Citation
Jordens, I. (2005, November 23). Transport of Lysosome-Related Organelles. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/4341
Version: Corrected Publisher’s Version
License: Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in theInstitutional Repository of the University of Leiden Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/4341
149
Nederlandse Samenvatting
151
Nederlandse Samenvatting
Het immuunsysteem beschermt ons lichaam tegen de invasie van lichaamsvreemde eiwitten en schadelijke indringers, zoals bijvoorbeeld bacteriën. Cellen die de bacteriën opruimen omsluiten de bacterie in een membraan waardoor de bacterie in de celopgenomen wordt. Hierbij wordt een afzonderlijk compartiment binnen in de cel gevormd dat dieper de cel in getransporteerd wordt via de zogenaamde endosomale route. Gedurende dit transport worden er continu eiwitten toegevoegd door fusie metandere compartimenten die zich in de celbevinden,waardoor de samenstelling steeds veranderd.Door deze toevoegingen verzuurd het interne milieu van het compartiment wat optimaal is voor de afbraak van bijvoorbeeld bacteriën tot kleine fragmenten eiwit (peptiden). Dit relatief zure compartiment (laat endosoom/lysosoom) wordt vanaf dit stadium het M HC klasse II compartiment (M IIC) genoemd.
Vanuitde productie route van de cel,uithetendoplasmatisch reticulum,worden de M HC klasse II moleculen aangevoerd naar het M IIC. In het M IIC vindt vervolgens de associatie plaats van de bacteriële fragmenten (antigenen) met de M HC klasse II moleculen. Hierna wordt het compartiment naar het cel oppervlak wordt getransporteerd waardoor de klasse II moleculen methetbacteriële fragmentaan hetcelopervlak gepresenteerd kunnen worden.De combinatie van de M HC klasse II moleculen met het bacteriële peptide wordt vervolgens herkent door cellen van het immuunsysteem, de T cellen. Als deze cellen herkenning registreren,sporen deze andere cellen van hetimmuunsysteem aan om antilichamen te maken tegen de bacteriën. Dit leidt tot het efficiënt opruimen van de schadelijke bacteriën (zie figuur).
152
worden microtubules genoemd en de locale binnenwegen worden gevormd door het actine netwerk. De microtubules lopen vanuit het midden van de cel, dichtbij de celkern (Microtubule organizing center) naar het cel oppervlak en vormen zo een uitgebreid netwerk door de hele cel. Transport langs de microtubules vindt plaats via motor eiwitten, die letterlijk over de microtubuli lopen terwijl ze een compartiment meedragen. Deze motoren lopen of in de richting van het celoppervlak of naar het midden van de cel, hetgeen gericht transport van compartimenten mogelijk maakt. Er zijn twee verschillende soorten motoren, kinesine die in de richting van het cel oppervlak loopt en dyneine, die compartimenten naar het midden van de cel brengt.
Als we nu het transport van de MIIC in levende cellen onder de microscoop volgen, valt op dat de compartimenten niet in een richting bewegen (Hoofstuk 2), maar steeds van richting veranderen. W ij hebben ontdekt dat dit komt doordat kinesine en dyneine tegelijkertijd associëren met het MIIC en als het ware met elkaar strijden om de richting van transport van het MIIC. Omdat de MHC klasse II moleculen geassocieerd met de bacteriële fragmenten uiteindelijk op het cel oppervlak moeten komen om herkent te worden door de cellen van het immuunsysteem, moet dit transport gecoördineerd worden. Om moleculen te vinden die de activiteit van deze motoren kunnen coördineren, hebben we gezocht naar potentiële kandidaat moleculen die geassocieerd zijn met het membraan van het MIIC. Een hiervan was Rab7. Rab7 is een onderdeel van een familie van eiwitten die functioneren als schakelaars in de cel. Als Rab7 aangeschakeld is (actieve staat), associeert het met het membraan van het MIIC, terwijl Rab7 zich los in de cel (in het cytoplasma) bevindt als het uitgeschakeld is (inactieve staat). Bij het aanschakelen van Rab7 verandert de vorm van Rab7, waardoor er bindingsplaatsen ontstaan voor andere moleculen die zich in de cel bevinden. Alleen moleculen die precies ‘passen’ (zogenaamde effector moleculen) kunnen binden, hetgeen een hoge specificiteit als gevolg heeft.
W ij hebben een dergelijk effector eiwit dat bindt aan de actieve staat van Rab7 gekarakteriseerd, RILP (Rab7-interacting lysosomal protein). Tevens hebben wij ontdekt dat de binding van RILP aan Rab7 als gevolg heeft dat er meer dyneine motoren naar het membraan van het MIIC worden getrokken (Hoofdstuk 3). Hierdoor krijgen dyneine motoren de overhand over kinesine en beweegt het MIIC naar het midden van de cel. Het omgekeerde gebeurt echter als Rab7 uitgeschakeld wordt. In dat geval associeert Rab7 niet met het membraan van het MIIC, waardoor RILP niet kan binden en de dyneine motor niet wordt aangetrokken. Hierdoor wint kinesine van dyneine en als resultaat beweegt het MIIC naar het celoppervlak. Op deze manier kan Rab7 dus door aan en uit te schakelen het transport van de MIICs reguleren en daardoor de herkenning van bacteriële fragmenten aan het oppervlak door het immuunsysteem.
Nederlandse Samenvatting
153 Rab7, doordat we zelf RILP in stukjes kunnen onderverdelen. Op deze manier kunnen we analyseren welk onderdelen van RILP welke functies hebben.
In hoofdstuk 6 laten we zien dat naast het MIIC ook het transport van andere zure compartimenten in de cel gereguleerd kan worden door Rab7. Een voorbeeld hiervan zijn de zogenaamde melanosomen. Melanosomen zijn compartimenten in gespecialiseerde cellen die fungeren als kleine fabriekjes waar pigment (melanine) aangemaakt wordt. Als gevolg van UV straling worden dit proces aangewakkerd en worden de met melanine gevulde melanosomen naar het celoppervlak getransporteerd. Hier worden deze compartimenten in zijn geheel uitgescheiden door de cel en opgenomen door de huidcellen, waardoor deze huidcellen een donkere kleur krijgen (pigmentatie). Wij hebben laten zien dat Rab7 via het effector molecuul RILP een regulerende rol speelt in het transport van de melanosoom naar het celoppervlak. Wederom gebeurt dit via de aantrekking van de dyneine motor.
Bij het melanosomale transport speelt tevens een andere schakelaar uit dezelfde categorie een belangrijke rol, Rab27a. Net als Rab7, kan Rab27a aan en uitgeschakeld worden. Tevens associeert Rab27a in de actieve staat met het membraan, in dit geval het membraan van de melanosomen. Andere onderzoekers hebben gevonden dat Rab27a ook een effector eiwit heeft, Melanophilin, dat tevens aan de actieve staat van Rab27a bindt. Melanophilin zorgt voor de aantrekking van een andere soort motor, Myosine Va. Deze motor associeert met en beweegt via het actine netwerk. Actine bevindt zich voornamelijk vlak onder het celoppervlak, waardoor Rab27a met Melanophilin en Myosine Va zorgen dat de melanosomen onder het celoppervlak worden gevangen. Dit proces is vereist voor het efficiënt uitscheiden van de melanosomen. Dus de schakelaars Rab7 en Rab27a reguleren samen het transport van de melansosomen.
Hoofdstuk 5 laat een bijzonder geval van een bacterie zien die binnen in de cel kan overleven, zonder afgebroken te worden. Dit is de welbekende Salmonella bacterie. Salmonella wordt net als andere bacteriën de cel binnen gehaald, maar kan zelf actief tegen gaan dat het niet wordt afgebroken doordat het niet fuseert met de late lysosomale compartimenten dichtbij de kern, die de enzymen bevatten die nodig zijn voor het afbreken van de bacteriën. Het blijkt nu dat als we in deze cellen Rab7 geforceerd aanschakelen en dus RILP en de dyneine motor naar het membraan halen, Salmonella toch fuseert met de late lysosomen en daardoor alsnog wordt afgebroken. Dit duidt op een mogelijke actieve verstoring van het Rab7/RILP/dyneine complex door Salmonella, waardoor de werking van dit complex wordt verhinderd en het Salmonella-bevattend compartiment daardoor niet fuseert met de compartimenten die voor de afbraak zorgen.