• No results found

Onderzoeksopzet beschikbaarheid en vindbaarheid van specialistische jeugdzorg voor de inwoners van Oss

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Onderzoeksopzet beschikbaarheid en vindbaarheid van specialistische jeugdzorg voor de inwoners van Oss"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Onderzoeksopzet beschikbaarheid en vindbaarheid van specialistische jeugdzorg voor de inwoners van Oss

Versie 28 februari 2018

1. Aanleiding voor het onderzoek

Aanleiding Begin 2016 heeft de rekenkamercommissie Oss gesprekken gevoerd met de fracties in de gemeenteraad. Een van de genoemde onderwerpen waren de

hervormingen in het sociaal domein. Daarbij werd begin 2016 vrij vaak opgemerkt dat de hervormingen in het sociaal domein belangrijk zijn te onderzoeken, maar niet in 2016, omdat dat nog te vroeg was. Het is nu twee jaar later. Daarom hebben wij besloten dit onderwerp op te pakken. Daarbij hebben we gekozen voor de invalshoek van de burger, omdat dit de doelgroep is van de decentralisaties. Kan de burger de overheid vinden? Krijgt de burger de voorzieningen die hij nodig heeft?

Input vanuit raadsleden Omdat ons gesprek met de fracties enige tijd geleden

plaatsvond hebben we oktober 2017 met raadsleden (leden van de inmiddels niet meer bestaande raadswerkgroep decentralisaties) verkend welke vragen leven. Uit dit gesprek kwam naar voren dat:

 de jeugdzorg de sterke voorkeur heeft voor onderzoek; over onderwerpen rond jeugdzorg zijn de meeste zorgen. Het is een nieuwe taak, overgedragen met minder middelen en er zijn diverse aandachtspunten.

 de doelgroep binnen de jeugdzorg waar de meeste vragen over zijn, zijn multiprobleemgezinnen.

 aandachtspunten zijn: wachtlijsten, aanbod van specialistische zorg, de toegang en veranderingen van zorg tijdens een traject, de overgang van 18- naar 18+, aandacht voor preventie, het daadwerkelijk maken van één plan, keuzevrijheid in combinatie met het grote aantal aanbieders, maar ook samenwerking tussen instellingen, administratieve lasten voor de instellingen en accountantskosten.

 onderzoek vanuit burgers wordt belangrijk gevonden. Dat moet wel een representatief beeld geven.

 voorbeelden vanuit andere gemeenten kunnen ook inzicht geven.

De rekenkamercommissie heeft ook met de raadgever sociaal domein gesproken. Voor het onderwerp jeugdzorg heeft hij als aandachtspunten benoemd: complexe situaties (waar verschillende soorten zorg samenkomen), het werken met één plan en de intake.

2. Vraagstelling onderzoek

Vraagstelling De rekenkamer heeft voor de onderstaande vraagstelling gekozen. Dit gegeven dat de rekenkamer het burgerperspectief voorop stelt en de input van raadsleden en de sociaal raadsadviseur.

Zijn de juiste typen specialistische jeugdzorg beschikbaar en vindbaar voor de burgers van Oss?

(2)

We kiezen voor de woorden ‘beschikbaar’ en ‘vindbaar’, omdat dit breder is dan toegang. Het gaat om toegang bij de start van de zorg, maar ook om het type zorg (beschikbaarheid specialistische zorg) en veranderingen in de zorgvraag of veranderingen in de situatie. Anders gezegd het gaat om:

 vindbaarheid van de toegang tot de zorg bij de start van de zorgvraag en bij nieuwe ontwikkelingen/veranderde vraag

 de duidelijkheid van de redenen voor het toekennen of niet toekennen van de gevraagde zorgvoorziening

 de beschikbaarheid van de zorg na toekenning

 we leggen hierbij de focus op specialistische zorg

 evenals op de aansluiting van de zorg bij het overgaan van de drempel van 18- naar 18+ of eventuele andere (leeftijdsgebonden)drempels

Met specialistische zorg bedoelen we wat in Oss de individuele (specialistische) zorg wordt genoemd.

Met juiste zorg bedoelen we zorg in lijn met het beleid. Dat wil zeggen zorg in lijn met de doelen van de decentralisatie (Memorie van Toelichting Jeugdwet), dat is zorg waarbij gewerkt wordt:

 met een integraal plan (één plan),

 maatwerk wordt geleverd waar nodig

 er aandacht is voor preventie

 we vullen dit in het onderzoek aan met de doelen van Oss

We hebben geen oordeel over de kwaliteit van de zorg; dat zou een zorg inhoudelijk onderzoek vergen.

We hebben ook bijzondere aandacht voor complexe situaties, dat is bijvoorbeeld als er diverse zorgvragen in een huishouden bij elkaar komen, bijvoorbeeld meerdere personen met verschillende beperkingen en/of als er meerdere problemen samen komen, zoals ouders met schulden, psychische problemen en kinderen die zorg behoeven.

Deelvragen

1) Het perspectief van de burger staat centraal, maar wel binnen het gemeentelijk beleid.

Deelvragen zijn daarom:

1a) Hoe ziet het gemeentelijk beleid voor de toegang eruit?

1b) Hoe ziet het gemeentelijk beleid voor de specialistische zorg, complexe zorg en multiprobleemgezinnen eruit?

1c) Hoe ziet de uitvoering eruit? Onze focus is daarbij op:

- zijn de relevante jongeren in beeld? Wat loopt via de gemeente en wat

bijvoorbeeld via de (huis)arts? Is duidelijk wie er toegang heeft gekregen en wie niet? en waarom wel of niet? Zijn relevante veranderingen, zoals wie 18 wordt in beeld?

- één plan voor jeugdzorg; is er één plan per jongere/huishouden? Is dat altijd zo?

Dus ook bij situaties waarin sprake is van specialistische zorg, een overgang van 18- naar 18+ of als er complexe vragen zijn.

2) Het perspectief van de burger/zorgvragers vertalen we in de deelvragen:

2a) is de toegang voor de zorg vindbaar bij vragen specialistische jeugdhulp? bij veranderingen (18-/18+, verkrijgen statushouderschap door jongeren) en hoe?

2b) is het duidelijk waarom zorg wel of niet wordt toegekend? Evenals het type voorziening?

(3)

2c) is de zorg beschikbaar na toekenning? Ook als er meerdere zorgvragen zijn in een huishouden? Wat zijn ervaringen met bijvoorbeeld het aanbod bij veranderingen in de situatie?

2d) is er sprake van maatwerk waar nodig? Wordt er integraal gewerkt? (één plan)? is de zorg continue waar moet en flexibel waar nodig?

3. Opzet onderzoek Invalshoek onderzoek

Het onderzoek kent een documentenanalyse, diverse gesprekken met ambtenaren en gesprekken met burgers met een zorgvraag en instellingen. Voor het burgerperspectief is van belang dat er erg veel mogelijke verschillende zorgvragen en complexe situaties zijn. Het onderzoek wordt daarom gericht op vijf subdoelgroepen. Hieronder geven we mogelijke subdoelgroepen:

1. onder toezicht gestelde jongeren

2. jongeren die niet bij hun familie wonen vanwege bijvoorbeeld LVB of gedragsproblemen (met aandacht voor huisvesting als ze 18 worden)

3. jongeren met bijvoorbeeld GGZ-problemen, thuiswonend in een gezin waar ook andere vragen zijn, bijvoorbeeld armoede/ schuldhulpverlening, ouder(s) met eveneens GGZ-problemen.

4. jongeren met diverse problemen die 18 worden (o.a. ook werk en inkomen).

5. Jonge statushouders

De geselecteerde subdoelgroepen zijn in eerste instantie gebaseerd op landelijke evaluaties (SCP, 2017) en vervolgens aangescherpt na enkele verkennende gesprekken.

Indien nodig kunnen we de doelgroepen nog aanpassen, bijvoorbeeld door een doelgroep nader af te bakenen of op te splitsen.

Fasen onderzoek Het onderzoek bestaat uit vier fasen.

Fase 1) verkenning en onderzoeksopzet Fase 2) verdieping

Fase 3) veldonderzoek Fase 4) rapport

Fase 1 is zo ingericht dat het bij fase 2 mogelijk is de goede instellingen te selecteren voor interviews en om tot een goede opzet te komen voor het veldonderzoek (fase 3).

Fase 1) verkenning en onderzoeksopzet

1a) We verzamelen algemene cijfers van Oss uit (landelijke) databases om een beeld te kunnen schetsen van Oss en voor een verdere afbakening van de probleemstelling.

1b) We doen een documentenonderzoek van Oss om het beleid in kaart te brengen.

1c) We houden enkele verkennende gesprekken om de opzet nader aan te vullen:

 startgesprek met de gemeentesecretaris en strategisch adviseur sociaal domein

 gesprek met de raadgever sociaal domein

 gesprek met de kenniskring jeugd Oss aangevuld met vertegenwoordigers van cliëntenraden van twee instellingen

Fase 2) verdieping

2a) nadere documentenonderzoek en gesprekken met ambtenaren, voor zover blijkt uit fase 1) dat dit zinvol is.

2b) interviews met instellingen betrokken bij de toegang,, bijvoorbeeld:

(4)

 Backoffice gemeente

 Samenkracht OssHuisarts(vertegenwoordiger)

 Medisch specialist GGZ

 Gecertificeerde instelling en Willem Schrikkergroep

 Veilig thuis

Fase 3) veldonderzoek

3a) zorgaanbieders. We selecteren een aantal zorgaanbieders waarmee we een gesprek voeren.

3b) ervaringen met de toegang. Ideaal gesproken hebben we niet alleen contact met jongeren en ouders/verzorgers die zorg krijgen, maar ook met degenen waarvan de zorgvraag nog in behandeling is of is afgewezen. We willen dit doen door bijvoorbeeld social media in de zetten of bepaalde contactpersonen vragen of ze jongeren en/of ouders bij de intake willen vragen of ze een kort gesprek met ons willen of een korte vragenlijst invullen. We bepalen a.h.v. gesprekken wat het meest kansrijk is.

3c) interviews: we houden vijf interviews per subdoelgroep. De selectie kan bijvoorbeeld door:

 instellingen en/of cliëntenraden die aandragen (na toestemming cliënt)

 oproep tot interviews (social media) 3d) drie of vier groepssessies:

 met jongeren; vanuit de subdoelgroepen

 met ouders/verzorgers enz. vanuit de subdoelgroepen

Een alternatief is dat we bijvoorbeeld bij cliëntenraden of andere bijeenkomsten waar cliënten bij elkaar komen aanschuiven om daar onze vragen te stellen en input te krijgen.

Naast het veldonderzoek zullen we in deze fase ook:

3e) een gesprek voeren met de (huidige) wethouder.

3f) een sessie houden met de fractiespecialisten van de gemeenteraad. Dit zoals afgesproken in de bijeenkomst in oktober 2017. We willen deze sessie houden na de verkiezingen. Wanneer deze sessie wordt gehouden hangt enerzijds af van de voortgang van het onderzoek.

Voor fase 3) zal externe ondersteuning worden ingehuurd door de

rekenkamercommissie. Dit omdat dit een tijdsintensieve fase is, waarbij het voor het onderzoek van belang is dat deze fase niet te lang duurt.

Fase 4) rapport 4a) opstellen rapport

4b) sessie met instellingen, ambtenaren, collegeleden en raadsleden om de bevindingen te toetsen.

4c) feitencontrole en bestuurlijke hoor en wederhoor Nadere toelichting veldonderzoek en representativiteit

Een representatief onderzoek is complex. In de eerste plaats, omdat de doelgroep niet volledig bekend is; mensen die niet in beeld zijn bij de jeugdhulp terwijl ze het wel nodig zouden hebben zijn ook moeilijk mee te nemen in het onderzoek. In de tweede plaats, omdat de doelgroep moeilijk te bereiken kan zijn. In de derde plaats om privacy redenen. En tot slot, omdat de bereidheid van mensen om mee te doen sowieso niet altijd leidt tot representativiteit.

(5)

Combinatie van verschillende methoden Dit betekent dat de betrouwbaarheid van de conclusies op een andere manier moet worden geborgd. Een bekende methode om dat te doen is het combineren van meerdere methoden (triangulatie). Wij kiezen voor:

 interviews met zowel degenen die over de toegang gaan, aanbieders van zorg, jongeren en hun ouders/verzorgers, waarbij we ervoor zorgen dat we met verschillende subdoelgroepen spreken

 groepssessies of aanschuiven bij bestaande overleggen van cliënten.

De reden hiervoor is dat deze combinatie van onderzoek, samen met een

documentenanalyse, vaak goede resultaten laat zien1. Andere methoden, zoals een telefonische of schriftelijke enquête, zijn voor de doelgroepen minder van toepassing.

Diversiteit deelnemers Een randvoorwaarde voor het onderzoek is dat de

geïnterviewden en de deelnemers aan de groepssessies divers zijn. Divers bijvoorbeeld wat betreft achtergrond en leeftijd (zover relevant) en divers wat betreft relatie met de jeugdhulp: voorkomen dient te worden dat de deelnemers allemaal erg tevreden zijn of allemaal erg ontevreden.

Eventuele extra fase onderzoek Uit het veldonderzoek kan blijken dat een

subdoelgroep, een specifieke vraag of situatie van belang is voor het beeld, maar niet voldoende in het onderzoek is opgenomen. Als dit direct de onderzoeksvraag raakt kunnen we ervoor kiezen een extra fase in het onderzoek op te nemen. Dit is niet ongebruikelijk bij (complex) kwalitatief onderzoek.

Zorgmijders We streven ernaar ook inwoners bij het onderzoek te betrekken die geen specialistische jeugdhulp toegewezen hebben gekregen. Ons streven is niet ook

inwoners die zorgmijden te betrekken in het onderzoek; dat zou een ander onderzoek vergen.

Privacy Een aandachtspunt voor het onderzoek is privacy. Privacy vergt zorgvuldigheid bij het benaderen van mensen. Dat betekent onder andere dat wij niet mensen zelf direct benaderen – dan zouden we gegevens moeten krijgen – maar dat de mensen via de instellingen, de gemeente of een oproep worden benaderd

4) Globale planning fasen

1) verkenning en onderzoeksopzet: januari – februari

2) verdieping: maart

3) veldonderzoek: april - mei

4) rapport: juni-juli

1 Als voorbeeld hebben we de onderzoeken van de rekenkamers van Den Haag en Utrecht

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Partijen staan open voor samenwerking met alle betrokkenen, zowel binnen de raad als daarbuiten, bij de uitwerking van de voorliggende plannen. Wij nodigen uw raad van harte uit

Nu blijkt dat voor bepaalde specialistische functies van jeugdhulp in veel regio’s nog geen afspraken tot stand zijn gekomen en het gevaar dreigt dat dit ook niet tijdig het geval

Begin september zullen we de regio’s waar nu nog onvoldoende zekerheid bestaat dat de contracten tijdig zijn vastgesteld doorlichten zodat zekerheid wordt geboden over de

Bij het bepalen van de percentages in deze rapportage zijn ook de cliënten waarvan de leeftijd onbekend was, meegeteld voor het totaal... Aantallen kleiner dan 10 zien

264x Geleidebakens totaal Markering.

Hiermee is zeker niet gezegd dat de gemeente geen of onvoldoende aandacht zou hebben gehad voor de maatschappelijke effecten van de herontwerp operaties; deze effecten werden

Binnen dit onderzoek zal daarom in de diagnose eerst gekeken worden naar de huidige situatie van de organisatiecultuur, -structuur en besturingstructuur om vervolgens bij

Algemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm) Lithologie: zand, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin, matig grof, spoor wortelresten,