Samenloop van termijnen
Wiel, B.T.M. van der
Citation
Wiel, B. T. M. van der. (2004). Samenloop van termijnen.
Bw-Krant Jaarboek, 20, 139-152. Retrieved from
https://hdl.handle.net/1887/36755
Version:
Not Applicable (or Unknown)
License:
Leiden University Non-exclusive license
Downloaded from:
https://hdl.handle.net/1887/36755
Note: To cite this publication please use the final published
opJlos~~en van vragen van is dat de inderdaad naast elkaar kunnen worden - dat steeds een
on-de,;eng:oe:ctirLg op van om~en~chtvaardigcle
tot
van
1) sluiten elkaar uit. In dit soort men van
alterna-tiviteit van Alternativiteit zal zich met name voordoen
elkaar uitsluitende 11"'t:>f'h1-C'CU:nrn.l,r..or>
Soms is ook het keuzerecht dat de "1-h~...-. ... tnr.tc .. t
aan de rechthebbende biedt door de heeft de
van verbintenissen Hoewel talrr>...tlrn.1~v.1..-..~
1. Par!. Gesch. Boek 3, 213 (MvA II); Parl. Gesch. Boek 6, p. 732 (MvA II). Vgl.
HR 2 april1993 (Cattier/Waanders), NJ 1995,94 m.nt. CJHB.
Parl. Gesch. Boek 6, p. 830 (TM) en p. 833 (MvA U).
3. Pari. Gesch. Boek 6, p. 37 en 614-615 (TM).
3. AANV ARlNG EN COMMUNE
'( ... ) schade het gevolg is van (a) een fout van een persoon voor
het schip aansprakelijk is volgens de art. 6:169-6:171; (b) fout van een persoon
van personen die ten behoeve van het schip de lading arbeid verricht/verrichten of
heeft/hebben verricht, begaan in de uitoefening van hun werkzaamheden; ( c) de
zeulijking een bijzonder gevaar voor of zaken dat in het leven is geroepen
doordat het schip niet voldeed aan de eisen die in de gegeven omstandigheden
mocht stellen.' In
toerekenbare
4. 5.
9 dec:ember 1955 (Boogaard!V esta), NJ 1956, 157 m.nt.
voor aant. 2.
literatuuroverzicht B.T.M. van Wiel (Onrechtmatige
6. HR 30 november 2001 (De Rooy/De Rooy), NJ 2002, 143 m.nt.
3.2 Gebrek het
....,A, ... ,...,AA .... ~A van het 6:170 en en (i i)
"'""~""""11/1"'"' is in de zin van art. 6:173 lid 1.
zien dat de door de Raad zal ov<::rlc:tppen,
in deze niet vaak slechts in op de door
de laatste groep van van het
'""'""""1" ' ' " " van Boek 8 exclusief: art. 6:173 lid 3 sluit de toepas.settJktleld deze exclusiviteit geen dat de nonn ter zake samenvalt met de
"'''U'-J.f".H"'''.... van zaken van art.
onb~elru1g~JksrukauiaelllktlelG
op art. 6:173 lid 1,
~nrHJQlrPo-Pinlo- van art. 3:310 lid 1 buiten
3.3 Fout van een hulnrUTT/'C'#")f>VI
Voor de 1s gelege~n
kenbare ""'•·o".lhtn:-..::at. VA.U • ..,....,HH'<A ... Ab"' daden van al dan niet onderschikte h " 1"'"''"' ....
"'"'-in een naar keuze baseren op art.
6:170 lid 1/171 of art. 8:544/1004-1 005? Art. 8:542 resp. 1003 staan
hieraan niet in de weg. Deze uit de
slechts een 8.11.1
7. Noot K.F. Haak sub 2.
8. Par!. Gesch. Boek 8, p. 571 (TS sub 2) en 572 (MvT sub 2) en de verwijzingen hiernaar opp. 956 (TS en MvT sub 3).
eventuele alternativiteit geen <TO~Tfl>II"TOft
immers dat de nonnen van de ""'',.-"""'""'"''
ho1n0·r"""'~l,nnende~~·~"''~~'~"'ra<Tal•nn
Het aannemen van alternativiteit van
resp. commune als co11SeQu1entie
keuze voor een
"'"''''HY"· In de nr·~lrt,, v
van
moeten nagaan. Dit zou betekenen dat de korte """'"''H·""''""t.~rtY"'n voor
deze groep van betekenisloos zou worden: steeds
immers zou ook de commune weg met de behorende
is slechts anders indien be()Of,delmQ heeft ''"''c'"'."'"'1"'"'n
9. Ik laat de verlengingsgrond van art. 8:1792 thans buiten beschouwing.
10. Zie HR 1 februari 1991 (Van Dulmen/Renier de Graaf Stichting), NJ 1991, 598; HR
15 februari 2002 (Schra/Flottille), NJ2002, 228.
doet gaan en het tweede juist het bestaan van de verbintenis veronder-stelt.16
De vraag wat schending van de klachttermijn van art. 6:89 of 7:23
lid 1 betekent voor een eventueel beroep op dwaling speelt slechts in
gevallen waarin sprake is van 'een gebrek in de prestatie' (art. 6:89) of meer in het bijzonder 'hetgeen is afgeleverd niet aan de overeenkomst
beantwoordt' (art. 7:23 lid 1 ). Bij een dwalingsberoep in gevallen
waarin geen sprake is van wanprestatie kan van samenloop geen sprake zijn en heeft schending van de klachtplicht op zichzelf geen repercussies. Dit laat onverlet dat in dit soort gevallen het achterwege
blijven van tijdig protest kan betekenen dat het op IS
verwerkt.
De parlementaire geschiedenis van art. 6:89 zwijgt over de betekenis van deze bepaling voor dwalingssituaties. De Toelichting-Meijers bij
art. 7:23 spreekt op dit punt daarentegen luid en duidelijk en stelt dae 7
'( ... )het voorschrift van lid 1 van belang is voor iedere vordering en ieder verweer van de koper gegrond op het niet beantwoorden van het afgeleverde aan de overeenkomst, dus ook voor een verweer of vordering op grond van dwaling. De grens tussen dwaling en wanprestatie is in de praktijk vaak moeilijk te trekken.'
Een moeilijk te trekken grens? Regelmatig zal de vraag naar de grens tussen dwaling en wanprestatie niet in beeld komen, omdat aan de voorwaarden van beide is voldaan. Dit betekent op zichzelf echter nog niet dat beide ook ten processe aan de orde zullen komen. In gevallen waarin aan de voorwaarden van zowel dwaling als non-conformiteit is voldaan, is voor de betekenis van de klachttermijn beslissend of aan een dwalingsberoep tevens als non-conformiteit te kwalificeren feiten ten grondslag worden gelegd. Ontkennende beantwoording van deze vraag betekent dat de schuldeiser zich niet op de feitelijk wel
aan-wezige - wanprestatie beroept. In een dergelijk geval kan een
eventu-ele schending van de klachttermijn hem naar mijn mening niet worden
tegengeworpen waarbij ik meteen aanteken dat de wel een
16. In sommige gevallen is wel schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad
mogelijk. Zie voor een overzicht van rechtspraak en literatuur B.T.M. van der Wiel
(Onrechtmatige daad 113), aant 74.
17. Par!. Gesch. Boek 7, p. 146-147 (TM). Dit argument wordt overgenomen door M.M. van Rossum, 'Acties van de koper bij de niet-nakoming van koopovereenkomsten, mede vanuit een Europeesrechtelijk perspectief, in: W .H. van Boom e.a. (red.), Koop! (BWKJ 14), Deventer: Kluwer 1998, p. 121.
18. januari 1986 (Booy/Wisman), NJ 1966, 183 m.nt. GJS.
voor op non-conformiteit geiJas:eeJrde uncrri<''M"Y\O"I"•fi ont:eg1~nzeg~~e111k af van het algem~~ne vermogensrecht:
'Rechtsvorderingen en verweren, gegrond op feiten die de stelling zouden rechtvaardigen dat de afgeleverde zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt, veijaren door verloop van twee jaren na de overeenkomstig het eerste lid gegeven kennisgeving.'
Ook voor deze
een op
beslist van toon.
vraag stellen wat Ook hier is
'( ... ) lid 2 voor de daardoor bestreken dwalingsgevallen bij koop een lex specialis inhoudt. In deze gevallen geldt met name niet de termijn ( ... ) voor dwaling in het algemeen( ... ).'
voor de hand de vraag naar de betekenis van de v~''"'-'H'-'""~ UOM'lr1riCTC''rP.<lrt:>i1ftn van art. 7:23 2 voor waarin aan
voorwaarden van zowel als non-conformiteit wordt voldaan
te beantwoorden als
19. Par!. Gesch. Boek 7, p. 147 (TM).
20. Martijn Polak, 'Samenloop van rechtsregels bij gebrekkige levering uit koop', AA 32
(1983), p. 224; J.M. Smits, Dwaling en niet-nakoming bij overeenkomsten: parallellen en verschillen (Studiepocket privaatrecht 56), Deventer: W.E.J. Tjeenk
Willink 1999, p. 1 05; Asser/Hartkamp 2001 ( 4-II), nr. 197 en 474.
deels aan de aandacht
24. Voor zover ik heb kunnen nagaan trekken alleen G.T. de Jong, Verbintenissenrecht
algemeen, Deventer: Kluwer 1999, nr. 213 en M.H. Wissink (Verbintenissenrecht),
art. 89, aant. 32 de vraag door naar de algemene klachttermijnregeling van art. 6:89. Hun conclusie is dat schending van de algemene klachttermijn ook in de weg staat aan een dwalingsberoep.
25. Par!. Gesch. Boek 3, p. 213-214 (MvA II).
26. Par!. Gesch. lnv. Boek 3, p. 1409 (MvT).
27. F.B. Bakels, Ontbinding van wederkerige overeenkomsten (diss. Leiden), Deventer: Kluwer 1993, p. 96.