Vraag nr. 307
van 19 september 2000
van mevrouw TREES MERCKX-VAN GOEY Wasserijen – Milieu-inspectie
Een eerzame uitbater van een stomerij die, o n d e r meer vanwege het feit dat hij begaan is met het leefmilieu en de gezondheid van de omwonenden, zijn werknemers, zichzelf en zijn familie, b e l a n g r i j-ke milieu-investeringen heeft gedaan, v e r m o e d t dat sommige van zijn collega's (te veel) perchloor-ethyleen zouden lekken en daarmee mens en mi-lieu zouden kunnen bedreigen.
Indien dit zo is, dan verkeert de eerzame uitbater ook in een concurrentieel minder gunstige positie dan (sommige van) zijn collega's en wordt de ver-houding steeds verder scheefgetrokken.
1. Wordt de leefmilieutoestand in Vlaanderen al dan niet negatief beïnvloed door de chemische wasserijen/stomerijen ?
2. Hoeveel inspecties werden door de Milieu-i n-spectie in 1998 en 1999 m.b. t . activiteiten van dergelijke bedrijven uitgevoerd en wat zijn de bevindingen ?
3. Wat zijn de bevindingen inzake het al dan niet correct gebruik van perchloorethyleen in ver-band met het leefmilieu en meer in het bijzon-der voor het leefmilieu van de omwonenden en de omgeving ?
4. Werd bij een eventuele (zware) overtreding ook de Arbeidsinspectie verwittigd, aangezien de ge-zondheid van de werknemers in eerste orde in gevaar is bij niet-correct gebruik van perchloor-ethyleen ?
5. Heeft de Milieu-inspectie geregeld overleg met de Arbeidsinspectie en/of worden overtredin-gen inzake leefmilieu die een aanwijzing zijn voor mogelijke ernstige inbreuken op de ge-zondheid van de werknemers in de door de Mi-l i e u-inspectie geïnspecteerde bedrijven, in de regel gemeld aan de diensten bevoegd voor de gezondheid van de werknemers, dan wel ook of alleen aan de parketten van de arbeidsgerech-ten ?
Antwoord
1. Wasserijen zijn onder rubriek 46 van bijlage 1 van Vlarem I ("Lijst van als hinderlijk
be-schouwde inrichtingen") opgenomen. Deze in-richtingen worden dus door de Vlaamse rege-ring beschouwd als hinderlijk.
Voor een meer gedetailleerde omschrijving van de milieu-aspecten van droogkuiserijen verwijs ik naar de BBT-studie "Droogkuiserijen", o p g e-steld door het BBT-kenniscentrum van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) (december 1997) ( B B T : beste be -s chikbare technieken – red.). Belangrijk-ste leef-milieu-aspect is de emissie van solventen. To e-passing van BBT in alle droogkuiserijen zou volgens deze V I TO-studie leiden tot een ver-mindering van 75 % van de totale emissie. 2. De afdeling Milieu-inspectie voert inspecties uit
bij klasse 1-wasserijen (al dan niet gecombi-neerd met droogkuis). De afdeling Milieu-in-spectie heeft daarbij volgend aantal controles uitgevoerd : Buitendienst 1998 1999 Antwerpen 22 22 Limburg 26 10 Oost-Vlaanderen 35 36 Vlaams-Brabant 14 2 West-Vlaanderen 16 22 Totaal 113 92
Bij elke vastgestelde overtreding werd een pro-ces-verbaal opgemaakt. Deze overtredingen zijn van zeer uiteenlopende aard, maar hebben vooral betrekking op het overschrijden van lo-zingsnormen bij de lozing van afvalwater. Daarnaast zijn er nog veel meer klasse 2-inrich-tingen (vnl. d r o o g k u i s ) , waarbij het toezicht door de gemeente zou moeten worden uitge-voerd.
4. Er zijn geen verontreinigingen bekend die een kennisgeving aan de Arbeidsinspectie tot gevolg hadden.
5. De afdeling Milieu-inspectie heeft geen gere-geld overleg met de A r b e i d s i n s p e c t i e. In enkele individuele dossiers zijn er wel al contacten ge-weest.