• No results found

Regelgeving met betrekking tot externe halfjaarverslagen en de naleving ervan binnen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Regelgeving met betrekking tot externe halfjaarverslagen en de naleving ervan binnen "

Copied!
62
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

(2)

Regelgeving met betrekking tot externe halfjaarverslagen en de naleving ervan binnen

beurssegmenten.

Groningen, april 2005

Afstudeerrichting Accountancy Faculteit Bedrijfskunde

Rijksuniversiteit Groningen

Auteur: M.W. Koldewijn

Studentnummer: 1144642

Eerste begeleider universiteit: Dr. R.B.H. Hooghiemstra Tweede begeleider universiteit: Drs. M.M. Bergervoet

In opdracht van: KPMG

Begeleider KPMG: Dhr. H.L. Hakvoort

De auteur is verantwoordelijk voor de inhoud van dit afstudeerverslag, het auteursrecht van dit afstudeerverslag berust bij de auteur.

(3)

Voorwoord

Het document dat voor u ligt is voor mij niet alleen een onderzoeksverslag, maar ook het einde van een proces waarin de scriptie geschreven moest worden met als uiteindelijk doel af te studeren. Nu dit doel is bereikt sluit ik de leerzame periode van afstuderen bij KPMG af, waarin de motiverende en leuke momenten duidelijk boven de enkele moeilijkere momenten uit staken.

Vanzelfsprekend had ik deze scriptie niet kunnen schrijven zonder de hulp en steun van medewerkers van de universiteit en KPMG, familie en vrienden. Deze mensen wil ik bij deze graag bedanken.

Om te beginnen wil ik Reggy Hooghiemstra bedanken voor de begeleiding vanuit de universiteit, waarbij hij mij goede adviezen en feedback heeft gegeven. Hetzelfde geldt voor Marcel Bergervoet, die mij heeft geholpen bij met name de onderzoeksopzet. Beide heren tenslotte bedankt voor de gedane moeite om de planning van het afstuderen doorgang te laten vinden!

Natuurlijk wil ik Henk Hakvoort bedanken voor de mogelijkheid die hij mij gegeven heeft af te studeren bij KPMG door een voor mij interessant scriptie onderwerp te hebben en door mij bij de uitvoering van het onderzoek van informatie te voorzien en feedback te geven.

En als laatste maar zeker niet als minste bedank ik mijn ouders, door wie de afsluiting van het afstudeerproces voor mij mogelijk werd gemaakt, mijn vriend, die mij altijd steunt en ook van feedback heeft voorzien en mijn mede scriptante bij KPMG, met wie ik het afstudeerproces grotendeels chronologisch heb doorlopen, waardoor het al met al een erg leuke periode was!

Voor mij is het leven als student nu afgelopen en is het tijd een volgende weg in mijn leven in te slaan. Deze weg leidt voor mij naar Utrecht om daar mijn werkende leven te beginnen, hoewel studie voorlopig nog wel een deel van mijn leven zal blijven uitmaken.

De scriptie handelt over de naleving van de regels met betrekking tot externe verslaggeving door bedrijven genoteerd aan Euronext en de beïnvloeding van die naleving, onder andere door accountants. Rest mij niets anders dan geïnteresseerde lezers van harte aan te bevelen de scriptie te lezen!

Marije Koldewijn Groningen, april 2005

(4)

Samenvatting

Dit onderzoek is gedaan voor KPMG, een accountants- en adviesorganisatie. De behoefte aan het onderzoek is ontstaan naar aanleiding van de snel veranderende wet- en regelgeving waarmee bedrijven en accountants tegenwoordig te maken hebben. Bedrijven moeten alle zeilen bijzetten om deze veranderingen te monitoren en door te voeren binnen hun organisaties en accountants worden geacht ze hierbij te ondersteunen en vanuit hun eigen beroep volledig van de laatste regelgeving op de hoogte te zijn. In twee segmenten, opgericht door Euronext, is de regelgeving nog sneller aan verandering onderhevig en vormt de naleving van de regels dus een nog grotere uitdaging voor zowel bedrijven als accountants. Deze segmenten zijn de NextEconomy en de NextPrime segmenten, waarvan beursgenoteerde bedrijven vanaf 2002 vrijwillig lid kunnen worden en deze segmenten ontlenen hun bestaansrecht aan het voldoen aan specifieke eisen van financiële transparantie, als gevolg van het voldoen aan extra regels. De naleving van de regels met betrekking tot externe halfjaarverslaggeving blijkt in deze segmenten, ondanks het vrijwillige karakter van lid worden, niet hoog te zijn. Door het belang dat in de hedendaagse samenleving wordt gehecht aan de externe verslaggeving en door de actieve rol die de accountants spelen bij een specifieke regel, namelijk het verschaffen van een beoordelingsverklaring bij de halfjaarcijfers, wil KPMG weten waarom bedrijven in deze segmenten niet aan de regels hebben voldaan en hoe accountants met hun adviesverlening in kunnen spelen op de nieuwe regels en de naleving hiervan.

Het doel van dit onderzoek is inzicht geven in factoren die van invloed kunnen zijn op de naleving van de regels door bedrijven in de NextEconomy en NextPrime segmenten van Euronext, zodanig dat accountants hier met hun adviesverlening op in kunnen spelen. De vraagstelling luidt als volgt:

Welke factoren hebben invloed op de naleving van de regels met betrekking tot externe halfjaarverslaggeving door de bedrijven in de NextEconomy en NextPrime segmenten van Euronext en hoe kunnen accountants hier met hun adviesverlening op inspelen?

De regels waarop dit onderzoek zich richt zijn twee regels die gelden voor de externe halfjaarverslaggeving van bedrijven. De eerste betreft een toelichting met daarin de gevolgen van de invoering van IFRS voor de financiële cijfers en de tweede betreft een beoordelingsverklaring van de accountant bij het halfjaarbericht.

Om tot factoren te komen die de beslissing van het management met betrekking tot naleving van de regels kunnen beïnvloeden is gebruik gemaakt van literatuur. Aan de hand van de literatuur zijn de volgende factoren geselecteerd voor nader onderzoek:

• Grootte van het bedrijf

• De sector waarin het bedrijf zich bevindt

• Attitude van het management

• Druk van externe partijen

• Perceptie van creatie van mogelijkheden door de regels na te leven

• Mate en kwaliteit van ontvangen informatie met betrekking tot de nieuwe regels

• De adviesverlening van de accountant aan de klant

Ook de rol van Euronext is van belang voor de naleving van de regels door bedrijven en is een factor waarmee de accountants rekening kunnen houden. Gedacht kan worden aan de communicatie van de nieuwe regels door Euronext naar de bedrijven en aan de manier waarop Euronext de naleving probeert te beheersen.

(5)

Om inzicht te geven in de daadwerkelijke invloed die deze factoren op de naleving van de regels hebben zijn vragenlijsten naar 194 bedrijven in de NextEconomy en NextPrime segmenten verstuurd, 55 bedrijven hebben de vragenlijst ingevuld geretourneerd. Voor inzicht in de adviesverlening zijn interviews gehouden met zes accountants van KPMG die klanten hebben in deze segmenten. De rol van Euronext is zowel in de vragenlijsten als in de interviews verwerkt.

De bedrijven die de regels naleven blijken gemiddeld een 53% grotere omzet te hebben dan de bedrijven die de regels niet naleven en de naleving blijkt sterk sectorafhankelijk te zijn. Hieruit wordt geconcludeerd dat de factoren grootte en sector invloed hebben op de naleving van de regels.

Bij de attitude van het management, de druk van externe partijen, de perceptie van de creatie van mogelijkheden door de regels na te leven en de mate en kwaliteit van ontvangen informatie is er een verschil, hoewel niet altijd significant, tussen de bedrijven die de regels wel en de bedrijven die de regels niet naleven te constateren.

Geconcludeerd wordt dat deze factoren ieder invloed uitoefenen op de naleving van de regels.

Uit de interviews blijkt dat de adviesverlening van de accountant aan de klant van grote betekenis is voor zowel de klant als de accountant en dat de informatieverschaffende en adviesverlenende rol van de accountant een grote rol speelt bij de beslissing van bedrijven de regels wel of niet na te leven. Opvallend is dat in de adviesverlening weinig aandacht wordt besteed aan de reden van de verandering van de regels en de mogelijke positieve gevolgen van naleving, terwijl dit een belangrijke factor lijkt te zijn waarop de klant haar beslissing tot naleving lijkt te baseren. Geconcludeerd wordt dat de adviesverlening van de accountant een grote invloed heeft op de naleving.

Uit de mate en kwaliteit van ontvangen informatie met betrekking tot de nieuwe regels blijkt dat bedrijven verschillen in de perceptie van de mate waarin ze informatie van Euronext hebben gekregen, hoewel Euronext aangeeft elk bedrijf een nieuwsbrief toe te sturen. Ook in de interviews komt naar voren dat Euronext wat betreft informatieverschaffing, stimulatie en beheersing in de ogen van de accountants en bedrijven niet optimaal presteert. Ook wordt gesuggereerd dat Euronext het segment niet genoeg op de kaart heeft gezet, waardoor bedrijven de segmenten niet als nuttig ervaren.

De algehele conclusie is dat alle voorgaande factoren, in meer en mindere mate invloed hebben op de naleving van de regels door bedrijven. De accountants kunnen in hun adviesverlening rekening houden met deze factoren door de resultaten te gebruiken om de beslissing van de klant te sturen of aan de hand van de resultaten de adviezen op de soort klant af te stemmen. Aanbevolen wordt nog dat de aandacht bij de adviesverlening meer gericht moet worden op de bewustmaking van de noodzaak en het nut van de verandering van de regels. De uitvoering van dit aspect kan de accountant in staat stellen nog meer invloed uit te oefenen op de naleving van de regels door bedrijven.

(6)

Inhoudsopgave

Voorwoord ... 3

Samenvatting ... 4

1 Aanleiding tot het onderzoek ... 8

1.1 Achtergrond van het onderzoek... 8

1.1.1 Veranderende wet- en regelgeving en compliance ... 8

1.1.2 Nieuwe eisen ... 8

1.2 Diensten KPMG en aanleiding tot het onderzoek ... 8

1.3 Leeswijzer ... 9

2 Onderzoeksopzet ...11

2.1 Probleemstelling...11

2.1.1 Inleiding ...11

2.1.2 Doelstelling...11

2.1.3 Vraagstelling...11

2.1.4 Conceptueel model...11

2.1.5 Deelvragen ...13

2.1.6 Kernbegrippen doelstelling/vraagstelling...14

2.1.7 Randvoorwaarden ...14

2.2 Methodologische verantwoording ...14

2.2.1 Typering van het onderzoek ...14

2.2.2 Afbakening ...15

2.2.3 Dataverzamelingsmethoden en gegevensbronnen ...15

2.2.4 Analyse en verwerking data...16

2.2.5 Vragenlijsten...16

2.2.6 Interviews ...17

2.2.7 Proces ...18

3 NextEconomy en NextPrime...20

3.1 Euronext...20

3.2 NextEconomy en NextPrime...21

3.3 Speciale regels voor de NextEconomy en NextPrime segmenten ...21

3.3.1 Regels ...21

3.3.2 IFRS toelichting en beoordelingsverklaring...22

3.4 Naleving van de regels ...22

3.5 Samenvatting ...23

4 Theoretisch kader ...24

4.1 Financial accounting theorie ...24

4.1.1 Inleiding ...24

4.1.2 Agency theorie...24

4.1.3 Positive accounting theory ...25

4.1.4 Onderzoeken naar disclosure ...26

4.2 Gedragsmatige theorieën ...27

4.2.1 Inleiding ...27

4.2.2 Reasoned Action ...28

4.2.3 Beliefs in Organizations ...28

4.2.4 Onderzoek naar het effect van CEO disclosure beliefs op disclosure ...30

4.3 Consulting theorie ...30

4.3.1 Inleiding ...30

4.3.2 Relatie adviesverlener - klant...31

(7)

4.3.3 Verandering...31

4.3.4 Procesfasen ...32

4.4 Compliance ...32

4.5 Samenvatting ...33

5 Beslissingsfactoren ...34

5.1 Attitude van het management...34

5.2 Druk van externe partijen ...35

5.3 Perceptie van creatie van mogelijkheden ...35

5.4 Mate en kwaliteit van informatie ...36

5.5 Adviesverlening ...37

5.6 Bedrijfskenmerken...37

5.7 Relaties ...38

5.8 Samenvatting ...40

6 Factoren binnen bedrijven en bedrijfskenmerken ...41

6.1 Inleiding...41

6.1.1 Analysemethode...41

6.1.2 Groepen ...41

6.2 Bedrijfskenmerken...41

6.3 Attitude van het management...43

6.4 Druk van externe partijen ...44

6.5 Perceptie van creatie van mogelijkheden ...45

6.6 Mate en kwaliteit van informatie ...46

6.7 Samenvatting ...48

7 Adviesverlening in kaart ...49

7.1 Toegevoegde waarde van de accountant ...49

7.1.1 Mogelijkheden tot waardetoevoeging...49

7.1.2 Richtlijnen met betrekking tot adviezen...50

7.2 Advieswerkzaamheden accountants ...50

7.2.1 Inleiding ...50

7.2.2 Accountant-klant relatie ...50

7.2.3 Bewustmaking van de noodzaak van verandering ...52

7.2.4 Adviesverleningsproces...53

7.3 Euronext en de naleving...54

7.4 Samenvatting ...54

8 Conclusies en aanbevelingen ...56

8.1 Conclusies...56

8.1.1 Regelgeving en Euronext ...56

8.1.2 Bedrijven ...56

8.1.3 Invloed adviesverlening ...58

8.2 Aanbevelingen...59

8.3 Beperkingen van het onderzoek ...60

8.4 Vervolgonderzoek ...60

Literatuurlijst ...61

Internetbronnen...62

(8)

1 Aanleiding tot het onderzoek

1.1 Achtergrond van het onderzoek

1.1.1 Veranderende wet- en regelgeving en compliance

De bedrijven en accountants hebben heden ten dagen te maken met een turbulente, snel veranderende omgeving. Met name de wet- en regelgeving die op bedrijven en accountants betrekking heeft verandert snel, hierbij kan gedacht worden aan de publicatie van de Code Tabaksblat, de Sarbanes-Oxley wet en de invoering van IFRS.Onder invloed van deze ontwikkelingen en door toegenomen aandacht voor de externe verslaggeving in het bijzonder moeten bedrijven en accountants de nieuwe regelgeving goed monitoren en hun werkzaamheden erop aanpassen indien dit nodig is. De accountants moeten niet alleen de veranderingen voor hun eigen beroepsgroep in de gaten houden, maar ook die van hun klanten, de bedrijven, wat tot uitdrukking komt in de vorm van adviesverlening van de accountants aan hun klanten. De druk ligt bij de accountants dus bij hun eigen naleving van de regels en bij de naleving van de regels door bedrijven. Dit houdt in dat de werkzaamheden van de accountant bij de adviesverlening aan de klant in belang zullen toenemen. Zoals gezegd verandert de wet- en regelgeving snel, maar zelden zo snel als in de NextEconomy en NextPrime segmenten van Euronext, waarop dit onderzoek zich gaat richten.

1.1.2 Nieuwe eisen

Euronext heeft op 2 januari 2002 de segmenten NextEconomy en NextPrime in het leven geroepen. Alle bedrijven die al aan de beurs van Euronext genoteerd staan, krijgen de mogelijkheid zich vrijwillig bij deze segmenten aan te sluiten.

NextEconomy (NE) bevat de bedrijven in sectoren gerelateerd aan de nieuwe economie, zoals software, terwijl NextPrime (NP) bedrijven in de traditionele sectoren bevat. Alle bedrijven die zich hebben aangesloten bij deze segmenten moeten, in de loop van de jaren, voldoen aan specifieke eisen voor financiële transparantie. Deze eisen komen boven op de locale verplichtingen waaraan bedrijven moeten voldoen.

Volgens Euronext komt de creatie van deze segmenten voort uit aan de ene kant de behoefte van investeerders aan gedetailleerde en regelmatige financiële informatie over beursgenoteerde bedrijven en aan de andere kant de wens van kleine en middelgrote bedrijven om het inzicht voor investeerders te verbeteren (www.euronext.com). Half maart 2004 zijn er door Euronext twee nieuwe eisen aan de halfjaarverslaggeving van bedrijven in het NE en NP segment gesteld. De eerste eis is dat deze ondernemingen in hun halfjaarverslagen van 2004 een toelichting opnemen die de gevolgen van IFRS op de cijfers behandelt. Met ingang van het boekjaar 2005 moeten alle beursgenoteerde ondernemingen in IFRS rapporteren en de bedrijven in deze segmenten moeten daarover in hun halfjaarverslagen dus al berichten. De tweede eis is dat deze ondernemingen bij hun halfjaarcijfers een beoordelingsverklaring van de accountant moeten verkrijgen en publiceren. Bij openbaarmaking van de cijfers moet deze beoordelingsverklaring bijgesloten zijn.

1.2 Diensten KPMG en aanleiding tot het onderzoek

De accountants van KPMG hebben te maken met deze twee segmenten en de nieuwe regels, omdat zij klanten hebben in die segmenten. KPMG is een wereldwijd opererende accountants- en adviesorganisatie. De activiteiten van KPMG in Nederland omvatten accountancy- en adviesdiensten. KPMG richt zich zowel op de grote, vaak internationale ondernemingen als op het middensegment van de markt.

In de lines of business zijn specialisten verenigd vanuit de diverse KPMG- onderdelen. Zij richten zich gezamenlijk op een specifieke markt of sector. De

(9)

Nederlandse lines of business werken nauw samen met de collega's uit het internationale KPMG-netwerk, wat onder meer tot uitdrukking komt in het uitwisselen van kennis en ervaring. De lines of business van KPMG zijn:

• Consumer Markets

• Financial Services

• Industrial Markets

• Information, Communication & Entertainment

• Infrastructure, Government & Healthcare

De verschillende diensten die KPMG verleent, zijn audit, tax en advisory.

Zoals al gezegd heeft KPMG klanten die in de NextEconomy en NextPrime segmenten zitten en de KPMG accountants hebben bij het beoordelen van de halfjaarcijfers van enkele klanten ondervonden zij dat de ondernemingen hier nog niet goed op waren voorbereid. De kennis van regels waaraan moet worden voldaan liet te wensen over. Ook zijn er veel ondernemingen die niet aan de eisen hebben voldaan.

Door de toenemende regelgeving waarmee bedrijven en accountants te maken krijgen, is compliance een onderwerp dat op het moment erg in de belangstelling staat. KPMG heeft in 2003 al een onderzoek gepubliceerd naar de compliance van beursgenoteerde ondernemingen aan de wet- en regelgeving. Dit onderzoek was voornamelijk gericht op de interne functie van een compliance officer bij ondernemingen. Hierbij moet vooral gedacht worden aan onderwerpen als het voorkomen van fraude binnen bedrijven. KPMG heeft ook diensten ontwikkeld om ondernemingen te ondersteunen in zulke compliance issues. Er is binnen KPMG dus duidelijk interesse in het compliance onderwerp. Hoewel nog niet alle bedrijven aan de twee genoemde regels hoeven te voldoen, kan gezien de tendens in de externe verslaggeving verwacht worden dat alle beursgenoteerde ondernemingen hier in de nabije toekomst aan moeten gaan voldoen.

Compliance aan deze regels zou voor KPMG betekenen het binnenhalen van opdrachten tot het afgeven van beoordelingsverklaringen en het vergemakkelijken van de werkzaamheden met betrekking tot de af te geven beoordelingsverklaringen.

De naleving van de regel die een toelichting over IFRS gevolgen verplicht, is met name voor KPMG van belang om te beoordelen hoe ver bedrijven zijn met de invoering van IFRS. Bovendien is een analyse van de oorzaken van het niet naleven van regels en de verbeteringen die daarin aangebracht kunnen worden van belang voor de dienstverlening van KPMG aan klanten met betrekking tot adviesverlening op zich maar ook met betrekking tot de relatie met de klanten bij controles. Hierbij kan gedacht worden aan het door de accountant op de hoogte brengen van de klant van nieuwe regels waaraan voldaan moet worden en eventueel aangeven wat belangrijke aandachtspunten zijn waarop het bedrijf moet letten bij de keuze of ze aan de regels willen voldoen. Uiteindelijk wil KPMG graag weten waarom bedrijven in deze segmenten niet aan de regels hebben voldaan, of daar klanten bij zijn van KPMG (vooronderzoek via internet), en hoe KPMG hun adviesverlening in kan vullen om de naleving te verbeteren.

1.3 Leeswijzer

In dit hoofdstuk is een inleiding gegeven op het onderzoek. Het kader van het onderzoek is kort geschetst, de opdrachtgever, naast de universiteit, is beschreven en de reden voor het onderzoek is behandeld. In hoofdstuk 2 wordt de opzet van het onderzoek beschreven, met daarin de probleemstelling en de methodologische verantwoording. Afgesloten wordt met een onderzoeksmodel. In hoofdstuk 3 wordt een nadere invulling gegeven aan enkele begrippen die centraal staan in het onderzoek, namelijk de regelgeving door Euronext en de naleving van de regels door de bedrijven. In hoofdstuk 4 wordt aan de hand van de theoretische begrippen uit het conceptueel model het theoretische kader gespecificeerd. De theorieën die hier

(10)

worden besproken hebben invloed op de selectie van de factoren die invloed kunnen hebben op de naleving van de regels door de bedrijven. Deze factoren worden nader beschreven in hoofdstuk 5. In hoofdstuk 6 en 7 vindt de bespreking van de bevindingen aan de hand van de vragenlijsten en interviews plaats. Hoofdstuk 6 gaat in op de factoren die binnen het bedrijf van belang zijn en over bedrijfskenmerken.

Hoofdstuk 7 gaat over de adviesverlening van de accountant aan de klant. In hoofdstuk 8 ten slotte, zullen de conclusies getrokken en de aanbevelingen gegeven worden.

(11)

2 Onderzoeksopzet

In dit hoofdstuk wordt in de eerste paragraaf de probleemstelling van het onderzoek uiteengezet. Die bevat het doel van het onderzoek, de vraagstelling, het conceptueel model en de uit de vraagstelling geformuleerde deelvragen. Ook worden de randvoorwaarden van het onderzoek uiteengezet. In paragraaf 2.2 wordt de methodologische verantwoording van het onderzoek gegeven, met daarin de typering van het onderzoek, de afbakening, de dataverzamelingsmethoden en afgesloten wordt met het onderzoeksmodel.

2.1 Probleemstelling

2.1.1 Inleiding

In het eerste hoofdstuk is al een beschrijving gegeven van de aanleiding tot het onderzoek en het probleem. De probleemstelling vloeit hieruit voort. De probleemstelling bestaat uit een doelstelling, een vraagstelling en deelvragen. De vraagstelling wordt in één vraag geformuleerd en hieruit worden vervolgens de deelvragen afgeleid.

2.1.2 Doelstelling

De doelstelling vormt de basis van de vraagstelling. De doelstelling heeft enkele functies, namelijk de sturing van het proces van kennisverwerving, de evaluatie van het onderzoek en de motivatie van de belanghebbenden (Verschuren, 1999: 40).

De doelstelling van dit onderzoek is:

Inzicht geven in factoren die van invloed kunnen zijn op de naleving van de regels met betrekking tot externe halfjaarverslaggeving door bedrijven in de NextEconomy en NextPrime segmenten van Euronext, zodanig dat accountants hier met hun adviesverlening op in kunnen spelen.

2.1.3 Vraagstelling

Het stellen van vragen is een manier om een proces van kennisverwerving op gang te brengen (Verschuren, 1999: 57). De vraagstelling van dit onderzoek is:

Welke factoren hebben invloed op de naleving van de regels met betrekking tot externe halfjaarverslaggeving door de bedrijven in de NextEconomy en NextPrime segmenten van Euronext en hoe kunnen accountants hier met hun adviesverlening op inspelen?

2.1.4 Conceptueel model

Het conceptuele model is bedoeld om een beter inzicht te geven in de begrippen die in dit onderzoek betrokken worden en de onderlinge relaties tussen deze begrippen.

In dit model wordt aangenomen dat er een relatie is tussen de genoemde begrippen.

Vanuit het conceptuele model kunnen vanuit de diverse begrippen stappen worden geformuleerd om tot een beantwoording van de vraagstelling te komen. Deze stappen zijn geformuleerd in de deelvragen in paragraaf 2.1.5. Het conceptuele model is weergegeven in figuur 2.1, daarna volgt een toelichting op het model.

(12)

Figuur 2.1 Conceptueel model

Een gegeven in dit onderzoek is de regelgeving door Euronext met betrekking tot de halfjaarverslaggeving van bedrijven in de NextEconomy en NextPrime segmenten.

De naleving van de regels door bedrijven in die segmenten is afhankelijk van verschillende factoren die de beslissing van bedrijven om aan de regels te voldoen kunnen beïnvloeden. De factoren die invloed uitoefenen op de naleving zullen in dit onderzoek worden herleid uit enkele hoofdfactoren en deze gespecificeerde factoren worden nader onderzocht.

De kenmerken van een bedrijf, waarbij gedacht kan worden aan de grootte, zullen hun invloed hebben op het beslissingsproces en de houding van het bedrijf ten opzichte van naleving van de regels en beïnvloeden op die manier de naleving. Ook de gevolgen voor de bedrijven als niet aan de regels wordt voldaan, beïnvloeden de naleving. Hier moet gedacht worden aan de maatregelen die Euronext neemt als een bedrijf niet aan de regels voldoet.

Een van de partijen in het onderzoek bestaat uit de bedrijven die in de NE en NP segmenten staan ingeschreven. Zij nemen de uiteindelijke beslissing om de regels wel of niet na te leven. De beslissing is opgebouwd uit een aantal factoren.

Beslissingen die genomen worden door bedrijven zijn gevoelig voor de gedragsmatige factoren die bij het management een rol spelen. Deze beïnvloeden het gedrag van het management en dus ook de keuze voor naleving. Ook de financiële factor speelt een rol in de beslissingen die een bedrijf neemt. In de financial accounting theorie is veel onderzoek gedaan naar redenen van het verschaffen van informatie door bedrijven. Veelal is er een relatie tussen de beslissing tot het verschaffen van informatie en externe partijen. De informatie die de bedrijven ter beschikking hebben en krijgen zal ook van invloed zijn op de beslissing, aangezien bij rationele keuzes vaak gebruikt wordt gemaakt van achterliggende informatie. De andere partij die een rol speelt in het onderzoek bestaat uit de accountants. Accountants hebben met hun klanten contact over wet- en regelgeving waaraan de bedrijven moeten voldoen. De naleving van de regels door bedrijven wordt op deze manier beïnvloed door de adviesverlening van de accountant aan de klant.

De factoren die hierboven zijn genoemd beïnvloeden niet alleen de naleving, maar ook elkaar. Zo zullen gedragsmatige factoren beïnvloed worden door de relaties van

Regelgeving Euronext halfjaarversla gen

Naleving Wel Niet Gevolgen als bedrijven niet voldoen Bedrijfsken

merken

Bedrijven in NE en NP segmenten

Gedrag

Financiële accounting factoren

Informatie

Adviesverlening door de accountant

(13)

bedrijven met stakeholders en worden zowel de financiële als de gedragsmatige factoren beïnvloedt door de kenmerken van het bedrijf. De gedragsmatige aspecten die een manager kenmerken zullen invloed hebben op de mate waarin belang wordt gehecht aan financiële aspecten als de belangen van externe partijen. De informatie die een bedrijf ontvangt betreffende de beslissing kan invloed hebben op achterliggende gedragsmatige aspecten van managers. De adviesverlening van de accountant aan de klant zal worden aangepast aan de gedragsmatige factoren die de klant kenmerken evenals de financiële factoren die voor het bedrijf een rol spelen.

Op haar beurt probeert de adviesverlening weer invloed uit te oefenen op de factoren die binnen de bedrijven een belangrijke rol spelen in het beslissingsproces. Deze onderlinge relaties worden wel in het onderzoek betrokken maar zijn niet het uiteindelijke doel van het onderzoek, het uiteindelijke doel richt zich immers op de relatie van de factoren met de naleving van de regels.

Alle factoren die in het model verwerkt zijn, worden aan de hand literatuur en theorie onderzocht en nader gespecificeerd. Met deze nader gespecificeerde factoren wordt het onderzoek voortgezet. De uiteindelijke selectie van factoren staat beschreven in hoofdstuk 5, waarin ook een verdiept conceptueel model met uitgebreide toelichting behandeld wordt.

2.1.5 Deelvragen

Ter beantwoording van de vraagstelling in 2.1.3 wordt deze vraag opgedeeld in de volgende deelvragen:

1. Welke regels moeten nageleefd worden?

De exacte regels die nageleefd moeten worden, worden nader beschreven om in de volgende deelvraag te kunnen beoordelen of de bedrijven aan deze regels voldoen. Om de eisen van Euronext in het juiste kader te zien, wordt antwoord gezocht op de vraag waarom bedrijven aan deze eisen moeten voldoen. Dit is nodig om richting te geven aan de beantwoording van deelvraag 3.

Voor de gestelde eisen wordt gebruik gemaakt van het Rulebook van Euronext.

Voor de achtergrond van de gestelde eisen en een beter begrip van de reden waarom bedrijven informatie verschaffen, wordt gebruik gemaakt van Financial accounting literatuur van Scott (2003) en Deegan(2001).

2. In welke mate worden de regels nageleefd?

Na te hebben gespecificeerd welke regels worden betrokken in het onderzoek, zal bekeken worden of de bedrijven aan de regels, gesteld aan hun halfjaarverslagen, voldoen. Met de beantwoording van deze deelvraag wordt het mogelijk de dataverzameling in deelvraag 4 gestructureerd te laten verlopen.

Ook voor de beantwoording van deze vraag wordt gebruik gemaakt van het Rulebook, te vinden op de website www.euronext.com.

3. Welke factoren kunnen ten grondslag liggen aan de naleving van de regels?

Om de adviesverlening van de accountant zo optimaal mogelijk te laten zijn wordt hier onderzocht welke factoren invloed kunnen hebben op de naleving van de regels door bedrijven, zodat de accountant in de adviesverlening de nadruk kan leggen op deze factoren om de bedrijven het belang van het verschaffen van die informatie duidelijk te maken.

De factoren worden geselecteerd rekening houdend met de antwoorden op de vorige deelvragen en aan de hand van onderzoeken van Healy en Palepu (2001), Ahmed en Courtis (1999) en Verrecchia (1983) over disclosure. Ook de financial accounting theorie uit Scott (2003) en Deegan (2001) wordt gebruikt, evenals gedragsmatige theorieën van Ajzen en Fishbein (1980), Craighead en Hartwick (1998) en Sproull (1981). Ten slotte wordt consulting theorie van Kubr (1996)

(14)

gebruikt om de adviesverleningsfactoren die van invloed kunnen zijn te onderscheiden.

4. Welke factoren beïnvloeden de naleving van de regels door bedrijven?

De factoren die invloed hebben op de naleving moeten worden gevonden zodat de accountants hier met hun adviesverlening op in kunnen spelen.

Om de daadwerkelijke invloed van de geselecteerde factoren op de naleving te beoordelen, wordt gebruik gemaakt van vragenlijsten en van interviews.

5. Hoe kan de adviesverlening van de accountant aan de bedrijven het best worden ingevuld?

Hier worden aan de hand van de beantwoording van deelvraag 4 conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan over de manier waarop accountants de adviesverlening met betrekking tot nieuwe regels aan de bedrijven kunnen verbeteren. Ook zal worden teruggegrepen op theorie op het gebied van adviesverlening om deze deelvraag te beantwoorden.

2.1.6 Kernbegrippen doelstelling/vraagstelling

Met de adviesverlening van accountants wordt hier bedoeld de adviesfunctie die inherent is aan de controlefunctie die de accountant heeft bij een klant. Er wordt dus geen aparte dienst voor samengesteld en de adviesverlening op zich wordt ook niet als opdracht binnen gehaald.

2.1.7 Randvoorwaarden

• De uitkomsten van het onderzoek dienen relevant en wetenschappelijk verantwoord te zijn.

• Het onderzoek moet binnen zes maanden bij de afstudeerorganisatie zijn afgerond.

• De adviesverlening van de accountants aan de klanten moet in kaart gebracht worden.

• De naleving van de regels door bedrijven moet in kaart gebracht worden, onderscheiden in volledig (zowel de IFRS toelichting als de beoordelingsverklaring), IFRS, of niets.

2.2 Methodologische verantwoording

2.2.1 Typering van het onderzoek Typering naar product

De producttypering is gebaseerd op de afstand tussen het onderzoek en een of meer specifieke klanten. Dit onderzoek kan getypeerd worden als een beleidsondersteunend onderzoek. Onder beleidsondersteunend onderzoek kan worden verstaan dát onderzoek dat rationaliteit van beleid kan doen toenemen. Een beleidsondersteunend onderzoek beoogt concrete (in de probleemstelling gespecificeerde) kennis (factoren die de naleving beïnvloeden) op te leveren die bruikbaar is in een specifieke situatie van een aanwijsbare klant (adviesverlening door de accountants van KPMG) en een gedeelte van de totale kennisbehoefte bevredigt (De Leeuw, 1996).

Typering naar onderzoeksmethode

Typeren van het onderzoek naar methoden is niet alleen nuttig voor herkenning: het geeft ook een globale inventarisatie van methoden waaruit je kunt kiezen (De Leeuw, 1996). De typering naar onderzoeksmethode is gebaseerd op de aard van de gegevensbron. Dit onderzoek is te typeren als een gevalsstudie, dat is een indringende bestudering van een geval of enkele gevallen met de bedoeling daaraan

(15)

algemenere conclusies te verbinden. Ook is er sprake van een survey, dat wil zeggen het schriftelijk met behulp van vragenlijsten bevragen van een geschikt gekozen steekproefrespondenten (De Leeuw, 1996).

2.2.2 Afbakening

• Onderzocht worden slechts de ondernemingen die aan Euronext aan de beurs genoteerd staan en dan wel in het NE en NP segment.

• De Euronext beurzen die meegenomen worden in het onderzoek zijn Amsterdam, Brussel, Parijs en Lissabon.

• Onderzocht wordt slechts de naleving van de regels gesteld door Euronext m.b.t. de toelichting van gevolgen van IFRS op de cijfers en de aanwezigheid van de beoordelingsverklaring van de accountant in de halfjaarverslagen.

• Onderzocht worden slechts de halfjaarverslagen van ondernemingen waarvan het boekjaar is begonnen op 1 januari 2004.

2.2.3 Dataverzamelingsmethoden en gegevensbronnen

In Baarda en De Goede (1999) worden een aantal manieren onderscheiden om aan gegevens te komen, de volgende worden in dit onderzoek gebruikt:

1. Gebruik maken van bestaande informatie

Bij deze methode wordt gebruik gemaakt van al bestaande informatie, die veelal te vinden is op internet of in literatuur. Er wordt onderscheid gemaakt tussen interne gegevensbestanden en externe gegevensbestanden. Interne gegevensbestanden zijn in dit geval door de afstudeerorganisatie ter beschikking gestelde gegevensbestanden en externe gegevensbestanden zijn bijvoorbeeld het internet en literatuur. Voor de te gebruiken theorieën worden gegevens verzameld vanuit literatuur en van internet. Voor beantwoording van deelvraag 1, aan welke eisen moet worden voldaan, zal gebruik worden gemaakt van het Rulebook van Euronext, dat verkrijgbaar is op het internet. Ook wordt gebruik gemaakt van theorie, uit boeken en uit publicaties te vinden op internet. Bij het beoordelen van de naleving van bedrijven van de regels wordt gebruik gemaakt van gegevens verkrijgbaar via internet. De meeste halfjaarverslagen worden gepubliceerd op internet en hiervan zal gebruik worden gemaakt, om tot de beantwoording van deelvraag 2 te komen. Om een antwoord te kunnen vinden op deelvraag 3, welke factoren invloed kunnen hebben op de beslissing van bedrijven, wordt literatuur geraadpleegd, hier moet gedacht worden aan theorie en eerder verrichte onderzoeken.

2. Verkrijgen van gegevens via schriftelijke en mondelinge interviews

Omdat in dit onderzoek een belangrijk deel van de benodigde informatie niet verzameld kan worden uit bronnen met bestaande informatie, zal van deze dataverzamelingsmethode in grote mate gebruik worden gemaakt. Bij deze methode kan er schriftelijk en mondeling worden geïnterviewd. Bij deelvraag 4, die het in kaart brengen van factoren die van invloed zijn op de naleving van de regels door bedrijven betreft, zal voor de beantwoording gebruik worden gemaakt van mondelinge interviews met enkele accountants die klanten hebben in het NE of NP segment en van schriftelijke vragenlijsten die worden opgestuurd naar de bedrijven. Dit om de daadwerkelijke invloed van de factoren te kunnen beoordelen. Zoals al eerder gezegd wordt hiervoor ook gebruik gemaakt van literatuur als gegevensbron.

Nadat de keuze is gemaakt voor het verzamelen van gegevens via interviews moet een keuze worden gemaakt of de informatie gestructureerd of ongestructureerd verzameld gaat worden. Gestructureerd wil zeggen dat

(16)

tevoren precies bekend is wat voor informatie nodig is. De vragen worden dan gericht gesteld. Ongestructureerd data verzamelen wil zeggen dat niet precies vaststaat wat voor informatie nodig is en vooral niet wat voor informatie zal worden verkregen. In de schriftelijke interviews wordt gebruik gemaakt van gestructureerde informatieverzameling. Het ongestructureerde werk wordt verricht voordat de vragenlijsten opgesteld worden, aan de hand van literatuur en internet. De vragenlijsten moeten vervolgens door middel van gestructureerde dataverzameling een precies beeld genereren van de factoren die invloed hebben op de beslissingen van bedrijven om aan de regels te voldoen. Bij de mondelinge interviews met accountants zal de dataverzameling gedeeltelijk gestructureerd en gedeeltelijk ongestructureerd plaatsvinden.

2.2.4 Analyse en verwerking data

De literatuur die wordt geraadpleegd wordt beoordeeld op relevantie en samengevat.

Voor zover de literatuur (met betrekking tot financial accounting, gedragsmatige aspecten binnen bedrijven, consulting en compliance) relevant is, wordt die toegepast en verwerkt in het onderzoeksverslag. Hetzelfde geldt voor de artikelen die via internet worden verzameld. De theorie kan bovendien bepaalde relevante onderwerpen naar voren brengen die verwerkt kunnen worden in de vragenlijsten en interviews.

De theorie uit Baarda en De Goede (1999) wordt gebruikt om optimale vragenlijsten op te stellen. Dit om de resultaten zo betrouwbaar mogelijk te laten zijn en een zo hoog mogelijke respons te krijgen. De literatuur die voor de analyse van de resultaten van de vragenlijsten wordt gebruikt is van Norušis (2000). Voor de berekeningen wordt gebruik gemaakt van het computerprogramma SPSS.

De methoden en details worden in de volgende paragrafen toegelicht.

2.2.5 Vragenlijsten

De factoren die in hoofdstuk 5 zijn geselecteerd op mogelijke invloed op naleving van de regels door bedrijven zijn verwerkt in interviews en vragenlijsten. Paragraaf 5.1 tot en met 5.4 bespreken de factoren die in de vragenlijsten verwerkt zijn. De vragenlijsten zijn aan de bedrijven in het NE en NP segment toegestuurd. De vragenlijsten zijn vormgegeven in een aantal stellingen per genoemde factor. Voor de beantwoording van de stellingen is een schaal van 1 tot 5 gebruikt. Voor een voorbeeld van de vragenlijst wordt u verwezen naar bijlage I. Er is gekozen voor het gebruik van vragenlijsten omdat het door de hoeveelheid bedrijven in de segmenten erg veel tijd zou kosten om de interviews mondeling af te nemen. Bovendien zijn er ook bedrijven bij het onderzoek betrokken die aan de Franse, Belgische of Portugese beurs van Euronext genoteerd staan, wat de mondelinge vraagstijl bemoeilijkt. Nu is gebruik gemaakt van vragenlijsten in het Nederlands, Frans en Engels. Het bereik is dus veel groter geworden dan met de telefoon mogelijk was geweest. De vragenlijsten zijn verstuurd per e-mail. Hier is voor gekozen omdat dit sneller is dan via de post, bovendien is het goedkoper. Hoewel van enkele bedrijven het e- mailadres niet klopt, is het overgrote deel van de bedrijven gemakkelijk via internet te benaderen. Via de e-mail is de bedrijven wel de mogelijkheid geboden de vragenlijst met de post te retourneren en enkele hebben daarvan gebruik gemaakt.

Het aantal bedrijven dat is benaderd om de vragenlijst in te vullen is in het NE segment 83. Hiervan hebben 16 bedrijven de vragenlijst ingevuld geretourneerd.

Het aantal bedrijven in het NP segment dat is benaderd is 111. De respons was in deze groep 39. Hoewel de omvang van de respons niet groot is, is de responsrate 19,3% respectievelijk 35,1% voor de twee segmenten. Belangrijker nog is de responsrate bij bedrijven die wel, respectievelijk niet, aan de regels voldoen. Deze is 37,4% respectievelijk 20,4%.

(17)

In tabel 2.1 zijn de responsaantallen- en percentages weergegeven. Hierin is de naleving van alleen de regel met betrekking tot de IFRS toelichting ondergebracht in het niet volledig naleven van de regels, om de responsaantallen op een niveau te brengen waarmee statistische analyses gedaan kunnen worden.

Tabel 2.1 Respons op vragenlijsten

NextEconomy NextPrime Totaal

Naleving van

de regels Tot. Resp. % Tot. Resp. % Tot. Resp. %

Volledig 29 7 24,1% 62 27 43,5% 91 34 37,4%

Niet volledig 54 9 16,7% 49 12 24,5% 103 21 20,4%

Totaal 83 16 19,3% 111 39 35,1% 194 55 28,4%

Ook als de gehele populatie wordt genomen (254 bedrijven) is de responsrate nog tamelijk hoog, namelijk 22%. Van de gehele populatie zijn echter bedrijven afgevallen voor het onderzoek, namelijk de bedrijven waarvan er nog geen halfjaarverslagen waren op het moment van onderzoek, omdat hun boekjaar begon na 1 januari 2004.

De bedrijven die wel en de bedrijven die niet volledig aan de regels voldoen hebben beide dezelfde vragenlijst toegestuurd gekregen. In de analyse van de resultaten, die in hoofdstuk 6 plaats zal vinden, wordt gekeken naar de mate waarin de antwoorden op de stellingen door de bedrijven die wel volledig aan de regels voldoen, verschillen van de antwoorden van de bedrijven die niet volledig aan de regels voldoen.

2.2.6 Interviews

Om tot een beantwoording te komen van de vraag op welke manier de adviesverlening van de accountant invloed heeft op de beslissing van bedrijven om de regels wel of niet na te leven, werden interviews met accountants van KPMG gehouden. De factoren die genoemd zijn in paragraaf 5.5, zoals het proces van de adviesverlening, zijn hierin onderscheiden. Aan de hand van deze factoren zijn vragen gesteld aan accountants van bedrijven in het NE of NP segment. Er is voor gekozen om juist die accountants te benaderen omdat in dit onderzoek het vrijwillige karakter van het voldoen aan de regels een belangrijke rol speelt, en deze situatie toch vrij uniek is. Zo gaat in het geval van echte wettelijke wijziging van de regels meestal een lange tijd vooraf aan de doorvoering van die regels. De accountant en de cliënt zijn dan vaak al ver van tevoren op de hoogte. Om het onderzoek zo specifiek mogelijk bij dit onderwerp te houden is dus gekozen voor het interviewen van accountants met klanten in deze segmenten. Natuurlijk is dit ook belangrijk in verband met de afstemming van de resultaten van de vragenlijsten op de resultaten van de interviews. De interviews vinden mondeling plaats en zijn gehouden met managers en partners die in het betreffende team van accountants zitten. In totaal zijn dertien bedrijven aan de Euronext beurs van Amsterdam in de NextEconomy en NextPrime segmenten klant van KPMG. Accountants van zes van die bedrijven zijn geïnterviewd. De methode van vragen was gedeeltelijk gestructureerd. Zoals al gezegd is er wel duidelijk een richting waarin gevraagd is, maar de antwoorden die verkregen zouden worden waren onbekend en op het moment van het interview konden er nog vragen bijkomen, afvallen en dergelijke. Voor een indicatie van de vragen die zijn gesteld aan de accountants wordt verwezen naar bijlage II.

(18)

2.2.7 Proces

Om het proces van het onderzoek en wat met het onderzoek beoogd wordt overzichtelijk te maken, wordt er gebruik gemaakt van een visueel onderzoeksmodel.

In dit onderzoeksmodel worden de belangrijkste stappen die gezet moeten worden om het gewenste doel te bereiken weergegeven. Ook worden hierin de theoretische begrippen verwerkt die worden betrokken in het onderzoek. Naast de visuele presentatie van het onderzoeksmodel wordt het onderzoeksproces verwoord en toegelicht.

Figuur 6.2 Onderzoeksmodel

Er wordt begonnen met een vooronderzoek naar de regels die gevolgd moeten worden en met een literatuurstudie op het gebied van financial accounting. Aan de hand van de in kaart gebrachte regels wordt door middel van een studie van halfjaarverslagen op internet de naleving van de regels door bedrijven onderzocht.

Vervolgens wordt door het doen van literatuuronderzoek bekeken welke factoren van invloed kunnen zijn op de beslissing van bedrijven om aan de regels te voldoen.

Zoals al eerder gezegd, wordt hiervoor gebruik gemaakt van al verrichte onderzoeken met hetzelfde karakter, dat wil zeggen ook betrekking hebbend op compliance en van theorie op het gebied van financial accounting en gedrag. Ook wordt theorie op het gebied van adviesverlening in kaart gebracht. Deze verzamelde gegevens worden verwerkt in schriftelijke vragenlijsten gericht aan bedrijven en in mondelinge interviews met accountants. Na versturing van de vragenlijsten en de ontvangst van de antwoorden en het afnemen van de interviews, worden de antwoorden verwerkt en geanalyseerd. Hierbij wordt teruggegrepen naar eerder verricht literatuuronderzoek en wordt gebruik gemaakt van statische methoden. Aan

Vooronderzoek

Naleving van de regels

Gedragstheorie en eerder onderzoek

Verwerken en analyseren antwoorden Vragenlijst/

interviews Factoren v

invloed op beslissingen FA theorie

Conclusies en aanbevelin- gen om beter aan regels te voldoen

Adviesver- lening

(19)

de hand hiervan vindt een beoordeling van de naleving en de daarop van invloed zijnde factoren plaats. Ten slotte worden conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan om tot een goede adviesverlening en zo tot een betere naleving van de regels door bedrijven te komen. Hiervoor wordt ook literatuur gebruikt.

(20)

3 NextEconomy en NextPrime

In dit hoofdstuk worden de regels waaraan de bedrijven moeten voldoen en de naleving van de regels door de bedrijven behandeld. In dit hoofdstuk wordt veel gebruik gemaakt van de website www.euronext.com als bron.

In de eerste paragraaf wordt Euronext toegelicht om duidelijk te maken wat de impact van de regelgeving is. In paragraaf 3.2 worden de segmenten NextEconomy en NextPrime behandeld. In de derde paragraaf worden de geldende regels voor de halfjaarverslaggeving toegelicht en in paragraaf 3.4 wordt de uiteindelijke naleving van de regels door de bedrijven besproken.

3.1 Euronext

Euronext is in 2000 opgericht als een alliantie tussen de beurzen van Amsterdam, Brussel, Parijs. Na de komst van de Euro in 1999 leek de structuur van de aparte beurzen niet alle mogelijkheden die door de monetaire eenheid opkwamen te bieden.

Investeerders die in een markt in een van de andere twee landen wilden investeren moesten veel moeite doen om gegevens over bedrijven te vinden, om de order te plaatsen en om de (dure grensoverschrijdende) betalingen te doen en de transactie liep vaak vertraging op. Voor bedrijven waren dezelfde problemen van toepassing bij de ontwikkeling van een bredere aandeelhoudersbasis in de eurozone (www.euronext.com). Met de komst van Euronext wordt de handel voor zowel investeerders als bedrijven vergemakkelijkt. Inmiddels is ook de Portugese beurs toegevoegd aan de Euronext alliantie.

Euronext is een beurs waarop verschillende services worden aangeboden, zoals de beursnotering van financiële instrumenten en handel in effecten en derivaten. Tot de klanten van Euronext behoren onder andere beursgenoteerde bedrijven, leden, investeerders en gebruikers van de financiële informatie gegenereerd door marktactiviteit (www.euronext.com). De regels die Euronext hanteert op de effectenmarkt zijn opgesteld om als een kader te fungeren, zodat aan de behoeften van al deze klanten voldaan kan worden. Euronext heeft een Rulebook waarin de regels die Euronext hanteert genoemd en toegelicht worden. Dit Rulebook is te vinden op www.euronext.com. Expliciet wordt hierin gesteld dat deze regels de regels van landelijke wet- en regelgeving niet vervangen en ook niet kunnen overrulen als er een conflict is tussen de regels van Euronext en de nationale regels.

Ook kunnen leden in geval van wijziging van de regels, als dit niet het gevolg is van wijziging van de Europese of nationale wet- en regelgeving, waardoor de rechten of verplichtingen van leden worden beïnvloed, hun lidmaatschap van Euronext binnen vijf dagen na publicatie van de wijziging opzeggen. Euronext meldt bovendien in het Rulebook dat zij, onderworpen aan nationale regelgeving, de grootst in alle redelijkheid mogelijke inspanningen zal doen om de naleving van de regels in de gaten te houden en de regels op te leggen. De manier waarop Euronext haar regels communiceert naar de bedrijven en andere belanghebbenden wordt behandeld in het Rulebook. Zij verzekert publicatie van de regels en toevoegingen aan die regels, evenals notities op de meest geschikte manier. Voor de verschillende soorten lidmaatschappen worden eisen en procedures opgenomen en voor de handel worden regels vastgesteld. Ook worden speciale regels voor de NextEconomy en NextPrime segmenten in een apart hoofdstuk behandeld. Deze worden in dit verslag verder toegelicht in paragraaf 3.3. Nadat de regels zijn behandeld wordt ten slotte een hoofdstuk besteed aan de maatregelen in geval van overtreding van de regels.

Deze maatregelen lopen uiteen van de kans om alsnog aan de regels te voldoen of rectificatie, via boetes en schorsingen tot beëindiging van het lidmaatschap (en/of publicatie van de beslissingen van Euronext).

(21)

3.2 NextEconomy en NextPrime

Bij Euronext zijn verschillende marktindices vertegenwoordigd (www.euronext.com).

De AEX, BEL 20 en CAC 40 zijn gewoon vertegenwoordigd gebleven. Hetzelfde geldt voor de Portugese index, de PSI 20. Tevens heeft Euronext de Euronext 100 in het leven geroepen. Deze index vertegenwoordigt de honderd grootste bedrijven op de Euronext markt, gerangschikt naar markt-kapitalisatie, met componenten die elk kwartaal beoordeeld worden. De Next 150 index vertegenwoordigt de volgende 150 bedrijven, dat wil zeggen volgend op de bedrijven in de Euronext 100. Bedrijven binnen deze verschillende indices kunnen zich aansluiten bij de NextEconomy en NextPrime segmenten. Euronext heeft op 2 januari 2002 de segmenten NextEconomy en NextPrime in het leven geroepen (www.euronext.com). Alle bedrijven die al aan de beurs van Euronext genoteerd staan, krijgen de mogelijkheid zich vrijwillig bij deze segmenten aan te sluiten. Deze segmenten zijn opgericht om het profiel van bedrijven die aan strengere verslaggevingstandaarden voldoen dan verplicht is onder gewone regelgeving te verbeteren. De creatie van deze segmenten komt voort uit aan de ene kant de behoefte van investeerders aan gedetailleerde en regelmatige financiële informatie over beursgenoteerde bedrijven en aan de andere kant de wens van kleine en middelgrote bedrijven om het inzicht voor investeerders te verbeteren. Dit wil niet zeggen dat de segmenten alleen toegankelijk zijn voor kleine en middelgrote bedrijven, ook bedrijven uit de Euronext 100 zijn vertegenwoordigd in de NextEconomy en NextPrime segmenten. NextEconomy (NE) bevat de bedrijven in sectoren gerelateerd aan de nieuwe economie, de technologie sectoren, zoals software, terwijl NextPrime (NP) bedrijven in de traditionele sectoren bevat. Alle bedrijven die zich hebben aangesloten bij deze segmenten moeten, in de loop van de jaren, voldoen aan specifieke eisen voor financiële transparantie. Deze eisen komen bovenop de locale verplichtingen waaraan bedrijven moeten voldoen.

In bijlage III is een lijst opgenomen met de bedrijven die van de NextEconomy en NextPrime segmenten lid zijn.

3.3 Speciale regels voor de NextEconomy en NextPrime segmenten Zoals al gezegd in de vorige paragraaf, zijn er voor de NE en NP segmenten extra regels opgesteld. Die zijn te vinden in het rulebook op www.euronext.com. Deze regels zullen nagevolgd moeten worden door de aangesloten bedrijven, er wordt geen onderscheid gemaakt in de geldende regels op de nationale niveaus. Verder wordt nog gesteld dat in geval van het niet navolgen van de regels het lidmaatschap van de bedrijven van het relevante segment zal worden opgezegd. Er is soms nog wel de mogelijkheid om de niet-naleving goed te maken door binnen een bepaalde periode alsnog aan de regels te voldoen.

3.3.1 Regels

De speciale regels voor de NE en NP segmenten zijn vooral gericht op de additionele disclosure verplichtingen die gelden voor de bedrijven. Er gold een speciale regel met betrekking tot de accounting standaarden voor halfjaarverslagen en jaarverslagen. Die hield in dat de bedrijven al over 2004, ook bij de halfjaarberichtgeving, IFRS moesten toepassen (is voor alle beursgenoteerde bedrijven verplicht met ingang van 1 januari 2005), maar die regel is afgezwakt omdat bedrijven dit niet op tijd voor elkaar konden krijgen. De regel is vervangen door de regel dat de verstrekker over het financiële jaar 2004 de jaarverslagen en de halfjaarverslagen zal opstellen en publiceren in overeenstemming met de geaccepteerde accounting principes die van toepassing zijn in het relevante rechtsgebied, maar dat er bij de halfjaarverslagen wel een toelichting over de gevolgen van de invoering van IFRS moet worden gepubliceerd. IFRS hoeft dus pas volledig te worden toegepast in elk financieel jaar dat begint op of na 1 januari 2005, net als alle andere beursgenoteerde bedrijven. De verandering van de regel heeft de

(22)

komst van de toelichting over IFRS tot gevolg. Die wordt verderop in deze paragraaf toegelicht.

Wat betreft de additionele informatie die moet worden verschaft wordt er onderscheid gemaakt tussen jaarverslagen en halfjaarverslagen. Voor beide gelden extra regels, maar in verband met de relevantie van dit onderzoek worden alleen de eisen aan de halfjaarverslagen behandeld. De eerste twee regels in het Rulebook betreffen de tijdigheid van de halfjaarverslagen en de inhoud ervan. Dit gaat over de aanwezigheid van in ieder geval een verkorte tussentijdse balans en winst- en verliesrekening en dergelijke. Dan volgen de regels met betrekking tot een IFRS toelichting en een beoordelingsverklaring van de accountant. Deze twee regels worden in de volgende paragraaf toegelicht.

3.3.2 IFRS toelichting en beoordelingsverklaring

De derde regel in het Rulebook op www.euronext.com betreft de toelichting om de eerste toepassing van IFRS voor te bereiden. Op zijn laatst in het tweede kwartaalverslag, die betrekking heeft op het eerste semester van het financiële jaar dat begint op 1 januari 2004, zal een verstrekker die zijn laatste geconsolideerde financiële jaarverslag niet al gepubliceerd heeft in overeenstemming met IFRS, een toelichting opstellen en publiceren waarin een beschrijving van de relevante gevolgen van een verandering van de op dit moment gebruikte accounting standaard naar IFRS (die gebruikt zal worden in het financiële jaar 2005) op de openingsbalans en op de prestaties op dit moment staat.

De vierde regel behandelt accountantscontrole. Financiële halfjaarverslagen over de eerste zes maanden van een financieel jaar zullen onderworpen worden aan een beoordeling, uitgevoerd door de externe accountant van de verstrekker, in overeenstemming met de nationaal geaccepteerde accounting principes of IFAC met betrekking tot beoordelingsopdrachten. De beoordelingsverklaring van de accountant zal gepubliceerd worden samen met het halfjaarverslag.

De toelichting over IFRS gevolgen, die gepubliceerd wordt samen met het halfjaarverslag zal op dezelfde manier door de externe accountant van de verstrekker bestudeerd worden als het financiële halfjaarverslag. De externe accountant van de verstrekker zal rapporteren over de resultaten van de bestudering.

Er lijkt hier gesuggereerd te worden dat er een aparte beoordelingsverklaring moet worden verkregen bij de IFRS toelichting, maar dat is niet het geval. Er zit dus een beoordelingsverklaring bij de halfjaarverslagen, waarin impliciet ook een uitspraak wordt gedaan over de IFRS toelichting.

De regels met betrekking tot de IFRS toelichting en de beoordelingsverklaring van de accountant zijn medio maart 2004 aan het Rulebook toegevoegd. Deze nieuwe regels hebben de aandacht van KPMG getrokken, zoals te lezen is in het eerste hoofdstuk van dit verslag. Zij hebben ook werkzaamheden voor accountants tot gevolg. In dit onderzoek gaat de aandacht uit naar deze twee regels.

3.4 Naleving van de regels

Bij het onderzoeken van de naleving van de regels met betrekking tot de IFRS toelichting en de beoordelingsverklaring is onderscheid gemaakt tussen het NE en NP segment. Ook wordt de mate waarin aan de regels is voldaan onderscheiden. Dit om de resultaten van het uiteindelijke onderzoek zo relevant mogelijk te laten zijn.

Omdat geconstateerd is dat er op het moment dat er een beoordelingsverklaring aanwezig is, er ook een toelichting met betrekking tot IFRS in het halfjaarverslag verwerkt is, wordt de beoordelingsverklaring niet apart genoemd in tabel 3.1. Bij het onderzoeken van de halfjaarverslagen is het onderscheid nog wel meegenomen, om er zeker van te zijn dat de conclusie die eigenlijk wat logica betreft ook van tevoren getrokken had kunnen worden, echt klopte.

(23)

Van de bedrijven in het NE en NP segment kon een aantal niet meegenomen worden in het onderzoek, omdat het financiële jaar van die bedrijven niet op 1 januari 2004 is begonnen. De bedrijven waarvan het financiële jaar later is begonnen moeten wel aan de regels voldoen, maar daarvan zijn op het moment van onderzoek de halfjaarverslagen nog niet beschikbaar. Van de bedrijven waarvan dat wel het geval is, worden de gegevens wel meegenomen in het onderzoek. Ten slotte zijn sommige bedrijven waarvan geen gegevens gevonden konden worden via internet niet meegenomen in het onderzoek. Van de 194 bedrijven die overblijven voor dit onderzoek is in kaart gebracht hoeveel er aan de regels voldoen, om de dataverzameling ter beantwoording van deelvraag 4 te structureren. De naleving is te zien in onderstaand figuur. Voor een tabel met de naleving van de regels gesplitst naar beurs wordt verwezen naar bijlage IV. Zoals al gesteld is in paragraaf 2.2.5 zijn voor het verder onderzoek de bedrijven die alleen de IFRS toelichting en geen beoordelingsverklaring hebben in de groep met bedrijven die niet volledig aan de regels voldoen ingedeeld.

Tabel 3.1 Naleving binnen de sectoren

NextEconomy NextPrime Totaal

Naleving van de regels % % %

Volledig 29 35% 62 56% 91 47%

IFRS 11 13% 16 14% 27 14%

Niets 43 52% 33 30% 76 39%

Totaal 83 100% 111 100% 194 100%

3.5 Samenvatting

Met de oprichting van de NE en NP segmenten beoogt Euronext de kwaliteit van de externe verslaggeving van de bedrijven in die segmenten te doen toenemen. Dit zal ten goede komen aan zowel de investeerders als de bedrijven. Om dit te bereiken stelt zij extra regels aan de bedrijven in deze segmenten. De regels gelden op straffe van uitsluiting van deelname aan het betreffende segment. Er wordt soms een mogelijkheid gegeven tot rectificatie of alsnog voldoen aan de regels. Als Euronext nieuwe regels opstelt, zorgt Euronext ervoor dat die regels naar de bedrijven waarop zij betrekking hebben, op de meest geschikte manier worden gecommuniceerd.

Twee regels voor de halfjaarverslaggeving worden als leidraad genomen voor dit onderzoek, dit zijn de publicatie van:

• een toelichting met gevolgen van IFRS op de financiële cijfers en

• een beoordelingsverklaring van de accountant.

Vervolgens is onderzocht hoeveel bedrijven aan de regels voldoen (zie tabel 3.1).

Geconcludeerd kan worden dat de naleving van de regels verre van optimaal plaats vindt, aangezien in totaal maar 47% van de bedrijven die in dit onderzoek meegenomen worden, volledig aan de regels voldoet.

(24)

4 Theoretisch kader

In de deelvragen is al in het kort de theoretische verantwoording van dit onderzoek behandeld. In dit hoofdstuk zullen de daargenoemde theorieën verder worden uitgewerkt.

Om te beginnen komt de financial accounting theorie (paragraaf 4.1) aan bod. In deze paragraaf worden ook eerder verrichte onderzoeken op het gebied van disclosure behandeld. Vervolgens wordt theorie met betrekking tot het gedrag van bedrijven en managers beschreven om aan de hand hiervan een beter inzicht te krijgen in de invloed van gedrag en de hieraan ten grondslag liggende beliefs op de naleving van de regels door bedrijven (paragraaf 4.2). In paragraaf 4.3 wordt theorie op het gebied van adviesverlening behandeld. Ten slotte wordt een eerder verricht onderzoek naar de compliance van bedrijven aan regels beschreven. Dit onderzoek is een goed voorbeeld van een manier waarop kan worden vastgesteld of een factor invloed heeft op de beslissing van een bedrijf om aan de regels te voldoen (paragraaf 4.4).

4.1 Financial accounting theorie

4.1.1 Inleiding

De basis van de financial accounting theorie is het gegeven van informatie economie. Dit wil zeggen dat ervan wordt uitgegaan dat bij een zakelijke transactie de ene partij een informatievoordeel heeft op de andere partij, hierdoor is er sprake van informatieasymmetrie. De theorie die hiervan uitgaat heet de Agency theorie (paragraaf 4.1.2). Er worden twee belangrijke vormen van informatieasymmetrie onderscheiden, namelijk adverse selection en moral hazard. Voor de behandeling van financial accounting theorie wordt gebruik gemaakt van Scott (2003) en van Deegan (2001). In de financial accounting theorie zijn er verschillende theorieën die vanuit deze vormen van informatieasymmetrie proberen te verklaren waarom bedrijven accounting informatie verschaffen. Een van deze theorieën, de Positive Accounting Theorie, wordt in paragraaf 4.1.3 behandeld. Deze theorieën moeten een bijdrage leveren aan de beantwoording van deelvraag 1 en deelvraag 3. Ten slotte worden in paragraaf 4.1.4 kort enkele artikelen behandeld waarin verschillende onderzoeken naar de mate van disclosure door bedrijven worden beschreven en waarvan gebruik kan worden gemaakt bij de beantwoording van deelvraag 3.

4.1.2 Agency theorie

De Agency theorie houdt zich bezig met de relatie tussen de principaal en de agent (bijvoorbeeld de relatie tussen aandeelhouders en managers van bedrijven). Als gevolg van de informatieasymmetrie tussen deze partijen zijn er veel onzekerheden in de relatie. De theorie accepteert dat hierdoor transactie- en informatiekosten bestaan. De Agency theorie gaat ervan uit dat de principaal er vanuit gaat dat de agent gedreven is door eigenbelang.

De agency-relatie kan gezien worden als:

‘A contract under which one or more (principals) engage another person (the agent) to perform some service on their behalf which involves delegating some decision-making authority to the agent.’ (Jensen e.a. 1976:308)

In de Agency theorie wordt volgens Deegan (2001) een organisatie gezien als een geheel van contracten, deze contracten zijn er om ervoor te zorgen dat alle

(25)

betrokken partijen, handelend vanuit eigenbelang, tegelijkertijd gemotiveerd zijn om de waarde van de organisatie te maximaliseren.

De volgende problemen spelen volgens Scott (2003) in de agency-relatie een rol:

- Adverse selection. Adverse selection treedt op omdat sommige personen, zoals managers en andere insiders, meer zullen weten over de huidige financiële situatie en vooruitzichten van het bedrijf dan investeerders zonder interne contacten. Management of andere insiders kunnen hun informatievoordeel uitbuiten door gemanipuleerde informatie aan de investeerders te verschaffen, waardoor hun vermogen om goede investeringsbeslissingen te nemen beïnvloed kan worden. Bovendien kan het vermoeden bij investeerders dat ze gemanipuleerde informatie verschaft krijgen ze ervan weerhouden aandelen van een bedrijf te kopen, waardoor de werking van de kapitaal- en managementarbeidsmarkt minder kan worden.

- Moral hazard. Moral hazard komt voort uit de scheiding van leiding en eigendom bij bedrijven. Het is vrijwel onmogelijk voor eigenaren om direct de inzet van het management te kunnen beoordelen. De manager zal dan in de verleiding komen om zich niet optimaal in te zetten en zal naar de eigenaren toe zijn inzet overdrijven.

In het geval van adverse selection kan het verschaffen van accountinginformatie worden gezien als een mechanisme om het probleem te minimaliseren door geloofwaardig inside informatie om te zetten in outside informatie. Als er sprake is van moral hazard kan de rol van accounting informatie gezien worden als het verschaffen van een prestatiemaatstaf om de resultaten van de inzet van een manager te rapporteren.

Accounting informatie kan gezien worden als een voorwaarde van een contract waaruit moet blijken dat alle partijen gericht zijn op het maximaliseren van de waarde van de organisatie.

4.1.3 Positive accounting theory

‘Positive accounting theory (PAT) is concerned with predicting such actions as the choices of accounting policies by firms and how firms will respond to proposed new accounting standards.’ (Scott, 2003:273)

Zoals al gezegd kan een bedrijf gezien worden als een groep van contracten, met bijvoorbeeld werknemers, kapitaalverschaffers en leveranciers. Het bedrijf zal de contractkosten willen minimaliseren. Accounting variabelen maken vaak deel uit van deze contracten, zoals netto omzet voor werknemersbeloning en liquiditeitsvariabelen voor leningen. PAT suggereert volgens Scott (2003) dat het accounting beleid van een bedrijf gekozen zal worden als een deel van het bredere probleem van het minimaliseren van contractkosten. Het optimale accounting beleid voor een bedrijf kan gezien worden als de beste afweging tussen het van te voren strikt voorschrijven van het beleid om de contractkosten te minimaliseren in de huidige omstandigheden en het geven van flexibiliteit aan managers om het beleid te veranderen met het oog op veranderende omstandigheden, inclusief de hieruit voortvloeiende kosten van opportunistisch gedrag. PAT wil door middel van onderzoek kunnen bepalen wat het accounting beleid nu precies is en hoe dit beleid verschilt van bedrijf tot bedrijf, afhankelijk van de organisatiestructuur. Het uiteindelijke doel van de theorie is het begrijpen en voorspellen van de accounting beleidskeuze van verschillende bedrijven.

Deegan (2001) onderscheidt twee perspectieven die in de PAT worden gebruikt. Het efficiëntie perspectief gaat ervan uit dat bedrijven van tevoren schatten welke acties nodig zijn om de toekomstige agency- en contractkosten te minimaliseren. Hierbij kan gedacht worden aan het verschaffen van niet verplichte informatie of informatie

(26)

op niet verplichte tijdstippen en het laten controleren van deze financiële gegevens door accountants. Het verschaffen van deze gegevens en de controle ervan geven meer zekerheid aan externe partijen en dit kan ervoor zorgen dat het bedrijf kapitaal kan aantrekken tegen lagere kosten en daarmee dat de waarde van het bedrijf kan stijgen. Ook wordt vaak gezegd dat in dit perspectief een bepaalde accountingmethode wordt gekozen op basis van de beste reflectie van de onderliggende financiële prestaties van de organisatie. Een ander perspectief is het opportunistische perspectief dat de contracten tussen de partijen als een gegeven beschouwt en de opportunistische acties die hierna volgen probeert te voorspellen en toe te lichten. Er wordt dus weer vanuit gegaan dat de mensen altijd uit eigenbelang handelen.

Er kunnen verschillende contractuele overeenkomsten zijn tussen managers en externe partijen zoals eigenaren en schuldenaren. Deze contracten zijn in eerste instantie opgesteld om de agency kosten van het bedrijf te verminderen, maar in PAT wordt verondersteld dat op het moment dat de contracten zijn afgesloten de verschillende partijen, indien mogelijk, zullen handelen op een manier die de meeste economische voordelen voor hen zelf oplevert. Deegan (2001) noemt de volgende contractuele overeenkomsten, waarbij het politieke proces waarmee een organisatie te maken heeft voor dit onderzoek het meest van belang is:

- Eigenaar/manager contracting

- Debt contracting.

- Political costs. Organisaties hebben relaties met verschillende externe partijen die, ook al zijn er geen directe contractuele overeenkomsten, toch op verschillende manieren vermogen aan organisaties kunnen onttrekken. De organisatie gaat accounting methoden hanteren waardoor ze zo min mogelijk opvalt bij die externe partijen. Met name grote bedrijven kunnen hiervan last hebben. Een voorbeeld van politieke kosten is dat een bedrijf dat een hoge winst maakt de aandacht van de wet- en regelgevers en politiek kan trekken.

Zij kunnen gaan onderzoeken of er geen sprake van een monopoliepositie is of de aandacht kan gericht worden op de belastingbetaling. Ook kan bij politieke kosten gedacht worden aan kosten die worden veroorzaakt door andere belanghebbenden, zoals werknemersvakbonden en milieuorganisaties. De accounting methoden die de bedrijven hanteren om niet te veel op te vallen bij de externe partijen kunnen verschillen, maar een methode is (vrijwillig) meer accounting informatie publiceren. Naar het verschaffen van (vrijwillige) informatie zijn verschillende onderzoeken gedaan, aan aantal hiervan worden in de volgende paragraaf behandeld.

4.1.4 Onderzoeken naar disclosure

Healy en Palepu (2001) beschrijven economische determinanten van financiële verslaggeving en disclosure beslissingen van managers. Dit artikel concentreert zich op de investeerderscommunicatie. Onderzoeken die uitgaan van het perspectief van de kapitaalmarkt komen tot de conclusie dat vrijwillige disclosure beslissingen gerelateerd zijn aan:

• Kapitaalmarkt transacties, hier wordt gesteld dat de percepties van investeerders van een bedrijf van belang zijn voor bedrijven die van plan zijn transacties op de kapitaalmarkt uit te gaan voeren. Dit is voor de managers een stimulans om vrijwillige informatie te verschaffen, zodat het informatieasymmetrie probleem wordt gereduceerd en de kosten van externe financiering van het bedrijf dus afnemen.

• Corporate control contest, hier wordt gesteld dat, gegeven het risico van het verliezen van de baan als gevolg van slechte effecten- en omzetprestaties, managers bedrijfsdisclosures gebruiken om de kans op onderwaardering te verkleinen en om slechte omzetprestaties te verklaren.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Gegeven het belang dat stakeholders aan de onderwerpen fraude en naleving van wet- en regelgeving hechten en de informatie die ze erover verlangen (zie ook de inleiding van

Dat sluit aan bij de opvatting dat handhaving een vanzelfsprekend onderdeel van de dienstverlening is en helpt om het draagvlak voor de uitvoering van de sociale zekerheid

De commissie Handhaving van Divosa bestaat uit managers en beleidsmedewerkers van gemeentelijke sociale diensten, de ketenpartners (het UWV Werkbedrijf, de SVB, de SIOD), de

Op basis van het handhavingsonderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van de gemeente Emmen, geven de adviseurs van RadarAdvies en de teamleider Handhaving van de gemeente Emmen

In dit hoofdstuk wordt uitgewerkt wat in het besluit wordt bedoeld met een significante wijziging ten aanzien van een eerdere melding van een directe lijn aan de Autoriteit

De meeste wijzigingen zijn gericht op het actueel houden van de Activiteitenregeling en daarmee op het behoud van een goede uitvoerbaarheid en naleefbaarheid van

Omgevingswet- dient deze zoveel mogelijk actueel te zijn om zo de uitvoering en handhaving van de Activiteitenregeling beter mogelijk te maken.. Wat is het

Het opnemen in de regelgeving van de verplichting om bij het vervoer van alle meststoffen gebruik te maken van het systeem van de overheid lijkt het meest effectieve instrument naast