• No results found

1. IKC De Edelsteen. 2. Een korte karakteristiek. 3. Onze IKC-visie. : Mevr. C. Vijgenboom

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "1. IKC De Edelsteen. 2. Een korte karakteristiek. 3. Onze IKC-visie. : Mevr. C. Vijgenboom"

Copied!
29
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

\\

(2)

Inhoud

1. IKC De Edelsteen. ... 2

2. Een korte karakteristiek. ... 2

3. Onze IKC visie... 2

4. Het onderwijskundige beleid op onze school. ... 3

5. De ondersteuning aan het jonge kind. ... 4

6. De ondersteuning voor leerlingen met extra onderwijsbehoeften. ... 4

7. De kwaliteit van ons onderwijs. ... 5

8. De bereikte resultaten op onze school. ... 6

9. De invulling van de onderwijstijd. ... 6

10. Het leerlingvolgsysteem ... 7

11. De rapportage op onze school ... 7

12. De overgang van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs. ... 8

13. De opvang van IKC De Edelsteen. ... 8

14. De rol van de ouders. ... 10

15. De vrijwillige ouderbijdrage. ... 11

16. Speciale en buitenschoolse activiteiten. ... 12

17. Het bestuur van onze school. ... 12

18. De leerplicht. ... 13

29. Toelating, schorsing en verwijdering. ... 13

20. De klachtenregeling. ... 14

21. Sponsoring. ... 14

(3)

1. IKC De Edelsteen.

Directeur : Mevr. C. Vijgenboom

Adjunct-directeur : Vacature

Adres : Sieraadlaan 100

: 2719 SN Zoetermeer

: 079 - 3617629

E-mail : onderwijs@ikcDeEdelsteen.nl

Website : www.ikcDeEdelsteen.nl

2. Een korte karakteristiek.

Al 18 jaar is de afdeling onderwijs van IKC De Edelsteen een officieel gecertificeerde Daltonbasisschool.

De school staat in de wijk Rokkeveen in Zoetermeer. Er zitten rond de 255 leerlingen op school verdeeld over tien groepen. De meeste leerlingen komen uit de wijk Rokkeveen en in toenemende mate uit andere wijken en omliggende gemeentes zoals Pijnacker, Berkel en Rodenrijs en Bergschenhoek.

De school werkt volgens het continurooster van 8.45 uur tot 15.00 uur en biedt na schooltijd i.s.m. de afdeling opvang van het IKC De Edelsteen naschoolse opvang en naschoolse cursussen.

De Edelsteen is een daltonschool die zich specifiek richt op de ontwikkeling van het kind als persoon.

De basis hiervan ligt in de daltonkernwaarden. De leerkracht stimuleert de zelfstandigheid, het nemen van verantwoordelijkheid, het samenwerken en de reflectievaardigheden van uw kind(eren).

Eigenaarschap staat hierin centraal. Vanuit de groeimindset ligt de focus continu op de totale ontwikkeling van uw kind en de invloed die het lerende kind op deze ontwikkeling kan uitoefenen. Wij kijken naar de individuele onderwijsbehoefte van uw kind(eren). Deze onderwijsbehoeften staan beschreven in doelgerichte groepsplannen die het uitgangspunt zijn voor het pedagogisch en didactisch handelen van de leerkracht.

Naast de basisvakken -zoals taal, rekenen, spelling en wereldoriëntatie - wordt ook ruime aandacht gegeven aan expressievakken, zoals dans, toneel, muziek en handvaardigheid.

De kinderen krijgen vanaf groep 1 Engelse les met als doel dat de kinderen een goede Engelse conversatie kunnen starten en onderhouden.

3. Onze IKC-visie.

Onze visie:

Jonge kinderen in onze maatschappij barsten

van talent. Ze zijn jong en onbevangen en hebben allemaal hun dromen. Kinderen bezitten de mogelijkheid om de wereld om zich heen op hun manier te ontdekken. Al ervarend en onderzoekend leert hij de wereld begrijpen, vanuit zijn eigen aanleg en onderscheidingsvermogen. Hoe de wereld rond het kind eruitziet, wordt deels door ons bepaald.

De maatschappij heeft deze ‘jonge mensen’ hard nodig met hun kennis en verschillende vaardigheden. Jonge mensen die weten wat ze kunnen, wie zij willen zijn, welke doelen ze willen bereiken en wie ze daarbij kan helpen. Kinderen die talenten willen delen en zelf willen ontdekken.

Een kind heeft begeleiding nodig op cognitief- persoons- en sociaal niveau om in de verschillende ontwikkelingsfases ervaringen op te doen binnen een rijke omgeving zodat het kind soepel naar een

(4)

volgende fase kan. Talent en persoonlijkheid blijven niet langer verborgen en leveren een

evenwichtige en belangrijke bijdrage aan ‘de jonge mens’ en de maatschappij.

Kinderen leren door samen te spelen, te ontdekken, te ervaren, te reflecteren, cognitieve- en persoonlijke uitdagingen aan te gaan, die aansluiten bij hun interesses en ontwikkelingsniveau, waardoor zij zich op een prettige manier kunnen ontplooien.

Onze missie:

Wij leveren als IKC een belangrijke bijdrage aan de opvoeding en ontwikkeling van kinderen van nul tot het einde van de basisschool. Kinderen geven aan wat zij van ons nodig hebben, wij luisteren en helpen hen om optimaal te kunnen functioneren in hun huidige leefomgeving en in de wereld van de toekomst.

Wij laten talenten en kwaliteiten ontplooien bij kinderen, door kinderen zelf te laten ontdekken wat hun kracht is en hoe zij groot willen worden. We gebruiken onze teamtalenten om kinderen te stimuleren, te leren - leren, te ontdekken en initiatief te tonen.

Vertrouwen en veiligheid is ons uitgangspunt;

Trots zijn is ons startpunt;

Optimale ontwikkeling is ons eindpunt;

De samenwerking met ouders staat hierin altijd centraal.

Om je talenten te ontdekken moet je kunnen uitproberen, fouten maken, reflecteren en presenteren.

Een omgeving die samen wil ontwikkelen, en elkaars talenten kent en benut. Dit geldt ook voor alle medewerkers van het IKC. Je hebt jouw talent pas echt goed ontwikkeld als anderen er ook iets aan hebben.

Zelfvertrouwen is het resultaat: " Ik ben uniek en heb wat toe te voegen aan mijn omgeving".

Van zelfvertrouwen naar trots. Dat is waar we aan werken. Trots op wie je bent en wat je kan.

Informatie over ons Daltononderwijs vindt u in het Daltonboekje op de website. U kunt bij de directie terecht met uw vragen.

4. Het onderwijskundige beleid op onze school.

Komend schooljaar staan onderstaande ontwikkelpunten centraal:

Gezamenlijke IKC-ontwikkelpunten:

Het leerling observatiesysteem “KIJK” wordt verder geïmplementeerd. De themaplannen worden aangepast zodat het lesaanbod passend is bij de veelzijdige ontwikkeling die kleuters

doormaken.

Het ontwikkelen van een eenduidig pedagogisch IKC-beleid.

Het proces van doorstroming van peuter naar kleuter beter aan te laten sluiten en ouders hierin te betrekken.

School specifieke ontwikkelpunten:

Het ontwikkelen van themagericht werken met ondersteuning van meervoudige intelligentie (MI) voor het vak geschiedenis.

Het lesaanbod van begrijpend lezen uitbreiden met als doel dat de strategieën beter toegepast worden.

Het ontwikkelen van beleid voor het onderwijs aan jonge kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong.

De kinderen zijn eigenaar in hun persoonsontwikkeling. Ze reflecteren op hun vaardigheden en krijgen daardoor inzicht in de nog aan te leren vaardigheden. Ze zijn eigenaar van hun eigen

(5)

leerproces. Dit schooljaar gaan we een start maken om ook de cognitieve vaardigheden

inzichtelijk te maken zodat de leerlingen zien welke stappen ze moeten zetten om verder te komen in hun ontwikkeling.

De onderwijsopbrengsten liggen boven het landelijk gemiddelde. We zijn er echter van overtuigd dat op een goede school de opbrengsten nog beter moeten kunnen zijn.

Via de nieuwsbrief houden we u de hoogte over deze ontwikkelingen.

5. De ondersteuning aan het jonge kind.

Jonge kinderen leren door te ontdekken, oefenen en imiteren. Spel is het begin van leren. Spel helpt jonge kinderen hun kennis over de wereld en hun handelingsmogelijkheden uit te breiden.

Door spel zijn jonge kinderen intens betrokken bij hun activiteiten en presteren ze vaak op de toppen van hun kunnen.

Het kleuteronderwijs van IKC De Edelsteen sluit aan op de ontwikkeling van het jonge kind. Er zit een duidelijke rode draad in ons onderwijs. Leerkrachten weten wat kleuteronderwijs is en wat dat inhoudt voor de lessen en speel/ leeromgeving. Leerlingen gaan met plezier naar school waar zij elke dag kind mogen zijn en ontdekkend spelen. We hebben veel aandacht voor spel en spelen. Onze visie zit tussen het ontwikkelings- en ervaringsgericht onderwijs in. Wij bieden de activiteiten aan in voor het kind betekenisvolle activiteiten in thema’s, in samenhang met de gewenste doelen. De leerkracht is deelnemer aan de gezamenlijke activiteiten en het spel is een leidende activiteit.

Eigenaarschap begint al bij het jonge kind. De kinderen tonen initiatief in hun eigen leeromgeving. Er is ruimte om mee te denken over de gekozen thema’s. Ook hebben ze een portfolio waar ze nadenken over wat ze hebben geleerd en wat ze willen leren. De mate van ‘in ontwikkeling zijn’ wordt afgelezen uit de mate van betrokkenheid en welbevinden. De achterliggende gedachte daarbij is dat een kind alleen dan al zijn talenten inzet als het zich veilig voelt en betrokken bezig is. De leerkracht volgt systematisch de ontwikkeling van het jonge kind door gerichte observaties met de gecertificeerde observatiemethode “KIJK”.

6. De ondersteuning voor leerlingen met extra onderwijsbehoeften.

Het schoolondersteuningsprofiel vindt u in bijlage 1.

De beschrijving van de IHI- procedure vindt u in bijlage 2.

In het schoolondersteuningsprofiel staat beschreven wat onze school op het gebied van ondersteuning biedt. Op onze school verzorgen wij onderwijs van zo hoog mogelijke kwaliteit. Wij denken daarbij vanuit de mogelijkheden van de leerlingen en helpen hen hun mogelijkheden te benutten. Die aanpak duiden we aan met ‘ondersteuning’ en vormt de basis van de IHI-aanpak. Soms signaleren de leerkracht en/of de ouders/verzorgers dat de ontwikkeling van een leerling niet naar verwachting verloopt. De IHI-aanpak voorziet dan in overleg tussen de betrokkenen, waaraan ook de intern begeleider, als zorgcoördinator van de school, deelneemt.

Passend Onderwijs

De Edelsteen maakt samen met bijna alle (speciale) basisscholen en scholen voor speciaal onderwijs in Zoetermeer deel uit van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs Primair Onderwijs Zoetermeer.

Gezamenlijk zorgen wij ervoor dat er voor elke leerling een passende onderwijsplek beschikbaar is. Op de website van het samenwerkingsverband (www.passendonderwijszoetermeer.nl) vindt u uitgebreide informatie over het samenwerkingsverband.

(6)

Medicatie op school.

Er zijn leerlingen, voor wie het noodzakelijk is om op school medicijnen in te nemen of die beperkte medische handelingen moeten ondergaan. Doorgaans bestaat daartegen geen bezwaar, mits er goede afspraken tussen de ouders/verzorgers en de school worden gemaakt.

In de eerste plaats is het belangrijk, dat de school tijdig en volledig wordt geïnformeerd. Dat kan tijdens het intakegesprek of in de loop van de schoolloopbaan van de leerling. Het is in het belang van de leerling, dat het hele schoolteam van de verstrekte informatie op de hoogte is. De leerling heeft immers niet alleen met de eigen leerkracht te maken. Uiteraard wordt daarbij zorgvuldig omgegaan met privégegevens. Het overleg loopt dan ook via de directie en/of de intern begeleider, die er zorg voor dragen, dat het hele schoolteam op de hoogte is.

Medicatie en beperkte medische handelingen vormen een gezamenlijke verantwoordelijkheid van ouders/verzorgers, leerling en school. Het is belangrijk, dat schriftelijk wordt vastgelegd wat ieders verantwoordelijkheid is. Daarbij zal de school voor wat betreft haar verantwoordelijkheid niet verder gaan dan de school ook daadwerkelijk waar kan maken.

De Edelsteen kent de volgende kenmerken binnen het zorgbeleid:

 Voor kinderen met specifieke leerbehoeften worden handelingsplannen opgesteld, die regelmatig (na 8 weken) worden geëvalueerd en weer bijgesteld zolang dat nodig is. De extra hulp die de school kan aanbieden vindt hoofdzakelijk in de klas(sen) plaats;

 Kinderen met een leervoorsprong kunnen een verkorte leertijd krijgen door een groep over te slaan of door de verplichte stof te ‘compacten’ (de leerlingen gaan sneller door de stof). Daarnaast bestaat de mogelijkheid verrijking van de stof te krijgen d.m.v. o.a. de thema’s vanuit de “Speurneuzen”.

 De interne zorgcoördinatoren bewaken het begeleidingsproces van zorgleerlingen in de klas.

 Groepsoverdrachten bij de overgang van een schooljaar worden op papier opgesteld en besproken.

Hieraan worden de ‘doorlopende’ handelingsplannen, voor zorgleerlingen, m.b.t. de eerste 4 weken van het nieuwe schooljaar toegevoegd en een overzicht van de onderwijsbehoeften van alle leerlingen met groepsplannen voor de eerste periode van het volgende jaar.

 Leerling- en groepsbesprekingen en bijeenkomsten van de schoolzorgcommissie vinden regelmatig en gestructureerd plaats volgens het borgschema “zorg voor alle leerlingen”.

 Waar nodig vindt er een IHI (integraal handelingsgericht indiceren) plaats. Alle ondersteuningsinstellingen komen samen met ouders en school om de tafel om een plan voor een gezin samen te stellen.

 De schoolzorgcommissie wordt ondersteund door de Onderwijs Adviesdienst;

 In de groepen 1 tot en met 8 wordt gewerkt met het Dyslexieprotocol.

MRT.

Motorische Remedial Teaching bestaat uit extra oefenmomenten en begeleiding in het vergroten van de motorische vaardigheden. Op De Edelsteen wordt twee uur per week MRT gegeven door een leerkracht die daarvoor is opgeleid. Kinderen kunnen door de eigen leerkracht aangemeld worden voor MRT en ouders kunnen hun kind via de leerkracht aanmelden.

7. De kwaliteit van ons onderwijs.

Om de kwaliteit van ons onderwijs te waarborgen gebruiken wij de volgende zaken:

 Het leerlingvolgsysteem van Cito. Dit geeft ons inzicht in het verloop van de groepen en individuele leerlingen. Bij opvallende zaken wordt er geëvalueerd wat de mogelijke oorzaken zijn en –indien nodig- actie ondernomen.

(7)

 De centrale eindtoets in groep 8. Dit instrument is voor de school een manier om de kwaliteit aan het einde van de basisschool te toetsen. Per jaar wordt de uitslag in kaart gebracht en geanalyseerd. Vanuit de analyse wordt bekeken wat school breed aandacht verdiend.

 Ieder schooljaar vinden er studiedagen plaats om zo de deskundigheid van de leerkrachten te bevorderen.

 Het kwaliteitsbeleid is OPOZ-breed geïmplementeerd. Dit betekent dat er middels een 4-jarige cyclus wordt gewerkt, waarbij ieder jaar een aantal zaken op het gebied van onderwijs, welbevinden van leerlingen etc. wordt geëvalueerd.

 De directie legt regelmatig groepsbezoeken af bij de personeelsleden. Daarbij wordt een kijkwijzer gehanteerd waarin de nieuwste ontwikkelingen t.b.v. de deskundigheidsbevordering van het personeel op onderwijsgebied zijn meegenomen.

 Aan het einde van elk schooljaar evalueert de school de gestelde doelen en maakt vervolgens aanpassingen in de beleidsplannen van het schoolplan. Tijdens deze evaluatie komen ook de bevindingen vanuit de schoolbezoeken van de Rijks Inspectie, het college van bestuur van OPOZ en de Nederlandse Daltonverenging aan bod.

8. De bereikte resultaten op onze school.

Uitstroom naar voortgezet onderwijs

Het op de school gegeven onderwijs sluit zo goed mogelijk aan op de individuele onderwijswensen van de kinderen. Voortdurend is en blijft de school op zoek naar verbeteringen op met name het onderwijskundig gebied. Daarnaast zijn niet alle leerlingen hetzelfde, denk aan aanleg, motivatie, werkhouding, concentratie, voorkeuren, enzovoort. De leerlingen zullen dan ook niet allemaal naar dezelfde school voor voortgezet onderwijs gaan. Het simpelweg conclusies verbinden aan de uitstroomgegevens van een school is dan dus ook niet wenselijk.

Verwijzingen naar het voortgezet onderwijs

schooljaar VWO HAVO/VWO HAVO VMBO

t/

HAVO

VMBO t – (theoretische leerweg)

VMBO kader

VMBO -

Beroepsonderwijs

2016-2017 28 % 6 % 22 % 13 % 28 % 0 % 3 %

2015-2016 40% 4% 18% 7% 11% 11% 11%

2014-2015 33% 33% 15% 19%

2013-2014 35% 11% 40% 14%

2012-2013 49% 22.5% 22.5% 6%

Vanaf het schooljaar 2015/2016 is het mogelijk om een dubbel advies te geven. Vandaar dat er kolommen zijn die pas vanaf dat schooljaar zijn toegevoegd.

Behaalde onderwijsresultaten.

De gemiddelde score op de eindtoets van groep 8 in het schooljaar 2016-2017 is 535,5. Dit is gemiddeld een HAVO-score. De Citotoetsen die aan het eind van het schooljaar zijn afgenomen in de groepen 2 t/m 8 liggen allen ruim boven het inspectieniveau en het landelijk gemiddelde. We zijn trots op deze resultaten en geven al onze inzet om dit zo te houden.

9. De invulling van de onderwijstijd.

Het aantal lesuren in alle groepen bedraagt 940 uren. De kinderen komen vijf dagen per week naar school en ontvangen alleen op de woensdagmiddagen geen onderwijs. De school werkt met het continurooster. Dit houdt in dat alle kinderen op school eten en een grote pauze hebben tussen de middag. Volgens een rooster begeleiden collega’s, stagiaires en ouders de leerlingen tijdens deze grote pauze. De hulp van de ouders is op vrijwillige basis.

(8)

De school tracht de kinderen een zo compleet en breed mogelijk vakkenpakket aan te bieden. Accenten worden daarbij gelegd op de (deel)vakgebieden rekenen en wiskunde, Nederlandse taal en begrijpend en (voortgezet) technisch lezen. Een belangrijke plaats nemen vervolgens het creativiteitsonderwijs, het computeronderwijs en de persoonlijkheidsontwikkeling in.

De schooltijden:

Groepen 1 t/m 8 maandag t/m vrijdag 8.45 – 15.00 uur Groepen 1 t/m 8 woensdag: 8.45 – 12.00 uur

10. Het leerlingvolgsysteem

Het is van belang, dat de individuele ontwikkeling van de leerlingen op de scholen binnen het Openbaar Primair Onderwijs Zoetermeer goed wordt gevolgd. Alle scholen maken daarbij gebruik van het CITO- leerlingvolgsysteem; het systeem, dat op veruit de meeste scholen in Nederland wordt gebruikt.

Op De Edelsteen gebruiken wij toets gegevens en observaties van de leerkrachten om de leerlingen te volgen in hun ontwikkeling. Voor de groepen 1 en 2 gebruiken het observatie-instrument “KIJK”. In de groepen 3 t/m 8 nemen wij tweemaal per jaar de tussentoetsen van Cito af. Deze toetsen geven de leerkracht inzicht in hoeverre de kinderen de leerdoelen beheersen die horen bij een leerling uit de leergroep. Deze toetsen worden geanalyseerd door de leerkracht. N.a.v. deze analyse stelt de leerkracht een groepsplan op voor een ½ jaar. Hierin staan vaardigheidsdoelen, het ondersteuningsaanbod en de gebruikte middelen en tijdsinvestering die nodig zijn om de doelen te behalen. Deze doelen en het ondersteuningsaanbod worden in periodegroepsplannen omschreven. De methode gebonden toetsen en eventueel toetsen op maat leveren de leerkracht tussenresultaten en de leerkracht is dan in staat om bij te sturen waar nodig om de koers vast te houden. Deze werkwijze hanteren wij voor het taal-, lees en rekenonderwijs. Ook voor de sociaal- emotionele ontwikkeling hanteren wij deze werkwijze. We gebruiken hiervoor het observatie instrument SCOLL. Het invullen van dit observatie instrument wordt gedaan door de leerkracht en de leerling (vanaf groep 6). N.a.v. de uitslag worden in het pedagogisch groepsplan doelen gesteld voor een ½ jaar. De tussenresultaten worden verzameld door de leerkracht middels observaties van het gewenste gedrag en ter ondersteuning gebruiken alle leerkrachten de methode Goed Gedaan.

Voor de overige vakken worden de methode gebonden toetsen gebruikt om de voortgang te meten. De leerkracht kent de doelen van het leerjaar en zal bijsturen waar nodig. Dit noteert zij in de groepsmap met de doelen en reflecties zodat ook hier het aanbod blijft afgestemd op de leerlingen.

11. De rapportage op onze school

De ouders van de leerlingen uit groep 1/2 en 3 worden in september uitgenodigd voor een informatieavond. Zij krijgen dan informatie over de werkwijze in de klas. De ouders van de leerlingen uit de groepen 4 t/m 8 worden in september uitgenodigd voor een startgesprek.

Vanaf groep 2 is er driemaal per jaar een voortgangsbespreking met ouders over de vorderingen van hun kind(eren). De eerste bespreking is in november. Deze gaat over de sociaal-emotionele- en cognitieve ontwikkeling van uw kind(eren). Hierbij is nog geen schriftelijke rapportage. De tweede bespreking is in februari. Ook hierin worden de sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling besproken, daarnaast worden ook de citoresultaten van uw kind(eren) besproken. U ontvangt vooraf een schriftelijke rapportage inclusief de Cito-resultaten. De derde bespreking is in juli. Dit is niet verplicht voor alle ouders.

Alleen degene die dat op prijs stellen of als de leerkracht aangeeft graag een gesprek te willen. U ontvangt een tweede schriftelijke rapportage inclusief de Cito-resultaten van uw kind(eren).

(9)

De ouders van de leerlingen uit groep 1 hebben een voortgangsgesprek na 3 maanden onderwijs en

aan het einde van het schooljaar.

Bovenstaande gesprekken duren 10 minuten. Deze 10 minuten zijn bedoeld om een kort gesprek te voeren over de ontwikkeling van uw kind(eren). Als er zorgen zijn of er behoefte is aan een langer gesprek dan wordt hiervoor een andere afspraak gemaakt.

Als er zorgen zijn over uw kind zal de leerkracht direct contact met u zoeken. Het is belangrijk direct te onderzoeken wat ten gronde ligt aan de zorgen en niet te wachten tot een formeel moment. Ook als u zich zorgen maakt of iets wilt bespreken vragen wij u direct contact op te nemen met de leerkracht.

In de kleutergroepen komen de leerkrachten een keer op bezoek thuis. Het geeft ons een breder beeld over het functioneren van het kind. Dit kunnen de leerkrachten gebruiken in hun ondersteuning in de klas.

12. De overgang van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs.

Aan het einde van groep 7 krijgen de leerlingen een voorlopig schooladvies. Voor 1 maart van groep 8 volgt een definitief advies, dat volledig is gebaseerd op het leerlingvolgsysteem van de basisschool.

Aansluitend vindt (door de ouders) voor 15 maart de aanmelding plaats bij een school voor voortgezet onderwijs. De school voor voortgezet onderwijs beslist over toelating (eventueel nadat nader overleg is gepleegd met de basisschool, de ouders en/of de leerling). Rond 1 april is deze beslissing bekend.

De centrale eindtoets wordt in de tweede helft van april afgenomen. In situaties, waarin de resultaten op de eindtoets opvallend in positieve zin afwijken van de gegevens uit het leerlingvolgsysteem, kan het advies van de basisschool worden bijgesteld. In november van het brugklasjaar vindt er een mondelinge terugkoppeling plaats naar de basisschool.

13. De opvang van IKC De Edelsteen.

De opvang van IKC de Edelsteen valt onder Kern

Kinderopvang. Kern Kinderopvang biedt sinds 1973 veilige, vertrouwde en inspirerende kinderopvang in Zoetermeer. Dit betekent dat wij al meer dan 40 jaar met veel plezier kinderen

opvangen. Onze kinderopvanglocaties liggen verspreid in de verschillende wijken van Zoetermeer.

En ook in Rokkeveen hebben wij verschillende locaties.

Opvang IKC De Edelsteen biedt opvang voor de kinderen van 0 tot 13 jaar in de vorm van kinderdagverblijf, speelhuis en buitenschoolse opvang.

Spelen, ontdekken en groeien bij de speelhuizen en speeltaalhuizen van Kern Kinderopvang Zoetermeer

Kern Kinderopvang heeft meerdere speelhuizen en speeltaalhuizen (VVE) binnen heel Zoetermeer.

Onze kleurrijke en gezellige speelhuizen en speeltaalhuizen liggen ook verspreid in de wijk Rokkeveen.

In de speelhuizen kunnen kinderen van 2 tot 4 jaar in een veilige en vertrouwde omgeving met andere kinderen spelen. Buiten het eigen gezin. In elke groep worden maximaal 14 kinderen opgevangen. De groep wordt begeleid door twee deskundige, gediplomeerde medewerkers.

Bij een speelhuis en speeltaalhuis kan uw kind zich goed ontwikkelen.

Uw kind wordt voorbereid om de grote stap te maken: Op naar de basisschool!

(10)

Speelhuis De Edelsteen1

Speelhuis De Edelsteen Topaas 18

2719 VD ZOETERMEER 079-362 00 35

De ruimte van Speelhuis De Edelsteen is uitdagend en stimulerend (speelhoeken) ingericht, waardoor kinderen uitgenodigd worden activiteiten te ondernemen en zichzelf te ontwikkelen. Een kind kan zijn energie kwijt bij een drukker spel, maar heeft ook de gelegenheid in rust te spelen.

Wij vinden het belangrijk dat kinderen vaak buitenspelen. Bijna dagelijks gaan de kinderen naar buiten, waar zij uitgedaagd worden door verschillende materialen en mogelijkheden. Er is een glijbaan, verstopmuurtjes, een zandbak, een kruipveldje en een klein doolhofje. Kinderen komen in contact met de natuur door het zand, de bladeren en het gras. Maar er zijn ook voldoende fietsen aanwezig, net als emmertjes, harkjes en schepjes.

Ook samen spelen met de kinderen van het kinderdagverblijf en met de kinderen van de

Zonnesteen (vroegbehandelgroep Ipse de Bruggen) behoort tot de mogelijkheden. Want naast het speelhuis, heeft de opvang van IKC De Edelsteen ook een kinderdagverblijf en de buitenschoolse opvang, en een vroegbehandelgroep van Ipse de Bruggen. Allemaal op één locatie.

Voor meer informatie, voor een rondleiding, voor ons pedagogisch beleid en voor inschrijvingen kunt u altijd bij ons binnenlopen. Of neemt u contact op met onze afdeling Informatie & Plaatsing Kinderopvang (IPK), 079-346 11 80. Kijk ook eens op onze website: www.kern-kinderopvang.nl Buitenschoolse opvang Kern Kinderopvang

De buitenschoolse opvang (BSO) van Kern Kinderopvang biedt opvang aan voor kinderen van 4 tot 13 jaar. Basisschoolleerlingen kunnen voor en na schooltijd en tijdens schoolvakanties terecht bij onze buitenschoolse opvang.

De opvang van IKC De Edelsteen biedt verschillende vormen van buitenschoolse opvang.

Buitenschoolse opvang De Edelsteen2 BSO De Edelsteen:

Topaas 18 & Sieraadlaan 100

2719 VD ZOETERMER 2719 SN ZOETERMEER

079-3620035 06-53758196

(Dit zijn twee naast elkaar gelegen panden.)

Buitenschoolse opvang De Edelsteen biedt:

voorschoolse opvang (VSO) vanaf 07.30 uur;

naschoolse opvang tot 18.30 uur;

vakantieopvang van 07.30 tot 18.30 uur

De voorschoolse opvang (VSO) en de opvang in de schoolvakanties is op de locatie op het Topaas 18 in Zoetermeer.

De vaste pedagogisch medewerkers zorgen voor een gevarieerd en uitdagend aanbod van activiteiten. Hierbij staan de interesses, behoeften en de ontwikkeling van kinderen centraal. De kinderen worden opgevangen in een veilige omgeving, waarin zij naar hartenlust kunnen spelen,

1 Speelhuis De Edelsteen (voorheen peuterspeelzaal Het Eksternest) is een onderdeel van IKC De Edelsteen

2 Buitenschoolse opvang De Edelsteen is een onderdeel van IKC De Edelsteen.

(11)

ontdekken en groeien. Op onze site vindt u ook nieuws vanuit de locaties en ons pedagogisch

beleid 4 -12 jaar.

Overige informatie BSO De Edelsteen

De pedagogisch medewerkers van de BSO halen de kinderen na schooltijd van school en zorgen voor een gevarieerd en uitdagend aanbod aan activiteiten, waarbij de interesses, behoeften en ontwikkelingen van de kinderen centraal staan.

Ook in de schoolvakanties bieden wij de kinderen een gevarieerd vakantieprogramma en werken wij nauw samen met de andere BSO locaties van Kern Kinderopvang in Rokkeveen.

Wanneer u uw kind wilt aanmelden voor de buitenschoolse opvang van Kern

Kinderopvang dan kunt u via onze website www.kern-kinderopvang.nl, een inschrijfformulier invullen of contact opnemen met onze afdeling Informatie & Plaatsing Kinderopvang (IPK), 079-346 11 80.

U kunt ook contact opnemen met de locatie, 079-362 00 35 of met de locatiemanager opvang Vivien de Koning, 06-505 89 282 voor een rondleiding of informatie.

14. De rol van de ouders.

Voor een school is de hulp van ouders onmisbaar. De Edelsteen is daar niet anders in dan andere scholen. Denkt u maar eens aan het vervoer naar de kinderboerderij of het helpen bij het jaarlijkse kerstdiner.

Kinderen voelen zich prettiger op school en gaan beter presteren als de ouders nauw betrokken zijn bij de school en het onderwijs. Voor kinderen is het fijn als ze merken dat ouders belangstelling hebben voor de gang van zaken in de klas en op school. Aan de andere kant krijgen de ouders meer inzicht in het schoolgebeuren. De school wordt ook een beetje hun school.

Op De Edelsteen kunnen de ouders op verschillende manieren participeren: als lid van de

medezeggenschapsraad, als contactouder, als overblijfhulp, als luizenouder of als ouder die zo nu en dan helpt indien de school een oproep doet gedurende het schooljaar.

Contactouders.

Iedere leerkracht benadert 2 ouders die voor zijn/haar groep zorgt voor het contact met de andere ouders van de groep en meehelpt bij groep overstijgende activiteiten, zoals:

 Sinterklaasfeest;

 Kerstfeest;

 Paasviering;

 Kinderboekenweek

 Daltonloop etc.

We streven naar 2 contactouders per groep Informatievoorziening gescheiden ouders.

Volgens de wet is de school verplicht de ouders/verzorgers te informeren over de vorderingen van de leerlingen. Die verplichting blijft na (echt)scheiding bestaan. Dat betekent, dat de school de niet- verzorgende ouder - op diens verzoek – moet blijven informeren, ook als er geen omgangsregeling tussen beide ouders is afgesproken. Beide ouders hebben recht op dezelfde informatie. Wanneer de school op basis van de eigen verantwoordelijkheid van mening is, dat het verstrekken van informatie aan de niet-verzorgende ouder de belangen van de leerling schaadt, dan kan ervan worden afgezien, maar dat kan alleen bij zeer zwaarwegende argumenten, die aan de niet-verzorgende ouder kenbaar moeten worden gemaakt. Feitelijk geldt, dat alleen op basis van een rechterlijke beslissing van de informatieplicht mag worden afgeweken.

(12)

De Medezeggenschapsraad.

Onze school heeft een medezeggenschapsraad, waarin personeelsleden en ouders samen het beleid van de school bespreken. Binnen het Openbaar Primair Onderwijs Zoetermeer functioneert een ge- meenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). De GMR bestaat voor de helft uit ouders en voor de helft uit personeelsleden. De leden van de GMR worden gekozen door en uit de medezeggenschapsraden van de scholen. In de GMR wordt het beleid besproken, dat van gemeenschappelijk belang is voor alle OPOZ-scholen.

De leden van de MR:

Leerkrachtgeleding: José Dekker (gr 3), Anouk den Hollander en Marja van Lelieveld (IB-er).

Oudergeleding: Eric Potjer (vader van Mali uit gr. 5b, Jula uit gr. 5a en Skyler uit gr. 3b) en Jeroen Bierman (vader van Noa uit gr 6a, Jorno uit groep 8 en Aniek uit gr. 3b) en Kaoutar Hamdi (moeder van Safae uit groep 5).

Rechten en plichten.

Wettelijk gelden de volgende rechten en plichten:

A. De rechten en plichten van ouders/verzorgers (en leerlingen)

1. De ouders/verzorgers hebben recht op informatie over de ontwikkeling van hun kind op school.

2. De ouders/verzorgers hebben recht op medezeggenschap via de MR.

3. De ouders/verzorgers hebben het recht om een klacht in te dienen.

4. De ouders/verzorgers zijn verplicht om hun kind onderwijs te laten volgen vanaf de leeftijd van 5 jaar; gewoonlijk gaat een kind vanaf 4 jaar naar school.

B. De rechten en plichten van de directeur (namens het bevoegd gezag)

1. De directeur moet een schoolplan hebben, waarop het onderwijs in de school is gebaseerd.

2. De directeur moet een schoolgids hebben, waarin onder meer de doelen van het onderwijs op de school staan verwoord.

3. De directeur moet een leerling dossiers bijhouden, waarin de ontwikkeling van de leerlingen wordt vastgelegd. Ouders/verzorgers hebben recht op inzage.

4. De directeur heeft de plicht om ouders/verzorgers te informeren over de ontwikkeling van hun kind.

5. De directeur heeft zorgplicht, hetgeen betekent dat hij/zij zorg moet dragen voor passend onderwijs voor elke leerling op zijn/haar eigen school. Indien dit niet mogelijk is, moet de directeur op zoek naar een passende plek elders voor de betreffende leerling.

6. De directeur moet voor leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte handelingsplannen opstellen en uitvoeren.

7. De directeur mag een leerling schorsen en/of verwijderen op grond van een door het bevoegd gezag vastgestelde regeling. Deze regeling kan aan de orde zijn wanneer een leerling zich misdraagt of wanneer de school niet langer in staat is om een leerling passend onderwijs te bieden.

15. De vrijwillige ouderbijdrage.

In principe is het openbaar onderwijs gratis. Wel worden er op de openbare scholen voor Primair Onderwijs in Zoetermeer voor enkele onderdelen van het onderwijs (indien leerlingen daar gebruik van maken) een vrijwillige financiële bijdragen van ouders gevraagd. Dit betreft in elk geval de volgende onderdelen:

 De schoolreizen,

 Het kamp in groep 8

Geld voor de leuke activiteiten die een school maken tot een school, zoals de sinterklaasviering worden niet bekostigd door het rijk.

Daarom wordt er aan u een vrijwillige bijdrage per kind gevraagd. Hieronder kunt u lezen waar de gelden zoal voor bedoeld zijn:

(13)

 Kinderboekenweek,

 Sinterklaasviering,

 Kerstviering,

 Paasviering,

 Schooldisco,

 Sponsorloop,

 Sport-/ spelletjesdagen,

 Activiteiten in het kader van het cultuuronderwijs,

 Aanschaf van leermiddelen en materialen, die niet door het rijk (kunnen) worden vergoed.

Er wordt dit jaar een vrijwillige bijdrage gevraagd van 32.50 euro per leerling.

Schoolverzekering

Het bestuur OPOZ heeft een collectieve WA-verzekering afgesloten. Een dergelijke verzekering dekt geen schade die uw kind aan anderen of aan eigendommen van anderen toebrengt.

De collectieve WA-verzekering geldt voor de tijd van huis naar school, onder schooltijd en voor de tijd van school naar huis, uitgaande van de kortste weg. Onder schooltijd vallen ook de tijden buiten de reguliere schooltijden als wij op schoolreis of op schoolkamp gaan.

16. Speciale en buitenschoolse activiteiten.

Op onze school wordt uiteraard aandacht besteed aan Sint, Kerst, Pasen, enz. Daarnaast organiseert de school onder andere:

 De schoolreis voor de kinderen van groep 1 tot en met 7;

 De werkweek voor de kinderen van groep 8;

 Excursies in het kader van het cultuuronderwijs;

 Een afscheidsmusical voor groep 8;

 De jaarlijkse disco;

 De Kinderboekenweek. In oktober staat onze school in het teken van de Kinderboekenweek. Meestal is in deze periode een boekenkraampje in de gemeenschappelijke ruimte ingericht;

 Uit het aanbod van activiteiten van de kunstzinnige vorming kiest onze school jaarlijks een aantal programma’s;

 De (facultatieve) Godsdienstige vormingslessen vanaf groep 5. De kinderen die deze niet volgen blijven bij de groepsleerkracht en krijgen geestelijke stromingen aangeboden;

 De ‘Daltonpodia” die een aantal maal per jaar plaatsvinden.

Naast al deze activiteiten hebben we buitenschoolse activiteiten in de vorm van:

 Schoolsporttoernooien. Dit schooljaar zal de school deelnemen aan het voetbal- en korfbaltoernooi.

 “Het Talentenlab” dit zijn naschoolse activiteiten. Om alle kinderen nog meer de gelegenheid te geven hun talenten te ontplooien bieden wij in samenwerking met Kern Kinderopvang een gevarieerd naschools programma aan waarin alle kinderen kunnen deelnemen. Door een naschools aanbod in muziek, wetenschap en techniek, dans, creativiteit, natuur en sport,

kunnen de kinderen samen met anderen kinderen op ontdekkingstocht. Het naschoolse aanbod wordt aangeboden aan alle kinderen van De Edelsteen.

 In het reguliere programma ontvangen de kinderen wekelijks onder schooltijd ook ruimte om hun talenten in de breedte te ontdekken. Daarnaast bieden wij o.a. de techniekweek, de

cultuurtalentweken, daltonpodium, diverse culturele uitjes, sporttoernooien.

17. Het bestuur van onze school.

De openbare scholen voor basis- en speciaal basisonderwijs (Primair Onderwijs) in Zoetermeer zijn sinds 1 januari 2003 ondergebracht in een zelfstandige stichting OPOZ, waarvoor statuten zijn vastgelegd. Sinds 1 januari 2010 wordt het OPOZ bestuurd door een College van Bestuur, bestaande

(14)

uit 2 personen. Daarnaast functioneert een Raad van Toezicht. Op grond van de wet bestaat er een

speciale relatie tussen de stichting OPOZ en het gemeentebestuur van Zoetermeer.

18. De leerplicht.

Er bestaat een landelijke leerplichtwet, waarin is vastgelegd, dat kinderen onderwijs moeten volgen. In 1994 is de wet bijgesteld en zijn onder meer de regels, die te maken hebben met verlof buiten de schoolvakanties, aangescherpt.

Alleen voor bepaalde gewichtige omstandigheden kan de directeur van de school extra verlof verlenen.

Bij de directeur van de school zijn aanvraagformulieren voor extra verlof verkrijgbaar. Gaat het om een verlofaanvraag van tien dagen of minder dan beslist de directeur hierover, in andere gevallen wordt de leerplichtambtenaar van de gemeente erbij betrokken. Indien u het niet met de beslissing eens bent, kunt u hiertegen bezwaar en beroep aantekenen.

Indien een leerling met verlof gaat zonder dat daarvoor toestemming is verleend, is er sprake van ongeoorloofd schoolverzuim. Dit verzuim dient de directeur door te geven aan de gemeentelijke leerplichtambtenaar. Ongeoorloofd schoolverzuim willen wij zoveel mogelijk tegengaan.

Lesuitval, als gevolg van afwezigheid van de leerkracht, wordt door ons zoveel mogelijk voorkomen.

Ook onze school heeft daartoe een ‘noodplan vervanging’ vastgesteld, waarvan de belangrijkste onderdelen als volgt luiden:

 In de eerste instantie wordt er vervanging van buitenaf gezocht.

 Indien er geen vervanging is wordt er vervanging binnen eigen de teamleden gezocht.

 Als bovenstaande middelen niet voorhanden zijn wordt er een creatieve oplossing in het team gezocht.

 Indien bovenstaande maatregelen niet kunnen worden ingezet wordt een groep verdeeld. In het geval van het verdelen van de groep heeft de groepsleerkracht altijd een ‘noodpakket’ voor de leerlingen klaarliggen.

 Bij meer dan 2 verdeelde groepen wordt er een groep verzocht thuis te blijven.

Bij langdurige afwezigheid van een leerkracht wordt in de eerste instantie dezelfde stappen als hierboven ondernomen. Hierbij is het streven naar een vaste invaller/-ster de grootste prioriteit.

19. Toelating, schorsing en verwijdering.

In principe zijn alle leerlingen welkom op onze school. Er zijn wel enkele voorwaarden:

 Leerlingen en ouders dienen de gang van zaken en de vastgestelde regels te accepteren.

 Verwacht mag worden dat de leerlingen het onderwijs op de basisschool kunnen volgen. Indien daaromtrent bij de aanmelding gerede twijfels bestaan, kan nader onderzoek worden gevraagd.

Afhankelijk van de uitslag van dat onderzoek wordt de betreffende leerling al of niet geplaatst.

 Indien de leerling van een andere basisschool komt, dient er een onderwijskundig rapport van de vorige school beschikbaar te zijn, voordat tot plaatsing wordt besloten.

Aanmelden en inschrijven van leerlingen.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen aanmelden en inschrijven van leerlingen. Wanneer de ouders/verzorgers via het aanmeldingsformulier van de school te kennen geven dat zij hun zoon/dochter onderwijs willen laten volgen op de betreffende school, dan krijgen zij nader bericht over de feitelijke inschrijving. Met het insturen van het aanmeldingsformulier naar de gewenste school is de leerling dus nog niet ingeschreven. De inschrijvingsprocedure start wanneer uw kind 3 jaar en 7 maanden oud is. Indien u uw kind op meerdere scholen inschrijft, ligt de zorgplicht bij de school waar u uw kind het eerst inschrijft.

(15)

Schorsing en verwijdering.

Wanneer het geven van onderwijs aan een leerling niet meer tot de mogelijkheden behoort, kan een leerling worden geschorst of eventueel van school worden verwijderd. Daarbij zijn de volgende situaties te onderscheiden:

1. Herhaald wangedrag van een leerling met onmiskenbare negatieve invloed op andere kinderen in de groep.

2. Het herhaaldelijk op zeer ernstige wijze de goede gang van zaken op school belemmeren door een leerling.

3. Herhaaldelijke ernstige verstoring van de orde, rust en veiligheid door de leerling zelf of zijn of haar ouder(s)/verzorger(s).

4. Een structureel ernstig verstoorde relatie tussen de school en de ouder(s)/verzorger(s), waardoor de ontwikkeling van de leerling ernstig in de knel komt.

5. Een ingrijpend incident, waarbij één of meer leerlingen en/of één of meer ouders/ verzorgers en/of één of meer personeelsleden van de school betrokken zijn en waardoor de ontwikkeling en/of veiligheid van (één of meer van) de betreffende leerling(en) en/of de veiligheid van één of meer van de personeelsleden van de school ernstig in de knel komt.

6. De school kan niet voldoen aan de zorgbehoefte van een leerling.

De procedure, die bij schorsing en verwijdering wordt gehanteerd, staat nauwkeurig beschreven in het ‘Protocol schorsen en verwijderen van leerlingen’. In het protocol wordt onder meer aandacht besteed aan wettelijke beginselen, wettelijke kaders en voorwaarden met betrekking tot schorsen en verwijderen. Tevens wordt in het protocol beschreven welke stappen achtereenvolgens moeten worden gezet wanneer er sprake is van schorsen of verwijderen en door wie die stappen moeten worden gezet. Ook wordt in het protocol aangegeven, dat een school gedurende minimaal 8 weken moet zoeken naar een andere school voor de betreffende leerling, voordat er tot definitieve verwijdering van school mag worden besloten. De genoemde termijn van 8 weken gaat in op het moment, dat de school dit schriftelijk aan de ouders kenbaar maakt. U kunt de volledige tekst van het protocol desgewenst inzien bij de directeur van de school.

Wanneer het gaat om een schorsing van tijdelijke aard als ordemaatregel hanteert de school een vereenvoudigd protocol, dat -in voorkomende gevallen- snel handelen mogelijk maakt.

20. De klachtenregeling.

Het OPOZ heeft een klachtenregeling. Deze vindt u in bijlage 3.

De contactpersonen klachtenregeling op onze school zijn:

1. Tamara v.d. Ster (leerkracht groep 4) t.vanderster@ikcDeEdelsteen.nl

2. Eric Potjer (vader van Mali uit gr. 5b, Jula uit gr. 5a en Skyler uit gr. 3b) klachtencommissie@ikc- DeEdelsteen.nl

De OPOZ- vertrouwenspersoon klachtenregeling’ is:

mevrouw L. van Oijen; emailadres: loijen1@hotmail.com

21. Sponsoring.

Het OPOZ heeft een sponsorregeling, waarin is geregeld binnen welke grenzen de school gebruik mag maken van sponsoring om gelden te verwerven ten behoeve van het onderwijs op de school.

Deze regeling is met instemming van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) vastgesteld.

De OPOZ-sponsorregeling vindt u in bijlage 4.

(16)

BIJLAGE 1:

Het schoolondersteuningsprofiel

Het onderwijs op De Edelsteen is afgestemd op de onderwijsbehoeften van de leerlingen; de mogelijkheden daartoe kennen wel grenzen, die op individuele basis worden bepaald aan de hand van de criteria, die vermeld staan in de beschrijving van de IHI-aanpak.

Tot de basisondersteuning, die onze school alle leerlingen biedt, behoren minimaal de volgende interventies:

 preventie en vroegtijdige herkenning van leer-, opgroei en opvoedproblemen

 de zorg voor een veilig schoolklimaat

 een aanbod voor leerlingen met dyslexie of dyscalculie

 een aanbod voor meer of minderbegaafde leerlingen

 een aanbod gericht op sociale veiligheid

 een aanbod gericht op het voorkomen van gedragsproblemen

 het toepassen van een protocol voor medische handelingen

De Edelsteen hanteert bij het lesgeven een instructiemodel, waarbij alle leerlingen aan hun trekken komen. Meerbegaafde leerlingen kunnen snel aan de slag en ontvangen uitdagende opdrachten op hun niveau en minderbegaafde leerlingen krijgen extra instructie.

De Edelsteen garandeert alle leerlingen een doorgaande lijn van groep 1 tot en met groep 8.

Voor leerlingen, die er niet in slagen om zich het volledige onderwijsaanbod van de basisschool (referentieniveau F1) eigen te maken, formuleert onze school in nauwe samenwerking met de ouders/verzorgers een ontwikkelingsperspectief.

De Edelsteen beschikt over de volgende extra ondersteuningsarrangementen

:

 gebruik van het programma Kurzweil voor leerlingen met dyslexie

 Speurneus projecten voor meer- en/of hoogbegaafde leerlingen

 motorische remedial teaching (MRT)

 Lokaal met concentratieverhogende lampen ter ondersteuning van bijvoorbeeld narcolepsie

 Ondersteunend materiaal en interventies voor leerlingen met een auditieve beperking

(17)

BIJLAGE 2:

Beschrijving van de IHI-werkwijze in het primair onderwijs:

Integraal Handelingsgericht Indiceren (IHI).

(vastgesteld door het bestuur van het samenwerkingsverband op 16-05-2012)

1.

De doelstelling van de IHI-werkwijze

De doelstelling van de IHI-werkwijze is tweeledig:

A. Zoveel mogelijk leerlingen in het reguliere onderwijs behouden met behulp van een ondersteuningsaanbod op basis van hun onderwijsbehoeften, waarbij minimaal de in het samenwerkingsverband afgesproken kwaliteit wordt geleverd en dat wordt uitgevoerd in samenhang met mogelijke gezinsondersteuning.

B. Leerlingen, waarvoor het reguliere onderwijs (tijdelijk) onvoldoende ondersteuningsmogelijkheden te bieden heeft, zo snel mogelijk (tijdelijk) op de juiste plek elders met het juiste aanbod en de gewenste kwaliteit een onderwijsplek te bieden in samenhang met mogelijke gezinsondersteuning.

2.

Het landelijke kader.

Met de in deze notitie beschreven IHI-werkwijze wordt gepoogd doelstellingen, zoals deze verwoord staan in de Wet Passend Onderwijs, in de praktijk te realiseren. De IHI-werkwijze biedt alle betrokkenen handvatten om dit daadwerkelijk waar te maken.

3.

De lokale positionering.

Het onderwijs in Zoetermeer is kernpartner binnen het Zoetermeerse Centrum voor Jeugd & Gezin (CJG), dat als Meerpunt door het leven gaat. Meerpunt bundelt de onderlinge afstemming van zo’n 20 partners met betrekking tot de ondersteuning van en zorg voor jongeren in hun sociale omgeving.

De IHI-werkwijze sluit naadloos aan op de uitgangspunten en handelwijze van Meerpunt en kan derhalve ook worden aangeduid als de ‘onderwijsvariant van de Meerpunt-aanpak.

 Meerpunt vormt ‘de lijm tussen alle partners’

(18)

 Meerpunt vormt ‘de paraplu boven de gezamenlijke ondersteuning en zorg’

 Meerpunt-basisprincipes zijn:

= gezamenlijke verantwoordelijkheid,

= samenwerking tussen zorgverleners,

= ketenaanpak,

= centrale rol voor ouders/verzorgers (niet praten over, maar met het gezin)

= uitvoerende zorgverleners nemen deel aan IHI-overleg.

= 1 gezin – 1 plan met 1 zorgcoördinator.

4.

De kern van de IHI-werkwijze.

Het bundelen van alle beschikbare deskundigheid in een zo vroeg mogelijk stadium van een ondersteunings- c.q. zorgtraject vormt de kern van de IHI-werkwijze, omdat daarmee de kiem wordt gelegd voor een kwalitatief vervolgtraject onder gezamenlijke verantwoordelijkheid.

Tot de kern van de IHI-werkwijze kunnen tevens de volgende aspecten worden gerekend:

 De leerling, leerkracht en ouder centraal.

 De ouders/verzorgers als gelijkwaardige partners.

 Denken in mogelijkheden i.p.v. in onmogelijkheden.

 Handelingsgericht denken en werken.

 Transparantie.

 Preventie.

5.

De relatie van de IHI-werkwijze tot de zorgplicht.

De IHI-werkwijze heeft – overeenkomstig de Wet Passend Onderwijs - betrekking op alle leerlingen van de school, vanaf het moment van aanmelding. De Wet Passend Onderwijs spreekt in deze van

‘de zorgplicht’. Op basis van de ‘Meerpuntprincipes’ geldt de IHI-werkwijze ook, wanneer er nog geen sprake is van een formele aanmelding, maar de school op basis van het kennismakingsgesprek zorgen heeft omtrent de ondersteuningsbehoefte van de leerling.

6.

Het 1-loket-principe.

De school, waar de leerling is aangemeld of onderwijs krijgt aangeboden, vormt voor de ouders/verzorgers feitelijk het enige loket, waar zij voor hun dochter/zoon als het gaat om een passend onderwijs-, ondersteunings- c.q. zorgtraject als zodanig mee te maken krijgen. Achter dit loket dragen de samenwerkende partners binnen Meerpunt de gezamenlijke verantwoordelijkheid om het passende aanbod te realiseren zonder dat de ouders/verzorgers naar een of meer andere loketten worden doorverwezen.

7.

Schoolspecifieke voorwaarden voor een succesvolle IHI-werkwijze.

A. Er is een helder beschreven en goed functionerend intern zorgsysteem inclusief een inzichtelijk schoolondersteuningsprofiel, dat bij alle betrokkenen bekend is,

B. De leerkrachten werken handelingsgericht; ze zijn bereid en - al of niet met ondersteuning -in staat hun voordeel te doen met IHI-adviezen.

C. Er is sprake van een goede samenwerking tussen directeur, IB en leerkrachten, gericht op het preventief onderkennen van ondersteuningsbehoeften bij leerlingen en het zo snel mogelijk voorzien in die behoeften.

(19)

D. Er is sprake van een goede samenwerking tussen IB enerzijds en SMW. OAD

(onderwijsadviesdienst) en AB (SBO/SO) anderzijds.

E. De IB is globaal op de hoogte van de sociale kaart van Zoetermeer, maar specifiek van de sociale kaart van de wijk waarin de school staat.

F. Er is sprake van een goede overdracht van gegevens van leerlingen, die behoefte hebben aan extra ondersteuning tussen voorschoolse voorzieningen en de scholen en tussen de scholen onderling.

8.

De leerling en de leerkracht gezamenlijk centraal.

Binnen de IHI-werkwijze gaat het primair om de ontwikkeling van leerlingen, maar daarbij staat tevens de leerkracht centraal. De rol van de leerkracht is van doorslaggevende betekenis. De leerkracht kan het gewenste ondersteuningstraject in de directe relatie met de betreffende leerling(en) maken en breken. Handelingsgericht denken en werken vormt daarbij een voorwaarde voor succes en de bereidheid om ‘in de huid van de leerling te willen kruipen’. Deze positie van de leerkracht vereist, dat er in IHI-verband altijd alleen in het bijzijn van de leerkracht gesprekken worden gevoerd over leerlingen uit zijn/haar groep.

9.

De betrokkenheid van de ouders/verzorgers en de leerlingen.

De ouders/verzorgers zijn binnen de IHI-werkwijze medeverantwoordelijk voor het creëren en uitvoeren van het gewenste ondersteunings- c.q. zorgaanbod. Zij zijn de primair-verantwoordelijken voor hun kinderen. Als zodanig worden gesprekken over de ondersteuning van c.q. de zorg voor de kinderen binnen de IHI-werkwijze altijd in aanwezigheid van hun ouders gevoerd, waarbij deze een gelijkwaardige positie innemen in relatie tot hun gesprekspartners. Waar mogelijk c.q. wenselijk worden de kinderen bij de ontwikkeling en uitvoering van het ondersteunings- c.q. zorgaanbod en de gesprekken daaromtrent betrokken.

10.

De rolverdeling tussen IB en SMW.

Binnen de IHI-werkwijze vormen IB en SMW een centraal tandem. De IB’er is de interne regisseur van de IHI-werkwijze. Het SMW voert de externe regie van de IHI-werkwijze. Beide regies worden in nauwe onderlinge samenwerking vormgegeven. Het SMW is op de hoogte van de Zoetermeerse sociale kaart. Het SMW is bevoegd een domeincheck uit te voeren en – binnen de gemaakte afspraken – een melding te doen in de verwijsindex.

11.

1 gezin – 1 plan.

De ondersteunings- c.q. zorgbehoefte van een leerling beperkt zich lang niet altijd tot alleen het onderwijs. In die situaties is het wenselijk, dat de sociale omgeving van de leerling wordt betrokken bij het formuleren en uitvoeren van het gewenste aanbod. Meerpunt biedt daartoe ook optimale mogelijkheden vanwege het grote aantal aangesloten kernpartners. Binnen de IHI-werkwijze kan desgewenst de bredere problematiek binnen de sociale omgeving van de leerling – met behulp van het daartoe binnen Meerpunt ontwikkelde ‘CJG-spoorboekje’ – en door middel van een domeincheck in beeld worden gebracht.

Daarop sluit het realiseren van zorgcoördinatie aan en het opstellen en uitvoeren van een ‘1 gezin – 1 plan’. Ook het maken van afspraken over het voeren van de regie verdient daarbij aandacht. De

(20)

regietaak van de IB beperkt zich binnen de uitvoering van ‘1 gezin – 1 plan’ tot de bijdrage, die binnen

de school wordt geleverd als onderdeel van het totale plan.

12.

Het school specifieke zorgadviesteam en de IHI-werkwijze.

Elke school beschikt over een team van deskundigen, elders ook wel aangeduid als zorgadviesteam (ZAT). De deskundigen vormen gezamenlijk een flexibel zorgteam c.q. netwerk, dat in wisselende samenstelling op het juiste moment overleg pleegt. Daarbij gaat het erom, dat op cruciale momenten die leden van het team bijeenkomen, die nodig zijn om de eerstvolgende stap in de uitvoering van het ondersteunings- c.q. zorgtraject te zetten teneinde de noodzakelijke voortgang te realiseren. Alle overlegsituaties (van smal tot breed) maken onderdeel uit van de IHI-werkwijze en noemen we IHI- overleg.

In het ‘Meerpunt-spoorboekje’ worden de brede IHI-overleggen, die plaatsvinden op de niveaus 4 of 5 van zorg en die worden georganiseerd nadat er een domeincheck heeft plaatsgevonden met als doel de ontwikkeling van ‘1 gezin – 1 plan’ aangeduid met de term ‘rondetafelgesprek’.

13.

Jeugd en Gezin.

Contactfunctionarissen van Bureau Jeugdzorg zijn gekoppeld aan SMW’ers, waardoor uitvoerende medewerkers van Bureau Jeugdzorg sneller zijn in te schakelen bij ondersteunings- c.q.

zorgtrajecten. Deze contactfunctionarissen adviseren in IHI-overleg over procedures e.d., maar praten niet mee over leerlingen, die zij alleen ‘van papier of van horen zeggen’ kennen. Uitvoerende medewerkers van Bureau Jeugdzorg, die betrokken zijn bij leerlingen c.q. gezinnen nemen deel aan IHI-gesprekken over deze leerlingen c.q. gezinnen.

14.

Geen papieren kinderen meer.

Binnen de IHI-werkwijze is een belangrijk principe, dat er over de ondersteunings- c.q. zorgbehoefte van een leerling en de formulering van een aanbod in dat kader niet wordt meegesproken door volwassenen, die de betreffende leerling alleen ‘van papier of van horen zeggen’ kennen.

15.

De privacyregels.

De IHI-werkwijze is gebonden aan de privacyregels, zoals binnen Meerpunt afgesproken. Kernachtig kunnen deze als volgt worden omschreven:

 Wees open

 Vraag toestemming en leg dit schriftelijk vast

 Voer zo nodig overleg zonder toestemming als

 toestemming niet kan worden gevraagd of niet wordt gegeven;

 de situatie ernstig is;

 overleg nodig is voor de hulp die dringend moet worden geboden.

Een besluit tot overleg zonder toestemming wordt pas genomen nadat er intern collegiaal overleg is gepleegd of advies is gevraagd.

 Wees zorgvuldig

 Maak (ook) aantekeningen in je dossier van:

 verkregen toestemming;

 afweging en besluit bij overleg zonder toestemming, inclusief wie over dit besluit is geraadpleegd.

(21)

16.

De intake.

Een zorgvuldige intake van nieuwe leerlingen (zowel de onder- als de zij-instroom) is ‘het halve werk’.

De ketenaanpak vervult hierbij een belangrijke rol. In het kader van de zorgplicht kan het wenselijk zijn om – na een gedegen schoolinterne voorbereiding – een domeincheck uit te voeren, gevolgd door een rondetafelgesprek overeenkomstig de afspraken in het ‘Meerpunt-spoorboekje’. Beargumenteerde adviezen uit ‘rondetafelgesprekken’ vervullen een belangrijke rol bij de besluitvorming in het kader van de zorgplicht.

Bij de intake van leerlingen op scholen binnen het samenwerkingsverband vervullen de ‘grenzen aan de zorg’ een belangrijke rol. Deze grenzen zijn niet voor alle scholen gelijk; de scholen beschikken immers (deels) over ongelijke ondersteuningsprofielen. Een leerling behoort pas ingeschreven te worden, wanneer de school er zeker van is, dat het een wezenlijke bijdrage kan leveren aan de verdere ontwikkeling van de leerling. Bij het overleg tot plaatsing worden de volgende aspecten in ogenschouw genomen:

 De ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling.

 De sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling, waarbij ook de belangen van de andere leerlingen worden meegewogen.

 De mate van zelfredzaamheid van de leerling.

 De benodigde medicatie van de leerling.

 De deskundigheid binnen de school.

 Het draagvlak binnen de school.

 De veiligheid voor alle betrokkenen binnen de school.

 De geschiktheid van het schoolgebouw.

 De te leveren kwaliteit op school.

De school zal elke keer zorgvuldig af moeten wegen of plaatsing van een (zorg)leerling verantwoord is. Voor zover mogelijk zal daarbij ook gebruik moeten worden gemaakt van informatie van de eventuele vorige school of van de voorschoolse periode. Ook de thuissituatie en eventueel het resultaat van eerder gevoerd IHI- of Meerpuntoverleg behoort bij de afweging een rol te spelen.

17.

De meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld.

Elke school is wettelijk verplicht om een meldcode ‘Kindermishandeling en huiselijk geweld’ te hanteren. Deze meldcode moet afgestemd zijn op de zorgprocedures zoals die binnen de school gangbaar zijn. De meldcode past prima binnen de IHI-werkwijze. De 5 bij de meldcode behorende stappen maken als volgt onderdeel van deze werkwijze uit:

Stap 1A. De leerkracht (of iemand anders binnen de school) vangt signalen op.

1B. De leerkracht brengt in samenwerking met de IB’er en de SMW’er deze signalen in kaart.

Stap 2. De SMW’er raadpleegt het AMK en/of het Steunpunt huiselijk geweld.

Stap 3. De leerkracht en/of de IB’er voeren samen met de SMW’er een gesprek met de betreffende ouder/verzorger (desgewenst kan worden afgesproken, dat de IB’er hier niet bij is).

(22)

Stap 4. De leerkracht, de IB’er en de SMW’er (eventueel aangevuld met andere bij het gezin

betrokken deskundigen) bespreken de situatie. Daarbij wordt de ernst van de situatie gewogen.

Stap 5A. Het IHI-overleg, genoemd bij 4, neemt een beslissing m.b.t. het organiseren van ondersteuning voor het gezin of het doen van een melding bij het AMK.

5B. Er wordt een 1 gezin – 1 plan ontwikkeld en uitgevoerd c.q. het AMK onderneemt actie.

Bijlage bij de beschrijving van de IHI-werkwijze.

De IHI-werkwijze in globale stappen.

Vooraf:

1. Onderstaande beschrijving mag niet de indruk wekken, dat wordt getornd aan het uitgangspunt van maximale flexibiliteit. Steeds weer dient de onderwijs-professional zich de vraag te stellen: ’Wat is nodig in het belang van deze leerling?’ Het stappenschema is hierbij slechts hulpmiddel en geen doel 2. In elke stap is de volgende vraag van belang: ‘Hoe kan de leerkracht het beste worden ondersteund bij zijn/haar handelingsgerichte houding t.a.v. de ondersteuningsbehoefte van de betreffende leerling?’

3. Preventie kan veel leed voorkomen. Hoe eerder een specifieke ondersteuningsbehoefte wordt gesignaleerd, des te meer kans dat hieraan adequaat tegemoet gekomen kan worden. Dit uitgangspunt legt extra druk op de eerste stappen in het hieronder geformuleerde stappenschema.

Stap 1 De leerkracht.

De leerkracht is de centrale professional, die op basis van de noodzakelijke competenties de leerlingen in zijn/haar groep handelingsgericht stimuleert, volgt, observeert en begeleidt. Het is de leerkracht, die in een zo vroeg mogelijk stadium bij de ouders/verzorgers

‘aan de bel moet trekken’ wanneer de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van een leerling daartoe aanleiding geeft.

Stap 2 De leerkracht – de ouders/verzorgers.

In goed overleg tussen de leerkracht en de ouders/verzorgers – waar mogelijk met inschakeling van de leerling zelf – wordt op basis van handelingsgericht werken in een zo vroegtijdig mogelijk stadium een zo passend mogelijk ondersteuningsaanbod gerealiseerd.

Stap 3 De leerkracht – de ouders/verzorgers – de

IB’er.

De leerkracht en de ouders/verzorgers krijgen advies en ondersteuning van de IB’er; onder meer n.a.v. leerling(zorg)besprekingen.

Stap 4 De leerkracht – de ouders/verzorgers – de IB’er en de SMW’er.

De ondersteunings- c.q. zorgbehoefte reikt (mogelijk) verder dan alleen het onderwijs. De SMW’er wordt ingeschakeld.

(23)

Stap 5 De leerkracht – de ouders/verzorgers – de IB’er – de SMW’er – de AB’er uit het SBO – de AB’er uit het SO – de onderwijsadviseur – de directeur

Afhankelijk van de situatie vindt er IHI-overleg plaats met en tussen diverse professionals op basis van ‘alle deskundigheid aan de voorkant’.

Stap 6 De domeincheck.

Indien er nadrukkelijk sprake is van multi-problematiek en er moet worden toegewerkt naar 1 gezin – 1 plan voert de SMW’er de domeincheck uit.

Het is ook mogelijk, dat deze bij de uitvoering hiervan door een andere professional namens de school is betrokken. Een melding in de verwijsindex kan onderdeel zijn van de domeincheck.

Stap 7 Het ‘rondetafelgesprek’.

Ter voorbereiding op de ontwikkeling en uitvoering van een ‘1 gezin – 1 plan’ wordt een rondetafelgesprek georganiseerd. Onder leiding van de aangewezen zorgcoördinator vindt deze vorm van IHI-overleg plaats.

Stap 8 Het 1 gezin – 1 plan.

Overeenkomstig de richtlijnen in ‘Het Meerpunt-spoorboekje’ wordt deze fase uitgevoerd.

Stap 9 Het ondersteunings- c.q. zorgtraject.

Gedurende het ondersteunings- c.q. zorgtraject voeren de IB’er (intern) en de SMW’er (extern) van de school gezamenlijk de trajectbewaking uit.

Stap 10 Het SBO en SO.

Wanneer gedurende de uitvoering van het ondersteunings- c.q. zorgtraject duidelijk is geworden (ondersteund door een breed gedragen advies van de betrokken professionals), dat de huidige school niet langer als passend kan worden beschouwd en de leerling geplaatst moet worden op een school met specifieke ondersteuningsvoorzieningen dan moet alles in het werk worden gesteld om dit zo snel mogelijk te realiseren.

Tot augustus 2014 hebben we hierbij nog te maken met de bestaande indicatieregels. Van de kant van het SBO en SO is echter toegezegd, dat – wanneer aan de afgesproken zorgvuldigheidseisen is voldaan – maximale medewerking zal worden verleend.

(24)

BIJLAGE 3:

Openbaar Primair Onderwijs Zoetermeer

KLACHTENREGELING

Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen Artikel 1.

1. In deze regeling wordt verstaan onder:

a. school: een school als bedoeld in de Wet op het Primair Onderwijs;

b. klachtencommissie: de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs;

c. klager: een (ex-)leerling, een ouder/voogd/verzorger van een minderjarige

(ex-)leerling, (een lid van) het personeel, (een lid van) de directie, (een lid van) het bevoegd gezag of een vrijwilliger die werkzaamheden verricht voor de school, alsmede een persoon die anderszins betrokken is bij het Openbaar Primair Onderwijs Zoetermeer, die een klacht heeft ingediend;

d. klacht: klacht over gedragingen en beslissingen dan wel het nalaten van gedragingen en het niet nemen van beslissingen van de aangeklaagde;

e. contactpersoon: de persoon als bedoeld in artikel 2;

f. vertrouwenspersoon: de persoon als bedoeld in artikel 3;

g. aangeklaagde: een (ex-)leerling, ouder/voogd/verzorger van een minderjarige

(ex)-leerling, (een lid van) het personeel, (een lid van) de directie, (een lid van) het bevoegd gezag of een vrijwilliger die werkzaamheden verricht voor de school, alsmede een persoon die anderszins betrokken is bij het Openbaar Primair Onderwijs Zoetermeer;

h. benoemingsadviescommissie: een namens het bevoegd gezag ingestelde commissie die bestaat uit leden aangewezen door de geledingen ouders, personeel en bevoegd gezag resp. directie van de school.

i. bevoegd gezag: het bestuur van het Openbaar Primair Onderwijs Zoetermeer.

j. college van bestuur: het orgaan, dat belast is met het bevoegd gezag.

k. raad van toezicht: het orgaan, dat belast is met het toezicht op het bevoegd gezag.

Hoofdstuk 2: De behandeling van klachten

Paragraaf 1: De contactpersoon

Artikel 2: De aanstelling en de taak van de contactpersoon klachtenregeling.

1. Er is op iedere school ten minste één contactpersoon klachtenregeling die de klager verwijst naar de directeur, het bevoegd gezag of de vertrouwenspersoon.

2. De directeur van de school benoemt, schorst en ontslaat namens het bevoegd gezag de contactpersoon klachtenregeling. De benoeming vindt plaats op voorstel van een benoemingsadviescommissie.

3. De in lid 2 genoemde benoemingsadviescommissie bestaat uit 3 personen: een ouder, een leerkracht en de directeur.

(25)

Paragraaf 2: De vertrouwenspersoon

Artikel 3: De aanstelling en de taak van de vertrouwenspersoon

1. Het bevoegd gezag beschikt over ten minste één vertrouwenspersoon die functioneert als aanspreekpunt bij klachten.

2. Het bevoegd gezag benoemt, schorst en ontslaat de vertrouwenspersoon. De benoeming vindt plaats op voorstel van een benoemingsadviescommissie.

3. De vertrouwenspersoon gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt.

4. De vertrouwenspersoon gaat na of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht; in eerste instantie bij het bevoegd gezag of – indien dit wenselijk wordt geoordeeld – rechtstreeks bij de landelijke klachtencommissie. Hij begeleidt de klager desgewenst bij de verdere procedure.

4. De vertrouwenspersoon verwijst de klager, indien en voor zover noodzakelijk of wenselijk, naar andere instanties.

5. Indien de vertrouwenspersoon slechts aanwijzingen, doch geen concrete klachten bereiken, kan hij deze ter kennis brengen van het bevoegd gezag, resp. de klachtencommissie.

6. De vertrouwenspersoon geeft gevraagd of ongevraagd advies over de door het bevoegd gezag te nemen besluiten met betrekking tot ingediende klachten.

7. De vertrouwenspersoon neemt bij zijn werkzaamheden de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht. De vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding van alle zaken die hij in die hoedanigheid verneemt. Deze plicht vervalt niet nadat betrokkene zijn taak als vertrouwenspersoon heeft beëindigd.

8. De vertrouwenspersoon brengt jaarlijks aan het bevoegd gezag verslag uit van zijn werkzaamheden.

Paragraaf 3: Aansluiting bij de klachtencommissie

Artikel 4: Aansluiting bij de landelijke klachtencommissie.

a. Het bevoegd gezag is aangesloten bij de “Landelijke klachtencommissie onderwijs”.

b. De “Landelijke klachtencommissie onderwijs” verricht haar werkzaamheden op basis van een reglement.

Paragraaf 4: Het indienen van een klacht.

Artikel 5: Het indienen van een klacht.

1. De klager dient – al of niet na inschakeling van de contactpersoon klachtenregeling of de vertrouwenspersoon – een klacht in bij de directeur van de school, het bevoegd gezag of eventueel direct bij de klachtencommissie.

2. De klacht dient binnen een jaar na de gedraging of beslissing te worden ingediend, tenzij het bevoegd gezag of de klachtencommissie anders beslist.

3. Indien de klacht bij het bevoegd gezag wordt ingediend, neemt het bevoegd gezag de klacht in behandeling, tenzij er argumenten zijn om de klacht ter behandeling door te verwijzen naar de klachtencommissie.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

We kijken er erg naar uit om met alle partijen samen ervoor te zorgen dat IKC de Kreek voor kinderen en ouders een vertrouwde, inspirerende speel-, leer- en ontmoetingsplek wordt;

• Een begrafenis in eerste of tweede lijn. Om hiervoor vrij te krijgen moeten de ouders een vrijstelling van schoolbezoek aanvragen bij de directeur. Deze beoordeelt tot maximaal

Ook wordt het hierdoor voor de achterban (ouders en personeelsleden) duidelijk waar de IKCR het komende schooljaar aandacht aan wil schenken.. IKC

Deze pedagogische afspraken zijn door kinderen en medewerkers samen opgesteld en vormen de basis van het dagelijkse handelen en een kapstok voor alle kinderen om te praten over

Het kan voorkomen dat uw kind gezond naar school gaat en tijdens de schooluren ziek wordt, zich verwondt, door een insect wordt geprikt of iets dergelijks.. In zo’n geval zal de

Wanneer de school samen met de ouders/verzorgers tot de conclusie komt dat het kind meer nodig heeft dan dat de school vanuit haar basisondersteuning, zoals beschreven in

- Alle ouders van groep 3 worden in november uitgenodigd voor een . oudergesprek over de sociaal-emotionele ontwikkeling en de leesontwikkeling  van

Indien de klacht wordt ingediend bij een ander orgaan of persoon dan de in het eerste lid genoemde, verwijst de ontvanger de klager aanstonds door naar de geschillencommissie of het