• No results found

OM HET MANDEMENT

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "OM HET MANDEMENT "

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VRIJHEID IN

DEMOCRATIE

Zaterdag 19 Juni 1954 - No. 109

Middenstands-

.

. dP

romm~ssr,e van

V.V.D. ver~aderde

" (Zie pag. 5)

WEEKBLAD VAN DE VOLKSPARTIJ VOOR VRIJHEID EN DEMOCRATIE

OM HET MANDEMENT

H -

oe men moge denken over de rnhoud, de - strekking en de mogelijke gevolgen van het jongste bisschoppelijke mandement, één ding staat vast: het heeft het episcopaat en daarmee de roomse kerk weer eens in het middelpunt der pu~

blieke aandacht geplaatst. In zoverre mag men het stuk wel~geslaagd achten.

Geslaagd is het echter ook in dit opzicht, dat liet opnieuw de juistheid heeft bewezen van de oude zegswijze: Romasemper eadem, Rome blijft steeds hetzelfde, het blijft steeds zich zelf gelijk.

De oprechte of geveinsde verbijstering welke het mandement in brede kringen verwekte, zou min- der ·groot geweest zijn, zo men zich dk oude waarheid meer bewust geweest ware. ..Steeds hetzelfde", ook waar het op het gebied der staat~

kunde met het socialisme wedijvert in .. progressi~

viteit", of waar het in .. gesprekscentra" zo ijverig mee doet aan bevordering van beter begrip tus- sen de verschillende bevolkingsgroepen_ en meer wederkerige waardering!

I mmers, groot als zijn aanpassingsvermogen zij, naar gelang tijd en omstançligheden zulks

e-~sen, volgt Rome de eèuwen door één vaste lijn.

Het is ook in zijn schijnbare opportunisme prin~

cipieel en daarom voor niet~roomsen even moei~

lijk begrijpbaar als het zelf vatbaar is voor het verwijt van inconsekwlö'nties als deze, dat de Kerk in het ene land verbiedt wat zij in het andere toe~

laat. Want ook dat verbieden en toelaten is en~

kei te zien als middel. Het doel is en blijft beves- t,iging en uitbreiding van Rome's machtspositie, die zich immers naar Rome's eigen pretentie uit~

strekt over alle levensterreinen, het staatkundige niet uitgesloten.

Volgt Rome daarbij hier te lande .- en hoe klein is de Nederlandse .. kerkprovincie"! .- an~

dere methoden dan elders, dan heeft het ook daarvoor zijn goede redenen. Zouden zich de om~

standigheden radicaal wijzigen, zonder enige twij- fel veranderde dan ook de methode en de taktiek.

Stel bijv. dat het in een verenigd Europa komt tot partijvorming ongeveer op een basis als wij hier te lande kennen, dan achten wij het allerminst uitgesloten dat - Engeland in het verenigd Eu~

ropa opgenomen! .- ook het Engelse episcopaat de totstandkoming van een christelijk-democrati~

sche of zelfs exclusief- rooms-katholieke fractie zou bevorderen, hoezeer dit in strijd mocht zijn met 's lands tradities, waarbij ook het Engelse rooms-katholieke volksdeel zich reeds anderhalve èeuw lang gelukkig heeft gevoeld.

..

. .

p auselijke encyclieken en bisschoppelijke inan~

_ dementen hebhen ook voor niet-katholieken althans deze verdienste: dat zij de casuspositie

steeds duidelijk stellen. -

Of ons volk deze thans even duidelijk ziet, is een andere vraag. Dat heeft vermoedelijk meer aandacht voor het politieke rumoer, door het mandement verwekt. De P.v.d.A. nietwaar, .ziet zich als .. partij van de doorbraak" tot op haar gebeente bedreigd en heeft in begrijpelijke strijd~

vaardigheid de haar toegeworpen handschoen op~

geraapt. Wij krijgen soms zelfs wel de indruk, dat de uitdaging op zichzelf haar niet gans en al onwelkom was, na al de speldeprikken die de regeringspartners elkaar in de laatste jaren reeds hebben toegebracht.

Bij die speldeprikken zowel als bij de aanval op grote schaal waarop beide partijen zich thans

voorbereiden, gaat het in eerste instantie voor elk harer om een of twee zetels méér in het par- lement bij de volgende verkiezingen. Ook de strijd om de doorbraakgedachte wordt daardoor vertroebeld, terwijl het toch wel zaak is, ook hier de beginselen in het oog te houden.

..

. .

Rome is totalitair en autoritair. Totalitair waar het niet slechts het eeuwige zieleheil zijner gelovigen beoogt, maar zijn zorgen, zijn leiding óók uitstrekt over hun aardse leven in ál zijn manifestaties. Het doet dit alles autoritair: lande~

lijk is het gezag der bisschoppen, in hoger instan- tie dat van de paus beslissend niet alleen voor het denken m'aar ook voor het handelen van de

katholiek~gelovige. Dat het daarbij voor gewe- tensconflicten niet uit de weg gaat, is nog onlangs bij de opheffing van het in Frankrijk zo populair geworden instituut van de priester~arbeider ge~

bleken. De katholieken die zich politiek anders dan in de K.V.P. georganiseerd hebben, worden thans evenzeer voor een gewetenskwestie ge~

plaatst. Hoe wij als liberalen daarover denken is onze lezers uit het hoofdartikel van onze partij~

voorzitter de vorige week gebleken.

* • • -

0 nder al het rumoer rondom het mandement ontstaan, is het goed niet uit het oog te ver~

lie_zen, dat het vermaan_ der bisschoppen zich niet alleen keert tegen het socialisme, maar princi- pieel en even fel ook tegen het liberalisme.

Wij kunnen dit verstaan, daar het liberalisme de verklaarde vijand van alle totalitaire en autori~

taire stelsels is. Minder goed kunnen wij het bil~

lijken, dat het mandement ook op dit punt de dingen zo grof stelt, bijv. waar het over het libe- ralisme meent te mogen spreken als over een der stromingen, die buiten het Christendom staan.

Waarderen kunnen wij al evenmin, dat het man~

dement het liberalisme aanduidt als een systeem van denken en handelen waarbij God, godsdienst en zedelijkheid min of meer ook uit het beroeps~

leven werden geweerd en waartegen daarom pau~

sen en bisschoppen hebben gewaarschuwd. Heb- ben deze óók gewaarschuwd tegen de ethiek van roomse werkgevers die leidde tot toestanden als onthuld in de bekende en,quête.-Van Houten? En nog minder kunnen wij het waarderen, dat het mandement het marxisme, het communisme en het nationaal-socialisme doodverft als geesteskin- deren van het liberalisme. Bloeien communisme en fascisme het meest in landen waar het libera~

lisme overheersend was en zijn er onder de lei~

dende figuren bijv. van het fascisme niet meer van katholieken dan van liberalen huize geweest?

Nogeens: wij kunnen er best in komen dat de bisschoppen katholicisme en liberalisme onver- enigbaar achten, maar zouden wat meer kieskeu~

righeid in de bewoording hunner veroordeling op prijs gesteld hebben.

* * *

Met de katholieken, die ondanks dit oordeel van de bisschoppen de liberale politiek of de libe- rale partij aanhangen, hebben de bisschoppen op dit ogenblik minder te stellen dan met hen die lid zijn van het N.V.V., socialistische bladen Ie~

zen en naar de V ara luisteren.

Het bestaan van een Katholieke W erkgemeen~

schap in de P.v.d.A. echter moet de bisschoppen een pijnlijker doorn in het vlees zijn dan zelfs de honderdduizend ( o( zijn het er meer?) roomsen die incidenteel socialistisch stemmen.

Toch is het ook in dit opzicht zaak, de dingen duidelijk te zien gelijk zij zijn.

Want gelijk het totalitaire karakter van het katholicisme het episcopaat welhaast nóópt tot een taktiek, die wij als vrijzinnigen noodlottig achten, is het socialisme in zijn huidige constella~

tie o.i. nog te weinig uitgebalanceerd om de vraag te beantwoorden, of het episcopaat van zijn kant hier misschien evenzeer totalitaire neigingen ver~

moedt, waartegen het zich, juist als totalitaire autoriteit wel moet keren met alle middelen, waarover het beschikt.

• • •

Wij wezen reeds vroeger op het feit, dat bijv.

de V ara haar bestaan alleen dankt aan het zuilenstelseL De V ara is de socialistische omroep, die een socialistische cultuur wil stimuleren. Cut~

tuur nu zonder een levensbeschouwing is niet denkbaar. En wanneer er werkelijk van een socia- listisch cultuurbeeld sprake kan zijn, dan moet dit wel botsen met het cultuurbeeld van het katho- licisme. Daargelaten de vraag of de middelen die het episcopaat toepast om zijn gelovigen van dat socialistische cultuurbeeld verre te houden doel- treffend en in anderer (ook onze) ogen gepast .,..ijn, moet men billijkheidshalve erkennen, dat die

• .vee cultuurbeelden elkander moeilijk verdragen.

* • •

Hoe staat het op dit punt met de socialistische partij?

Nog in de beide jongstverschenen nummers van het socialistische weekblad Tijd en Taak betoogt Ds Buskes, dat hij en ,zijn geestverwan~

ten wel het socialisme als levens- en wereldbe- schouwing afwijzen, maar er tegelijkertijd vast van overtuigd zijn dat het socialisme meer is dan een uitsluitend zakelijke aangelegenheid. Wij zul- len - schrijft hij - tegen de achtergrond van een geschiedenis van eeuwen, onze socialistische idea~

len inhoud hebben te geven, opdat deze idealen de motor worden achter onze beweging. En even tevoren: ,.Het komt mij voor, dat het behoort tot de taak van onze socialistische beweging - niet uitsluitend dus tot de taak van de Werkgemeen- schappen, maar tot die van onze gehele beweging - zich er rekenschap van te geven, wat wij ver- staan onder het geestelijk erfgoed, waarvoor wij de verantwoordelijkheid dragen en zo antwoord te geven op de vraag, wat wij onder humaniteit verstaan". Kort gezegd: Ds Buskes betoogt, dat het toch wèl gaat om een gemeenschappelijke Ie~

vensrichting voor alle socialisten, al moge ze dan geen algemeen-geldige socialistische levens- en wereldbeschouwing zijn.

Heel het .. zuilenstelsel" dat ons openbare Ie~

ven beheerst, rust trouwens voor een belangrijk deel juist op de socialistische pretentie, dat het socialisme een eigen sector in ons totale cultuur~

leven uitmaakt.

.. * *

In de verwoede strijd welke onze beide grote regeringspartijen tegen elkander voeren, is het jongste mandement een wapen van onbereken~

bare betekenis, een wapen welks hantering wij juist om zijn onberekenbaarheid wat de conse- kwenties betreft, betreuren.

Dat het in de strijd geworpen wordt, stemroe tot bezinning allen die de grenzen tussen het ter~

rein van de politiek en dat van religie en wereld~

beschouwing niet strikt in het oog houden.

deR.

(2)

VRIJHEID EN DEMOCRATIE 19 JUNI 1954 - PAG 2.

Wijziging Garantiewet Burgerlijk Overheidspersoneel Indonesië *

en instelling Productsch.a.ppert Voedeetvoorziening

Geknoei om een amendement, dat geen wezenlijke betekenis meer had

De Regering is gekomen met een wijziging van de z.g. Garantiewet Burgerlijk Overheidspersoneel Indonesië. Dat is begrijpelijk, want zij . was destijds opgezet op een geheel andere basis.

want, mr De Graaf, beogende (als ge- zegd) de wachtgeldperiode, bedoeld in de afvloeiingsvoorwaarden, met vijf jaar (tot uiterlijk 31 December 1964) te verlengen in plaats van met twee jaar.

De verwachtiinc, dat cle Indonesische Rècering wijs en verstandig het Necler- la.ndse ambtenaftlllkorpa nog tal vaa jaren sen ha.adllaven. en ..,. op .rustige wijze de opbouw van de republiek zou bevorderen, is niet in vervulling gegaan, aldus moest onze woordvoerder in de Tweede Kamer bij de behandeling van dit ont- werp, de beer Ritmeester, vaststellen.

Het gold ook voor het door de heer Van de W·etering (C.H.} ingediende amendement om degenen, die na de oorlog op verzoek van de Nederlandse Regering als zogenaamde kortverbander in Indonesië voor de tijd van drie jaar waren tewerk gesteld, doch buiten hun schuld door de regering van de repu- bliek Indonesië •verden ontheven van deze terbeschikkingstelling en daardoor financieel WC!'den ~·edupeerd, tenminste alsnog in het genot te stellen van de volledige toelage en bonus, welke hun bij de uitzending in uitzicht werd ge- steld.

:a:1en meende daar al zeer spoedig, waarschijnlijk reeds kort na de souvereini- teitsoverdracht, het zonder Nederlandse ambtenaren even goed, zo niet beter, te kunnen doen. Zij moesten dus weg en de gevolgen bleven, naar de heer Rit- meester vaststelde, niet uit; het cemts van een goed ~tuorsappa.ra.at is een der oorzaken van de snelle achteruitgang van dit land, waar de corruptie welig tiert.

Om deze ambtenaren te kunnen wegwerken, werd niet alleen hun rechts- positie aangetast, maar ook werden de dienstverhoudingen onaanvaardbaar ce-

wijzigd; daar er verder nog op allerlei gebied aanmerkelijke verslechteringen

plaa$8 vonden, went hun levenspositie langzamerhand een onmogelijke. Ook de heer Ritmeester en practisch alle andere woordvoerders In de Kamer hadden gewezen op de onbillijke behan·

deling dezer kortverbanders.

Nu stelde het Rijk zich bij de Garan- tiewet wel garant voor de voldoening

van alle rechten en aanspraken, welke aan de ambtenaren toekwamen bij ont-

slag binnen vijf jaren na de souvereini- teitsoverdracht ingevolge de ter Ronde- Tafelconferentie overeengekomen af- vloeiingsbepalingen en de op 5 Augus- tus 1949 van kracht zijnde algemene personeelsbepalingen, voor zover de In·

donesische Regering de door haar ter RT.-conferentie aangegane verplichtin- een niet of niet ten volle mocht nako- men, maar er was op dit tei.Tein geen ervaring.

Anderzijds, zo merkte onze woord- yoerder terecht op, was teveel gerekend op de goede trouw en kon niet wocden voorzien, onder welke omstandigheden de ambtenaren daar zouden komen te werken en te leven.

Daarom was het goed, dat onze Re·

gering een wijziging heeft bevorderd, waardoor de wet aan de tegenwoordige omstandigheden is aangepast, al achtte de heer Ritmeester het niet duidelijk, waarom dit niet reeds in 1951 was ge- beurd, waardoor veel narigheid zou zijn voorkomen. ,

Hij was de Regering intussen erken- telijk voor de niet onbelangrijke verbe- teringen, die thans zijn aangebr-acht, al oordeelde hij deze niet voldoende.

Op welke punten de heer Ritmeester ook de nieuwe voorstellen onvoldoende achtte, heeft hij zeer uitvoerig uiteen-

gezet met de ernst en de deskundigheid, die zijn optreden altijd kenmer' en. Wij zullen daar hier nu niet omstandig meer op ingaan, daar het voor niet-belang- hebbenden een te gecompliceerde ge- schiedenis is.

Wel echter willen wij niet verzuimen te vermelden, dat minister Luns nog op een aantal punten aan de verlangens van onze woordvoerder is tegemoet ge- komen.

Zo verklaarde minister Luns in zijn rede o.a.: "Na alle ter zake door de ge- achte sprekers in -.rerschillende varian- ten geuite verlangens te hebben ver- Domen, ben ik bereid de wachtgeldrege- ling met twee jaar te verlengen, zoals door de geachte afgevaardigde de heer Ritmeester en de geachte ~..fgevaardigde

de heer Van de Wetering (C.H.) be- pleit, en deze bei!indigingsdatum van de wachtgeldregeling te yerleggen naar 31 December 1961. Aan het verlangen al- thans van deze beide sprekers is dan tegemoet gekomen".

Eveneens was de Regel'ing bereid de termijn, gedurende welke men onde; de volledige garantie kon afvloeien, te ver- lengen van 31 December 1956 tot '31 December 1959. Niet echter was de Re·

gering bereid, rn laatstgenoemde ter- mijn èn daarbij aansluitend de wacht- geldtermijn met vijf jaar te verlengen, hetgeen door een amendement van mr De Graaf (K.V.P.) werd beoogd.

S ucces hadden prof. Lemaire (K.

N.P.) en de heer Ritmeester met een door hen gezamenlijk ingediend amendement. Dit had tot strekking, de regel, dat - behoudens bijzondere ge- vallen - de garanties voor de periodie-

1 ke uitkeringen bij een door of vanwege de

RITMEESTER ... erkentelijk ... .

republiek Indonesië getroffen afkoop- regeling vervallen, ook indien die af- koopregeling onredelijk is, te schrappen.

De indieners van dit amendement acht- ten die regel onbillijk en in strijd met de grondgedachten der Garantiewet. Mi- nister Luns nam dit amendement over.

Voor het overige klonk (wij laten nu enige andere minder belangrijke con-

cessies en toezeggingen hier buiten be- spreking) uit 's ministers mond echter

het bekende "onaanvaardbaar".

Dat gold dan in de eerste plaats het amendement van 's ministers geestver-

Het mocht echter niet baten. Minis- ter Luns bleef namens de Regering wei- gerachtig en beide amendementen wer- den onder protest ingetrokken.

Deze gang van zaken gaf de heer Stufkens (Arb.) zelfs aanleiding tot bet afleggen van een "korte verklaring", alvorens het ontwerp zonder hoofdelijke stemming werd aanvaard.

Hij gaf daarin uitdrukking aan de

"verbazing, om niet te zeggen verbijste- ring, en aan de verontrusting" van hem en zijn fractiegenoten (en anderen dach- ten er uiteraard niet Veel anders over}

over de wijze, waarop van de zijde der Regering in de2len bet gemeen overleg met de Kamer was gepleegd.

Hij bedoelde dat dan natuurlijk niet formeel, maar materieel. De twee niet overgenomen amendementen waren zonder meer onaanvaardbaar verklaard.

De Kamer was aldus in een dwang- positie gebracht: z!j zou het wetsont- werp in gevaar brengen, wanneer zij haar stem aan deze amendementen zou hebben gegeven. Daarbij was van de zijde der Regering een argumentatie ge- bruikt, die de Kamer weinig of niet had kunnen overtuigen. Niettemnn wordt, zo zei hij, terwijl het noch om ingrijpen- de financiële veranderingen, noch om ingrijpende principiële punten gaat, het gemeen overleg :;inloos gemaakt. Daar- om zouden hij en zijn politieke vrienden

"onder protest" voorstemmen.

Het was een merkwaal'dige en opval- lende verklaring, welke de heer Stuf- kens aldus richtte aan het ~res van het hem zo bevriende Kabinet-Drees.

DEZE BURGER

heelt, alvorens ze· in juchtleder te doen bundelen met stolgoud op het scherp van _de snede, de artikelen van de heer doctor H. (voor Hein) Roethol nog eens damg doorgelezen en mèt de daaraan (wel) bestede tijd steeg mijn bewonde- ring voor deze papyri.

In de vaart dezer gulle bewondering stootte ik echler, evenwel en nietie- min wel eens op iets, dat het hart - dat liberale hart van deze liberale hur·

ger - éven verwondde.

Zo las ik, in de vijlde rol, waar broeder Hein het heelt over de bijna dertig candidaten voor de provinciale staten .,afkomstig uit de hingen van direc- teuren van ondernemingen en banken, industriëlen e.d." di t:

,.In aanmerking genomen, dal het hier een, maatschappelijk gezien, zeer kleine groep betreft, is dit een hoog, een te hoog getal".

Mijnheer de Voorzitter, gezien het feit dat in Nederland vijlduizend maal méér melkboeren zijn dan Leden van de Hoge Raad der Nederlanden, die- nen de melkboeren vijlduizend maal groter invloed op de gang van zaken te hebben dan de Hoge Raad.

Mijnheer de president: het aantal hoogleraren in Nederland is w minimaal vergeleken hij dat van tramconducteuren, kellners, oppermannen en tuin- lieden. dat deze boogleraren voor goed het zwijgen dient te _worden opgelegd.

Mijnheer Roethol, vindt U mijn vergelijkingen met het door U geschrevene wel wat ál te veel naar het caricaturale doorgetrokken? Vindt U dit maar een /lauw kunstje van mij?

Ik wil dit toegeven, maar ik wil wel, en in alle ernst zeggen, dat ik vind, dat U met Uw opmerking een files eind bezijden de democratische opvatting staat, even ver als bijvoorbeeld de hoge heren die ons zendtijd weigeren om- dat wij niet groot genoeg in aantal zijn.

Zodra gij het getal vereren en de hoeveelheid bewonderen gaat, komt gij terecht bezijden de rechte weg van de democratie en gij betreedt dan paden,

die onbegaanbaar zijn voor DEZE BURGER.

M et de ontwerpen tot instelli"lg van productschappen en tot opheffing van bedrijfschappen nam de Tweede Ka.

mer de vorige week een complex van 14 wetsontwerpen tegelijk in behandeling.

De eerste zeven van dit complex hiel- den de instelling in van: een product- schap voor vee en vlees; voor gJ::oenten en fruit; voor siergewassen; voor tuin•

bouwzaden; voor margarine, vetten en oliën; voor gedistilleerde dranken en ten- slotte de instelling van productschappen en een hoofdproductschap voor akker- bouwproducten.

Daarmede hingen samen de volgende zeven, die betroffen de opheffing van:

het bedrijfschap voor vee en vlees; het hoofdbedr\ifschap voor tuinbouwproduc- ten en bedrijfschap voor groenten en fruit; het bedrijfschap voor sierteeltpro- ducten; het bedrijfschap voor tuinbouw- zaden; het bedrijfschap voor margarine, vetten en oliën; de vakorganisatie voor gedistilleerde dranken en het hoofd- bedrijfschap en d~ bedrijfschappen voor ak'kerbouwproducten.

De heer Den Hartog, die hierbij als woordvoerder van onze Tweede-Kamer- fractie optrad, stelde in het algemeen, dat, indien zijn fractiegenoten en hij zich met deze instellingsantwerpen accoord konden verklaren, zij dit vooral ook de- den uit overwegingen van practische aard.

Het is een vaststaand feit, zo zei hij.

dat wi.i in de landbouwsector, onder de huidige omstandigheden, organen in de zin van de bestaande bedrijfschappen (oude stijl). organen dus, die bekleed zijn met bepaalde bevoegdheden en die rege- lend kunnen optreden, niet kunnen ont- beren.

En aangezien de huidige bedrijfschap.

pen (producten van crisiswetgeving.

maar die, zoals onze geestverwant ge- tuigde, bun taak in het algemeen op ver- dienstelljke wljze hebben vervuld) na eenmaal moeteJJ verdwijnen, zal daar- voor dus noodwendig iets in de plaats moeten komen.

Er is dan de keuze uit twee mogelij-k- heden, te weten productschappen, zoals in deze instellingswetten zijn belichaamd, of Regeringsbureaux.

Waar de zaken zo staan, aldus de heer Den Hartog, kiezen wij voor de ;;>-oduct- schappen, omdat wij van oordeel zijn, dat de belangen van het bedrijfsleven daar- mede het best gediend zijn.

Een belangrijke vraag is echter, hoe die productschappen nu zullen - of kun- nen - werken. Die vraag is daarom zo belangrijk, omdat voo" zover onze geest- verwant de situatie kon overzien, de be- drijfsgenoten over het algemeen n'lg zeer onwennig, om niet te zeggen: onver- schillig, staan tegenover de ontwikke- ling op bet onderhavige terrein, zodat door het praktische w~ van de nieuwe organen nog veel goodwlll gekweekt zal moeten worden.

Niettemin blUft de vraag, hoever de autonomie der productschappen precies zal gaan, eigenlijk nog onbeantwoord.

Het oordeel van de Regering, wat wel en wat niet strijdig is met het algemeen be- lang, zal maatgevend ztfn en derhalve weten wti om zo te zeggen (nog) niet, waar de autonome bevoegdheden van ie productschappen beginnen en waar zij eindigen.

Bovendien hebben wij nog in het ver- schiet de Landbouwwet en de heer Den Hartog was bepaaldelijk van mening, dat het de voorkeur zou hebben verdiend, het ontwerp Landbouwwet te behande- len vóór de thans in bespreking zijnde ontwerp-Instellingswetten.

Wij zouden dan een duidelijk beeld hebben gehad van de situatie en eea beter inzicht hebben kunnen verkrijgen in de verhoudingen.

De heer Den Hartog sprak o.a. ook nog over de samenstelling van de be- sturen der productschappen. Men was bier en daar nogal bevreel!d, dat de con- sumentenbelangen in het gedrang zou- den komen. De heer Den Hertog deelde deze vrees niet.

(Vervolg op pag. t)

(3)

VRUBEID. EN DEMOORATIE

*

~

WEEK to.t WEEK *

M. d . . "?

" tn er 1Ut&t .

D e Tweede Kamer heeft als nieuw gebruik in- gevoerd, dat de leden de Voorzitter bij zijn binnenkomst staande afwachten en hun plaatsen weder innemen, nadat hij is gezeten.

De Telegraaf heeft daartegen geen bezwaar.

Zij wil echter de ministers bewegen deze beleefd- heid ·tegenover de President niet te betrachten.

Onze bewindslieden zullen stellig dit advies naast zich nederleggen. Het is niet uit vrees, dat zij iets anders zouden doen, dat wij deze regelen schrijven.

Het motief. dat de Telegraaf voor haar houding aanvoert, is echter te merkwaardig om er niet even aandacht aan te wijden. Het is van staats- rechtelijke aard. Het zou .,minder juist" zijn, als de Ministers opstaan. Dit zou passen in een staat, die op de grondslag der volkssouvereiniteit is op- gericht. Daar kan een minister hulde brengen aan de Voorzitter als vertegenwoordiger van het souvereine volk. Maar in de monarchie staat de Minister, als man van de Kroon, voor de man van de volksvertegenwoordiging niet op.

Men staat toch wel even te kijken van zoveel verwarring. De leden van een vergadering, die hulde brengen aan hun Voorzitter, huldigen de eerste man van die vergadering, niets meer en niets minder. Of dit nu geschiedt in een publiek- rechtelijke of een privaatrechtelijke vergadering, in een gemeenteraad of in een der Kamers, het komt alles op hetzelfde neer.

Wie in de vergadering tegenwoordig is, zon- der er lid van te zijn, zal beleefdheidshalve het- zelfde doen. De Ministers zijn echter bovendien leden van de vergadering, zij het dan leden met een adviserende stem. Zij zijn, wat de orde der vergadering aangaat, op dezelfde wijze als de stemhebbende leden, aan het gezag van de Voor- zitter onderworpen.

Dat de Ministers mannen van de Kroon zijn verandert hieraan niets. Hoe kan De Telegraaf menen, dat men, omdat men man van de Kroon is,. niet ook aan een ander dan de draagster der Kroon beleefdheid zou kunnen bewijzell? Het absurde van deze stelling springt aanstonds in

·het oog, indien men het geval van de zijde der Kamerleden beziet.

Het Kamerlid is geen man van de Kroon, doch lid der vertegenwoordiging van het volk. Zou men het op deze grond dan ook .,minder juist"

moeten achten, dat Kamrrleden hulde aan de Kroon bewijzen? Zou De Telegraaf het .,meer juist" achten, dat, als op de derde Dinsdag van September de Koningin de ridderzaal binnenkomt, de leden der Staten~Generaal op hun stoelen ble- ven zitten?

Kroon en Staten~Generaal zijn twee zelfstan- dige staatsmachten. Ik ben nooit moe geweest te betogen, dat zij dat moeten blijven. Maar wie de zelfstandigheid zo uitlegt, dat zij het betrach- ten van wederzijdse beleefdheid zou uitsluitèn, heeft er bitter weinig van begrepen.

IntegendeeL zodra deze wederzijdse beleefd- heid zou gaan ontbreken, zou het er met ons staatsbestel slecht gaan uitzien. Ik wil wel aan~

nemen, dat het zo niet is bedoeld, doch opmer~

kingen als die van De Telegraaf zijn in het wezen der zaak een ondermijning der democratie.

Wie de democratie wil dienen, houde in Ne- derland èn de Kroon èn de Volksvertegenwoor-

diging in ere. P. J. 0.

* *

Zwàkke plek

'

Zoals de afgelopen jaren reeds zo vele malen is gebeurd, heeft Frankrijk zich opnieuw de gevaarlijke zwakke plek van de Europese demo- cratie getoond. .

· Op een moment, dat eenheid meer dan ooit was geboden, te weten, tijdens de conferentie van Genève, toonde het zich verdeeld door het op een kabinetscrisis te laten aankomen.

Op het moment, dat wij deze regels schrijven, duurt deze crisis nog voort en kan men reeds stellig spreken over een mislukking in Genève.

Maar ook al mocht deze crisis inmiddels zijn opgelost, dan nog is zij oorzaak geweest van een gevoelig prestigeverhes voor de Westerse demo- cratieën.

De houding van Frankrijk moet yoo.r de de- mocratische mogendheden opnieuw een ernstige waarschuwing zijn, dat zij aan het land van Ma-

rianne een zwakke bondgenoot hebben. Dit is nu eenmaal een feit, hoe somber het ook moge zijn, dit te constateren. Ware het in de overige demo- cratische landen evenzo gesteld, dan zou het er voor de vrije wereld ernstig uitzien.

Inmiddels is Zuid~Oost-Azië een gevaarlijke plek voor het behoud van de wereldvrede gewor- den. De gevaren van de werking van het commu- nisme van binnen uit, waarover wij de vorige week ter plaatse reeds schreven, hebben hier on- getwijfeld een kans.

De Verenigde Staten zullen niet kunnen in- grijpen, omdat hun levensbelangen nog niet on- middellijk worden geraakt. Indo~China immers, is en blijft een Franse zaak, die wel op een hoogst ongelukkige wijze door de Fransen is be- hartigd. Daarin ligt dan ook zeer in het kort ge- schetst het verschil in houding van de Westelijke mogendheden vergeleken met de gebeurtenissen in Korea.

M.a.w. de Westelijke mogendheden durven zich niet te storten in een door de Fransen met weinig beleid gevoerd avontuur. Dit kan uiter- aard het gevoel van de vrije wereld weinig bevre- digen. Maar boven het gevoel uit dient het ver-

stand leiding te geven. ·

Dit is de les van de jongste houding van Frank- rijk. Dit is de les ook van de bedroevende resul- taten van Genève. Een onaangename lt~s. waar- voor wij echter de ogen niet mogen sluiten.

Lichtpunt

* *

Merkwaardig is, dat de Franse politiek in ze- kere zin wordt gekenmerkt door een dualis- tisch karakter. Immers, het communistische ge- vaar in Frankrijk, dat steeds heeft gedreigd, schijnt in zijn· georganiseerde vorm aan het afne-

men te zijn. ·

Dit is duidelijk gebleken tijdens het dezer da- gen gehouden congres vart de Franse communis- tische partij, dat werd aangekottdi~ als .,een congres van vertrouwen", doch dat volslagen in zijn tegendeel is komen te Verkeren. Drie leiders werden nl. als verraders betiteld en dienovereen- komstig afgezet.

Moge men van oordeel zijn, dat dit alles niet zo belangrijk is en als een overigens ondoorgron- delijke show moet worden beschouwd, veelzeg- gend is toch wel het feit, dat het ledental van de Franse communistische partij in sterke mate ach- teruitloopt.

Zij heeft nl. in de laatste zeven jaar ongeveer de helft van haar leden verloren. Op het hierbo- ven genoemde partijcongres werd nl. bekend ge- maakt, dat het ledental in 1947 905.785 bedroeg.

In 1948: 789.459, in 1949: 786.855 en thans:

506.535.

Een ander gevaar, dat door een van de Franse communistische leiders werd gesignaleerd was de .,ouderdom" van de partij.

Slechts 11 % van de led.en is jonger dan 25 jaar.

Het percentage dat ouder is dan 50 jaar be- draagt 29. Uit peilingen onder de industrie-arbei- ders is gebleken, dat 26% zich niet bij de vak- bonden wenst aan te sluiten. Onder de landbouw- arbeiders is dit zelfs 50%.

Dit zijn interessattte cijfers, waaruit o.m. blijkt, hetgeen wel zeer belangrijk is, dat het Franse . communisme in mindere mate vat krijgt op de jongeren. Een lichtpunt inderdaad, dat tegen de achtergrond van de zwarte ontwikkeling van de Franse politiek opvallend mag worde~ genoemd.

"' *

"Doodkist van het nr,euwe

E ,,

uropa

D e opposant in de Britse Labourpartij, Bevan, heeft een nieuw en onverwacht succes ge- boekt. Een onderdeel van de Britse arbeiders- partij, de coöperatieve beweging, heeft in zijn congres met een meerderheid van zes milHoen te- gen vijf milHoen stemmen en tegen de wens van het bestuur in een resolutie aanvaard, waarin elke vorm van Duitse herbewapening wordt ver- worpen.

Volgens de Londense . correspondent van de N.R.C. krijgen de Bevanieten daarmee steun uit

U .JUNI 1154 - PAG. I

een hoek, waar zij zelf niet bijzonder sterk staan.

De coöperatieve beweging heeft nl. altijd over- wegend tot de rechtervleugel van de arbeiders- partij behoord.

Hiermee is wel bewezen, dat het opnieuw rom- melt in de Engelse arbeidersbeweging. Een nieu- we ontwikkeling, die een nieuw gevaar inhoudt voor de verwezenlijking van de Europese ge- dachte.

De Londense correspondent van de N .R.C.

drukt zich in dit verband wel zeer kernachtig, maar daarom niet minder juist uit, als hij schrijft:

.,Aan beide kanten van het Kanaal vindt het tim- merwerk aan de doodkist van het nieuwe Europa staag voortgang; op dezelfde dag waarop de com- missie voor buitenlandse zaken van het Franse parlement zich tegen ratificatie van de E.D.G.

uitsprak heeft men ook hier (in Londen, Reel.

V. & D.) een spijkertje bijgedragen".

*

Goedkoper paspoorten

Alle voorgaande tegenstrijdige berichten in de pers ten spijt zijn de rijkslegesgelden voor een paspoort niet onaanzienlijk verlaagd. De re- gering heeft zich hiermede gehouden aan haar antwoord, dat zij op 31 Mei j.l. gaf op de schrif~

telijke vragen van ons Eerste Kamerlid mr Wen- delaar, waar zij o.a. mededeelde, dat zij er ernstig ' naar streefde de terzake nodige wettelijke voor- ziening op een dusdanig tijdstip van kracht te doen worden, dat een zo groot mogelijk deel van de vacantiegangers er nog van zou kunnen profi- teren.

De beslissing van de regering zal door de va- cantiegangers op ongetwijfeld grote schaal wor- den gewaardeerd.

Niettemin schuilt er nog een onvolkomenheid in de nieuwe regeling en wel in die zin, dat de leges, die door de gemeenten in rekening wor- den gebracht nog allerminst uniform zijn. In Gel- derland is er bv. een gemeente, waar een pas- poort tot dusverre f 19 kostte tegen nu f 11.50.

In Rotterdam bedroegen de kosten vóór 1 Juli f 12.- en nu f 4.40. In Den Haag betaalde men vóór 1 Juli f 15.50, doch nu moet men nog f 8.- neertellen.

Dit zijn inderdaad grote verschillen.

Naar de Haagse redacteur van het Algemeen Handelsblad weet te melden, heeft men hem in- middels op Buitenlandse Zaken te verstaan ge- geven, dat het van de zijde van de regering zou worden toegejuicht, indien de gemeenten ertoe zouden overgaan voor paspoorten een uniform tarief vast te stellen.

Wellicht ware het mogelijk, dat de gemeente- besturen in deze één lijn zouden trekken. Hier- door zou het gebaar van de regering inderdaad billijker voor de vacantieganger gaan werken.

"' *

Staat en Ingenieur

0 p de vorige week te Utrecht gehouden ver~

gadering van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs heeft ir H. I. Keus gesproken over de ondernemer en zijn verantwoordelijkheid tegen- over de maatschappij.

De voorstanders van de gerichte economie, al- dus ir Keus, zullen zich hebben te realiseren, dat zij voorzichtiger met hun experimenten dienen te zijn dan de ingenieur, die over een proefveld be- schikt. Zij zullen volgens spreker goed doen zich aan de geneeskunde te spiegelen, die tracht de voorwaa~;den tot genezing te scheppen, waarbij de medici zich er volledig van bewust zijn, dat het organisme zelf het eigenlijke werk doet.

Dit is een waar woord. Maar al te vaak wordt door de voorstanders van de gerichte economie vergeten, dat de menselijke samenleving geen la- boratorium vormt, waarin men van te voren de wetten van oorzaak en gevolg kan onderzoeken.

Deze wetenschap dient tot grote voorzichtig- heid te manen, een voorzichtigheid, die vooral in de na~oorlogse jaren niet zonder schade uit het oog is verloren.

Het wijzen op dit grote gevaar dienen wij te zien als een nimmer aflatende taak.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Inleiding: de bestuurlijke positie van de Broederschap 151 De druk van de leden op het Hoofdbestuur om meer service 152 Anti-Joodse maatregelen: het ontslag van de Joodse notarissen

Uit de bestaande litcratuur blijkt dat C'en van de mechanismen waardoor.slachtoffers van geweld het gebeurde verwerken is, dat zij Cr eon zinvolle bctekenis aan geven. De

Gat in Zeylen, komende van benoorden soo myd de Noord-Wal, en Seylt by het Zuyd Eylant in en daar digt by langs, soo laat gy de Blinde aan Bak-Boort en hout soo u Koerts tot dight

voorlezen wat het verslag van het partijbestuur ge- richt aan een huishoudelijke partijraadsvergadering in januari 196 5 daarover bevat. Oat geeft namelijk weer wat er dan zo,

Een loonpolitiek waarbij de verantwoordelijkheid van de maatschappelijke organisaties tot haar recht komt en de overheid zodanige bevoegdheden behoudt, dat de

Daarmee strekken die hande- lingen van de aannemer immers nog niet tot nako- ming van zijn tweede verbintenis tot (op)levering van het tot stand gebrachte werk: zij hebben enkel

Kosmeijer uit Paterswolde, waarin hij in verband met zijn voorgenomen benoeming tot burgemeester van de gemeente Marum, zijn ontslag indient;. overwegende dat deze