Vraag nr. 242 van 2 juli 1998
van de heer JULIEN DEMEULENAERE Doorlichting onderwijsinstellingen – Resultaat Onder de bevoegdheid van de minister van Onder- wijs krijgt een inspectieteam de opdracht een door- lichting uit te voeren bij verschillende onderwijsin- stellingen, onder meer naar aanleiding van de ver- nieuwingen die moeten worden doorgevoerd op het vlak van onderwijsverstrekking aan de leerlin- gen.
Het resultaat van de doorlichting beoogt een posi- tief of een negatief rapport op basis van de werking van de school.
1. Bij hoeveel scholen werd een doorlichting uit- gevoerd wat het schooljaar 1996-1997 en 1997-1998 betreft, en dit per provincie ?
2. Wat was het resultaat van iedere doorlichting, een positief of een negatief rapport ?
Welk eindadvies stond in ieder rapport vermeld ?
Antwoord
I. Basisonderwijs 1996-1997
Er waren 152 eerste doorlichtingen (waarvan 5 in het buitengewoon basisonderwijs) en 23 tweede schooldoorlichtingen (waarvan 5 in het buitengewoon basisonderwijs). Totaal : 175 doorlichtingen (een tweede doorlichting is het gevolg van een advies 2 of 3).
Over de provincies verspreid :
Antwerpen 39
Vlaams-Brabant 44
West-Vlaanderen 30
Oost-Vlaanderen 34
Limburg 28
Het is onmogelijk thans de uitslagen per provin- cie mee te delen, omdat het resultaat voor het geheel werd opgemaakt. Het schooljaar 96-97 werd op andere basis samengevat :
70 % van de scholen kregen een advies 1 ; 28 % van de scholen kregen een advies 2 ; slechts 4 scholen kregen een advies 3.
Het resultaat van de doorlichtingen wordt als volgt gequoteerd :
1. positief advies,
2. negatief advies dat positief wordt op voor- waarde dat ...,
3. Negatief advies.
Bij een negatief advies dat positief wordt op voorwaarde dat ..., worden in de rapporten de structuuronderdelen met tekorten aangeduid en de termijnen bepaald waarbinnen deze moeten worden verholpen. Dergelijk advies heeft op de financiering of subsidiëring geen invloed totdat na een opvolgingscontrole een definitief advies wordt gegeven.
1997-1998
(Toestand op 17 juli 1998. Er worden thans nog een 30-tal rapporten ingewacht)
Provincie Conclusie
1 2 3
Antwerpen : 54 33 20 1
(waarvan 3 Buiten- gewoon Onderwijs)
Vl.-Brabant : 48 38 10 0
(waarvan 5 BO)
West-Vlaanderen : 47 30 15 2 (waarvan 4 BO)
Oost-Vlaanderen : 38 30 8 0
(waarvan 3 BO)
Limburg : 24 14 10 0
Totaal (voorlopig) : 211 145 63 3
II. Secundair Onderwijs Doorgelichte instellingen 1996-1997
Gewoon secundair onderwijs : 99 scholen ; buitengewoon secundair onderwijs : 9 scholen, alsook 3 afdelingen voor buitengewoon onder- wijs verbonden aan de ziekenhuisscholen.
Verdeling per provincie (gewoon secundair onderwijs) :
Antwerpen 30
Brabant 23
Limburg 12
Oost-Vlaanderen 13
West-Vlaanderen 21
1997-1998
Gewoon secundair onderwijs : 100 scholen ; buitengewoon secundair onderwijs : 11 scholen ; deeltijds beroepssecundair onderwijs : 10 centra.
Verdeling per provincie (gewoon secundair onderwijs) :
Antwerpen 41
Brabant 22
Limburg 5
Oost-Vlaanderen 23
West-Vlaanderen 9
Uitgebrachte adviezen 1996-1997
Gewoon secundair onderwijs : 22 positieve adviezen
71 voorwaardelijk negatieve adviezen 4 negatieve adviezen.
In twee gevallen werd wegens specifieke omstandigheden geen advies uitgebracht.
Buitengewoon secundair onderwijs : 5 positieve adviezen
7 voorwaardelijk negatieve adviezen.
1997-1998
Gewoon secundair onderwijs : 68 positieve adviezen
32 voorwaardelijk negatieve adviezen.
Buitengewoon secundair onderwijs : 4 positieve adviezen
7 voorwaardelijk negatieve adviezen.
Centra voor deeltijds beroepssecundair onder- wijs :
4 positieve adviezen
5 voorwaardelijk negatieve adviezen 1 negatief advies.
Een rapport kan moeilijk als positief of negatief worden omschreven. leder rapport is per defini- tie de weergave van een sterkte-zwakte-analyse : dit leidt tot één van de drie mogelijke adviesfor-
mules naargelang de (reglementaire) tekorten al dan niet doorwegen bij de afsluitende delibe- ratie die door het doorlichtingsteam wordt gehouden.