• No results found

Voor een pleegkind met recht een toekomst : Een studie naar de (rechts)positie van (pleeg)ouders en (pleeg)kinderen in geval van langdurige uithuisplaatsing

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Voor een pleegkind met recht een toekomst : Een studie naar de (rechts)positie van (pleeg)ouders en (pleeg)kinderen in geval van langdurige uithuisplaatsing"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Voor een pleegkind met recht een toekomst : Een studie naar de

(rechts)positie van (pleeg)ouders en (pleeg)kinderen in geval van

langdurige uithuisplaatsing

Punselie, E.C.C.

Citation

Punselie, E. C. C. (2006, March 15). Voor een pleegkind met recht een toekomst : Een

studie naar de (rechts)positie van (pleeg)ouders en (pleeg)kinderen in geval van langdurige

uithuisplaatsing. Meijers-reeks. Kluwer, Deventer. Retrieved from

https://hdl.handle.net/1887/4329

Version:

Corrected Publisher’s Version

License:

Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the

Institutional Repository of the University of Leiden

Downloaded from:

https://hdl.handle.net/1887/4329

(2)
(3)
(4)

Voor een pleegkind met recht

een toekoms t

E en s tu die na a r de (rechts )pos itie v a n

(pleeg)ou ders en (pleeg)kinderen in

gev a l v a n la ngdu rige u ithu is pla a ts ing

P R O E F S C H R IF T

ter v erkrijging v a n

de gra a d v a n D octor a a n de U niv ers iteit L eiden, op gez a g v a n de R ector M a gnificu s D r. D .D . B reimer, hooglera a r in de fa cu lteit der W is ku nde en

N a tu u rw etens cha ppen en die der G enees ku nde, v olgens b es lu it v a n het C ollege v oor P romoties te v erdedigen op w oens da g 1 5 ma a rt 2 0 0 6 klokke 1 6 .1 5 u u r

door

E lis a b eth C ha rlotte C hris tina P u ns elie

(5)

Promotiecommissie:

Promotor: prof. mr. J.E. Doek

Referent: prof. mr. drs. M.R. Bruning

Overige leden: mr. M.L.C.C. de Bruijn-Lü ckers (Gerechtshof ’s-Gravenhage) prof. mr. P. Vlaardingerbroek (Universiteit van Tilburg) prof. mr. W.G. Huijgen

Lay -out: Anne-Marie K rens – Tekstbeeld – Oegstgeest © 2006 E.C.C. Punselie

ISBN 90-13 0-3 3 28 -8

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensb estand, of openb aar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieë n, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Voorzover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de S tichting R eprorecht (P ostb us 3 0 5 1, 213 0 K B H oofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in b loemlezingen, readers en andere compilatiewerken (art. 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de S tichting P R O (S tichting P ub licatie- en R eproductierechten O rganisatie, P ostb us 3 0 6 0 , 213 0 K B H oofddorp, www.cedar.nl/pro).

(6)
(7)
(8)

Inhoudsopgave

LIJS T V A N A F K O R T ING E N X I

INLE ID ING 1

1 K O R T E S C H E T S V A N H E T O NT S T A A N V A N P LE E G Z O R G INNE D E R LA ND 5 1.1 P leegz or g: hoe het b egon 5 1.2 D e invloed van de K inder w etten 7 1.3 P leegz or g r ond de T w eede W er eldoor log 11

1.4 D e na-oor logse jar en 15

1.5 C onc lusie 2 0

2 PLE E G Z O R G A NNO 2 0 0 5:V O R M E N V A N P LE E G Z O R G E N F INA NC IË LE A S P E C T E N 2 3

2 .1 Inleiding 2 3

2 .2 D efinitie pleegz or g 2 3

2 .3 S oor ten pleegz or g 2 5

2 .3 .1 Inleiding 2 5

2 .3 .2 V r ijw illige plaatsing 2 6 2 .3 .3 C ontr ole vr ijw illige plaatsingen 2 7 2 .3 .4 Justitië le plaatsing 2 9

2 .4 C ijfer s 3 0

2 .5 E nk ele financ ië le aspec ten 3 4 2 .5.1 B ijdr age van ouder s in k osten pleegz or g 3 4

2 .5.2 P leegver goeding 3 5

2 .5.3 O ver ige ver goedingen 3 8 2 .5.4 P leegouder voogdij en onder houdsplic ht 4 1 2 .5.5 B etaald pleegouder sc hap 4 2 2 .6 P leegz or g in b ijz onder e w etten 4 6

2 .6 .1 Inleiding 4 6

2 .6 .2 Z or gr egelingen 4 6

2 .6 .3 U itk er ingsr egelingen algem een 50 2 .6 .4 Nab estaandenr egelingen 52 2 .6 .5 O ver ige r egelingen 55

2 .7 C onc lusie 55

3 PLE E G Z O R G A NNO 2 0 0 5:H E T K A D E R V A N K IND E R B E S C H E R M ING 59

3 .1 Inleiding 59

3 .2 O nder toez ic htstelling 6 0

3 .2 .1 Inleiding 6 0

(9)

VIII Inhoudsopgave 3.2.3 Instrument van de aanwijzing 62 3.2.4 De machtiging uithuisplaatsing 65 3.2.5 Tijdelijkheid ondertoezichtstelling met uithuisplaatsing 69

3.2.6 Conclusie 71

3.3 Ontneming van het gezag 73

3.3.1 Inleiding 73

3.3.2 Schorsing van het gezag 74 3.3.3 Ontheffing van het gezag 76

3.3.3.1 Inleiding 76

3.3.3.2 Rekwestreerbevoegdheid: een monopolie voor de Raad voor de

kinderbescherming? 77

3.3.3.3 Ontheffing of ondertoezichtstelling (licht of zwaar) 79 3.3.3.4 Het belang van het kind 81 3 .3 .3 .5 F am ily lifein spagaat 83 3.3.4 Ontzetting van het gezag 89

3.3.5 Conclusie 90

3.4 Voogdij 91

3.4.1 Benoeming pleegouder tot voogd: factoren van belang 91

3.4.2 Einde voogdij 94

3.4.3 Voogdij en meerderjarig worden 95

3.4.4 Tijdelijke voogdij 96 3.4.5 Conclusie 102 3.5 Adoptie 103 3.5.1 Inleiding 103 3.5.2 Voorwaarden 105 3.5.3 Rechtsgevolgen 108 3.5.4 Herroeping 110

3.5.5 Andere adoptiesy stemen 111 3.5.6 Van pleegkind naar adoptiekind? 114

3.5.6.1 Inleiding 114

3.5.6.2 Alles-of-niets-karakter adoptie 115

3.5.7 Conclusie 119

4 PLEEGZORG EN RECHTSPOSITIE BETROKKENEN 121

4.1 Inleiding 121

4.2 Pleegouders en de rol van ouderlijk gezag 121 4.3 Pleegouders en medisch handelen 128

4.3.1 Algemeen 128

4.3.2 Vrijwillige plaatsing: gezag bij ouders 132

4.3.3 Justitiële plaatsing 133

4.3.3.1 Ondertoezichtstelling 133

4.3.3.2 Voogdij 135

4.4 Verzet pleegouders tegen vertrek pleegkind 138

4.4.1 Inleiding 138

4.4.2 Blokkaderecht 139

4.4.3 Verzet in kader ondertoezichtstelling 145 4.5 Naamswijziging pleegkinderen 152

(10)

Inhoudsopgave IX

5 VERDRAGSRECHTELIJKE VERPLICHTINGEN 155

5.1 EVRM 155

5.1.1 Inleiding 155

5.1.2 Family life 156

5.1.3 Ontwikkelingen in de rechtspraak van hetEHRM 157

5.1.4 Conclusie 169 5.2 IVRK 171 5.2.1 Relevante bepalingen 171 5.2.2 Rechtstreekse werking 172 5.2.3 Reikwijdte 172 5.2.4 RechtspraakIVRK 174 5.2.5 Conclusie 175

6 HET STREVEN NAAR CONTINUÏTEIT IN DE OPVOEDING:ERVARINGEN IN DE

VERENIGDESTATEN 177

6.1 Inleiding 177

6.2 Juridisch kader 178

6.2.1 Termination of Parental Rights 178 6.2.2 Adoption and Safe Families Act (ASFA) 179 6.2.3 DoorwerkingASFAin statenrecht 180

6.2.4 Koerswijziging 181

6.3 ASFA-omissies en kritiek 184

6.3.1 Algemeen 184

6.3.2 Kritiek op deASFA-eisen 185 6.3.3 De niet-adopterende pleegouder 187

6.3.4 Netwerkplaatsingen 188

6.3.5 Legal orphans 189

6.3.6 Alternatieven 190

6.4 Samenvatting en conclusie 191 7 RECENTE ONTWIKKELINGEN IN DE VERNIEUWING VAN DE PLEEGZORG IN

NEDERLAND 193

7.1 Inleiding 193

7.2 De nieuwe Visie op pleegzorg 193

7.2.1 Inleiding 193

7.2.2 Pleegzorg met Visie: juridische haken en ogen 195

7.2.3 Ex pert-meeting 196

7.2.4 Kabinetsstandpunt 198

7.2.5 Vervolg Trillium: Pleegzorg 2 199

7.3 Beter beschermd 204 7.4 Wet op de jeugdzorg 207 7.4.1 Inleiding 207 7.4.2 De Wjz in vogelvlucht 208 7.4.3 Aanspraken op jeugdzorg 209 7.4.4 Positie vreemdelingen 212 7.4.5 Beroep en bezwaar 213

(11)

X Inhoudsopgave

7.4.7 Wjz en voogdij 215

7.5 Conclusie 217

8 VOORSTELLEN TOT WIJZIGING VAN HET WETTELIJK KADER VAN DE PLEEGZORG

INNEDERLAND 221

8.1 Blokkaderecht pleegouders bij ondertoezichtstelling 222 8.2 Beperkt gezag voor pleegouders 223 8.3 Ontheffing van gezag bij perspectief biedende pleegzorg 223 8.3.1 Enige overwegingen vooraf 225 8.3.2 Een nieuwe grond voor ontheffing 229

8.4 Gezag naar pleegouders 229

8.4.1 De situatie na ontneming van het gezag aan de ouders 291 8.4.2 Voogdijoverdracht aan pleegouders 233

8.4.3 Gezamenlijke voogdij 233

8.4.4 Ontheffing van de voogdij 235 8.5 Financiële vergoedingen en compensatie 235 8.6 Naar een vorm van zwakke adoptie 236

SUMMARY 239

LITERATUURLIJST 245

RECHTSPRAAKREGISTER 259 TREFWOORDENREGISTER 263

(12)

Lijst van afkortingen

AA Ars Aequi

A A C W A A d op tion A ssistanc e and C h ild W elfare A c t aant. aantekening

A G A d voc aat-G eneraal

A K W A lgem ene K ind erb ijslagw et

A M K A d vies- en M eld p u nt K ind erm ish and eling ap p l. no. A p p lic ation N u m b er

A N W A lgem ene N ab estaand enw et

A R A R A lgem een R ijksam b tenarenreglem ent art(t). artikel(en)

A S F A A d op tion and S afe fam ilies A c t B W B u rgerlijk W etb oek

C R vB C entrale R aad van B eroep

C R C C om m ittee on th e R igh ts of th e C h ild D C I D efenc e for C h ild ren

d iss. d issertatie ed (s). ed itor(s)

E H R M E u rop ees H of inz ake d e R ec h ten van d e M ens

E V R M E u rop ees V erd rag tot b esc h erm ing van d e rec h ten van d e m ens en d e fu nd am entele vrijh ed en

F JR T ijd sc h rift v o o r F a m ilie- en Jeug d rec h t H R H oge R aad d er N ed erland en

IV R K V erd rag inz ake d e R ec h ten van h et K ind JIN Jurisp rud en tie in N ed erla n d

jo. ju nc to

LJN Land elijk Ju risp ru d entie N u m m er m .nt m et noot van

M O -groep M aatsc h ap p elijke O nd ernem ersgroep N G R N ed erland se G ez insraad

N J N ed erla n d se Jurisp rud en tie N JB N ed erla n d s Juristen b la d

N T v G N ed erla n d s T ijd sc h rift v o o r G en eesk un d e O M O p enb aar M inisterie

ots ond ertoez ic h tstelling p . p agina(s)

P res. P resid ent R b . R ec h tb ank red . red ac tie

(13)

XII Lijst van afkortingen Rv. Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

RvdW Rechtspraak van de Week RvS Raad van State

Rw.Ned Rijkswet op het Nederlanderschap S tb. S taatsblad

S tcrt. S taatscourant

T PR T ermination of Parental Rights TvG Tijdschrift voor Gez ondheidsrecht U vA U niversiteit van Amsterdam VN Verenigde Naties

VU Vrije U niversiteit

VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Wjz Wet op de jeugdzorg

Wjhv Wet op de jeugdhulpverlening

(14)

Inleiding

P leegz o r g is een v o r m v a n h u lp v er lening die v a lt o nder de W et o p de jeu gd-z o r g. H et is h u lp a a n jeu gdigen in de v o r m v a n v er gd-z o r ging en o p v o eding, v er leend do o r a nder en da n de o u der s , o p b a s is v a n een (p s y c h o s o c ia le) indic a -tie. H et p la a ts en v a n een k ind in een p leeggez in k o m t tegem o et a a n h et in h et V er dr a g inz a k e de R ec h ten v a n h et K ind neer gelegde r ec h t v a n h et k ind o m in gez ins o m s ta ndigh eden o p te gr o eien. In 20 0 4 z ijn 15 .9 6 0 p leeggez inp la a t-s ingen gefina nc ier d.1P leego u der z ijn v er gt v eel. P leegk inder en z ijn v a a k do o r

h u n v er leden getr a u m a tis eer de k inder en, die v eel m eer s teu n en b egeleiding b eh o ev en da n een k ind da t niet b ijz o nder getr a u m a tis eer d is . M ede do o r de h o ge eis en die a a n p leego u der s ges teld m o eten w o r den o m die intens iev e h u lp en b egeleiding te b ieden, is er een tek o r t a a n ges c h ik te p leeggez innen, h etgeen b lijk t u it h et feit da t la ng niet v o o r a lle k inder en die v o o r een p leegz o r gp la a t-s ing z ijn geïndic eer d, da a dw er k elijk en tijdig een p la a tt-s in een p leeggez in gev o nden k a n w o r den.2 D eels w o r dt dit tek o r t o v er igens v er o o r z a a k t do o r

c a p a c iteits p r o b lem en in div er s e r egio ’s (er z ijn w el p leego u der s , m a a r er is geen geld o m de p la a ts ing te fina nc ier en).

H et tek o r ts c h ietende a nim o o m p leego u der te w o r den k a n ec h ter o o k deels w o r den to eges c h r ev en a a n de z w a r e c o m b ina tie v a n a r b eid en p leegz o r g.3

E en a nder e m o gelijk e r eden v o o r h et tek o r t a a n p leego u der s w o r dt to eges c h r e-v en a a n de s lec h te b eelde-v o r m ing die b ij a s p ir a nt-p leego u der s o e-v er h et p leeg-o u der s c h a p b es ta a t. O p div er s e p u nten w leeg-o r den k la c h ten v er z a m eld v a n p leego u der s o v er de w ijz e w a a r o p z ij z ic h do o r h u lp v er lenings ins ta nties b eh a ndeld v o elen, o v er de fina nc ier ing v a n de p la a ts ingen en o v er de r ec h ts -p o s itie v a n o u der s , -p leego u der s en -p leegk inder en. V er der b r engt h et tijdelijk e k a r a k ter v a n p leegz o r g v eel o ndu idelijk h eid en o nz ek er h eid v o o r a lle b etr o k k e-nen m et z ic h m ee. D it k a n a s p ir a nt-p leego u der s , die gr a a g h u n m a a ts c h a p p elijk s teentje w illen b ijdr a gen, a fs c h r ik k en.4

1 F a c ts h eet P leegz o r g 20 0 4, te r a a dp legen v ia w w w .p leegz o r g.nl o nder a c tu eel. 2 O p 31 dec em b er w a c h tten r u im 10 0 0 k inder en la nger da n 45 da gen o p een ges c h ik te p la a ts

(15)

2 Inleiding

De rechten en plichten van ouders, pleegouders en pleegkinderen zijn mede afhankelijk van de vraag of sprake is van een vrijwillige of justitië le plaatsing. B ij een vrijwillige plaatsing behouden de ouders volledig het gezag over het kind. Zij kunnen gedurende het eerste jaar in beginsel hun kind op elk moment weer bij zich thuis nemen. S taat het kind onder voogdij van een natuurlijk persoon en deze stemt in met de plaatsing van het kind in een pleeggezin, dan valt deze plaatsing eveneens onder het begrip vrijwillige plaatsing. Een justitië le plaatsing vindt plaats in het kader van een kinderbeschermingsmaat-regel: een ondertoezichtstelling of (eventueel na schorsing of ontneming van het ouderlijk gezag) de benoeming van een rechtspersoon tot voogd. In geval van justitië le plaatsingen zijn ouders niet bevoegd om zelfstandig wijziging te brengen in de verblijfplaats van hun kind.

De wet kent diverse voorzieningen waarin speciale aandacht wordt gegeven aan de (rechts)positie van het pleegkind en/ of zijn pleegouders (vaak aange-duid als een a nder da n de o u der die de m inder ja r ige a ls b eh o r end to t z ijn gez in v er z o r gt en o p v o edt), bijvoorbeeld:

· A rt. 1:253s en 336aB W: het zogenaamde blokkaderecht. Dit recht houdt in dat als een kind met toestemming van zijn met gezag belaste ouders of voogd minimaal een jaar in een pleeggezin is verzorgd en opgevoed, deze ouders of voogd het kind niet zonder toestemming van de pleeg-ouders uit het pleeggezin kunnen weghalen. A ls de pleegpleeg-ouders de toestemming weigeren, kunnen de ouders de rechter vragen om vervan-gende toestemming;

· A rt. 1:254B W: pleegouders kunnen een verzoek indienen tot het treffen van een ondertoezichtstelling;

· A rt. 1:263B W: pleegouders kunnen het B ureau Jeugdzorg vragen af te zien van de wijziging van de verblijfplaats van het kind (bijvoorbeeld de terugplaatsing naar de eigen ouders);

· A rt. 1:268 B W: pleegouders kunnen na een succesvol beroep op het blok-kaderecht een verzoek indienen tot gedwongen ontheffing van de ouder(s). Maar deze en andere wettelijke voorzieningen bieden volgens velen onvoldoen-de bescherming aan het recht van pleegouonvoldoen-der en pleegkinonvoldoen-deren op eerbiediging van hun gezinsleven (art. 8 EVRM). Dit gebrek aan bescherming doet zich vooral voor bij een langdurig verblijf van een pleegkind in een pleeggezin, meer in het bijzonder in het kader van een maatregel van kinderbescherming. Dit probleem is sinds begin 2000, toen een nieuwe visie op pleegzorg werd gepre-senteerd niet afgenomen, (hierna de Visie).5 Deze Visie houdt in dat een

duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen kortdurende pleegzorg (pleegzorg

(16)

Inleiding 3

als module in een zorgprogramma) en langdurende en definitieve pleegzorg (pleegzorg als opvoedingsarrangement, ook wel aangeduid als opvoedings-variant), waarbij teruggaan naar huis voor het pleegkind geen doel meer is. Deze nieuwe Visie op pleegzorg heeft, waar het de positie van (ouders en pleegouders van) langdurig in een pleeggezin geplaatste kinderen betreft nog niet geleid tot fundamentele aanpassingen van het wettelijk kader.

De centrale vraag in deze studie is of, en zo ja in welke mate, de wet (en de praktijk) moet worden gewijzigd om bij langdurig verblijf van een kind in een pleeggezin (al dan niet in het kader van een kinderbeschermingsmaatregel) aan het aldus ontstane gezinsleven (family life) de passende (ook door inter-nationale verdragen verlangde) bescherming en erkenning te geven, onder gelijktijdige respectering van de rechten van de eigen ouders van het kind. In kaart wordt gebracht wat nu precies de knelpunten zijn in de rechtspositie van ouders, pleegouders en pleegkind in het geval van een pleegzorgplaatsing die ofwel van meet af aan, dan wel vanaf een bepaald moment, geen tijdelijk karakter heeft. Omdat lang niet steeds van meet af aan duidelijk is of een pleegzorgplaatsing een tijdelijke oplossing zal blijken te zijn, dan wel of de plaatsing uiteindelijk zal verworden tot een langdurige plaatsing die zelfs de gehele verdere jeugd van het kind kan voortduren, zal in deze studie waar relevant ook worden ingegaan op de rechtspositie van ouders, kinderen en pleegouders in de situatie dat (nog) wel gesproken kan worden van een tijdelijke plaatsing. Daarbij zal dan vooral aandacht worden besteed aan leemten in het wettelijk kader die aan het licht treden op het moment dat de nieuwigheid van de plaatsing af is, doch in juridisch opzicht de plaatsing nog steeds wordt beschouwd als ware deze pas zeer recent aangevangen (hoofd-stukken 3 en 4). Een en ander zal worden geplaatst in het licht van de Neder-landse verdragsverplichtingen (hoofdstuk 5), terwijl ook de ervaring met de aanpak van langdurige pleegzorg in de Verenigde Staten bij de beschouwingen wordt betrokken (hoofdstuk 6). U iteraard vormt de nieuwe Visie een belangrijk beleidskader, ook voor de toekomstige wettelijke regeling van de rechtspositie van pleegkinderen en pleegouders en deze zal derhalve nader worden bespro-ken in hoofdstuk 7 . Op basis van dit onderzoek zullen in het laatste hoofdstuk (hoofdstuk 8) voorstellen worden gedaan die moeten leiden tot een verbetering van het wettelijk kader waarbinnen de langdurige pleegzorg is gepositioneerd, waarbij het accent zal liggen op de inrichting en hantering van kinderbescher-mingsmaatregelen.

(17)

4 Inleiding

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Brief, van een Amsterdamsch heer, aan een heer te Rotterdam.. leend hebbende woordlyk heb afgeschreven,) in dezer voege: Myn Heer: wy hebben zeker veel benaauwdheids en

nannoplankton: allerkleinste planktonische organismen; hiertoe behoren onder andere bacteriën, flagellaten, groenvieren;. nekton: organismen die aktief in het water zwemmen

Zij is verbonden aan de katholieke hogeschool Vives in Kortrijk en stond binnen het project Ouders als Onderzoekers onder andere in voor het ondersteunen van

De schaal over sociale steun peilt naar het netwerk en de mate waarin ouders de zorg kunnen delen, bv.: ‘Er is minstens één iemand bij wie ik mijn zorgenkind met een gerust

Het enkele feit echter dat de situatie in het gezin van de ouders thans geen grond meer oplevert voor een uithuisplaatsing, wil nog niet zeggen dat het kind telkens weer zijn recht

If only one of the foster parents is appointed guardian, this financial responsibility for the child does not occur and the foster parent will receive subsidy for raising the child,

Een onderzoek naar het rechtskarakter van de concessie in Nederland en in Frankrijk, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2000, ISBN 90 5454 042 7..

7 Voor het ontwikkelen van een rechtsfiguur die de vrouwelijke partner van de moeder de gelegenheid biedt om vanaf het moment van de geboorte van het kind als juridische ouder met