• No results found

Vraag nr.65van 4 december 1997van de heer CARL DECALUWE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr.65van 4 december 1997van de heer CARL DECALUWE"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 65

van 4 december 1997

van de heer CARL DECALUWE

Gemeente- en provinciepersoneel – Dienstreiskosten Bij koninklijk besluit (KB) van 24 april 1997 wer-den voor het federaal personeel de bedragen van de kilometervergoeding aangepast, in uitvoering van het protocol 88/2 van comité A , waarbij door de federale regering werd beslist om de bedragen te verhogen met 5 % vanaf 1 januari 1997 en in de toekomst te indexeren volgens de mobiliteitsrege-ling die op de wedden van het personeel der minis-teries toepasselijk is.

Ondertussen zijn de bedragen wegens de over-schrijding van de spilindex met ingang van 1 okto-ber 1997 nogmaals aangepast, in die zin dat de bedragen vermeld in het KB van 24 april 1997 vanaf 1 oktober 1997 werden vermenigvuldigd met de vereffeningscoëfficiënt 1,0200.

Het KB van 29 december 1965 (gewijzigd bij KB van 18 april 1985) houdende algemene regeling inzake reiskosten gemaakt voor dienstreizen van het provincie- en gemeentepersoneel is evenwel nog niet aangepast. Vroeger was het zo dat de minister van Binnenlandse Zaken (federale rege-ring) onmiddellijk initiatief nam om de bedragen voor het provincie- en gemeentepersoneel aan te p a s s e n , ofschoon het niet kan worden ontkend dat het over een minimale aanpassing gaat. Het proto-col 88/2 stipuleert enkel dat, wat de kilometerver-goeding betreft, de federale overheid een inhaling zal toekennen. In het kader van de lokale autono-mie wordt aan de lokale overheden aanbevolen die inhaling toe te kennen.

Kan bij gebrek aan initiatief van de federale minis-ter van Binnenlandse Zaken de bevoegde V l a a m s e minister van Binnenlandse Aangelegenheden een initiatief nemen om de bedragen van de kilometer-vergoeding voor de Vlaamse lokale overheden aan te passen volgens de tarieven opgenomen in het KB van 24 april 1997 uitgevaardigd voor het fede-raal personeel ?

Zo ja, is dit reeds gebeurd ?

Antwoord

In de vergadering van 16 december 1997 van de onderafdeling van het comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, afdeling perso-neel provinciale en plaatselijke besturen en het

personeel van de gesubsidieerd officieel onderwijs dat niet bezoldigd wordt met weddetoelagen, w e r d overeengekomen dat minister Luc Martens en ikzelf een brief zullen richten aan de gouverneurs waarbij de lokale overheden op de hoogte gebracht worden van het feit dat de Vlaamse regering – net zoals de federale overheid – met ingang van 1 januari 19997, de kilometervergoeding voor dienst-reizen van haar personeel heeft aangepast en de bedragen heeft gekoppeld aan de spilindex 119,53. De brief vermeldt dat de lokale besturen de bedra-gen voor de kilometervergoeding van hun perso-neel mogen aanpassen aan de regeling van het per-soneel van de Vlaamse Gemeenschap.

Deze brief wordt weldra verstuurd aan de gouver-neurs.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De adviesaanvraag betreft het eerste koninklijk besluit dat ontworpen wordt ter uitvoering van het koninklijk besluit van 3 april 1995 dat de procedure instelde

Dat zijn onder andere alle koninklijke besluiten van 5 december 1986 inzake sociale zekerheid ( 58 ), alsmede het koninklijk besluit van 25 april 1986 waarbij sommige overheden

Ingevolge het advies van de Commissie heeft de Minister van Binnenlandse Zaken artikel 1 van het op 12 augustus 1987 voorgelegde ontwerp gewijzigd en de nieuwe voorgelegde tekst

3 In die zes maanden kunnen achterblijvende meerderjarige kinderen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding hebben gevoerd met hun overleden hurende ouder(s) de

Een algemeen verbindend voorschrift dat naast een wijziging van andere algemeen verbindende voorschriften ook zelfstandige bepalingen (dat wil zeggen: tekst die niet een ander

De minister verstrekt op aanvraag subsidie voor de kosten van een verduurzamingsmaatregel, voor onderhoud of voor verbetering van een gebouw aan de eigenaar van dat gebouw, voor

Indien dit de (digitale) kadastrale kaart of de BRT is, dan zal het in rekening te brengen tarief gebaseerd zijn op de Tarievenregeling Kadaster van de Dienst; indien het de BAG of

Wanneer niet alleen de nevenfuncties maar ook het bedrag van de daaruit voortvloeiende inkomsten bekend zijn, kan de raad beschikken over relevante informatie voor een debat over