• No results found

Het probleem van de overbevolking

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het probleem van de overbevolking "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Zate:nla.g 27 jUDi 1959 • No. 544

en DEMOCIATIE

Het probleem van de overbevolking

(Zie pag. 4 en 5.)

Het pa~lementaire debuut van twee liberale ministers

H

et waren toevallig twee liberale minis- ters, die, afgezien van het optreden van van de minister-president zelf, voor het nieuwe Kabinet debuteerden.

Het doet ons genoegen, in alle objectiviteit te kunnen vaststellen, dat dit een goed debuut is geweest.

Minister Toxopeus deed dat bij de ontwerpen tot grenswijziging tussen Deventer en Diepen- veen en tot herziening van de gemeen tegren- zen op westelijkVoorne.

Mr. E. H. TOXOPEUS Minister van Binnenlandse Zaken

Principieel waren dat natuurlijk nog niet zo belangrijke ontwerpen, maar er werd in de Tweede Kamer toch voldoende over gezegd om de bewindsman in staat te stellen "er wat van te maken" en daar is minister Toxopeus door zijn wijze van optreden inderdaad in geslaagd.

Om een in dit opzicht zeker onverdachte bron te citeren: onze collega van het anti-rev.

dagblad "Trouw" plaatste als kop boven zijn overzicht: "Geslaagd debuut van minister Toxopeus" en schreef verder:

"Bij het debat over deze grenswijziging de-

Zools gebruikelijk, verschijnt ons blad in de vakantiemaanden juli en augustus tweewekelijks.

Het eerstvolgende nummer verschijnt in verband daarmede n i e t op 4 j u I i, doch w e I op 11 j u I i.

buteerde de liberale minister van Binnenlandse Zaken, mr. Toxopeus. Als Kamerlid slaagde de heer Toxopeus er altijd in, de aandacht der Ka- mer te trekken en de vraag was, of de Kamer met dezelfde aandacht zou luisteren, nu de heer Toxopeus aan de andere kant van de regerings- tafel stond.

"Dat deed de Kamer, zodat de nieuwe Excel- lentie tevreden op zijn debuut als bewindsman kan terugzien.

"De minister liet trouwens blijken, dat hij alles had gedaan om beslagen ten ijs te komen.

Hij had persoonlijk een bezoek aan de betrok- ken gemeenten gebracht en zich ter plaatse op de hoogte gesteld. Niet ten onrechte overi- gens, want bij de debatten over gemeentelijke grenswijzigingen komt een aantal Kamerleden altijd zeer gedocumenteerd voor de dag".

• • •

D

e tweede debuterende liberale bewinds- man was de minister van Defensie, de heer Sidney J. van den Bergh.

Ook.hem ging reeds een zekere faam vooraf.

Was het bij minister Toxopeus de faam van diens zo voortreffelijk vervulde Kamerlidmaat- schap, bij de heer Van den Bergh was het die van de grote zakenman en organisator, die in het verleden bovendien- iets dat weinig voor- komt - hoge militaire rangen heeft bekleed en dat midden in de oorlogsjaren.

Wij geloven, dat aan geen nieuwe figuur in het Kabinet in de pers zoveel persoonlijke aan- . dacht is besteed als juist aan de heer Van den

Bergh. Zijn spontane bereidheid, om een lei- dende functie in het zakenleven op te geven voor een - naar men zegt - "ondankbare"

zetel, waar ieder tijdens de formatie met een grote boog omheen liep, zomede zijn tot de verbeelding sprekende levensloop, hebben daar het hunne toe bijgedragen.

Minister Van den Bergh debuteerde in de Tweede Kamer met het ontwerp tot wijziging van de Dienstplichtwet. Voor de merites van het ontwerp mogen wij verwijzen naar de "Flit- sen van het Binnenhof".

Wij mogen hier echter wel vaststellen, dat het, gezien de juridische aspecten, mede aan deze zaak verbonden, voor een minister van Defensie, niet-jurist, in dat opzicht een wat moeilijk geval was. Aan de andere kant echter was het in wezen toch eigenlijk een vrij eenvou- dige zaak, deze aanpassing van de Dienstplicht- wet aan wat bij de Grondwetsherziening van 1956 in beginsel nu eenmaal (en met algemene instemming) was beslist.

Minister Van den Bergh slaagde erin, de~

ze kern duidelijk aan te wijzen en maak~

te de kwestie niet ingewikkelder dan zij in wer·

keiijkbeid was.

Dat hij er niet in is geslaagd, de P.v.d.A.·

fractie voor het ontwerp mee te krijgen, zodat het gehele rode front in de Kamer in deze één lijn trok, heeft zeker niet aan hem gelegen.

Oud-minister Suurhoff voelde wel, dat hij zichzelf in een zonderlinge positie had ge.

:q1anoeuvreerd (of had 1 aten manoeuvre·

ren). Hij stemde immers tegen een ontwerp, voor welks indiening hij zelf nog mede-verant•

woordelijkbeid droeg.

Zijn redenering, in een "korte verklaring'' mede namens de andere socialistische oud-mi•

nisters, die nu in de Kamer zitten, afgelegd, was als volgt.

SIDNEY J. VAN DEN BERGH Minister van Defensie

Hij ontkende niet, dat hij met enige politieke vrienden mede-verantwoordelijkheid droeg voor de indiening van dit ontwerp. Als lid van het Kabinet staat men, zo betoogde hij, echter voor tweeërlei mede-verantwoordelijkheid, n.l.

voor de indiening van een wetsontwerp en ver·

volgens voor de afhandeling in de Staten-Ge- neraal.

Elke regering dient er naar te streven, om regelingen en bevoegdheden, waar het hier om gaat, op een zodanige wijze tot stand te bren-

(vervolg op pag. 3),

(2)

V1UJHEID EN DEMOCRATIE

Flitsen van Het Binnenhof

Dienstplichtigen kunnen naar Nieuw-Guinea worden gezonden • Naïef amendement van de PvdA verworpen· Vertrouwenwekkend debuut van de ministers Sidney van den Bergh en mr. E. H. Toxo- peus • Staatsgarantie verleend voor de bouw van Hilton-hotels.

T

egen de zin van de PvdA, de com- munisten en de PSP, heeft de Tweede

Kamer vorige week met 73 tegen 41 stemmen de wijziging van de dienst- plichtwet aangenomen, waardoor het mo- gelijk wordt dienstplichtige militairen van de landmacht naar Nieuw-Guinea te zenden. Reeds in 1956 was daartoe, met instemming van de PvdA, de grondwet gewijzigd.

De wijziging van de dienstplichtwet was, op 5 september 1958, nog ingediend door het kabinet-Drees. Het op 13 okto- ber 1958 verschenen voorlopig verslag deed allerminst verwachten, dat de PvdA overwegende bezwaren zou hebben.

Dr. Drees stond op het standpunt, dat Nieuw-Guinea, waar ongeveer 18.000 Nederlanders wonen, zo nodig moest wor- den beschermd tegen Indonesische agres- sie en hij suggereerde daarbij in de Ka- mer, dat dan mocht worden gerekend op de steun van Amerika en Australië.

Maar sedertdien heeft de PvdA, als ge- volg van de verkiezingsnederlaag in 1958, de Fakkeldragersdag waarop de span- ningen in de partij tot uiting kwamen, en het ineenstorten van de brede basis, een salto gemaakt.

Vorige week kwam de.heer Wierda, als woordvoerder van de PvdA, aandragen met allerlei bezwaren, waarvan in het voorlopig verslag geen sprake was ge- weest. De ommezwaai liep daardoor we erg in de gaten.

D

e PvdA verlangde, dat. dienstp~ich­

tigen alleen naar N1euw-Gumea zouden kunnen worden uitgezon- den krachtens een Koninklijk Besluit, dat zou moeten worden gepubliceerd in het Staatsblad met de vermelding van de diensten, die zouden worden opgedragen, en de eenheden, die voor het verrichten van die diensten zouden worden aange- wezen.

Aan zijn desbetreffende amendement had de heer Wierda nog toegevoegd, dat aan het Koninklijk Besluit geen uitvoe- ring zal worden gegeven "aleer drie weken zijn verstreken na dagtekening van het Staatsblad waarin het is ge- plaatst".

In onze moderne tijd maakte die ge- dwongen wachtperiode van drie weken een lachwekkende indruk. En de eis om drie weken tevoren nauwkeurig aan Soe- karno mee te delen welke eenheden Nieuw-Guinea zullen beschermen, en hoe, 110emde minister Sidney van den Bergh militair onaanvaardbaar.

Het amendement van de PvdA werd bij

•itten en opstaan verworpen. Alleen de 110cialisten, communisten en pacifisten achenen het een serieus amendement te

•inden, maar de grote meerderheid van de Kamer (VVD, KVP, AR, CH en SGP) kon het onmogelijk als ernst aanvaarden.

I

n een onplezierige positie verkeerden de socialistische oud-ministers Hof- stra, Samkalden, Suurhoff en Von- deling, die mede de verantwoordelijkheid hebben gedragen voor de indiening van het wetsontwerp tot wijziging van de dienstplichtwet.

Namens hen verklaarde de heer Suur- hoff, dat hij de verantwoordelijkheid voor de "indiening" aanvaardde, maar als hij nog minister was geweest en hem bij de behandeling van het wetsontwerp zou zijn gebleken, dat een derde deel van de Kamer bepaalde waarborgen verlangde, dan zou hij daarvoor in de ministerraad tegenover minister Staf en ook tegenover minister Drees hebben gepleit!

Elke regering, zei hij, dient er in een zo diep ingrijpende zaak als de uitzen- ding van dienstplichtigen naar Nieuw- Guinea, naar te streven bevoegdheden te verkrijgen waar een zo groot mogelijke meerderheid achter staat.

Het amendement van de heer Wierda was volgens hem alleszins redelijk en omdat het was verworpen, stemden de socialistische oud-ministers tegen het wetsontwerp.

H

et is volkomen aannemelijk, dat

"minister Suurhoff" in de door hem genoemde omstandigheden zou hebben gepleit voor een serieus com- promis inzake parlementaire controle.

Maar dat een nuchtere realist als de heer Suurhoff als minister zou hebben gepleit voor het onrijpe, naïve amende- ment-Wierda, valt niet te geloven.

Van de socialistische oud-ministers maakt de salto in de oppositie nog een ra.re indruk.

Minister Sidney van den Bergh heeft verklaard, dat de parlementaire defensie- commissie tijdig zal worden ingelicht over uitzending van dienstplichtigen naar Nieuw-Guinea, zodat er dan ge- legenheid is de regering er over te inter- pelleren.

Zoveel mogelijk zal worden getracht vrijwilligers uit te zenden in plaats van dienstplichtigen.

• • *

D

e meerderheid van de Kamer heeft niet volgzaam het wetsontwerp geslikt zonder enige kritiek. Bij zitten en opstaan is een amendement aangenomen van de heer Van Rijcke- vorsel (KVP), dat mede was ondertekend door onze geestverwant mr. Berkhouwer, waardoor voor de dienstplichtigen van land- en luchtmacht bij uitzending bui- ten Europa in de wet dezelfde waarbor- gen zijn vastgelegd, die reeds golden voor de dienstplichtigen van de zeemacht.

Tegen dat amendement stemden de PvdA, de communisten en pacifisten om- dat het huns inziens nog niet voldoende waarborg gaf. Zij stemden tenslotte ook tegen het wetsontwerp, dat na aan- neming van het amendement-Van Rijcke- vorsel tenslotte minder ruime bevoegd- heden gaf dan het kabinet-Drees had ge- wild.

Op het betoog van mr. Berkhouwer in het debat komen we nog terug in ons volgende nummer.

SUURHOFF

als ik nog minister was ..••

Deze Burger

Mr. H. F. VAN LEEUWEN moeilijke keuze ....

M

et voldoening mag worden gecon- stateerd, dat het eerste optreden in het parlement van minister Sidney J. van den Bergh een gunstige in- druk heeft gemaakt.

Voor zijn antwoord aan de oppositie had hij enige tijd van voorbereiding ge- had, maar de overige sprekers moest hij direct van repliek dienen. Het was knap zoals hij die antwoorden voor de vuist weg in de lijn van zijn betoog inlaste.

Bij zijn benoeming is de opmerking ge- maakt, dat hij binnenskamers wel uitste- kend werk zou verrichten op zijn depar- tement, maar dat die kwaliteit in het openbaar niet de verdiende erkenning zou oogsten door zijn waarschijnlijk ge- brek aan parlementaire slagvaardigheid.

Bij zijn debuut is hij echter in dit op- zicht niet tegengevallen. Hij heeft de gave de aandacht te bepalen tot de hoofdzaak waar het om gaat en hij Iaat zich niet verlokken op zijpaden waar an- deren beter de weg weten.

Door parlementaire onervarenheid nam hij een amendement (van de heer Van Rijckevorsel) over, hoewel dat van de zijde van de PvdA was bestreden. Het is in de Kamer gebruikelijk een amende- ment niet over te nemen als het bestrij- .ding heeft ondervonden omdat dan de

oppositie gedwongen zou zijn een nieuw amendement in te dienen om het over- genomen amendement te neutraliseren.

Dat is omslachtig. Vandaar de ge- woonte over een bestreden amendement de Kamer door middel van stemming te laten beslissen.

bevindt zich op dit ogenblik weliswaar lichamelijk in de randstad Hol- land, doch naar en met de geest is hij nergens anders dan in Roermond.

Mijn gehele zenuwstelsel is gericht op 'de goede stad, die Cals heeft zien stoeien op haar straten en die Höppener e1· - reeds vóór hij dat op

't Binnenhof deed - zijn dagelijkse goede daad als padvinder heeft zien verrichten.

Voor mij is Roermond, op dit ogenblik, het middelpunt der wereld en het brandpunt van alle politieke werkdaàigheid .

Wanneer de Roermondenaren énig besef hebben van wat er in niij omgaat, stemmen zij eenparig op lijst 7. Zij zouden daarmede niet alleen al hun gemeenteraadszetels voor de V.V.D. in bezit nemen, doch ook het hart stelen van een man, die - het zij in alle eenvoud ener aange- boren bescheidenheid gezegd - het ten volle waard is dat hem vreugde en geluk wordt bereid.

"Wat gaat Roermond doen?" is de vraag, die mijn brein volledig be- zighoudt. "Van Roermond de Limburgse victorie!" is de kreet die vóór het slapen gaan mijn lippen verlaat en die ik, bij het ontwaken, als een bazuinstoot doe schallen door het stille huis.

Eerlijkheid gebiedt mij de beschamende bekentenis af te leggen, dat er een tijd is geweest - niet eens zó ver in 't verleden liggend - dat er wel eens een ganse dag verliep zonder dat mijn geest en hart toefden bij het lot van Roermond, en dat zelfs Maasniel geen ogenblik in mijn gedachten kwam.

Zelfs op politieke hoogtijdagen hield ik mij met deze stad niet bezig;

ik las nimmer de Maas- en Roerbode en wist niet eens hoe de bu7·ge- meester heette.

Dat was - moet ik achteraf bekennen - een beschamende toestand, waarvoor geen woord van verontschuldiging mag gelden.

Maar dit alles is nu ten goede gekeerd. Ik kan geen (Underbergje) drin- ken of ik doe dat op het geluk van die stad en een hartige overwinning van de v. V.D.

Boven mijn bed hangen de portretten, ten voeten uit, van de heren Van Heeswijk en Geradts: boven de schoorsteenmantel een beminne-

lijk en hartveroverend naakt van de heer Cober.

Als iemand Roermond een mooie V.V.D .• fractie in de gemeente1'aad toewenst, dan is dat

-

2'1 JUNI 1959 - PAG. %

Mr. Burger, de fractieleider van de PvdA, maakte nogal deining over de in- breuk, die de minister in zijn onschuld op de gewoonten van de Kamer had ge- pleegd. Het was echter een simpele ver- gissing zoals tientallen andere nieuwe ministers ook hebben gemaakt als de ambtenaren hadden verzuimd hem in te lichten.

• • *

E

en succes was ook het debuut van minister mr. E. H. Toxopeus bij de verdediging van twee wetsontwer- pen tot wijziging van gemeentegrenzen.

Hij spreekt gemakkelijk en met een sympathieke klank in zijn stem. Hij toont op een innemende manier een in- telligent begrip voor bezwaren, waardoor hij teleurstelling tempert wanneer hij ge- d.ecideerd ~lijn eigen zienswijze handhaaft.

Hij behoudt de sfeer voor een open ge- sprek.

Zonder hoofdelijke stemming heeft de Tweede Kamer het wetsontwerp aange- nomen waardoor 430 hectare grond met ongeveer 850 inwoners overgaat van Die- penveen naar Deventer, dat behoefte heeft aan uitbreiding voor zijn toenemen- de industrie.

De heer Scheps (PvdA) diende een amendement in om de Deventerse be- graafplaats op het gebied van Diepen- veen (een enclave) ook bij Deventer te voegen, maar minister Toxopeus wilde niet verder gaan dan nodig is.

Het feit, dat de begraafplaats reeds eigendom is van Deventer, kan nooit een argument zijn, zei hij. Iedere gemeente, die haar grenzen wil uitbreiden, zou dan grond gaan opkopen binnen de grenzen van een andere gemeente.

Het am,mdement van de heer Scheps werd bij zitten en opstaan verworpen.

Minister Tovopeus verklaarde voor- stander te zijn van een versnelde proce- dure voor wijziging van gemeentegren- zen, maar met behoud van alle waarbor- gen. Een desbetreffend wetsontwerp is de Raad van State reeds gepasseerd, zo- dat het spoedig aan de Kamer kan wor- den aangeboden.

E

veneens zonder hoofdelijke stem- ming heeft de Kamer het wets- ontwerp aangenomen, waardoor de mogelijkheid ontstaat, dat Hellevoet- sluis, door de samenvoeging met Nieuw- Helvoet en het grootste deel van Nieuwen- hoorn, een vrij grote gemeente wordt voor de vestiging van toeleveringsbedrij- ven voor de grote industrieën en haven- complexen van Europoort en Botlek on- der de rook van Rotterdam.

Hellevoetsluis, vertelde de minister, is thans reeds de snelst groeiende gemeente van Nederland. Sinds 1950 is Hellevoet- sluit met ongeveer 121 procent gegroeid en de daarop In tempo volgende gemeen- te met 40 procent.

Men heeft de grootte van Hellevoetsluis in de toekomst reeds getaxeerd op 40.000 tot 200.000 inwoners. De regering houdt het op 40.000, maar dat is reeds een vol- doende motivering voor de uitbreiding.

Den Brie!, eveneens op het eiland Voorne, zal een recreatiegemeente wor- den, vooral voor de watersport. Met het oog daarop is de uitbreiding van Den Brie! vastgesteld, die zich beperkt tot een deel van Nieuwenhoorn en een stukje Oostvoorne.

De behoefte van Den Brie! is daarmee gedekt tot in lengte van jaren, tenzij de ontwikkeling geheel anders zou worden dan thans te verwachten valt.

*

T

enslotte heeft de Kamer ook nog h~t

wetsontwerp aangenomen, waann de regering wordt gemachtigd een garantie te geven voor de betaling vaB rente en aflossing van twee leningen, elk groot twaalf miljoen gulden, ten behoeve van de bouw van een Rilton-hotel te Am- sterdam en te Rotterdam, welke hotels per stuk ruim twintig miljoen zullen kosten.

Tegen stemden de communisten, de PSP en de heer Van Rijckevorsel.

De toeristenorganisatie van HiJton (New York) zendt zijn gefortuneerde klanten bij voorkeur naar eigen hotels in de wereld. De Rilton-hotels openen dus de mogelijkheid van een extra-aanvoer van rijke Amerikaanse toeristen.

Het risico lijkt daarom niet groot, om- dat de HUton-organisatie het bijna in de hand heeft voldoende toeristen aan te voeren voor een lonende exploitatie.

Toch vond onze geestverwant, mr. H.

F. van Leeuwen het bijna even bezwaar- lijk "ja" als "nee" te zeggen. Op zijn rede komen wij nog terug.

Staatssecretaris Veldkamp heeft toe- gezegd, dat overleg zal worden geopend tussen de overheid en het georganiseerde hotelwezen over de financiering van Nederlandse hotelbouw, waaraan behoef- te blijft. Het resultaat van dit beraad zal aan de Kamer worden meegedeeld.

(3)

VRIJHEID EN DEMOCRATIE

Prof. Oud aanvaardde Berlijns ere-doctoraat

"Gemeentebesturen spelen te veel apotheker en zijn te weinig geneesheer"

P

rof. dr. P. J. Oud heeft, zo lazen wij in het "Algemeen Handelsblad", op 18 juni in de Vrije Universiteit van Berlijn, die hem het ere-doctoraat in de filosofische faculteit verleende, een rede uitgesproken, waarin hij om te be- ginnen opmerkte deze plechtigheid niet te kunnen beschouwen als een gebeurte- nis, die uitsluitend op zijn eigen persoon betrekking heeft, doch dat hij zich hier in sterke mate voelde als een vertegen- woordiger van verschillende kringen, waarmede hij zich zeer nauw verbonden wist. Hij dacht hierbij in de eerste plaats aan Nederland, verder aan de stad Rot- terdam en aan de Economische Hoge- school te Rotterdam, aan de kring der gemeenten in het algemeen, en niet in de laatste plaats aan de internationale vereniging van gemeenten, die op het ogenblik in deze stad haar congres houdt.

Prof. Oud vervolgde: ,.Ik beschouw het als een voorrecht, de hulde, die mij hier gebracht wordt als beoefenaar van het Nederlandse staatsrecht. en - geduren- de de latere jaren- vooral van het Ne- derlandse gemeenterecht, voor een be- langrijk gedeelte te kunnen overdragen juist op dat Nederlandse gemeenterecht."

Nu hij zich hier, als president van het internationale gemeentecongres, bevond binnen de wanden van de Berlijnse Vrije Universiteit, wilde prof. Oud zich niet de gelegenheid laten ontgaan enkele ge- dachten te wijden aan het zijns inziens zo noodzakelijke, maar nog niet altijd in vol- doende mate bestaande verband tussen de praktijk van het gemeentelijk bestuur en de wetenschap, zoals die op universi- tair niveau wordt beoefend.

Hij vroeg zich af of in de wereld van het bestuur van de gemeenten - men soms niet te veel geneigd is bestaande voorschriften automatisch te blijven toe- passen en bestaande routineprocedures te blijven volgen; met andere woorden, dat men in het bestuur te veel de apo- theker speelt en zich te weinig tot ge- neesheer weet op te werken.

Prof. Oud geloofde geen betere plaats, geen beter tijdstip en geen betere gele- genheid te kunnen vinden om een warm pleidooi te houden voor een grotere toe- nadering tussen universiteit en gemeen- ten.

,.Het doet mij genoegen om te kunnen vermelden, dat de internationale vereni- ging van gemeenten reeds enkele stap- pen in deze richting heeft gezet. In sa- menwerking met de UNESCO en met de public administration division van de technica! assistance administration van

de United Nations worden onderzoekin- gen ingesteld en publikaties voorbereid, waarbij hoogleraren van verschillende universiteiten, gemeentelijke bestuurders en functionarissen van het lula-secreta- riaat nauw samenwerken," aldus prof.

Oud, die de hoop koesterde, dat het mo- gelijk zal zijn in de naaste toekomst te komen tot nauwere betrekkingen tussen universiteiten en gemeenten.

Studieconferentie vereniging van Staten· en Raadsleden

op 1 0 en 11 oktober a.s.

Op zaterdag 10 en zondag 11 oktober a.s. zal in het conferentieoord Woud- schoten te Zeist een studie-conferentie van de Vereniging van Staten- en Raads- leden worden gehouden.

Nadere mededelingen, onder meer over de onderwerpen die op deze conferentie zullen worden behandeld en de sprekers, die deze onderwerpen zullen inleiden, volgen zo spoedig mogelijk.

De leden der Vereniging krijgen hier- over persoonlijk bericht, terwijl de agen- da t.z.t. voorts in "Provincie en Gemeen- te" en in "Vrijheid en Democratie" zal worden gepubliceerd.

Het bestuur der Vereniging hoopt en vertrouwt, dat deze conferentie weder- om zeer druk zal worden bezocht.

Het is de bedoeling, dat de jaarverga- dering der Vereniging vóór of tijdens de conferentie zal worden gehouden.

27 JUNI 1959 - PAG. 3

,---~

Verslag van de vier-en-viiftigste Algemene Vergadering van de Nationale Vrouwenraad van Nederland, gehouden op

3 en 4 iuni op de .. Pietersberg" te Costerbeek

U

it de vele, ter vergadet'ing be- handelde punten wil ik er nog enkele vermelden:

Als nieuwe hoofdbestuursleden werden gekozen Jkvr. C. E. de Jong van Beek en Donk, te Amsterdam;

mevr. J. M. A. Bosch van Rosenthal- den Tex. te Rhenen en mevr. mr. B.

Kortenhoff-Neppérus te Utt'ec!1t.

De vijf Nederlandse deelneemsters van de .. Executive Meeting" van de Internationale Vrouwenraad te We- nen (5-15 mei 1959) brachten hier- over verslag uit. Behandeld werden o.a. de promotiekansen en de gelijke salariëring van de vrouw, het in overeenstemming brengen van de werktijden van de gehuwde werkende vrouw met schoolgaande kinderen met de schooltijden (conclusie: niet wenselijk te veel faciliteiten te vra- gen). de werkclassificatie, de film- censuur. invloed van de televisie, wo- ningbouw, migratie, gezondheidszorg·, roken door kinderen, lucht- en wa- tervervuiling, jeugdcriminaliteit. Ook o.a. de nationaliteit van het kind, als de ouders een verschillende nationali- teit hebben. en, natuurlijk, de belas- tingen van de gehuwde vrouw.

Een enquête zal worden gehouden in alle aangesloten landen ovet· de toestand van de verzekering en de pensioenrechten van de gehuwde vrouw.

Wat betreft het voorstel van de Organisatie "Vrouwen in de V.V.D."

om de nationaliteit van de gehuwde vrouw In studie te nemen, dit voor- stel zal voorlopig op de agenda ge- houden worden, in afwachting van een verwacht wijzigingsvoorstel van de minister van justitie in de Wet op het Nederlanderschap. Naar verluidt zouden in dit voorstel verbeteringen worden voorgesteld aangaande de na- tionaliteit van de Nederlandse vrouw, die met een buitenlander of statenloze trouwt.

Tot slot. de twee vergaderingen overziende, wil ik het algemene ge- voelen van de deelneemsters vermel- den: een vergadering, waar men veel leerde over de werkzaamheden van tal van verenigingen, en waar eet~ bij- zonder prettige sfeer heerste, dank zij de van gevoel voor humot• blijk- gevende leiding van de presidente, mej. mr. E. B. ten Bruggen Cate en de prachtige Pietersberg, waar 2CJVele van onze najaarsconferenties gehou- den ziin.

N. M. W. DETTMEYER- LABBERTON

11

Copie voor deze rubriek te zenden naar:

Mejuffr. Joh. H. Springer, Alexander- ltraat 16, Haarlem.

Vrouwengroep Heerenveen

De damesleden van de V.V.D. van de afdeling Heerenveen leid- den tot dit jaar nog geen zelfstandig bestaan. Wel werden er aparte bij- eenkomsten voor hen georgani~eerd,

doch onder auspiciën van de alge- mene afdeling.

Dit jaar echter heeft deze groep een bestuur gekozen, bestaand~ uit de dames: J. Kniphorst-Kiestra, K.

Venhuis-Sipma en S. Wierda-Oppen- huizen en zich zodoende meer zelf- standig georganiseerd als afdeling van de Vrouwen in de V.V.D.

Deze afgelopen winter zijn er drie bijeenkomsten geweest. Twee raads- leden verzorgden ieder één avond en spraken over: ,.de onderwijsmogelijk- heden in de gemeente" en "de ge- meente en de woningpo!itiek".

Op de derde bijeenkomst werd door de longarts tet' plaatse een causerie gehouden over t.b.c. en volksgezond- heid. Na de pauze werden zeer mooie dia's over het Friese waterland ver- toond.

De opkomst van de leden wa.~ zeer bevredigend en het bestuur hoopt door deze bijeenkomsten de politieke belangstelling van de dames op te wekken en gaande te houden.

~---·---·J

111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111 (Vervolg van pag .. 1)

gen en te verkrijgen, dat een zo groot mogelijk deel van de democratische groeperingen in de Kamer daar achter staat.

Het verlangen, dat tot uitdrukking kwam in het amendement-Wierda was z.i. alleszins re- delijk. Als dit was behandeld tijdens het Kabi- net-Drees, zou hij - als minister - in het Ka- binet gepleit hebben voor een positieve instel- ling tegenover dit amendement.

• • •

M

et de redenering, dat een regering moet trachten, voor belangrijke voorstellen een zo groot mogelijke meerderheid van de "de- mocratische groeperingen" in de Kamer achter zich te krijgen, kan in beginsel worden inge- stemd.

Dat wil dus zeggen, dat wanneer een rede- lijk en aanvaardbaar amendement wordt inge- diend, ook al komt het van "de oppositie", de minister ernstig moet overwegen, dit niet af te wijzen.

Het amendement-Wierda was n i e t rede- lijk en n i e t aanvaardbaar. Het is ook elders reeds opgemerkt: het is onbegrijpelijk, hoe een oud-militair als de heer Wierda dit amende- ment als indiener voor zijn verantwoordelijk·

heid kon nemen.

Op het ogenblik, dat een deel van het Ko- ninkrijk overzee direct mocht worden bedreigd of zou worden oveiTompeld, zou eerst een Ko- ninklijk Besluit in het Staatsblad moeten wor- den afgekondigd, waarin voor de gehele we- reld zou worden bekend gemaakt, welke mili-

taire maatregelen de Nederlandse regering- en dan nog pas drie weken later - daar door overbrenging van dienstplichtigen tegenover zou stellen. En dat, zoals minister Van den Bergh wel zeer terecht opmerkte: in deze tijd van de straaljager!

Dit was militair en politiek onaanvaard- baar. Minister Van den Bergh heeft daar trou- wens geen doekjes om gewonden en de woord- voerder van onze fractie, mr. Berkhouwer, had nog, voordat de heer Suurhoff zijn verklaring aflegde, de houding van de P.v.d.A.-fractie ook reeds in zeer scherpe bewoordingen ge- gispt en gezegd: Dit kan nog nauwelijks loyaal worden genoemd.

• • •

D

e ministers Toxopeus en Van den Bergh hebben .als zodanig hun parlementaire debuut dus reeds gemaakt. Minister Korthals nog niet. Maar zo iemand zich in het parlemen- taire gezelschap zal thuis voelen, is het deze reeds "doorgewinterde" parlementariër, die al sedert 20 november 1945 deel van de Tweede Kamer uitmaakte en bovendien verscheidene jaren ook heeft zitting gehad in internationale parlementaire organen.

Als vice-premier, minister van Verkeer en Waterstaat en daarbij nog tijdelijk belast met het beheer van Zaken OveJ;?;ee, neemt hij dan ook een centrale positie in het nieuwe Kabinet in.

Het zal bepaald niet zo zijn, dat onze fracties in beide Kamers het altijd voor de volle hon- derd procent met alle voorstellen of handelin- gen van de haar geestverwante ministers eens zullen zijn. Kamers en regering hebben elk haar

eigen plaats en verantwoordelijkheid. De pro- blemen, welke aan de orde komen, zijn boven- dien vaak zo gecompliceerd en hebben zoveel facetten, dat het óók onder geestverwanten eenvoudig onmogelijk is, het ten allen tijde over alles volledig tot in finesses met elkaar eens te zijn.

Zoals het er op het ogenblik uitziet, is er echter alle reden, het optreden van het Kabi·

net, en van de liberale ministers in het bijzon·

der, ook verder met vertrouwen tegemoet te

zien. A. W. A.

11111111111111111111111111111111111111111111111111111

V erl{iezingscampagne Roermond

I.v.m. de Gemeenteraadsverkiezingen, die door de samenvoeging van de gemeenten Roermond en Maas- niet op woensdag 1 juli a.s. in deze gemeenten zullen worden gehouden, werd door ons een openbare verga.

dering te Roermond belegd. Op deze zeer .druk be- zochte vergadering werd het woord gevoerd door de heer D. W. Dettmeijer, algemeen secretaris der Partij, de heer mr. dr. J. M. H. Dassen, hoofdbestuurslid en onze Roermondse lijstaanvoerder de heer Tony van Heeswijk. Voor een verslag van deze vergadering ver- wijzen wij U naar het volgend nummer van ons week- blad.

Op maandag 29 juni a.s. zal wederom in de zaal ,.Concordia" te Roermond een openbare vergadering der Partij worden gehouden. Op deze laatste bijeen- komst van de V.V.D. voor de dag der verkiezingen, zal het woord worden gevoerd door de voorzitter van onze Eerste Kamerfractie mr. H. v. Riel.

Aanvang der vergadering 8.15 uur.

11111111111111111111111111111111111111111111111111111

(4)

\'BLTBEID EN DEIIOCBATIB

Het probleem van de overbevolking op drieërlei wijze benaderd

die echter onze Moeilijke probleemstelling,

aandacht ten volle verdient

(A.\V.A.) Van drie lezers ontvingen wij beschouwingen, die, hoewel ze alle drie een ander uitgangspunt hebben, toch onder één hoofd kunnen worden ondergebracht.

Zij hebben alle drie namelijk betrekking op het probleem van de (eventuele) over- bevolking en de met het oog daarop (eventueel) te volgen bevolkingspolitiek.

Ir. Van Weezenbeek neemt een betoog van de heer H. D. Louwes in de Eerste Kamer als uitgangspunt.

Onze Dordrechtse geestverwant is bijzonder optimistisch. Hij vermag geen aanlei- ding tot ongerustheid over toeneming van de wereldbevolking te ontdekken en meent die toeneming, integendeel, te moeten zien als een verblijdend symptoom van toenemende materiële mogelijkheden en welvaart.

Het is niet onze bedoeling, ons in dit stadium reeds geheel in de discussie te mengen, maar het moet ons toch wel reeds van het hart, dat het ons wat waard zou zijn, het optimisme van de heer Van W. op dit punt te kunnen delen.

Dat bijvoorbeeld de waarlijk alarmerende toeneming van de bev~lking van India als een "verblijdend symptoom van toenemende materiele mogelijkheden en welvaart"

moet worden gezien, krmnen wij voorlopig moeilijk onderschrijven. Integendeel, wij vrezen, dat, wanneer daar geen oplossing voor dit probleem wordt gevonden (er ko- men daar iedere dag 12.000 kinderen bij), inderdaad een catastrofe welhaast onver- mijdelijk is.

De heren Olgers en ir. Van Hasselt gaan dan ook we I van de dreigende gevaren der overbevolking uit.

De heer Olgers neemt daarbij een uitlating vàn mr. E. H. Toxopeus (toen nog lid van de Tweede Kamer en geen minister) als uitgangspunt.

Ir. Van Hasselt behandelt de overbevolking als zodanig en geeft ook mogelijke be- strijdingsmÛidelen aan. Vooral hier moeten wij de aandacht vestigen op het gevoe- lige terrein, dat aldus wordt betreden.

Hier komen vragen van levensbeschouwelijke aard en van moraal op, die velen, eok in onze kring, bijvoorbeeld een legalisering van de abortus (zelfs al geschiedt die ingreep alleen door medisch bevoegden in een ziekenhuis) zullen doen verwerpen.

Het moet echter mogelijk zijn, over ernstige vragen als deze onder geestverwanten eok ernstig van gedachten te wisselen.

Wij hebben het artikel van de heer Van Hasselt dan ook eveneens gaarne opge- nomen, daarbij het betoog zelf uiteraard geheel voor rekening van de schrijver latend.

ONZE INPOLDERINGEN EN DE WERELDBEVOLKING

Ir. G. van We e zen beek, te Dord- recht, kan met het betoog, dat de heer H.

D. Louwes blijken de "Flitsen van het Binnenhof" van 30 mei j .1. in de Eerste Kamer hield, bezwaarlijk instemmen.

Hij schrijft dan verder:

Ik beperk mij hier tot het eerste deel van zijn betoog, dat aandrong op: "een zo snel mogelijk doorgaan met onze inpolde- ringen, óók van de Zuiderzeepolders, in verband met de ontstellend snelle toene- ming van de wereldbevolking".

In de toeneming van de wereldbevol- king vermag ik geen aanleiding tot ont- steltenis te ontdekken.

Integendeed, wij moeten deze toeneming zien als een verblijdend symptoom van toenemende materiële mogelijkheden en welvaart.

Reeds in de uitbreiding der toepassing van de thans bekende wetenschap en tech- niek ligt de mogelijkheid voor een 'veel- voud van de tegenwoordige wereldbevol- king, :~:ich in de toekomst een behoorlijk bestaan te verschaffen.

Bovendien vordert de wetenschap in een tempo, dat waarschijnlijk aanzienlijk hoger is dan noodzakelijk zal zijn om tot in de verre toekomst ruimere mogelijkhe- den te blijven bieden.

De niet-achtergebleven gebieden, waar- toe wij ons zelf nog steeds mogen reke- nen, voor zover het ons grondgebied in Europa betreft, zullen in de toekomst veel meer met voedseloverschotten dan met .tekorten te rekenen hebben.

Gegeven de enorme potentiële moge- lijkheden elders, lijkt het dwaasheid een

a~gument voor peperdure inpolderingen h1er te zoeken bij een "toenemende we- reldbevolking".

Red. V. enD.

Dergelijke inpolderingen moeten moti- veerbaar zijn voor de natie zelf, die ze uit belastinggelden van de eigen bevolking

betaalt. ·

Voor zover het zwaartepunt van de aan- wending van dergelijke polders in het landbouwgebruik zal liggen, valt te ver- wachten dat zij volslagen onrendabel zul- len blijven.

De daarin geïnvesteerde middelen zijn duurzaam onttrokken aan nuttiger be- stemmingen.

Voor de "apocalyptische uitbarstingen"

die de heer Louwes vreest bestaat noch in de gebieden van het Atlantisch Pact noch in Sovjet-Rusland de geringste aan- leiding in de vorm van voor de toekomst te vrezen voedseltekorten.

De "achtergebleven gebieden" vormen meer problemen voor de vreemde bezoe- kers dan voor de eigen bevolkingen.

Zodra het zover is, dat een bevolking zelf problemen heeft kunen deze door eigen inspanning en met passende mede- werking van buiten af worden opgelost.

Er is geen reden zich, via welke vorm van chantage ook, hulp te laten afpersen door volken, die nog geen hulp en ver- trouwen waard zijn.

De door eeuwenlange inspanning van de besten opgebouwde wetenschap en tech- niek vormen reeds een geschenk van on- schatbare waarde aan alle achtergebleve- nen.

Ik acht het bedenkelijk, dat de heer Louwes in communistische ophitsing van primitieve gebieden aanleiding vindt hier tot economische inpolderingen aan te spo- ren.

Voor zover dergelijke ophitsing een be- dreiging vormt dient zij ter plaatse te worden tegengegaan.

Dure IJsselmeerpolders werken niets uit tegen communistische propaganda onder de Papoea's, in Suriname of in Fin- sterwolde.

De waarde van landbouwgronden bene- den de zeespiegel is in oorlogstijd reeds een probleem gebleken.

Een enkele welgemikte ouderwetse bom doet een dijk bezwijken en geeft de gehele polder voor geruime tijd aan de golven prijs.

Vooralsnog kan het belastinggeld beter besteed worden aan Deltawerken, wegen-, bruggen- en tunnelbouw, verbetering van waterbeheersing en verkaveling in be- staande landbouwgebieden enz. dan aan kunstmatige uitbreiding van ons land- bouw areaal door zeer dure inpolderingen.

OVERBEVOLKING, LIBERALISME EN DIRIGISME

Onder bovenstaande kop schrijft de heer H. 0·1 gers, te Assen:

Op de algemene vergadering te Vlis- singen heeft mr. E. H. Toxopeus, spreken- de over "Ruimtelijke ordening", het vol- gende gezegd (zie V. en D. van 2 mei j.l.):

"De verwachting is, dat de Nederlandse bevolking omstreeks 1980 13Y:. miljoen zielen zal tellen en dat dan een even- wicht tussen geboorte en sterfte zal zijn bereikt".

Van een andere gezaghebbende zijde - dr Drees jr - vernemen wij een opvat- ting, die sterk van die van mr. Toxope:us afwijkt. In het Corr. blad v. d. Centrale v.

Hogere Ambtenaren van 9 mei j.l. schrijft deze n.l.: "De bevolking van ons land stijgt met 1 V. miljoen per 10 jaar. Het aantal inwoners is nu 11,3 miljoen en zal in het jaar 2000 plm. 20 miljoen zijn".

Ik laat in het midden welke cijfers juist zijn. Maar zij, die op grond van de cijfers van mr. Toxopeus geneigd zijn zich bij de feiten neer te leggen, omdat althans vanaf 1980 een stabilisering van het be- volkingsniveau verwacht zou mogen wor- den, zullen zich na kennisneming van dr.

Drees' zienswijze opnieuw afvragen of het geen dringende eis is het probleem voor ons land in alle scherpte aan de orde te stellen. Wat zullen de gevolgen zijn van zo'n opeenhoping van mensen?

Wij kunnen ervan overtuigd zijn, dat de keuzemogelijkheden aangaande de eco- nomische en sociale structuur van een samenleving - voor zover men hier van een keuze kan spreken - afhankelijk zijn van de bevolkingsdichtheid, en dat die keuzemogelijkheden bij een zeer dichte bevolking zeer beperkt zullen zijn.

Ortega y Gasset heeft het ongeveer zó gezegd: in een land waar de mensen el- kaar voor de voeten lopen kan men alleen botsingen vermijden, wanneer allen ge- lijkertijd dezelfde beweging maken, d.i.

precies in de pas lopen.

Deze opvatting lijkt mij juist. Wanneer de bevolkingsprognose t.z.t. bewaarheid mocht worden kan in ons land anno 1980 of 2000 zeer goed een sterk verlangen leven naar liberale politiek, maar de har- de feiten zullen vermoedelijk dwingen tot

dirigisme. ·

Liberale politiek, in geestelijke en in economische zin, is m.i. allereerst een po- litiek, die gericht is op het handhaven en uitbouwen van maatschappelijke om- standigheden, waarin het liberalisme kan gedijen.

21 JUNI 1959 - PAG. '

OVERHEID EN

GEBOORTEBEPERKING

Tenslotte zond ons, zoals reeds ver- meld, ir. R. van Ha ss eI t, te Voorst, ons een vrij uitvoerige verhandeling, waarin hij zijn visie geeft op het pro- bleem van de (eventuele) taak van de overheid ten aanzien van de bevordering der geboortebeperking.

De wereldbevolking neemt - aldus ir.

Van Hasselt - thans reeds toe met circa 50.000.000 mensen per jaar, dat is onge- veer 3 mensen elke 2 seconden! Het valt te voorzien, dat deze bevolkingstoeneming nog groter zal worden, omdat de resulta- ten van de verbetering der medische we- tenschap zich ook in de minder ontwik·

kelde gebieden steeds meer doen gevoelen zonder dat daar een corresponderende da- ling van het geboortecijfer mee gepaard gaat. Bovendien neemt het aantal vrou- wen in de vruchtbare levensperiode jaar op jaar toe.

Het is duidelijk, dat deze ontwikkeling niet ongestraft kan blijven doorgaan, men kan de evenwichtswetten in de natuur nu eenmaal niet ongedaan maken. Wat men wel kan is binnen bepaalde grenzen in- vloed op het evenwicht uitoefenen.

Zo is het mogelijk gebleken, dank zij techniek en wetenschap, een toenemend aantal mensen, zelfs bij gestegen welvaart te onderhouden, zij het dan ten koste van enorme offers aan de natuur. Het is de grote vergissing van vele optimistische demografen geweest, dat zij het beperkte karakter van deze evenwichtsverschuiving niet hebben ingezien.

De ontwikkeling op demografisch ge- bied, zoals die zich in de laatste honderd jaar heeft vertoond, kan echter onmoge- lijk zo doorgaan. Ergens ligt een "bevol·

kingsoptimum". Stijgt de bevolking hier boven, dan is er sprake van overbevol·

king. Nu is het vrijwel onmogelijk dit optimum nauwkeurig vast te stellen, me- de omdat het behalve van geografische gesteldheid, aanwezigheid van grondstof- fen en de ontwikkelingsgraad van de be- woners, ook afhankelijk is van het wel- vaartspeil.

Een rijk land heeft meer ruimte nodig voor woningen, wegen, parkeerplaatse~:.

sportvelden, .recreatiegebieden enz., dan een arm land. Toch zijn er een aantal ken- merken van het "bevolkingsoptimum"

aan te geven, die een benadering mogelijk maken. Daarom is het gewenst het be·

grip te definiëren.

Optimale

bevolkingsdichtheid

Optimale bevolkingsdichtheid is de be- volkingsdichtheid waarbij de vcrschillen- de facetten van het volksleven zich op de beste wijze kunnen ontwikkelen.

M.a.w. dat de verschillende bestaans- bronnen, landbouw, industrie, handel en verkeer in onderlinge harmonie kunnen gedijen, dus zonder dat de één ten koste van de ander gaat of een zodanig domine~

rende plaats gaat innemen, dat een te eenzijdige bevolkingsstructuur wordt ver- kregen, dat er voldoende ruimte is voor recreatie en natuurschoon, dat de bevol- kingsdichtheid geen aanleiding geeft tot onoplosbare verkeersproblemen enz. kort- om een bevolkingsdichtheid die maximale kansen biedt voor de geestelijke en stoffe·

lijke ontwikkeling van de bevolking.

Uit het bovenstaande volgt, dat voor ons land de optimale bevolkingsdichtheid reeds ver overschreden is, immers aan de gestelde kenmerken wordt al lang niet meer voldaan. Een bevolkingsoptimum van 10.000.000 is waarschijnlijk al aan de hoge kant.

Het is dus in hoge mate gewenst, dat onze bevolking niet meer toeneemt. Als er geen maatregelen getroffen worden leven onze kinderen straks in één grote steen·

woestijn temidden van een verstikkende verkeerschaos, om van andere euvelen maar te zwijgen! (tenminste als geen on- verwachte rampen de sterfte geweldig doen toenemen).

Emigratie geen blijvenáe oplossing

Om de toeneming van de bevolking tot staan te brengen is echter geen eenvou- dige zaak. Het schijnt heel wat makkelij- ker te zijn de gemiddelde levensduur te verhogen, dan om het geboortecijfer te verlagen en dat is absoluut noodzakelijk, omdat emigratie nooit een blijvende op- lossing voor onze overbevolking kan zijn, omdat emigratie niet de oorzaak, namelijk het verstoorde evenwicht tussen geboor- ten en sterfgevallen, maar slechts de ge- volgen van overbevolking kan wegnemen.

Om onze bevolking niet meer te doen toenemen dienen we eerst vast te stellen tot welke waarde het geboortecijfer zal moeten dalen om evenwicht tussen ge- boorten en sterfgevallen te verkrijgen.

<vervolg op pag. 5).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

wegen diende te behoeden tegen al te monopolistische praktijken, zich met het spoorwegbeleid heeft ingelaten. Die bemoeiing is geleidelijk voortge- schreden. Er zijn

• Bescherming van de Nederlandse hoogheidsrechten en van het leven, de vrijheid en de rechten van Nederlandse onder- danen in en tegenover Indonesië, zoals dit geschiedt door alle

This study aimed to assess the preliminary safety of a local protocol for intermittent subcutaneous insulin following antenatal betamethasone administration to

Dit vraagt van hen een grote professionaliteit in het bewust en actief aandacht schenken aan het mogelijk maken van ontmoetingen tussen gezinnen (Geens et al., 2018). Al deze

De algehele gemeenschap van goederen ontkent naar het oordeel van mijn fractie de emancipatie van de vrouw, ontkent dat veel vrouwen tijdens het huwelijk blijven werken, ontkent

Het onderzoek van Filip Dewallens naar het statuut van de ziekenhuisarts kon niet op een beter moment komen. Het statuut bestaat nu bijna 30 jaar, maar grondig juridisch onderzoek

Het bevat een brede waaier aan rechten die vaak al in andere mensenrechtenverdra- gen voorkwamen, maar die nu voor het eerst met een specifi eke focus op personen met een

Daarbij koppelt de auteur de eigendomsexclusiviteit voor het eerst zeer expli- ciet aan de (actieve) elasticiteit van het eigendomsrecht. Hierdoor komen een aan- tal paradigma’s op