Bericht 302
Mededeling van de Commissie - TRIS/(2013) 01539 Richtlijn 98/34/EG
Vertaling van het bericht 301 Kennisgeving: 2013/0205/NL
Verzoek van de Commissie om aanvullende informatie
********************
ОГРАНИЧЕН - OMEZENÝ PŘĺSTUP - BEGRÆNSET - ZUGANGSBESCHRÄNKT - ΕΣΩΤΕΡΙΚΗ ΧΡΗΣΗ - LIMITED - LIMITADO - PIIRATUD - RAJOITETTU - LIMITÉ - KORLÁTOZOTT HOZZÁFÉRÉS - RISERVATO - RIBOTO NAUDOJIMO DOKUMENTAS - IEROBEŽOTAS PIEEJAMĪBAS DOKUMENTS - RISTRETT - RESTRITO - LIMITAT - OBMEDZENÝ - OMEJENO - BEGRÄNSAT
Document verwerkt in het kader van Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften.
Dit document mag alleen worden vrijgegeven aan personeel van de Europese Commissie en de lidstaten die er een veiligheidsmachtiging voor hebben in het kader van Richtlijn 98/34/EG.
Wanneer het de markering „LIMITED” (BEPERKT) draagt mag dit document niet worden vrijgegeven voor publicatie. Wanneer het via de elektronische post wordt
verstuurd binnen de Commissie moet SECEM (SECure EMail) worden gebruikt.
Indien u de houder van dit document bent zonder dat u over de
veiligheidsmachtiging beschikt, zoals hiervoor vermeld, moet u de auteur,
afzender of aanbieder onmiddellijk op de hoogte brengen en het op veilige wijze en ongelezen terugsturen. Als u dat niet doet zal dit worden beschouwd als een inbreuk op de veiligheidsregels, wat aanleiding kan geven tot tuchtmaatregelen of juridische stappen.
********************
(MSG: 201301539.NL)
1. MSG 302 IND 2013 0205 NL NL 18-07-2013 13-06-2013 COM INFOSUP 18-07-2013
2. Commission
3. DG ENTR/C/3 - BREY 08/94 4. 2013/0205/NL - N30E 5. -
6. Volgens punt 1.1 van het aangemelde besluit lijkt de werkingssfeer beperkt te zijn tot de meetsystemen (gasmeters) op het Nederlandse gastransportnet en geen betrekking te hebben op gasmeters en volumeherleidingsinstrumenten die bestemd zijn voor huishoudelijk, handels- en lichtindustrieel gebruik.
Aangezien overeenkomstig punt 2.1.1 van dit besluit „gasmeters die voldoen aan de eisen voor gasmeters van klasse 1,0 volgens instrumentspecifieke bijlage MI-002 van Richtlijn 2004/22/EG van 31 maart 2004 betreffende meetinstrumenten”
zijn vereist, zouden meters gebaseerd op elektronische verwerking van
meetsignalen (punt 2.3.1 en punt 2.3.1b) zonder vermelding van de klasse op de meter echter niet mogen worden toegestaan. Dit is in strijd met punt 10.5 van bijlage I bij de meetinstrumentenrichtlijn.
Voor instrumenten bestemd voor huishoudelijk, handels- en lichtindustrieel gebruik voor gasmeters die niet worden beoordeeld aan de hand van de
meetinstrumentenrichtlijn of aan de hand van een geharmoniseerde norm of een normatief document, geldt geen vermoeden van overeenstemming. Punt 2.3.2 bepaalt het volgende: „De gasmeter dient bij aanschaf te beschikken over een toelating afgegeven onder de Metrologiewet of de IJkwet. De gasmeter dient, daar waar beschikbaar, te voldoen aan de (inter)nationale normen (bijvoorbeeld ISO, CEN, NEN) die voor het betreffende type gasmeter gepubliceerd zijn.” Dit is in strijd met artikel 13 van de meetinstrumentenrichtlijn waarin is bepaald dat elke
technische specificatie is toegestaan zolang deze aan de essentiële eisen voldoet. Hoewel het besluit vereist dat er wordt gebruikgemaakt van gasmeters van klasse 1,0 overeenkomstig bijlage MI-002 bij de meetinstrumentenrichtlijn, moeten de vereisten van deze richtlijn toch zonder enige wijzigingen eraan worden nageleefd. Een lidstaat kan de vereisten van een nieuwe-aanpakrichtlijn of geharmoniseerde normen niet wijzigen.
Bij de opstelling van de meetinstrumentenrichtlijn bleek het niet mogelijk om alle gasmeters en het volledige gasmeetsysteem (aanduiding van energie) te bestrijken. Daarom werd de werkingssfeer beperkt tot 99 % van de in Europa geproduceerde en geïnstalleerde meters – gasmeters en
volumeherleidingsinstrumenten die bestemd zijn voor huishoudelijk, handels- en lichtindustrieel gebruik. Bijgevolg werden de meetinstallaties tussen twee partijen die over de nodige kennis inzake gasmeting beschikken, niet opgenomen in de meetinstrumentenrichtlijn. Het is niet duidelijk of de werkingssfeer van dit besluit beperkt is tot twee professionele partijen en dus moet hieromtrent duidelijkheid worden verschaft. Er zou immers verwarring kunnen ontstaan over de manier waarop de meetinstrumentenrichtlijn moet worden toegepast in Nederland.
Hoewel de meetinstrumentenrichtlijn niet gebonden is aan technologieën, legt het Nederlandse besluit beperkingen op aan de inbedrijfstelling van
turbinegasmeters overeenkomstig EN 12261, rotorgasmeters overeenkomstig EN 12480 en ultrasone-gasmeters overeenkomstig ISO 17089 (punt 2.3.2) en voorziet het niet in de mogelijkheid om bijvoorbeeld „massametingen” uit te voeren (punt 2.1.2 en punt 2.2.1). Het gebruik van normen gebeurt op vrijwillige basis en kan niet worden verplicht, omdat artikel 8, lid 1, van de meetinstrumentenrichtlijn het vrije verkeer voorschrijft van alle instrumenten die aan de essentiële eisen voldoen.
Wat de geharmoniseerde norm betreft, lijkt het aangemelde Nederlandse besluit bovendien verscheidene eisen toe te voegen die niet overeenstemmen met geharmoniseerde Europese normen, zoals bijvoorbeeld:
• In punt 2.3.5 en punt 2.3.6 worden drukklassen voor gebruik en
kalibrering opgesteld overeenkomstig de ANSI-classificatie voor flenzen en niet overeenkomstig het meetdrukbereik zoals vastgesteld in EN 12261. De ANSI-
drukklasse geeft geen definitie voor het meetdrukbereik ten aanzien van de toelaatbare nauwkeurigheid van de meter. De voorgeschreven proefdrukken voor typekeuringen en verschillen tussen de resultaten van keuringen lijken niet overeen te stemmen met de relevante normen;
• De installatievereisten die in punt 2.3.7 en punt 2.4.3 zijn beschreven, stemmen niet overeen met de normen.
Verwijzen naar de meetinstrumentenrichtlijn en EN-normen terwijl de
vereisten worden veranderd, kan negatieve gevolgen hebben voor het vrije verkeer van goederen.
De Nederlandse overheid wordt vriendelijk verzocht vóór 20 juni 2013 opheldering te geven.
Liliana Brykman
Directrice
Europese Commissie
Contactpunt Richtlijn 98/34 Fax: +32 229 98043
email: dir83-189-central@ec.europa.eu
