RAADGEVENDE COMMISSIE VOOR DE
BESCHERMING VAN DE
PERSOONLIJKE LEVENSSFEER
ADVIES Nr 88 / 071 van 20 juli 1988 --- O. ref. : 10527 / L / A / 75
BETREFT : Ontwerp van Koninklijk Besluit tot regeling van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen wat de dienst voor studietoelagen van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap betreft.
--- De Raadgevende Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid op de artikelen 8 en 12;
Gelet op de brief en het verzoek om advies dd. 2 juni 1988 van de Minister van Binnenlandse Zaken;
Heeft op 20 juli 1988 volgend advies gegeven :
Op verzoek van de Heer Minister van Binnenlandse Zaken en Openbaar ambt dd.
12 augustus 1987 bracht de Commissie op 2 oktober 1987 advies uit over een ontwerp van Koninklijk Besluit waarbij het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister door de dienst voor studietoelagen van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap zou worden geregeld.
Het advies van de Raadgevende Commissie was gunstig onder voorbehoud van een opmerking die geformuleerd werd in verband met de in artikel 1 van het voorgelegde ontwerp vervatte machtiging : de Commissie was van oordeel dat de voorgestelde machtiging, die zou gegeven worden aan de dienst voor studietoelagen van de Administratie voor Onderwijs en Permanente Vorming van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, veel te algemeen was omdat zij de dienst in zijn geheel omvat : alleen de ambtenaren die ingevolge hun aktiviteiten het identificatienummer moeten gebruiken, mogen onder de werkingssfeer van het besluit vallen en dienen op zo precies mogelijk wijze te worden aangeduid.
Ingevolge het advies van de Commissie heeft de Minister van Binnenlandse Zaken artikel 1 van het op 12 augustus 1987 voorgelegde ontwerp gewijzigd en de nieuwe voorgelegde tekst strekt ertoe de machtiging om het identificatienummer van de personen die ingeschreven zijn in het Rijksregister van de natuurlijke personen te gebruiken, te verlenen aan het diensthoofd en de door hem wegens hun funkties aangewezen ambtenaren en beambten van de dienst voor studietoelagen van het Ministerie van Vlaamse Gemeenschap.
Aan artikel 1 wordt een paragraaf 2 toegevoegd waarin voorzien wordt dat de lijst van de bedoelde ambtenaren en beambten jaarlijks voor 1 oktober door het diensthoofd toegestuurd wordt
aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Openbaar Ambt.
De nieuwe voorgestelde tekst komt tegemoet aan de bekommernis van de Commissie de ambtenaren die onder de werkingssfeer van het Besluit vallen op zo precies mogelijke wijze te zien aanduiden, met name het diensthoofd en de door hem wegens hun functies aangewezen ambtenaren en beamten.
In de aldus gelibelleerde tekst wordt de machtiging duidelijk beperkt tot de specifiek aangewezen ambtenaren en beambten, van wie de lijst jaarlijks (op limitatieve wijze) wordt opgesteld, waarbij de tekst duidelijk preciseert dat de aanwijzing van de ambtenaren geschiedt
"wegens hun funkties", zodat enkel die ambtenaren en agenten die ingevolge hun aktiviteiten het nummer moeten gebruiken, ook hiertoe worden gemachtigd.
Gezien uit het voorgelegde dossier blijkt dat de bedoelde ambtenaren en beambten behoren tot niveau 1 of 2, en rekening houdend met de in vorige alinea aangehaalde beperking, kan de Raadgevende Commissie gunstig advies geven.
De Raadgevende Commissie zou evenwel wensen dat de lijst van ambtenaren en beambten met vermelding van hun funktie eveneens jaarlijks aan de Raadgevende Commissie wordt medegedeeld.
De Secretaris, De Voorzitter,
A. PIPERS D. HOLSTERS