• No results found

Bijlage 1 – Selectie Banken

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bijlage 1 – Selectie Banken"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bijlage 1 – Selectie Banken

Banknaam

Land

ING Group NL Citi Group US Crédit Agricole FR Fortis NL

Bank of America Corp. BE/NL

HSBC Holdings UK BNP Paribas FR UBS CH Deutsche Bank DE Dexia Group BE Credit Suisse CH Société Générale FR

Royal Bank of Scotland UK

HBOS UK

ABN AMRO Holding NL

Santander Central Hispano Group ES

Barclays UK

UniCredit Group IT

Lloyds TSB Group UK

Mitsubishi UFJ Financial Group JP

Wells Fargo US

Banco Bilbao Vizcaya Argentaria ES

Rabobank NL

(2)

1

Bijlage 2 – Conceptueel Model

(3)

2

Bijlage 3 – Geschiedenis van Banken

In de oudheid zijn sporen gevonden van wat lijkt op het huidige principe van bankieren. Daarnaast zijn er tevens perioden geweest waarbij bankieren, vanwege immoraliteit. Dezelfde redenen waarom de Islam uitoefenen van bankieren ook tijdenlang heeft verboden voor haar volgelingen. In het oude Griekenland en in Rome zijn er al getuigenissen gevonden dat er aan bankieren werd gedaan. Daarbij leek het bankieren van de Romeinen op de manier waarop de banken tegenwoordig handelen (Gilbart, 1834). De oorsprong van de naam bank komt van het Italiaanse woord ‘banco’, hetgeen zoveel als zitbank betekend. Het is afkomstig van de joden die in het oude Lombardije zitbanken hadden op de markten waar zij papiergeld en munten wisselden (Gilbart, 1834). Hier is ook de term ‘bankroet (broke)’ van afkomstig. Als een bankier niet kon voldoen, dan werd zijn bank afgebroken door het volk.

Banken zoals wij deze kennen, komen in de vroege middeleeuwen niet voor. De familie de Medici, uit Florence, spelen wel een belangrijke rol wat betreft de functie van banken. Door hun macht en invloed in Europa verkregen zij de functie die een bank nu vertegenwoordigd. In de 12e eeuw zagen landen het nut van banken en werden de eerste officiële (nationale) banken opgezet. Voor zover bekend is de eerste bank opgezet in Venetië in 1157. De in 1609 opgerichte bank van Amsterdam heeft veel invloed gehad op de bankwereld. Zij hebben oude munten uit de markt gehaald en deze vervangen voor gestandaardiseerde munten van hetzelfde gewicht en samenstelling. Daarnaast werd een wet ingevoerd die het belang van papiergeld verhoogde. De bank van Amsterdam heeft model gestaan voor de vele Europese banken1.

Veel van deze banken, opgericht tussen 1700 en 1900, zijn opgegaan in grotere banken. Door overnames en fusies zijn banken uitgegroeid tot de een van de grootste ondernemingen op de wereld. Hierbij is er een verschil tussen Amerikaanse banken en Europese banken. In Europa is het toegestaan dat verschillende type banken binnen één onderneming te voeren. Lang is dit in de VS verboden door de Glass-Steagell Act uit 19332. Een in 1999 is door het parlement een wet

aangenomen om deze weet ongedaan te maken, de Gramm, Leach, and Bliley Act (DNB, 1999). Hierdoor mogen Amerikaanse banken nu ook fuseren met andersoortige banken. Doordat de markt voor kredietverstrekking en leningen gecompliceerd is en vraag en aanbod elkaar niet altijd goed hebben kunnen vinden, hebben voornamelijk banken in Europa en Japan deze functie vervuld (Benston, 2004). In Anglo-Amerikaanse landen werd dit meer via de effectenmarkt geregeld, mede geholpen door de Glass-Steagell Act, hebben Amerikaanse banken zich niet zo breed ontwikkeld.

(4)

3

Bijlage 4 – Scoringsindicatoren

Scorings indicatoren Toepassing op GC en/of CR

Profiel

Algemeen

Apart maatschappelijk verslag GC en CR Hoogst verantwoordelijke voor MVO GC en CR Aantal pagina's maatschappelijk verslag/Gedeelte in Jaarverslag GC en CR

Verklaring van de bestuursvoorzitter

Beleid voor komende periode GC en CR Behaalde resultaten in het afgelopen jaar GC en CR

Betrokkenheid

Belanghebbenden

Benoemen van de belangrijkste belanghebbenden GC en CR Contact tussen de verschillende belanghebbenden en de bank GC en CR

Managementbenadering en prestatie-indicatoren

Economische prestatie indicatoren

Algemeen te voeren economisch beleid GC en CR Vergelijkende cijfers over meerdere jaargangen GC en CR

Milieu prestatie indicatoren

(5)

4 Uitstoot emissies GC

bepalen milieurisico's CR toepassing milieubeleid op klanten CR resultaten milieubeleid op klanten CR Vergelijkende cijfers over meerdere jaargangen betreffende

milieuactiviteiten GC en CR

Sociale prestatie indicatoren Arbeidsomstandigheden/Mensenrechten

Algemeen Beleid ten aanzien van arbeid/HR binnen de

invloedssfeer GC Algemeen Beleid ten aanzien van mensenrechten GC en CR

Intern Personeelsbeleid GC Diversiteit in personeelsbestand GC Expliciet afwijzen van kinderarbeid CR Vergelijkende cijfers betreffende personeelsdiversiteit over

meerdere jaren GC

Maatschappij

Algemeen beleid ten aanzien van maatschappelijke

ontwikkeling GC Algemeen beleid ten aanzien van financiële Inclusie GC en CR

Ondersteuning goede doelen GC Actieve bijdrage aan de maatschappij GC Actieve Bijdrage aan (inter)nationale beleidsvorming GC

(6)

5

Productverantwoordelijkheid

Algemeen beleid ten aanzien van productverantwoordelijkheid GC en CR Ontwikkeling van MVO gerelateerde producten en diensten GC en CR

Expliciete benoeming van ongewenste sectoren in de

bedrijfsvoering GC en CR Beleid ten aanzien van kredietverstrekking CR

(7)

6

Bijlage 5 – Scores Onderzoeksmodel

(8)

7

Bijlage 6 – Verhoudingscijfers tussen de Verschillende Jaren

Verschil GC Verschil CR Verschil GC/CR 2006-2005 2005-2004 2006-2005 2005-2004 2006-2005 2005-2004 I2G Group 17,1% -8,9% 6,9% -12,1% 9,5% 3,7% Citi Group -5,9% 0,0% -22,6% 63,2% 21,6% -38,7% Crédit Agricole 4,2% 14,3% 6,7% -11,8% -2,3% 29,5% Fortis 0,0% 2,5% 3,7% 42,1% -3,6% -27,9%

Bank of America Corp. 106,7% 36,4% 42,9% 0,0% 44,7% 36,4% HSBC Holdings 10,0% 5,3% 21,4% 16,7% -9,4% -9,8% B2P Paribas 26,7% -16,7% 21,4% -22,2% 4,3% 7,1% UBS 0,0% 40,0% -15,0% 25,0% 17,6% 12,0% Deutsche Bank 28,1% -3,0% 64,3% 16,7% -22,0% -16,9% Dexia Group 11,1% 16,1% -3,4% 20,8% 15,1% -3,9% Credit Suisse -21,4% -6,7% -52,6% -5,0% 65,9% -1,8% Société Générale -22,2% -14,3% -23,3% 11,1% 1,4% -22,9% Royal Bank of Scotland 6,5% -8,8% -33,3% -4,5% 59,7% -4,5%

HBOS -9,3% 19,4% -32,3% 40,9% 33,9% -15,2% AB2 AMRO 22,2% -5,3% 6,3% 6,7% 15,0% -11,2% Santander Central Hispano Group 0,0% 3,1% 5,0% 33,3% -4,8% -22,7% Barclays 17,1% 29,6% 14,8% 92,9% 2,0% -32,8% UniCredit Group -26,7% 36,4% -55,6% 38,5% 65,0% -1,5% Lloyds TSB Group 7,1% -3,4% -50,0% 12,5% 114,3% -14,2% Mitsubishi UFJ Financial

Group 32,0% 2VT 50,0% 2VT -12,0% 2VT

Wells Fargo 100,0% 2VT 100,0% 2VT 0,0% 2VT

Banco Bilbao Vizcaya

Argentaria 23,7% 11,8% 32,1% 21,7% -6,4% -8,2%

Rabobank 9,5% 0,0% 9,1% 32,0% 0,4% -24,2%

Mizuho FG 29,6% 2VT 56,3% 2VT -17,0% 2VT

Royal Bank of Canada -16,7% 71,4% 29,4% 54,5% -35,6% 10,9% 14,0% 10,0% 7,3% 21,5% 14,3% -7,1%

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De bank is dan echter wel afhankelijk van een ander die ertoe overgaat een enquêteverzoek in te dienen en dat zal in de hier besproken situaties nu juist niet het geval zijn:

1 In dit rapport deden wij verslag van ons onderzoek naar de manier waarop DNB het toezicht op de financiële soliditeit van middelgrote en kleine banken in Nederland (het

Corresponderend met de structuur van het SSM wordt hij ondersteund door een divisie Toezicht Europese Banken (EUBA) voor toezicht op grootbanken, een divisie Toezicht

Een tweede factor die het potentieel van PSD2 belemmert, is de geringe harmonisatie van de interfaces (voor toegang tot de rekening) tussen bank en derde partij. PSD2 en de

Reeds in de zomer van 2013 werd het plan opgevat om een eerder beschouwende studiedag aan het thema te wijden en dit naar aanleiding van de aanneming van het Europese CRD IV-pak-

Bij instellingen met een nazorg- aanbod is geïnventariseerd wat voor nazorg zij op vrijwillige en onvrijwillige basis bieden en welke verwachtingen zij hebben over de rol van

Aan de hand van de gebudgetteerde normen per prestatie- eenheid worden de kosten van de eerste kostenplaatsen in de kostenverdeel- staat toegerekend aan de

m ab blz.. vermogenscomponenten voor, waarover de bank kan beschikken. Deze ver- mogenscomponenten brengen rentekosten met zich mee, welke echter voor iedere