Pensioen van zelfstandigen
Boumans, M.E.C.
2020
document version
Publisher's PDF, also known as Version of record
Link to publication in VU Research Portal
citation for published version (APA)
Boumans, M. E. C. (2020). Pensioen van zelfstandigen: Een juridische analyse van de regulering van de toegang van zelfstandigen tot pensioen.
General rights
Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain
• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal ?
Take down policy
If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.
E-mail address:
vuresearchportal.ub@vu.nl
III
Inhoudsopgave
Voorwoord……… I Lijst van gebruikte afkortingen ... XV
VRAAGSTELLING ...1
Hoofdstuk 1 Inleiding ...3
1.1 Ten geleide ...3
1.1.1 Kern van het onderzoek ...3
1.1.2 Het Nederlandse pensioenstelsel ...3
1.1.3 Het Nederlandse pensioenstelsel onder druk ...5
1.1.4 Flexibilisering arbeidsmarkt ...6
1.1.5 De opkomst van de zelfstandige ...7
1.1.6 De zelfstandige in het sociaaleconomisch bestel ...8
1.1.7 De zelfstandige in het pensioenstelsel ...9
1.1.8 Pensioeninkomen van de zelfstandige ... 11
1.1.9 Pensioen van de zelfstandige in de belangstelling ... 11
1.1.10 Pensioen van de zelfstandige en de toekomst van het pensioenstelsel ... 13
1.2 Onderzoeksvraag... 14
1.2.1 Vraagstelling ... 14
1.2.2 Deelvragen ... 15
1.3 Belang van het onderzoek ... 16
1.4 Opbouw van het onderzoek ... 18
1.5 Onderzoeksmethode ... 21
1.6 Begrenzing van het onderzoek... 22
DEEL I ZELFSTANDIGE EN PENSIOEN ... 25
Hoofdstuk 2 De zelfstandige ... 27
2.1 Inleiding ... 27
2.2 Zelfstandige in de sociaaleconomische context... 28
2.2.1 Ongrijpbare zelfstandige ... 28
2.2.2 Over de ondernemer en de werknemer ... 28
2.2.2.1 Ondernemer ... 28
IV
2.2.2.3 Vervaging van het onderscheid ... 30
2.2.3 Over de freelancer, zelfstandige en zzp’er ... 31
2.2.3.1 Freelancer ... 31
2.2.3.2 Zelfstandige ... 32
2.2.3.3 Zzp’er ... 34
2.2.4 Enkele typologieën van zelfstandigen... 37
2.2.4.1 Nadere onderverdeling ... 37
2.2.4.2 Zzp’er versus zmp’er ... 37
2.2.4.3 Klassieke zelfstandige versus nieuwe zelfstandige ... 37
2.2.4.4 Afhankelijke zzp’er versus niet afhankelijke zzp’er ... 38
2.2.4.5 Zelfstandige versus schijnzelfstandige ... 39
2.2.5 Zelfstandig ondernemerschap als gemeenschappelijk kenmerk... 39
2.3 Zelfstandige in de juridische context... 40
2.3.1 Geen eenduidige juridische definitie ... 40
2.3.2 Zelfstandige in het arbeidsrecht ... 41
2.3.2.1 Reikwijdte van het arbeidsrecht ... 41
2.3.2.2 Arbeidsovereenkomst ... 42
2.3.2.3 Overeenkomst van aanneming van werk ... 44
2.3.2.4 Overeenkomst van opdracht ... 45
2.3.2.5 Grenzen van de arbeidsovereenkomst ... 45
2.3.3 Zelfstandige in het sociaalzekerheidsrecht ... 49
2.3.3.1 Reikwijdte van het sociaalzekerheidsrecht ... 49
2.3.3.2 Volksverzekeringen en werknemersverzekeringen ... 50
2.3.3.3 Specifieke regelingen voor zelfstandigen ... 52
2.3.4 Zelfstandige in de inkomstenbelasting ... 54
2.3.4.1 Doelstelling ... 54
2.3.4.2 IB-ondernemer ... 55
2.3.4.3 Resultaatgenieter uit overige werkzaamheid ... 56
2.3.4.4 Belastbaar loon ... 57
2.3.5 Zoektocht naar rechtszekerheid ... 58
2.3.5.1 Ontbreken van rechtszekerheid ... 58
2.3.5.2 VAR-verklaring ... 59
2.3.5.3 Keerzijden van de VAR-systematiek ... 60
2.3.5.4 Wet DBA ... 62
2.3.5.5 Zoektocht duurt voort ... 64
2.3.5.6 Nieuwe wetgeving in consultatie ... 70
2.3.6 Zelfstandige in de Europeesrechtelijke context ... 73
2.3.6.1 Europeesrechtelijke context ... 73
V
2.3.6.3 Zelfstandigenbegrip... 75
2.3.6.4 Schijnzelfstandige... 76
2.3.7 Zelfstandige in het pensioenrecht ... 79
2.3.7.1 Pensioenrecht ... 79
2.3.7.2 Zelfstandige in de Pw ... 80
2.3.7.3 Zelfstandige in de Wet Bpf 2000 ... 81
2.3.7.4 Zelfstandige in de WVB ... 82
2.3.8 Begrip zelfstandige in de context van dit proefschrift ... 83
2.4 Conclusie ... 84
Hoofdstuk 3 Pensioen en pensioenstelsel ... 87
3.1 Inleiding ... 87
3.2 Pensioen ... 88
3.2.1 Historische context van pensioen ... 88
3.2.2 Pensioen is pensioen... 91
3.2.3 Het pensioenbegrip in de literatuur ... 92
3.2.4 Het pensioenbegrip in de pensioenwetgeving ... 95
3.2.5 Het pensioenbegrip in de jurisprudentie ... 100
3.2.6 Overheidsrol bij pensioenen ... 100
3.3 Pensioen vanuit het perspectief van de zelfstandige ... 103
3.3.1 Pensioen en zelfstandigen ... 103
3.3.2 Hebben zelfstandigen pensioen? ... 104
3.3.3 Pensioen van zelfstandigen in relatie tot het pensioenbegrip ... 105
3.4 Het pensioenstelsel ... 107
3.4.1 Het drie pijlerstelsel ... 107
3.4.2 De eerste pijler ... 108
3.4.3 De tweede pijler ... 111
3.4.4 De derde pijler ... 113
3.4.5 De vierde en de vijfde pijler ... 116
3.4.5.1 Het vijf pijlerdenken ... 116
3.4.5.2 Eigen vermogen als vierde pijler ... 117
3.4.5.3 Menselijk kapitaal als vijfde pijler ... 118
3.5 Pensioenopbouw zelfstandigen ... 119
3.6 Conclusie ... 123
DEEL II AANVULLEND PENSIOEN VAN ZELFSTANDIGEN ... 125
Hoofdstuk 4 Aanvullend pensioen voor zelfstandigen ... 127
VI 4.2 Pensioenwet ... 128 4.2.1 Historisch perspectief ... 128 4.2.1.1 Pensioen- en spaarfondsenwet ... 128 4.2.1.2 Personele werkingssfeer ... 129 4.2.1.3 Besluit pensioentoezegging ... 130 4.2.1.4 Toegang tot de PSW ... 131 4.2.2 Pw: doelstelling en uitgangspunten ... 132 4.2.2.1 Invoering Pw ... 132 4.2.2.2 Doelstelling en uitgangspunten ... 132 4.2.2.3 Reikwijdte ... 133
4.2.3 Verruiming personele werkingssfeer ... 134
4.2.4 Vrijwillige voorzetting voor zelfstandigen ... 136
4.2.4.1 Vrijwillige voortzetting in de Pw naar tien jaar ... 136
4.2.4.2 Fiscale faciliëring naar tien jaar ... 139
4.2.4.3 Vrijwillige voortzetting blijft actueel ... 140
4.2.5 Enkele specifieke onderwerpen ... 142
4.2.5.1 Zelfstandigen in de pensioendriehoek ... 142
4.2.5.2 Zelfstandigen en de besturing van het pensioenfonds ... 143
4.2.5.3 Zelfstandigen en de premieafdracht ... 144
4.3 De Wet Bpf 2000 ... 144
4.3.1 Historisch perspectief ... 144
4.3.1.1 Wet Bpf 1949 ... 144
4.3.1.2 Doelstelling en uitgangspunten Wet Bpf 1949 ... 145
4.3.1.3 Inhoud en betekenis wet Bpf 1949 ... 146
4.3.1.4 ‘Issues’ van toen, ‘issues’ van nu ... 147
4.3.2 Wet Bpf 2000 ... 149 4.3.2.1 Algemeen ... 149 4.3.2.2 Begrippenkader ... 150 4.3.2.3 Personele werkingssfeer ... 151 4.3.3 Verplichtstelling ... 152 4.3.3.1 Algemeen ... 152
4.3.3.2 Werkingssfeer van de verplichtstelling ... 152
4.3.3.3 Rechtsgevolgen verplichtstelling ... 153
4.3.4 Verhouding werknemer – zelfstandige in de Wet Bpf 2000 ... 153
4.3.5 Bedrijfsactiviteiten ... 155
4.3.6 Representativiteit van zelfstandigen in het bedrijfstakpensioenfonds ... 156
4.3.6.1 Algemeen ... 156
VII
4.3.6.3 Representativiteitseisen werknemerszijde ... 160
4.3.7 Vrijstelling ... 162
4.3.7.1 Vrijstellingsmogelijkheden Wet Bpf 2000 ... 162
4.3.7.2 Vrijstelling in relatie tot zelfstandigen ... 164
4.3.8 Enkele specifieke onderwerpen ... 165
4.3.8.1 Inhoud van de pensioenregeling ... 165
4.3.8.2 Solidariteit en collectiviteit ... 166
4.3.8.3 Fiscaal pensioenkader ... 168
4.3.8.4 Uitvoeringstechnische aspecten ... 170
4.3.8.5 Premieafdracht ... 171
4.4 Conclusie ... 172
Hoofdstuk 5 Aanvullend beroepspensioen voor zelfstandigen ... 175
5.1 Inleiding ... 175
5.2 Historisch perspectief ... 176
5.2.1 De gilden ... 176
5.2.2 Het notarieel pensioenfonds ... 176
5.2.3 Conflict in de huisartsenbranche ... 179
5.3 Wet Bpr ... 180
5.3.1 Het wetsontwerp ... 180
5.3.2 Van vrij beroep naar beroep ... 181
5.3.3 Niet ieder beroep kwalificeert als beroepsgroep ... 182
5.3.4 Verplicht pensioenfonds of verplichte pensioenregeling ... 183
5.3.5 Draagvlak onder beroepsgenoten ... 184
5.3.6 Belang van de Wet Bpr ... 185
5.3.7 Wet Bpr versus Wet Bpf 1949 ... 186
5.4 Totstandkoming WVB ... 188
5.4.1 MDW-traject ... 188
5.4.2 SER advies 1997 ... 189
5.4.3 Een langjarige discussie ... 189
5.5 WVB ... 191
5.5.1 Volwaardige pensioenwet voor beroepsgenoten ... 191
5.5.2 WVB in vogelvlucht ... 192
5.6 Toegang tot de WVB... 193
5.6.1 Zelfstandige beroepsgenoot en beroepsgenoten in loondienst ... 193
5.6.1.1 In overwegende mate zelfstandige beroepsgenoten ... 193
VIII
5.6.1.3 Werkingssfeer ... 197
5.6.2 Representativiteit via de beroepspensioenvereniging ... 198
5.6.2.1 Beroepspensioenvereniging ... 198
5.6.2.2 Taken beroepspensioenvereniging ... 200
5.6.2.3 Representativiteit... 201
5.6.3 Uitvoering van de beroepspensioenregeling ... 203
5.6.3.1 Pensioenuitvoerder ... 203
5.6.3.2 Beroepspensioenfonds ... 204
5.7 Draagvlak voor beroepspensioenregelingen ... 205
5.8 Solidariteit, gelijke behandeling en doorsneepremie ... 207
5.8.1 Solidariteit en doorsneepremie ... 207
5.8.2 Gelijke behandeling ... 208
5.8.3 Premie ... 209
5.8.3.1 Premiebetaling en invordering ... 209
5.8.3.2 Geen premie, wel recht ... 210
5.9 Beroepspensioenregelingen en zelfstandigen ... 211
5.10 Conclusie ... 215
DEEL III PENSIOEN VAN ZELFSTANDIGEN EN EUROPA ... 217
Hoofdstuk 6 Europeesrechtelijk kader ... 219
6.1 Inleiding ... 219
6.2 Zelfstandigen in Europa ... 220
6.2.1 Aandeel zelfstandigen Europese beroepsbevolking ... 220
6.2.2 Geen eenduidig Europeesrechtelijk zelfstandigenbegrip ... 221
6.2.3 Zelfstandigen en pensioen in Europa ... 223
6.3 Rol en bevoegdheid EU... 225
6.4 Doelstelling en relevantie EU ... 226
6.4.1 Waarden en doelstellingen EU ... 226
6.4.2 Sociale doelstellingen naast economische doelstellingen ... 227
6.4.3 Eigen rechtsorde: directe werking en voorrang ... 228
6.5 De vier vrijheden ... 229
6.5.1 Interne markt... 229
6.5.2 Vrij verkeer van vestiging ... 230
6.5.3 In relatie tot het vrij verkeer van werknemers ... 230
6.5.4 In relatie tot het vrij verkeer van diensten... 231
IX
6.6 Europees mededingingsrecht ... 234
6.6.1 Mededingingsrecht en verplichte pensioendeelname zelfstandigen ... 234
6.6.2 Hoofdlijnen Europees mededingingsrecht ... 234
6.6.3 Het kartelverbod ... 236
6.6.4 Jurisprudentie HVJ EU ... 238
6.6.4.1 Albany-jurisprudentie ... 238
6.6.4.2 Pavlov-arrest ... 240
6.6.4.3 FNV KIEM-arrest ... 242
6.6.5 Rechtbank Den Haag 30 januari 2019 ... 243
6.6.6 Analyse mededingingsrecht en verplichte pensioendeelname zelfstandigen ... 247
6.7 Pensioengerelateerde Europese regelgeving ... 250
6.7.1 PEPP-verordening ... 250
6.7.1.1 Aanleiding en doelstelling PEPP ... 250
6.7.1.2 Grondslag van het PEPP ... 251
6.7.1.3 Kenmerken van het PEPP ... 252
6.7.1.4 Plaats in het Nederlandse pensioenstelsel ... 253
6.7.1.5 Standpunt Nederlands kabinet ... 254
6.7.1.6 PEPP en zelfstandigen ... 255
6.7.2 Richtlijn 2016/2341/EU ... 255
6.7.2.1 Inwerkingtreding IORP- richtlijn ... 255
6.7.2.2 Doelstelling IORP-richtlijn ... 256
6.7.2.3 IORP-richtlijn en zelfstandigen ... 256
6.7.2.4 IORP-richtlijn: zelfstandigen en de PPI ... 257
6.7.3 Richtlijnen 98/49/EG en 2014/50/EU ... 260
6.8 Europees beleid en zelfstandigen ... 261
6.8.1 Stimulering ondernemerschap ... 261
6.8.2 Sociaal beleid ... 261
6.8.2.1 Sociale bescherming voor iedereen, ook zelfstandige arbeidskrachten ... 261
6.8.2.2 Europese pijler voor sociale rechten ... 262
6.8.2.3 Europees pensioenbeleid ... 265
6.9 Conclusie ... 266
Hoofdstuk 7 Inventarisatie in drie Europese landen ... 269
7.1 Inleiding ... 269
7.2 Selectie en onderzoeksmethode ... 270
7.3 België ... 271
7.3.1 Zelfstandigen in België ... 271
X
7.3.3 Zelfstandigen in het Belgische pensioenstelsel ... 276
7.3.4 Relevantie voor Nederland... 279
7.4 Denemarken ... 279
7.4.1 Zelfstandigen in Denemarken ... 279
7.4.2 Het Deense pensioenstelsel ... 282
7.4.3 Zelfstandigen in het Deense pensioenstelsel ... 285
7.4.4 Relevantie voor Nederland... 287
7.5 Verenigd Koninkrijk ... 288
7.5.1 Zelfstandigen in het Verenigd Koninkrijk ... 288
7.5.2 Het pensioenstelsel in het Verenigd Koninkrijk ... 289
7.5.3 Zelfstandigen in het pensioenstelsel van het Verenigd Koninkrijk ... 294
7.5.4 Relevantie voor Nederland... 297
7.6 Schematische weergave inventarisatie ... 298
7.7 Conclusie ... 299
DEEL IV PENSIOEN VOOR ZELFSTANDIGEN IN EEN TOEKOMSTIG STELSEL ... 301
Hoofdstuk 8 Ontwikkelingen met betrekking tot pensioen van zelfstandigen ... 303
8.1 Inleiding ... 303
8.2 Ontwikkelingen op hoofdlijnen ... 304
8.2.1 Periode tot 1950 ... 304
8.2.2 Periode van 1950 tot 2000 ... 306
8.2.3 Periode na 2000 ... 310
8.3 De discussie over zelfstandigen in een breder perspectief ... 310
8.3.1 Van ‘non issue’ naar ‘topic issue’... 310
8.3.2 Zelfstandigen als onderdeel van de flexibilisering van de arbeidsmarkt ... 313
8.3.3 Zelfstandigen en hun sociale zekerheid ... 315
8.3.3.1 Een uitbreiding van de toegang tot de sociale zekerheid? ... 315
8.3.3.2 Uitgelicht: het arbeidsongeschiktheidsrisico ... 319
8.3.4 De fiscale positie van zelfstandigen ... 324
8.3.4.1 Verschil in belastingdruk ... 324
8.3.4.2 Zelfstandigenaftrek en andere ondernemersfaciliteiten ... 325
8.3.4.3 Kritiek op de zelfstandigenaftrek ... 326
8.4 Relevante rapporten over pensioen van zelfstandigen uitgelicht ... 328
8.4.1 SER-rapport ‘zzp’ers in beeld’ (2010) ... 328
8.4.2 Kabinetsreactie ‘Pensioen van zelfstandigen’ (2013) ... 329
XI
8.4.4 SER-verkenning zzp’ers en pensioen (2017) ... 333
8.5 Relevante rapporten over de toekomst van het pensioenstelsel uitgelicht ... 333
8.5.1 De opmaat naar de stelseldiscussie (2009 – 2010)... 333
8.5.2 De nationale pensioendialoog (2014 – 2015)... 335
8.5.3 De SER-pensioenrapporten (2015 – 2019) ... 335
8.5.3.1 Toekomst pensioenstelsel (2015) ... 335
8.5.3.2 Verkenning persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling (2016) 336 8.5.3.3 Naar een nieuw pensioenstelsel (2019) ... 337
8.5.4 Enkele overheidsrapporten ... 339
8.5.4.1 Hoofdlijnen van een toekomstbestendig pensioenstelsel (2015) ... 339
8.5.4.2 Perspectiefnota Toekomst Pensioenstelsel (2016) ... 340
8.6 Maatregelen in het kader van het Pensioenakkoord 2013 ... 341
8.6.1 Het Pensioenakkoord van 18 december 2013 ... 341
8.6.2 Derde pijlerpensioen buiten de bijstand ... 341
8.6.3 Geen revisierente bij afkoop ingeval van arbeidsongeschiktheid ... 342
8.6.4 Monitoring vrijwillige voortzetting ... 343
8.6.5 Verruiming aanvraagtermijn vrijwillige voortzetting ... 344
8.7 Geen nieuwe deelname van zelfstandigen in de tweede pijler ... 344
8.7.1 De stilte in de tweede pijler ... 344
8.7.2 De strijd om de zelfstandige schilder ... 346
8.8 Nieuwe lijfrenteproducten in de derde pijler ... 347
8.8.1 Een aantal eerste pogingen ... 347
8.8.2 Steun van de overheid voor nieuwe lijfrenteproducten ... 349
8.8.3 Nieuwe aanbieders en hun producten in de derde pijler ... 350
8.9 Kabinet Rutte III en de opmaat naar het pensioenakkoord ... 352
8.10 Het pensioenakkoord van 5 juni 2019 ... 354
8.11 Conclusie ... 356
Hoofdstuk 9 De positionering van het pensioen voor zelfstandigen in acht topics ... 359
9.1 Inleiding ... 359
9.2 AOW ... 360
9.2.1 AOW en zelfstandigen ... 360
9.2.2 AOW in beweging ... 361
9.2.3 AOW en de toekomst van het pensioenstelsel ... 363
9.3 Verantwoordelijkheid voor en zeggenschap over pensioen ... 365
XII
9.3.2 Zeggenschap ... 367
9.4 Vrijwillig of verplicht ... 369
9.4.1 Huidig pensioenstelsel ... 369
9.4.2 Korte historische terugblik ... 370
9.4.3 Pensioenvrijheid voor zelfstandigen als uitgangspunt ... 372
9.4.4 Argumenten voor en tegen een pensioenplicht voor zelfstandigen ... 375
9.4.5 Pensioenplicht voor zelfstandigen? ... 376
9.4.6 Algemene pensioenplicht voor alle werkenden? ... 377
9.5 Gedragseconomische inzichten ... 379
9.5.1 Keuzevrijheid ... 379
9.5.2 De (ir)rationaliteit van gedrag ... 379
9.5.3 Keuzearchitectuur ... 380
9.5.4 Keuzearchitectuur en pensioen ... 382
9.5.5 Keuzearchitectuur en pensioen van zelfstandigen ... 383
9.6 Solidariteit en collectiviteit ... 384
9.6.1 Dragers van het aanvullend pensioen... 384
9.6.2 Zelfstandigen ... 385
9.7 Fiscale behandeling van pensioen... 387
9.7.1 Gelijke behandeling binnen de tweede pijler... 387
9.7.2 Fiscaal kader in de tweede en de derde pijler ... 387
9.7.2.1 Fiscale behandeling van lijfrenten ... 387
9.7.2.2 Specifieke lijfrenteaftrek voor zelfstandigen ... 388
9.7.3 Fiscaal kaders niet gelijk ... 388
9.7.4 Naar een arbeidsvormneutraal pensioenkader? ... 389
9.8 Eigendomsrecht ... 391
9.8.1 Eigendomsrecht en pensioen ... 391
9.8.2 Eigendomsrecht en pensioen van zelfstandigen ... 393
9.9 Taakafbakening ... 395
9.9.1 Achtergrond... 395
9.9.2 Domein- en productafbakening ... 396
9.9.3 Taakafbakening en zelfstandigen ... 397
9.10 Conclusie ... 399
Hoofdstuk 10 Verbetermaatregelen toegang aanvullend pensioen ... 403
XIII
10.2 ‘No brainer’ ... 404
10.3 Stimuleringsmaatregelen... 405
10.3.1 Verhoging pensioenbewustzijn en handelingsperspectief ... 405
10.3.1.1 Maatregel ... 405
10.3.1.2 Beschouwing ... 407
10.3.2 ‘Framing’, ‘commitment mechanisms’, standaardopties ... 408
10.3.2.1 Maatregel ... 408
10.3.2.2 Beschouwing ... 410
10.3.3 Invoering koppeling zelfstandigenaftrek aan pensioenopbouw ... 410
10.3.3.1 Maatregel ... 410
10.3.3.2 Beschouwing ... 411
10.3.4 Invoering van een arbeidsvormneutraal pensioenkader ... 411
10.3.4.1 Maatregel ... 411
10.3.4.2 Beschouwing ... 412
10.3.5 Zelfstandigenrekening... 412
10.3.5.1 Maatregel ... 412
10.3.5.2 Beschouwing ... 413
10.4 Versterking huidig wettelijk kader ... 414
10.4.1 Versterking vrijwillige voortzetting ... 414
10.4.1.1 Maatregel ... 414
10.4.1.2 Juridische implicaties... 417
10.4.1.3 Beschouwing ... 420
10.4.2 Invoering vrijwillige aansluiting bij een pensioenuitvoerder ... 421
10.4.2.1 Maatregel ... 421
10.4.2.2 Juridische implicaties... 426
10.4.2.3 Beschouwing ... 431
10.4.3 Versterking wettelijk kader Wet Bpf 2000 ... 432
10.4.3.1 Maatregel ... 432
10.4.3.2 Juridische implicaties... 438
10.4.3.3 Beschouwing ... 442
10.5 Invoering wettelijke pensioenplicht ... 444
10.5.1 Wettelijke pensioenplicht zonder keuzevrijheid in regeling en uitvoerder ... 444
10.5.1.1 Maatregel ... 444
10.5.1.2 Juridische implicaties... 448
10.5.1.3 Beschouwing ... 450
10.5.2 Wettelijke pensioenplicht met keuzevrijheid voor regeling en uitvoerder ... 451
10.5.2.1 Maatregel ... 451
XIV
10.5.2.3 Beschouwing ... 455
10.5.3 Wettelijke pensioenplicht met opting-out ... 456
10.5.3.1 Maatregel ... 456
10.5.3.2 Juridische implicaties... 461
10.5.3.3 Beschouwing ... 462
10.6 Conclusie ... 463
TER AFSLUITING ... 465
Hoofdstuk 11 Samenvatting en conclusies ... 467
11.1 Inleiding ... 467 11.2 Onderzoeksvraag... 467 11.3 Het onderzoek ... 468 11.3.1 Algemeen ... 468 11.3.2 Zelfstandige ... 468 11.3.3 Pensioen ... 471 11.3.4 Aanvullend pensioen... 474 11.3.5 Aanvullend beroepspensioen ... 475 11.3.6 Europa ... 476
11.3.7 Inventarisatie in drie Europese landen ... 478
11.3.8 Ontwikkelingen ... 480
11.3.9 Positionering in acht topics ... 483
11.3.10 Verbetermaatregelen toegang aanvullend pensioen ... 487
11.4 Slotbeschouwing ... 489
11.4.1 De kern van het vraagstuk ... 489
11.4.2 Bescherming ... 490
11.4.3 Vrijheid ... 492
11.4.4 Verantwoordelijkheid ... 493
11.4.5 Pensioen van zelfstandigen: bescherming, vrijheid, verantwoordelijkheid... 494
English summary ... 495
Literatuurlijst (alfabetisch) ... 505
Rechtspraak (chronologisch) ... 517