun ongenoegen uiten, maar machteloos moeten toezien dat fundamen- teel zo goed als niets verandert. Zijn besluit over het effect van lezersrubrieken? “Vandaag geschreven, morgen al vergeten, jammer.” Het kost mij geen moeite mij daarbij aan te sluiten.

Mag ik mij een uitsmijter veroorloven? De

“link” legt u best zelf. Acht ministers van de regering-Hollande in Frankrijk zijn euromil- jonairs. Op vraag van hun premier hebben al zijn ministers alle details over hun vermogen openbaar gemaakt, in een poging het vertrou- wen van de burgers in de politiek enigszins op te krikken. Aan de “excellenties” Johan vande Lanotte, Pieter de Crem en Alexander de Croo werd gevraagd of ze, mocht het hen gevraagd worden, hetzelfde zouden doen. De Crem had daar geen behoefte aan, Vande Lanotte wist dat niemand hem zou geloven en De Croo had het over een demagogische stunt in een afgunstmaatschappij. Waarvan met de vereiste eerbied drievoudig akte.

d.Mol

“HARLEM SHAKE”

Het moet niet altijd bloedernstig zijn.

Dat bleek in de commissie Landsverdedi- ging, toen een vraag werd gesteld over het op Youtube verschenen filmpje van een groep soldaten die (in een slaapzaal) op zeker moment de burleske dans ‘Harlem shake’ uitvoerden.

In de pers was er al heel wat over te doen. Minister De Crem en de Kamerleden hebben er eens goed mee gelachen, want alles was onschuldig en grappig gebleven.

Er was met de wapens die zij in de han- den hadden niks verkeerd gebeurd. “We leven in de 21e eeuw”, zei Pieter de Crem.

Meer nog: hij zei na de filmpjes van de marine en de landmacht te zitten wachten op een filmpje van de luchtmacht, waarbij hij opmerkte dat hij het leuker zou vinden dat ze het zouden opnemen op de grond en niet in de lucht. Zelfs de oersaaie PS’er van dienst had ermee kunnen lachen.

In een ongelooflijk grappige bui beval hij aan de minister zelfs de Noorse versie aan. Het is dus niet allemaal kommer en kwel daar in het Paleis der Natie.

HET NIEUWE WERKEN

Veel werknemers die zowat elke dag genie- ten van de files of van ons uitmuntend open- baar vervoer, zullen zich ooit de vraag heb- ben gesteld: welke waanzin overvalt me toch elke dag?

De bewegingsvrijheid van een door- sneekantoorwerker beperkt zich tot de vier passen van de kantoorstoel naar de koffiezet of het toilet, en terug. Kijk, die dingen vinden we thuis ook wel, niet?

Recent onderzoek toont aan dat er binnen Europa inzake werkorganisatie belangrijke verschillen bestaan. Nederland en Vlaande- ren behoren tot de voorlopers op het gebied van “Het Nieuwe Werken” (mobiel werken en thuiswerken).

Wallonië en Frankrijk hinken in die bewe- ging achterop. Buiten de muren van het kan- toor werken, wordt wel geaccepteerd, maar doorgaans is dit alleen voorbehouden aan hogere functies en dan nog alleen voor een korte tijd.

Vlaanderen zou nog veel radicaler kunnen ontsnappen aan de pendelwaanzin. Dat zou de verkeersellende verminderen, het zou goed zijn het voor milieu, voor de portemonnee en het welzijn van de werkende mens, maar vooral ook voor de ontvetting van steden met een waterhoofd, Brussel voorop.

(3)

Actueel 24 april 2013 3

Splits zelf de sociale zekerheid!

Word lid van het Vlaams ziekenfonds.

Bel hiervoor ons gratis nummer: 0800-179 75.

Surf voor ons kantorennetwerk naar vnz.be.

Hoofdzetel: Hoogstratenplein 1 - 2800 Mechelen - www.vnz.be

Splits zelf de sociale zekerheid!

Word lid van het Vlaams ziekenfonds.

Bel hiervoor ons gratis nummer: 0800-179 75.

Surf voor ons kantorennetwerk naar vnz.be.

Hoofdzetel: Hoogstratenplein 1 - 2800 Mechelen - www.vnz.be

Word lid van het Vlaams ziekenfonds.

Bel hiervoor ons gratis nummer: 0800-179 75.

Surf voor ons kantorennetwerk naar vnz.be.

Student op onze kosten

Mijnheer de carrièreplanner,

Vlaanderen zal nooit vergeten hoe gij de avond van 14 oktober 2012 in tranen uitbarstte, toen bleek dat gij de gemeen- teraadsverkiezingen genadeloos hadt verloren en gij u realiseerde dat uw regeer- periode – en bij uitbreiding die van de sossen – in de metropool plotsklaps voor- bij was.

Gij verdweent in het verborgene, liet uw gemeenteraadszetel voor wat hij was en gij gaaft geen interviews om uw persoon- lijke beschouwingen te geven of uw diep- ste zielenroerselen den volke kond te doen.

Gij waart de geslagen hond en gij trokt uw staart tussen uw benen om het roemloos af te bollen, nukkig en mokkend.

Maar omdat er brood op de plank moet komen, gaaft gij uw andere royaal betaalde job - waarvoor gij weliswaar nooit enige interesse hebt betoond - niet op. Elke week bleeft gij naar het Vlaams Parlement tiegen, om te gaan stemmen, zodat elke maand uw rekening behoorlijk aangedikt bleef. Gij kwaamt daar nooit tussen en gij stemde gedwee met de meerderheid mee. Voor de schone schijn. Om de hoop te vergroten.

Voor ’t geld danst den beer, zoveel is dui- delijk.

En dan dookt gij vorige week plots weer fris en monter op, om de goegemeente te verrassen met de mededeling dat gij naar Londen trekt om er te gaan studeren en er een doctoraat te gaan pennen over stads- ontwikkeling.

Naar verluidt gaat gij onderzoeken of ruimtelijke ingrepen in een stad het samen- leven en de leefbaarheid kunnen verbe- teren. De komende twee, drie jaar gaat gij naar eigen zeggen van dat doctoraat een hoofdtaak maken, maar toch blijft gij Vlaams parlementslid. Goed bekeken.

Die periode valt ongeveer samen met uw laatste mandaatjaar en uw jaren uittre- dingsvergoeding. Voor een goed verstaan- der die maar een half woord nodig heeft:

de Vlaamse belastingbetaler dokt in gans die periode voor u een meer dan vorstelijke studiebeurs van zo’n 6.000 euro netto per maand neer. Het minste dat gij kunt zeggen is: “Dank u wel, Vlaanderen.”

Nadien gaat gij u niet meer op het poli- tieke forum begeven, zegt gij. Het staat in de sterren geschreven dat er dan wel wat anders uit de kast zal vallen voor u, zeker nu al gezegd wordt dat gij aan de univer- siteiten van Antwerpen en Leuven ook wat moogt gaan doceren.

Goed geprobeerd om het te doen over- komen als een nieuw project waarop gij u wilt storten en waarmee gij Vlaanderen wilt bevruchten met nieuwe en grootse ideeën, zelfs als die maar over stadsontwikkeling gaan.

Met dat soort capriolen treedt gij in het spoor van partijgenoten. Frank Vandenbroucke ging ook studeren, doce- ren aan de universiteit en is nu opgevist als pensioenhervormer. Senator Bert Anciaux is ook al op onze kosten aan het doctoreren, over etnisch-culturele diversiteit. Om nog iets verder in de tijd terug te gaan: uw verre voorganger-burgemeester Bob Cools, later tot OCMW-voorzitter weggepromoveerd, ging toen hij al tegen de 70 liep doctore- ren over “verdraagzaam samenleven in de sociale huisvesting”.

Het heeft in de koekenstad allemaal niet veel aarde aan de dijk gebracht. Wij voor- spellen met aan zekerheid grenzende waar- schijnlijkheid dat uw blabla over stadsont- wikkeling alleen maar zal gelezen worden door enkele ruimtelijke ordenaars, die gij willens nillens een gratis exemplaar van uw boekwerk onder de neus zult duwen, want op het huidige stadsbestuur zult gij niet te veel moeten rekenen.

Eigenlijk waren wij u al vergeten. Maar gij zijt terug om weer uit het zicht te ver- dwijnen. Houden zo, mijnheer de doctor in spe. Niemand zal

er om rouwen.

Brief aan Patje Janssens

Journalisten twitteren zoals ze gebekt zijn

Een tweet iets te snel en ondoordacht de wereld insturen, het kan de besten over- komen. Bijvoorbeeld journalist en toneelauteur Luc van Balberghe, die op de avond van de aanslag op de marathon in Boston schreef: «Is het misschien geen tijd om een (atoom)bommetje te gooien op Mekka?» Meteen kreeg hij heel weldenkend Vlaanderen over zich heen. Maar hij was lang de enige niet die deze week nogal kort door de bocht ging.

Fijnzinnig kunnen we de tweet van Luc van Balberghe niet noemen. Bovendien was die heel kort door de bocht, want pas enkele dagen later zou blijken dat de aanslag gepleegd werd door de islamitische broers Tsarnajev.

Dat Van Balberghe over de achtergrond van de daders uiteindelijk toch gelijk kreeg, bewijst nog niet meteen zijn doorzicht of scherpzin- nigheid, wel dat het bij een spectaculaire aan- slag in het Westen nog steeds veiliger is te gok- ken op een radicale moslim als dader dan de schuld bij extreemrechts te leggen.

Van Balberghe kreeg in een mum van tijd heel weldenkend Vlaanderen over zich heen, zowel op Twitter als in de «kwaliteits- pers». Zelfs een paar dagen later vond Joël de Ceulaer het nodig in De Standaard nogmaals een boompje op te zetten over die naar zijn mening toch wel bijzonder onwelvoeglijke tweet. Hij had wel geluk dat hij geen dag lan- ger met zijn stukje gewacht had, want toen was het plots gedaan met de zelfgenoegzame pret bij links.

De broers Tsarnajev verpesten links feestje

Van Balberghe was de enige niet die iets vlugger tweette dan goed was voor hem. Ook Ivan de Vadder, die op Twitter «Waco en Okla- homa, inderdaad allebei op 19 april. Nu ook

#bostonexplosions» observeerde. Op 15 april.

Heeft de zelfuitgeroepen «fact checker» van De Zevende Dag het op z’n 48ste nog steeds een beetje moeilijk met het lezen van de kalender?

Of was de wens de vader van de gedachte? Erg lang duurde die gedachte niet. Een minuut later was de tweet weer gewist. Dan toch maar liever Van Balberghe, die zijn tweet gewoon liet staan.

Enkele dagen later was Ivan de Vadder al een pak eerlijker, toen hij op Twitter toegaf

«die had ik niet zien komen @AP RBEAKING:

AP sources: Boston bomb suspects from Russia region near Chechnya, lived in US at least 1 year». Dat zegt natuurlijk veel, maar het verbaast niet echt. Collega Björn Soenens, op de VRT gewoonlijk voorgesteld als VS-kenner, maar in feite vooral VS-hater, analyseerde er dagenlang rustig op los, hoe het Amerikaanse platteland tjokvol Obama-haters zit die hele dagen gekluisterd naar extreemrechtse haat- radio’s zitten te luisteren.

Waarbij het er vingerdik op lag dat «extreem- rechtse haatradio» een pleonasme is, want zijn niet alle haatradio’s extreemrechts, en zijn niet alle extreemrechtse radio’s haatradio’s?

Toen bleek dat de aanslagplegers dan toch geen lidkaart van de Tea Party op zak hadden, en dat in hun slaapkamer geen levensgrote posters van Sarah Palin hangen, viel de media- aandacht voor de aanslag in Boston meteen enkele ordes van grootte terug. Van Björn Soenens hebben we de laatste dagen niet veel meer gehoord. (We hebben hem trouwens gemist als kiespijn.)

Cui interest?

De eerlijke bekentenis van De Vadder toont echter aan dat de ideologische verblinding bij onze kwaliteitsjournalisten vrijwel compleet

moet zijn.

Blijkbaar spuien ze niet alleen massaal rood-groene propaganda, ze lijken er nog zelf in te geloven ook. En dan gebeurt het natuur- lijk dat men bij gebeurtenissen zoals de aan- slag in Boston geen nuchter antwoord meer kan geven op de eerste vraag die gesteld moet worden, op zoek naar een motief voor die ver- schrikkelijke daad: cui interest?

Wie heeft er werkelijk belang bij dat men- sen niet meer op straat durven te komen, en al zeker niet bij massamanifestaties zoals een marathon?

Op 19 april 1995 liet Timothy McVeigh een vrachtwagen vol explosieven op een gebouw van de federale overheid in Oklahoma City inrijden. 168 mensen kwamen om, en meer dan 680 mensen raakten gewond. Het was de meest dodelijke aanslag op Amerikaans grond- gebied tot 11 september 2001.

Maar doel en motief lagen wel in mekaars verlengde: Timothy McVeigh haatte de over- heid, en dan in het bijzonder alles wat met wapencontrole te maken had en de manier waarop de belegering van Waco uitgevoerd werd. Als reactie op die belegering besloot hij een aanslag te plegen een gebouw van de federale overheid, en dat deed hij ook.

Die belegering van Waco, waar de Branch Davidians zich verschanst hadden, was zelfs geen aanslag.

Op 19 april 1993 was er de bloedige ontkno- ping, toen de FBI de gebouwen bestormde.

Van die twee gebeurtenissen naar twee gesyn- chroniseerde bommen tegen een massamani- festatie, zowat hét handelsmerk van Al-Qaeda, is dan ook een grote stap. Zeker als je bedenkt dat als 11 september 2001 al voor iets gezorgd heeft, dan wel voor net een pak meer staat en een hele reeks nieuwe commissies, wet- gevingen en controles. Met andere woorden, niet echt dat waarop mensen van het slag van McVeigh zitten te wachten.

Wat met de Obama-haters van Björn Soenens? Ook zij hebben weinig belang bij een aanslag op een massamanifestatie zoals in Boston. Zulke gebeurtenissen zijn meestal in het voordeel van de zittende president, omdat ze hem de gelegenheid geven op te treden als een troostende en verzamelende steun- pilaar voor de natie. Dat moet zowat het laat- ste zijn waar een Obama-hater op uit is. Een actie die veel beter bij het profiel van de typi- sche Obama-hater past, is de gifbrief. Toevallig werden er deze week enkele brieven met gif onderschept, maar voorlopig lijkt het erop dat de verzender van die brieven ze gewoon niet allemaal op een rij heeft, en niet meteen als Obama-hater geklasseerd kan worden.

Slachtoffers van de maatschappij

Greet Dekeyser, tot voor kort correspondent voor de VRT in de VS en vooral bekend om haar smachtende Obama-reportages, was er snel bij om één en ander te relativeren, toen over de achtergrond van de broers Tsarnajev meer bekend werd. $

Zo wist zij in bovenstebeste Rik Coolsaet- stijl te melden: «2 broers hadden waarschijn- lijk weinig back-up. Gisteren overvielen ze een supermarktje voor geld. Lijkt niet op groots gecoördineerd complot». Alleenstaande geval- len dus.

Merk op hoe de argumenten al in stelling worden gebracht om van de daders slacht- offers van de maatschappij te maken, dus de échte slachtoffers van het hele verhaal.

Dat de jongste broer, Dzjochar, twee jaar geleden een beurs van 2.500 dollar had gekre- gen om verder te studeren, had ze niet opge- merkt.

En dat uit de carrière van Tamerlan en Dzjo- char Tsarnajev vooral blijkt dat Amerika vooral gul was met kansen, ook niet. Greet Dekeyser is dan geen VRT-correspondente meer, het motto horen, zien en verzwijgen wat niet ver- draaid kan worden, voert ze nog steeds hoog in haar vaandel. We zijn niets anders gewoon van ons progressief journalistenclubje.

FvL

Onze webstek is definitief naar de verdoemenis

Regelmatige bezoekers van www.pallieterke.info zullen het al wel gemerkt heb- ben. Onze webstek is nog maar eens gehackt. Met als gevolg dat onze webstek niet langer bereikbaar is en definitief de geest gegeven heeft. Die toestand zal nog enkele weken duren. We investeren in een totaal nieuwe en beter beveiligde webstek.

Wie ’t Pallieterke digitaal las via de webstek, helpen we op een andere wijze. Bent u in dit geval, neem dan even contact op met ons secretariaat.

Het goede nieuws is dat onze app voor iPad- en Android-tabletten beschikbaar is.

Die app staat volledig los van onze webstek.

Wie een abonnement heeft op de papieren versie van ’t Pallieterke krijgt op aan- vraag gratis toegang tot de digitale versie voor tabletten. U dient wel een paswoord aan te vragen bij ‘t Pallieterke.

KvC

(4)

Dossier

24 april 2013

4

Niet in aantal

Meer dan geregeld wordt bij de aanvang van parlementaire commissievergaderingen vastgesteld dat de leden van de meerderheid niet in aantal zijn. Met andere woorden: dat er geen quorum is om geldig te vergaderen.

Dat is nochtans nodig bij de bespreking van wetsvoorstellen, wetsontwerpen en voorstel- len van resoluties. Het geeft aan dat de meer- derheidspartijen niet echt geïnteresseerd zijn in het parlementaire werk dat aan de uitein- delijke stemming in de plenaire vergadering voorafgaat. Men neemt zelfs de moeite niet officiële plaatsvervangers te sturen. In zo’n gevallen moeten zij dan haastig op zoek naar parlementsleden die al dan niet toevallig ‘in huis’ zijn. Er wordt dan gebeld dat het een lieve lust is. Als de troepen dan uiteindelijk zijn aangevuld, is het debat ook niet wat het moet zijn, want al die opgetrommelde fluweelzitters weten meestal niet waarover het gaat, omdat het onderwerp hun “specialisme” niet is. Zo komen in dit onzalige land wetten tot stand.

Verbaast het iemand dat die wetten nadien moeten bijgestuurd worden omdat er te veel hiaten inzitten? Of dat de Raad van State het boeltje helemaal terugfluit?

Urbi et orbi

Het stond in de sterren geschreven dat minister van Binnenlandse Zaken Milquet aan de tand ging gevoeld worden over de opge- jutte en bekeerde Belgisch/Vlaamse jihadis- ten die omwille van heilige principes mordicus willen gaan vechten in Syrië. Vooral Filip de Man (VB), Kuifje Weyts (N-VA) en Zean-Marie DD wilden wel eens weten wat de minister ondertussen ondernomen heeft om die kwa- lijke problematiek het hoofd te bieden. Het antwoord was voorspelbaar: ze zijn ermee bezig en er is al een ‘task force’ opgericht die ‘coördineert’. Milquet zei zelfs dat ze aan

Roddels uit de Wetstraat

de regering concrete maatregelen gaat voor- stellen. Om moedeloos van te worden. Ein- delijk komt er een – wellicht nog heel gema- tigd – plan op tafel, nadat binnen de regering de MR duidelijke eisen heeft gesteld om het probleem serieus aan te pakken. Anders was er wellicht niks geweest. Naast het sluiten van extremistische moskeeën en het uitwij- zen van haatimams, vroeg Filip de Man dat de regering klare taal zou spreken en ‘urbi et orbi’ zou afkondigen dat alle jihadisten die uit Syrië terugkeren onder de antiterrorismewet zullen vallen en bijgevolg tot tien jaar gevan- genisstraf riskeren. Ook zouden de genatura- liseerde Belgen onder hen de Belgische nati- onaliteit moeten ontnomen worden. Ook Ben Weyts pleitte voor kordate maatregelen, zoals het uit de ether halen van haatzenders en het ondersteunen van de noodkreten van een aantal burgemeesters die in hun steden met het fenomeen van jonge jihadisten geconfron- teerd worden. Het is overduidelijk: zonder de Belgische schoonmoeder zou Vlaanderen al veer verder staan in de aanpak van dergelijke verontrustende toestanden die onze samen- leving verzieken.

Zitten en opstaan

Het gebeurt in de praatbarak geregeld dat Kamerleden de urgentie vragen voor de behandeling van wetsvoorstellen. Dat doen ze omdat de zaak hen erg belangrijk lijkt en er geen tijd mag verloren gaan om één en ander in een deugdelijke wet te gieten. Er wordt dan gestemd met zitten (niet akkoord) en opstaan (wel akkoord). Zo vroeg donderdag Koenraad Degroote van N-VA de hoogdrin- gende behandeling van een wetsvoorstel van zijn hand om de verenigde advies- en onder- zoekscommissie van de Hoge Raad voor de Justitie de bevoegdheid te verlenen om niet- beëindigde gerechtelijke dossiers te raadple- gen, om de werking van Justitie te optima-

liseren en de relaties tussen de rechterlijke macht en andere machten en instanties te ver- beteren. Onmiddellijk daarna vroeg Thierry Giet van de PS hetzelfde voor een wetsvoor- stel van alle regeringspartijen aangaande de motivering, de informatie en de rechtsmidde- len inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en dien- sten. Verbaast het iemand dat het N-VA-voor- stel werd weggestemd? Zo gaat dat nu een- maal. Het gaat er niet om wat er gezegd wordt, maar wie de spreker is. Triestig. Maar voor het overige neemt de Belze politiek zich wel zeer ernstig.

Kauwgom en cola

PS-feeks Valérie Déom is voorgoed uit het parlement verdwenen. Ze heeft haar politieke

rol gespeeld en wordt daarvoor beloond - de oude (Waalse) politieke cultuur op zijn best.

Ze wordt voor de rest van haar carrière direc- teur bij de Waalse socialistische mutualitei- ten. De Naamse furie was een ‘vrank blad’, zoals ze hier zeggen. Zij zat als ‘stoelendan- seres’ tien jaar in het parlement, als opvolg- ster van de ene en dan weer van de andere. Zij onderscheidde zich in commissies als Justitie en Familierecht met scherpe tussenkomsten, het permanent kauwen op kauwgom en het drinken van liters cola; niet uit een glas, uit de fles. Het venijn was altijd van haar gezicht af te lezen. Een Vlaams Belanger gunde ze zelfs geen blik. Als een VB’er haar eens bewust pro- vocerend gelijk gaf, in één of ander dossier, kon ze haast doodvallen. Waren haar ogen geweerlopen geweest… Salut, Valérie. Vlaan-

Politieke munt

Legerdienst: een middel voor politici om mee te scoren. Ik herinner me nog de affiches tijdens de verkiezingen van 1954. De homo- gene CVP-PSC-regering had, onder druk van de Korea-oorlog, een legerdienst ingevoerd van 24 maanden, al werd in de praktijk niet langer dan 21 maanden gediend. Op de affi- ches van de socialisten stond een moeder die haar soldaat omhelsde. De partij beloofde dat haar zoon na 18 maanden zou terugkomen. De nieuwe socialistisch-liberale logeregering-Van Acker hield niet alleen haar belofte, ze kneep nog drie maanden af van de ellende. Tijd voor de CVP om bij de verkiezingen van 1958 nog drie maanden minder te beloven. Gaston Eyskens hield die belofte, dus werd het 12 maanden in Duitsland en 15 maanden in eigen land. Over de soldij werd heel de tijd door iedereen gezwegen. Die bedroeg van 1946 tot midden de jaren zestig 10 frank per dag:

in 1962 goed voor twee glazen bier in de kan- tine (wel glazen van 33 centiliter). Minister van Defensie Van den Boeynants had in 1974 een leuke verrassing: voortaan tien maanden.

Langzamerhand regende het zoveel vrijstel- lingen en uitzonderingen, dat minder dan de helft van de jongemannen nog het vaderland diende. Dus zakte de legerdienst nog eens naar acht en een korte tijd later zelfs naar zes maanden, tot Leo Delcroix de stekker uittrok in 1994. Ik ben niet de enige die zich afvraagt hoeveel van de ons verrijkende migranten en hun kinderen onze nationaliteit vrijwillig zou- den opeisen als twaalf maanden legerdienst was blijven bestaan.

Sterke verhalen

Legerdienst: een bron van sterke verha- len. Onlangs heb ik, voor de eerste keer in bijna een halve eeuw, de brieven uit Duits- land die ik aan mijn ouders heb geschreven, herlezen . Jongedames die ook lange epistels

9de Wing Raketten

Legerdienst: de molensteen die ieder jaar rond de nek van 45.000 jongemannen hing.

Als je de wachttijd tussen afstuderen en het begin van de legerdienst samentelde met de feitelijke dienst, verloor je gemakkelijk twee jaar vooraleer je je loopbaan kon aan- vangen. Honderdduizenden Vlaamse jongeren hebben het tot vervelens toe gehoord:

“Interessante kandidaat. Kom terug solliciteren na je legerdienst.”

ontvingen, hebben die verscheurd, maar een moeder doet dat niet. Maar eerst was er nog een interessant proloogje in Everberg, bij de selectie voor kandidaat-reserveofficier. “Hoe kan ons land beter presteren”, was het thema van een groepsdiscussie tussen de kandida- ten. “Engels leren”, was één van mijn voor- stellen, “veel belangrijker in de toekomst dan Frans.” De (Franstalige) majoor die toezicht hield, ging in een gesprek met mij over de rooie. Later vertelde een adjudant in Duits- land mij dat er “extremist” in mijn dossier stond. De beloning volgde: een oproep als gewoon infanterist in Aarlen. Verder kon men me niet zenden tijdens de opleiding. Mijn ach- terneef was kapitein in de Mechelse Dossin- kazerne en voor de eerste en de laatste keer in mijn leven kreeg ik een voorkeursbehan- deling: zes maanden opleiding als kandidaat- reserveonderofficier bij de administratie in mijn eigen stad (zie het artikel op de webstek www.elpagador.be). Daarna vertrok ik als ser- geant naar het Rekenbureau van de 9de Wing Raketten, een moderne basis, tussen de vel- den nabij het lieflijk stadje Kaster. De legerlo- gica werd gerespecteerd. Ik vroeg me af hoe ik van de DVT (Dagelijkse Verlofgangerstrein) in de kazerne zou geraken, maar dat was geen probleem. In mijn eerste brief schreef ik: “Er stond een korporaal aan de trein om de zater- dagse film af te halen, niettegenstaande het filmtoestel reeds weken voor reparatie naar Brussel is.” Wat was het onderwerp dat iedere soldatenmoeder als eerste wou weten? Het eten natuurlijk: “Eten dat tot nog toe tamelijk behoorlijk is, daar er hier nu eens werkelijk een gemeenschappelijke pot gekookt wordt voor soldaat Bengels en kolonel Sjamfoeters.” Ik heb mijn moeder nooit gezegd dat de kazer- nekok minstens twee keer beter kookte dan ik thuis gewoon was. Op de basis was een klein Amerikaans detachement. Je zag goed hoe armzalig het land zijn dienstplichtigen behan- delde, als je de uitrusting, de uniformen en de

vrijetijdsmogelijkheden vergeleek. Ik bracht er nogal wat tijd door omdat ik als leraar Engels één van de toen nog zeldzame mensen was met wie de Amerikanen vlot konden praten.

De 22-jarige bevelvoerende luitenant vertelde me doodleuk dat het hele vaderlandse batal- jon, van soldaat tot kolonel, twee doelen had:

de Nike-Tomahawk-raketten onderhouden en bewaken en hem in geval van nood gehoorza- men. Want hij was de enige die de code kende om de raketten af te vuren, na een bevel van de Amerikaanse president.

De Vlaamse beweger bij het leger

Veel had ik in Everberg niet geleerd, want ik lees verbaasd maar ook trots: “Moeder, vraag eens aan uw gebuur dat hij mijn Vlaamse strijd en culturele bagage niet in de bran- dende kachel werpt, maar opbergt op een veilig plaatsje. Daar dit een eentalige eenheid is, bestaat de kans dat mijn Vlaamse scherpte gaat afbotten en ik heb dan ook een goed wet- middel nodig.” Dat “wetmiddel” waren inder- daad exemplaren van het blad dat u nu leest.

Voor de echte Vlaamse beweger bestaan geen kleine zaken: ”N.B. Gebruik voortaan de afkor- ting SPB 7. De afkorting BPS is Frans, o gru- wel.” Alleen weet ik vandaag niet meer wat BPS of SPB betekent. En dan is er nog het hoofdstukje “respect voor meerderen”. Der- tig jaar later schreef administrateur-generaal Cas Goossens: “Uw minachting en grof taal- gebruik tegenover hiërarchische meerderen is onaanvaardbaar.” Ik vrees dat het de aard van het beestje is. Mijn collega-sergeant beroeps- militair was een Bruggeling en een gelovige calvinist: een dodelijke combinatie met een Brabander. “Deze middag beval hij me iets te typen waarop ik dan vriendelijk het ver- zoek indiende ze te willen kussen. Zijn reactie was erbarmelijk. Een keurig verslag ten mij- nen laste. De kapitein kwam tot de conclusie dat mijn licht karakter en de serieuze stem- ming van de ander nu eenmaal moeilijk te verzoenen zijn.”

Een nieuwe kolonel en nieuwe wetten. “Er is een zedelijkheidscommissie aangesteld. Een kapitein, de opvoedingsofficier (een dienst- plichtige) en een adjudant zijn alle kamers binnengetrokken, hebben kasten valiezen, zelfs kleren laten uitladen. Zij hebben bepaald welk bloot zedelijk was en wat niet en alles in beslag genomen.” Een dag daarna kwam de apotheose. “Gisterenavond was ik postover-

ste. Al mijn chauffeurs waren weg als plotse- ling de opvoedingsofficier opdook met zijn vrouw en vervoer opeiste. Ik zei hem dat er geen was. Hij werd ongeduldig. We geraak- ten aan den babbel over dat kazerneonder- zoek en ik beweerde dat het stompzinnig en vernederend was. Zijn vrouw luisterde met grote ogen.” Rapport vanwege de opvoedings- officier, de latere De Standaard-journalist Vic de Donder. Vijf dagen zwaar arrest en wrok- kige gezichten bij de onderofficieren, want De Donder was ook hun kamers gaan contro- leren. Jaren later vroeg Huib de Jonghe - de tv-man van DS en een ex-medewerker van ’t Pallieterke - mij een paar maal een videocas- sette van één van mijn tv-programma’s “voor een collega die dat liever niet zelf vroeg”. Huib heeft ze gekregen.

En ja, de drank was nooit ver weg. “Mijn adjudant is een verstandig en bekwaam man maar die intelligentie wordt misschien gescherpt door de massa bier die hij alle dagen zwelgt.” Of: “Toen ik postoverste was, kreeg ik een officier met wacht die op handen en voe- ten bij me binnenkroop. De kapitein met per- manentie gaf mij het bevel om bij de minste verkeerde beweging de man bij zijn nekvel te pakken en in de nor te stoppen en zelf maar voor officier met wacht te spelen.” En natuur- lijk deelde ik met tienduizenden Vlamingen de sigarettenervaring. Niet-rokers verkochten hun goedkope sigaretten aan de kazerneom- heining aan Duitsers die perfect wisten op welke dag de rantsoenen uitgedeeld werden.

Een pakje kostte 1,75 mark in een Duitse win- kel en wij betaalden 3,60 frank.

Bij ons was er een onderofficier die een heel netwerk Duitsers had, stapels sloffen inza- melde en ze voor ons verkocht in ruil voor een commissie. Kolonel Rik Claessens zei me een paar jaar geleden dat sommige onderofficie- ren hun salaris bijna verdubbelden. Je kon, als je hun grote auto’s zag staan naast de kleine wagens van de lagere officieren, hun status aflezen. Maar toch. De meeste beroepsmili- tairen die ik gekend heb, waren fatsoenlijke mannen die hun werk gewetensvol deden, die er de kantjes niet afliepen en dienstplichtigen behoorlijk behandelden.

Vergeleken met het hemeltergende profita- riaat en de vele luie nietsnutten bij de omroep, moest het leger zich niet schamen.

Jan neckers

(5)

Op de praatstoel 24 april 2013 5

De beste journalist van België stopt. Mark Grammens is een gouden pen, een harde werker, een eenmansuitgeverij, een inspirator van tienduizenden flaminganten, een vriendelijke kameraad, een onmisbare oerlezer in benepen Vlaanderen. In de Vlaamse pers zal zijn vertrek, in het beste geval, meesmuilend worden geacteerd. Waardoor zij zich opnieuw ontmaskert tot een bond van broodschrijvers.

Mark Grammens beoefende bijna zes- tig jaar het mooiste beroep ter wereld: de journalistiek, en stopt op zijn 80. Zijn een- mansblad “Journaal” verschijnt deze maand voor het laatst. Journalist Grammens tikt zijn bijdragen reeds een persleven lang op de typemachine (voor hem geen Dell, Apple of een tablet), bezit knipselmappen en naslag- werken (geen zware computer voor speur- werk op het internet of in elektronische gegevensbanken), leest dagelijks tientallen kranten, beëindigt elke week een boek en ver- zorgt op zondag zijn abonnementenadmini- stratie. In Liedekerke, waar hij woont en werkt, staat aan het treinstation een fris geschilderd bord met de klare slogan: “Waar Vlamingen thuis zijn”. Grammens en Vlaanderen zijn een Siamese tweeling.

Het fundament van Mark Grammens is oerdegelijk. Hij put uit zijn ervaring in de Britse krantenwereld. Londen en Fleet Street waren voor de invasie van Rupert Murdoch en zijn trawanten de wieg van de allerbeste kranten, weekbladen en tijdschriften.

Mark Grammens: “Een buitenlands corres- pondent, zeker een Londens correspondent, is een dagblad op zichzelf. Je moet alles vol- gen, faits-divers uit de Britse samenleving, wereldpolitiek, echt alles, en in mijn tijd was Londen dan nog het centrum van een impe- rium. De Britten bestuurden een Common- wealth, van Canada tot India, van Zuid-Afrika tot Gibraltar. Dat alles, heel de dekolonisa- tie, heb ik van nabij gevolgd en ik heb daar- over ook veel artikels geschreven. Ik was lid van de Buitenlandse Persvereniging in Lon- den en ook - een beperkt clubje waartoe ik door voorspraak van de Britse ambassade in Brussel mocht behoren - van de Diplomatieke Pers. Die kwam bijna elke werkdag om half twaalf samen in het Foreign Office (ministe- rie van Buitenlandse Zaken), met diploma- ten en politici, koloniale bestuurders ook, die omwille van de actualiteit uitgenodigd werden om hun mening te geven en “off the record” (op voorwaarde van anonimiteit) open met ons te praten. Doe dat een tijd - ik was bijna vijf jaar voltijds perscorrespondent in Londen - en dan bezit je voor de rest van je leven een onvergelijkbare bagage.”

‘t Pallieterke: In ‘t beste geval pikken Vlaamse journalisten vandaag iets mee uit hun cursussen politiek-sociale weten- schappen en dan rollen zij prompt in een krant of voor een televisiecamera?

Mark Grammens (zucht): “Zo kweek je een milieu van kopieën van kopieën, van politiek correcte imitatoren. Sedert mijn Lon- dense jaren heb ik iedereen in de journa- listiek aanbevolen: verblijf enkele jaren in

Mark Grammens (1)

“Ik ben altijd een fiere ambachtsman geweest”

een diplomatiek wereldcentrum, Londen, of Washington, vandaag Berlijn misschien, en je zult merken: pas daarna begint het eigen- lijke werk. Ik kwam dus vijf jaar later in de Belgische pers toe, en ik was iemand anders dan voordien en dan mijn collega’s. In bijko- mende orde leerde ik ook de Britse pers van binnenuit kennen, door er soms aan mee te werken, of ermee op café te gaan. (lacht) Want in die tijd werden kranten nog heel vaak aan de toog van een nabij gelegen pub gemaakt. Niet met de neus gekleefd aan een computerscherm, zoals vandaag, of op de zoveelste bijkomstige persconferentie, zoals toen minder en overdreven veel nu. In de pub stak ik veel op. Toen ik in januari 1962 politiek redacteur van De Linie werd, kon ik direct indruk maken door mijn ervaring en kennis van zaken. Ook strikt ambachte- lijk. Ik had voor eens en altijd geleerd op maat te schrijven. Op de zetterijen die ik heb gekend, was men daarover altijd verbaasd.

Ik ging soms naast de zetter zitten en dic- teerde mijn hoofdartikel, dat precies op de lijn uitkwam: ik zag de loodjes vallen, en wist dus hoeveel lijnen ik nog moest vullen. Dat klopte altijd. Tot vandaag heb ik die routine bewaard. Zonder computer. Ik ben altijd een fiere ambachtsman geweest.”

‘t Pallieterke: Heeft u zich als journa- list op bepaalde historische ogenblikken essentieel, machtig, bepalend geweten of gevoeld?

Mark Grammens: “Dat hangt natuurlijk van de actualiteit af. In periodes als de strijd voor Leuven-Vlaams of tegen het Egmont- pact voelde je dat je invloed had. Mag ik één voorbeeld geven? Toen het Egmont-pact eraan kwam in 1977, nam ik de beslissing om voortaan elke week de voorpagina van De Nieuwe, die ik toen uitgaf, te vullen met een hoofdartikel over of tegen het pact, totdat het pact weg was. En die beslissing deelde ik aan zoveel mogelijk mensen mee, zowat aan iedereen die ik ontmoette _ vanzelfspre- kend op voorwaarde van strikte geheimhou- ding. Dat laatste moet je altijd doen als je wilt dat iets in de wereld rond gaat. Die sim- pele beslissing en het mondgemeen worden ervan heeft zeker bijgedragen tot het opdoe- ken van het pact.”

‘t Pallieterke: De bijlagencultuur van de Vlaamse kranten is een pest en een bewijs van een kwalitatieve neergang in de media?

Mark Grammens: “Ja, voor kort was het tien jaar geleden dat de Amerikanen Irak binnenvielen. Ook in de Vlaamse pers werd die verjaardag wel even vermeld, maar in België had alleen Le Soir daarover een hoofd- artikel. Welnu, de buitenlandse elite die hier woont, ziet dat, en beschouwt daarom de Franstalige cultuurkring als belangrijker dan de Vlaamse. Dat de Vlaamse pers bijna geen hoofdartikelen buitenland meer heeft, en ook geen enkele diplomatieke correspondent, is beschamend, vernederend voor onze cul- tuur en invloed.”

‘t Pallieterke: De bijlagen zijn soms goed geschreven, een detail, een argu- ment ten goede?

Mark Grammens (snuift): “Al die bijlagen zijn totaal nutteloos, en halen de algemene indruk die men heeft over een krant omlaag.

Ik erger mij bijvoorbeeld aan de zaterdagse magazinebijlage van Le Monde. Daar heb ik nog nooit iets in gelezen, maar ik moet er wel voor betalen, want anders krijg ik Le Monde van die dag niet. Ik troost me dan met de gedachte dat Le Monde zo advertenties lokt, die op hun beurt de buitenlandse correspon- denten van het blad helpen te betalen, enzo-

voort, maar dat is een magere troost voor een vernederende toestand. Of wij beter journa- listiek schrijven in Vlaanderen dan voor één of twee generaties, ach, ik voel het niet zo aan. Bellen blazen is niet per definitie beter formuleren. Ik ben al mijn hele journalistieke loopbaan voor een taal zonder gezochtheid.”

‘t Pallieterke: Wat te doen?

Mark Grammens: “Als een of meerdere journalisten uit de ervaring dat ik 25 jaar een eenmansblad professioneel heb kun- nen uitgeven, en er slechts deze maand mee stop, onder druk van de leeftijd, 80, en toenemende vermoeidheid, en dat zij daar- uit afleiden dat ze ook zoiets kunnen, voor- uit, laten zij niet aarzelen om ermee te begin- nen. Zij mogen mij noteren als hun eerste abonnee.”

reerd worden. Overal hetzelfde domme stukje geknipt uit een computerbestand. Lamenta- bel. Mijn knipselarchief was beter!”

‘t Pallieterke: Noch Vlaanderen noch België heeft perskritiek die naam waar- dig?

Mark Grammens: “Akkoord, dat is nu eenmaal zo. Kan ik niks aan doen.”

‘t Pallieterke: In de jongste Journaals schoot u met scherp op het kerkelijke Tertio, een late nakomeling van De Linie, het blad van de Vlaamse jezuïeten.

Waarom heeft het katholieke Vlaande- ren geen The Tablet, een Brits katholiek weekblad dat u af en toe citeert?

Mark Grammens: “Tertio is een blad voor pastoors, nog veel meer dan Kerk & Leven.

Het is gewoon geen goed blad. Neem nu de actualiteit van de laatste weken: onze begro- ting, de moedige verklaring van minister Bourgeois over de autonomie van Vlaande- ren, Cyprus, enzovoort... - geen woord daar- over in Tertio. Onwaarschijnlijk. Een totaal gebrek aan respect voor de actualiteit ken- schetst het weekblad, en voorts is er een hoop meditatie die niet thuishoort in de pers.

Ik heb al eens geschreven dat de uitgever van Tertio zijn redacteuren zou moeten meene- men naar een bibliotheek waar de laatste jaargangen van De Linie liggen, die van 1962 tot 1964. De Linie was het laatste katholieke weekblad dat Vlaanderen gekend heeft, we zijn een halve eeuw verder en kwalitatief slechter af. Vergelijk die laatste De Linie’s met Tertio. Ik hoop dat de redactie de oefening doet en er lering uit zal trekken.”

‘t Pallieterke: Hangt u de pen defini- tief aan de wilgen?

Mark Grammens: “Neen, er is alleen dit. Ik word tachtig en vind dat het genoeg geweest is. Ik ben ook een klein beetje trots dat ik zelf mijn datum van afscheid heb mogen kiezen, en daartoe niet gedwongen werd door financiële of gezondheidsproble- men. Maar ik moet toch eens ophouden. En ik geef toe: ik heb mijn hele leven gestre- den met de stress van de deadline (nvdr. het tijdstip waarop de kopij bij de drukker moet belanden en de krant af moet zijn). Ik ver- lang naar rust. Ik neem dus enkele maanden vakantie, en daarna zie ik wel wat ik doe. Ik sluit bij voorbaat niets uit, behalve de stress, die wil ik nooit meer.”

JAN RABBIJN (wordt vervolgd)

Doof en alert

Mark Grammens is reeds decennia hardhorig tot doof, wat journalistiek en sociaal zijn actieradius beperkte, en toch bleef hij onverminderd een alerte waarnemer: “Ik ben niet doof gebo- ren, maar mijn oorzenuwen zijn aan- getast door het gebruik van streptomy- cine op mijn zestien jaar, en ik, haast zeker als gevolg van de repressie, toen ik aan ondervoeding had geleden, een tuberculeuze pneumonie had opge- daan. Daarna is mijn gehoor heel traag achteruit gegaan, maar toen ik in Engeland werkte, hoorde ik nog vrij- wel perfect. Daarna ging het lange tijd goed met een hoorapparaat, maar de laatste jaren is mijn gehoor praktisch helemaal verdwenen. Mijn vrouw, Els Grootaers, is inmiddels een ervaren tolk geworden. Ook hebben wij een eigen tekentaal ontwikkeld. Het is niet leuk, maar het gaat wel. Ik vecht niet tegen het onvermijdelijke.”

Driemaal Grammens

Mark Grammens praatte uitvoerig met ‘t Pallieterke over de journalistiek, zijn jeugd, de Belgische en de interna- tionale politiek. April 2013 is de laat- ste maand dat hij “Journaal” redigeert en publiceert. In dit nummer van ‘t Pal- lieterke en in de volgende twee edities voert hij het woord.

Geen vervolg

“Journaal” verdwijnt na 25 jaar, een vervolg is niet gepland. Velen voelen zich verweesd. Mark Grammens: “Jour- naal is dusdanig sterk met mij verbon- den dat ik een overname door ande- ren niet echt zag zitten. Ik had immers al ervaring opgedaan met het destijds door mij gestichte en uitgegeven Tijd- schrift voor Diplomatie. Toen men mij daaruit had verwijderd, daalde het abonneegetal bij de volgende abonne- mentsvernieuwing tot minder dan de helft, ondanks de aanwezigheid van Mia Doornaert en gelijkgezinden in de redactie. Enkele maanden daarna ver- dween het blad. Laten zoveel moge- lijk mensen inspiratie halen uit Jour- naal, maar voorts moeten zij het zelf waar maken.”

‘t Pallieterke: Welke band had u met Jan Nuyts en ‘t Pallieterke?

Mark Grammens: “Ik heb jarenlang com- mentaren geschreven in ‘t Pallieterke en ben heel blij dat die vraag wordt gesteld want dit geeft mij de kans om iets te zeggen wat mij al heel lang op het hart ligt. Jan Nuyts is wel- licht de meest onderschatte uitgever geweest van Vlaanderen. De prestatie die deze man heeft geleverd, decennia lang, is enorm. Mis- schien was het omdat ik grote waardering voor hem had, en dat hij dit aanvoelde, maar ik had er een uitstekende werkrelatie mee.

Wij vertrouwden mekaar volledig, al waren wij - of misschien juist daarom - van nature allebei eerder wantrouwig. In de jaren dat ik aan ‘t Pallieterke meewerkte, heb ik nooit het minste conflict of meningsverschil met Nuyts gehad. Ik respecteerde hem, als mens, maar niet minder als hoofdredacteur. Uit ervaring wist ik natuurlijk hoe een hoofdredacteur functioneert, en ik respecteerde zijn verant- woordelijkheid voor de uitgave van het blad.

Soms zei ik hem: Jan, als je het er niet mee eens bent, schrap gerust, of gooi het stuk weg. Jij maakt het blad, ik niet. Nooit heb ik hem iets zien weggooien.”

‘t Pallieterke: Is u alwetend, u strooit met citaten uit kranten van jaren gele- den? Gigantische computerbestanden schuilen niet in uw kelder of op uw zol- der. Journaal heeft evenmin een profes- sionele archivaris of documentalist. Zit u op stapels knipsels? Of bent u een vroege en geheime gebruiker van Wikipedia?

Mark Grammens: “Ik ken Wikipedia alleen van naam. Ik bezit een aantal ency- clopedieën, dat volstaat en is veel veiliger.

Een aantal jaren geleden was ik op bezoek bij iemand die mij vol trots met zijn rommel aan computers wilde laten kennismaken, en die dus - een beetje onwijs - mijn naam intikte om mij te tonen wat er over mij verteld werd.

Weet je wat dat was? Een paar zeer boosaar- dige citaten uit een trotskistisch studenten- blaadje, dat het amusant vond om met mij de spot te drijven. Beeld u in. Dan denk ik: arme jongeren van tegenwoordig, die dat als infor- matie krijgen. Zo zag ik ook eens hoe iemand die ik goed gekend had, en op hoge leef- tijd overleden was, in de kranten gememo-

© Mozkito

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zeker, als we onze gezonde dagen goed zouden besteden, dan zouden we trachten om, als we gaan sterven, niets anders te doen hebben dan te sterven.. Zult u het uitstellen

En dan is Jezus niet ongenegen om ons te onderwijzen. Dat begint er meestal mee om ons te doen zien, dat we nog altijd fout geweest zijn. Net als bij de discipelen. Dat gaat samen

Het onverwachte en niet-geplande bezoek van Law aan het Vaticaan, hij zou zondag in Boston de mis voordragen, is volgens ingewijden van de Amerikaanse katholieke kerk vooral

We see this especially in two figures: the ancient sophists Protagoras and Gorgias and the contemporary gangsta rapper Snoop Doggy Dogg (Calvin Broadus’ first nom d’artiste—before

Dat moet je zeker meenemen naar Bokton, want deze ktad heeft zijn marketingklogan –The Walking City- niet gektolen.. Ze ik niet al te groot en de hiktorikche gebouwen kpiegelen

Het is mogelijk om composiet fence boards en aluminium profielen met hetzelfde profiel te combineren Let op: MODERN fence boards kunnen niet met aluminium profielen

In deze handleiding zijn de normen opgenomen voor gezonde volwassenen van 13- 85 jaar waarmee de behaalde testresultaten vergeleken kunnen worden om woordvindingsproblemen te

Alles wordt in de richting van de hydraulische machine getrokken: als een rits wordt de oude buis open- en kapotgescheurd, maar deze dient tegelijkertijd als geleiding voor de