• No results found

Vraag nr. 74 van 18 februari 2000 van de heer JOS STASSEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 74 van 18 februari 2000 van de heer JOS STASSEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 74

van 18 februari 2000

van de heer JOS STASSEN

Abdijkerk Ninove – Archeologische site

Op de archeologische site aan de abdijkerk in Ni-nove werd de laatste jaren interessant materiaal opgegraven en blootgelegd.

De vraag rijst nu of de blootgelegde constructies zichtbaar moeten worden gehouden, dan wel of ze opnieuw met grond mogen worden bedekt.

1. In welke mate is deze site waardevol ? (Bijvoor-beeld in vergelijking met gelijkaardige sites in Vlaanderen) ?

2. Heeft de minister reeds een standpunt ingeno-men over de toekomst van deze site ? Zo ja, i n welke zin ? Zo neen, werd reeds advies ge-vraagd aan het Instituut voor het A r c h e o l o g i s c h Patrimonium (IAP) en/of de Vlaamse A r c h e o-logische Raad ?

3. Welke subsidies van het Vlaams Gewest werden voor dit project tot nu toe uitgekeerd ?

4. Kan de minister een raming geven van de kost-prijs voor het zichtbaar houden van de opgra-vingen ?

Antwoord

1. De opgravingen op de site van de Norbertijnen-abdij van Ninove werden in 1991 op initiatief van de stad Ninove gestart tussen de voormalige abdijkerk en de spoorweg Denderleeuw-Ge-r a a Denderleeuw-Ge-r d s b e Denderleeuw-Ge-r g e n , gezien de onmiddellijke bedDenderleeuw-Ge-rei- bedrei-ging van het bodemarchief door de geplande bouw van de parking.

Vanaf 1993 werd door de stad assistentie ge-vraagd aan het IAP om het onderzoek in goede wetenschappelijke banen te leiden. S i n d s d i e n werd de opgraving onder leiding van het IAP uitgevoerd, tot de laatste campagne in 1999. Het opgegraven gedeelte maakt slechts een fractie uit van gans de site van de abdij, die zich – inbegrepen de convents- en economische ge-bouwen en andere goederen – in de loop der jaren (van 1157 tot 1796) uitbreidde vanaf het huidige Kerkplein in het zuiden, tot de Lange Muren in het noorden, op de oostelijke oever

van de Beverbeek. De site heeft een grote h i s t o-rische waarde.

De stichting van de abdij is belangrijk geweest voor de groei en bloei van de stad tot het einde van het Ancien Régime en vormt de zogenaam-de zogenaam-derzogenaam-de ontwikkeling van Ninove, na een Ka-rolingische kern gelegen rond de Graanmarkt (1ste ontwikkeling : 9de eeuw) en de bouw van een burcht ten zuiden van de Dender (2de ont-w i k k e l i n g : 11de eeuont-w). De abten van Ninove bekleedden hoge posten in de politieke en reli-gieuze wereld van toen.

Het zeer goed bewaarde abdijarchief (met onder meer rekeningen verspreid over gans de 15de en tweede helft van de 18de eeuw, k r o n i e-ken vanaf de stichting, ambtsdagboee-ken uit de 17de en vroegere 18de eeuw, een groot aantal iconografische bronnen tussen 1620 en 1820, … ) geeft de site een historische meerwaarde ten op-zichte van andere abdijsites uit dezelfde perio-de.

Het archeologisch onderzoek op de site heeft eveneens een hernieuwing van historische re-search gegenereerd, die resulteerde en nog zal resulteren in enkel publicaties gericht aan de wetenschappelijke wereld en andere voor een breed publiek. Zo wordt er op dit ogenblik ge-werkt aan een wetenschappelijk én een pu-blieksgerichte uitgave van het beroemde Liber Miraculorum en aan een archeologisch-histori-sche monografie over de opgravingscampagnes op de abdijsite, uit te geven door het IAP. De site heeft tevens een aanzienlijke a r c h e o l o-gische waarde.

De gevonden sporen schetsen opgang, bloei en verval van een kleinere abdij, opgericht nabij een kleine stad in het graafschap V l a a n d e r e n . De archeologische waarde ligt echter vooral in het feit dat de site een uitstekend beeld schetst van drie opeenvolgende conventen.

De eerste (Romaanse) conventsgebouwen, g e-bouwd in de volle Middeleeuwen (vanaf 1157), bevinden zich nog grotendeels onder en ten zui-den van de huidige kerk ; grondvesten van de Romaanse abdijkerk met het aanpalende graf-veld en versierde bouwelementen uit die perio-de vormen perio-de belangrijkste bron voor haar re-constructie.

(2)

opgetrokken en bleven in gebruik tot in de achttiende eeuw ; zij werden voor ongeveer de helft opgegraven.

De derde (classificatie) conventsgebouwen, o p-gericht vanaf 1761 en voor een vierde onafge-werkt gebleven, zorgden voor een explosieve s c h a a l v e r g r o t i n g. Het plan ervoor is in oor-sprong een ontwerp van de beroemde architect Laurent-Benoît Dewez, die hiermee zijn eerste klooster in een lange rij uittekende en voor een gedeelte ook realiseerde in de Lage Landen. O p de site is hiervan ongeveer drie achtste blootge-legd.

De studie van de abdij heeft hernieuwde aan-dacht geschonken aan het bouwkundige patri-m o n i u patri-m in Ninove, waarvan de abdij vaak de bouwheer was.

Enkele gebouwen van de abdijsite staan inder-daad nog recht : de abdijkerk, de veldpoort, h e t h o s p i t a a l , het oostelijk gedeelte van de voor-poort en de huidige dekenij zijn onmiddellijk als dusdanig herkenbaar. Andere gebouwen wer-den echt herontdekt : de voorpoort, w o n i n g e n aan het kerkplein, …

Dankzij de combinatie van het archeologische ( b o d e m ) a r c h i e f, het muurarcheologische archief (van nog rechtopstaande gebouwen op de site) en het historische archief is het mogelijk geble-ken een goede en verantwoorde reconstructie te maken van het ontstaan, de groei en het verval van de conventsgebouwen.

De site heeft ten slotte nog vele s t e d e n b o u w-kundige en stedelijke mogelijkheden die nog niet werden benut.

De hele omgeving is een niemandsland dat er-voor zorgt dat de abdijkerk wat geïsoleerd staat en de band met de omliggende woonbuurten en het winkelcentrum nagenoeg onbestaande is. De opgave voor deze site, zoals aangegeven in een eerste advies van de Koning Boudewijn-s t i c h t i n g, reikt verder dan de inrichting van een archeologisch park en wordt geformuleerd als de vraag op welke wijze deze centraal gelegen en historisch belangrijke plek ten volle en van-zelfsprekend deel kan worden van het stedelijk leven.

2. Er werd door de administratie nog geen advies gevraagd aan het Instituut voor het A r c h e o l o-gisch Patrimonium of de Vlaamse A r c h e o l o g i-sche Raad nopens de toekomst van de site, g e l e t

voornamelijk op de nauwe betrokkenheid van het IAP bij de hele onderneming.

Wegens de hierboven beschreven waarde van de archeologische site, inbegrepen de nog ver-borgen resten vanaf het Kloosterplein in het zuiden tot aan de Lange Muren in het noorden, wordt op dit ogenblik op het IAP een bescher-mingsdossier voor gans de abdijzone voorbe-reid.

3. De gemeenteraad van Ninove heeft reeds in de vorige legislatuur besloten tot consolidatie van de resten en de inrichting tot een archeologisch p a r k . Daarvoor werd een budget vastgelegd van 4 miljoen frank, waarvan de helft reeds besteed is.

Het Vlaams Gewest heeft tot heden nog geen subsidies uitgekeerd, het IAP blijft echter in-staan voor de wetenschappelijke omkadering en ondersteuning.

De huidige gemeenteraad heeft in deze legisla-tuur de opgegraven zone opgenomen als ar-cheologische site in het ontwerp-BPA A l b e r t-l a a n . Voor de inrichting van het zogenaamde "archeologisch park" werd door de stad een voorstel gedaan aan de Koning Boudewijnstich-t i n g, die heBoudewijnstich-t onBoudewijnstich-twerp bekroond heefBoudewijnstich-t meBoudewijnstich-t een prijs van 300.000 frank in haar "campagne bouwkundig erfgoed en toerisme in cultureel p e r s p e c t i e f " . Daarop heeft de gemeenteraad be-slist een ontwerper aan te stellen voor de inrich-ting van de ruimere archeologische zone (de blootgestelde resten, het Oude Ke r k h o f, a b d i j-kerk en j-kerkplein) en haar integratie in het ste-delijk landschap.

Als dusdanig lijkt de toekomst van de opgegra-ven resten reeds vast te liggen.

4. De totale kostprijs voor de consolidatie van de resten (zichtbaar houden van de opgravingen stricti sensu) is berekend op 6 miljoen frank. D e kosten van de inrichting van de archeologische site met omgeving blijven een onbekende fac-t o r, vermifac-ts eersfac-t hefac-t werk van de onfac-twerper moet uitgevoerd zijn.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Vermits het verslag van het Hoog Comité van Toezicht daartoe geen aanleiding gaf, werden er geen sancties genomen tegen de betreffende ambtenaren.. Zowel het verslag van

Op basis van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, waarin de wegcategorisering en de ontwikkelingsperspectieven voor de verschillen- de wegcategoriën worden vastgelegd (ook

De afdeling Jeugd en Sport heeft geen zicht op de reserves en voorzieningen die worden opgebouwd binnen de provinciale werkingen van het landelijk erkend jeugdwerk.. Zij heeft

13 KRUIBEKE-BAZEL-RUPELMONDE 12 POLDER LIER 11 ANDERSTADT I 10 ANDERSTADT II 9 BOVENZANDEN 8 DURME IV 7 DURME I 6 BERGENMEERSEN 5 PAARDEWEIDE 4 SCHELDEBROEK 3

Een onderdeel van de probleemstelling is – naast de valorisatie van de archeologische site zelf – de vraag voor de aanleg van een beperkte parking in de hoek van het

Er bestaan al jaren plannen om ingrepen te doen op drie belangrijke en zeer gevaarlijke kruispunten op de ring rond Ninove : kruispunt Tr a m s t a t i e, kruispunt

Heeft de kostprijs een doorslaggevende rol ge- speeld in de keuze van de huidige inrichting, i n plaats van een keuze voor niet-vermenging van wegverkeer en zwakke weggebruikers3.

Men kan de bruggen zodanig bouwen dat later aan één zijde (bv. noordzijde A11) een dubbel trein- spoor kan worden aangelegd zonder veel nieuwe hinder of ruimtebeslag.. Wordt de