• No results found

1. De Consumentenbond heeft een handhavingsverzoek ingediend bij het college van de

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "1. De Consumentenbond heeft een handhavingsverzoek ingediend bij het college van de "

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Besluit Openbaar

Ons kenmerk: OPTA/COL/2010/202278 Zaaknummer: 10.0123.22.1.01 Datum: 9 augustus 2010

Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit inzake het bezwaarschrift van de Consumentenbond tegen zijn besluit van 31 maart 2010 tot afwijzing van het handhavingsverzoek van de Consumentenbond van 1 februari 2010.

1 Samenvatting

1. De Consumentenbond heeft een handhavingsverzoek ingediend bij het college van de

Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) wegens een mogelijke overtreding van artikel 7.2 van de Telecommunicatiewet (hierna ook: Tw) door Telfort B.V. (hierna:

Telfort)

1

. Het college heeft dit verzoek afgewezen. De Consumentenbond heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing. Het college verklaart de bezwaren van de Consumentenbond deels gegrond en deels ongegrond.

2. Het college is in heroverweging van oordeel dat hij bij de behandeling van de aanvraag tot handhaving van de Consumentenbond de procedure zoals omschreven in de PGHO ten onrechte niet volledig heeft gevolgd of (deels) onjuist heeft toegepast. Het college verklaart dit bezwaar gegrond.

3. Het college wijst in heroverweging het verzoek om handhaving van de Consumentenbond toe, voor zover het verzoek zich richt op het instellen van een nader onderzoek naar de overtreding van artikel 7.2 Tw door Telfort.

4. Het college verklaart de overige bezwaren van de Consumentenbond ongegrond.

2 Verloop van de procedure

5. Bij brief van 1 februari 2010

2

heeft de Consumentenbond een handhavingsverzoek ingediend bij het college naar aanleiding van de overgang van internetabonnees van CompuServe

3

naar Telfort per 1 december 2009. De Consumentenbond verzoekt het college in dit handhavingsverzoek om vast te stellen dat Telfort bij deze overgang artikel 7.2, eerste lid, sub b, Tw heeft overtreden.

Verder verzoekt de Consumentenbond het college om, indien wordt geconstateerd dat sprake is van een overtreding, een passende sanctie op te leggen aan Telfort. Ten slotte verzoekt de

Consumentenbond het college om Telfort te gelasten een brief uit te sturen waarin de ex-abonnees van CompuServe alsnog worden geïnformeerd over de bijkomende kosten van het starttarief en te bepalen dat er pas sprake kan zijn van een betalingsverplichting met betrekking tot het starttarief na het verstrijken van de in artikel 7.2, eerste lid, sub b, Tw genoemde termijn.

1

Sinds 2005 is Telfort een dochter van KPN B.V.

2

Kenmerk MKO/60194.

3

CompuServe 2000 was sinds februari 1998 onderdeel van America Online (AOL).

(2)

Besluit Openbaar

6. Bij besluit van 31 maart 2010

4

heeft het college het verzoek tot handhaving van de Consumentenbond afgewezen.

7. Tegen het besluit van 31 maart 2010 heeft de Consumentenbond bij brief van 3 mei 2010

5

bezwaar ingesteld. Het college heeft de ontvangst van het bezwaarschrift bevestigd bij brief van 6 mei 2010.

6

Met instemming van de Consumentenbond is besloten de beslistermijn in deze procedure op te schorten en uiterlijk 9 augustus 2010 een beslissing op bezwaar te nemen.

7

8. Op 29 juni 2010 heeft de hoorzitting plaatsgevonden ten kantore van het college.

8

3 Het bestreden besluit

9. In het bestreden besluit heeft het college het verzoek van de Consumentenbond om tot handhaving over te gaan afgewezen. Het college is in het bestreden besluit tot de conclusie gekomen dat Telfort de mogelijke overtreding uit eigen beweging - dat wil zeggen zonder dat het college zijn handhavende bevoegdheden heeft moeten inzetten - heeft beëindigd en de eventuele (nadelige) gevolgen ongedaan heeft gemaakt. Het college is daarom van oordeel dat het opleggen van een herstelsanctie niet nodig is. Voorts overweegt het college dat weliswaar de mogelijkheid bestaat tot het instellen van een onderzoek, maar dat het college daar geen mededelingen aan derden over doet. Het college wijst daarom ook het verzoek tot het opleggen van een bestuurlijke boete af.

4 Juridisch Kader

10. Op grond van artikel 15.1, derde lid, Tw is het college belast met onder meer het toezicht op de naleving van artikel 7.2 Tw.

11. Artikel 7.2 Tw bepaalt dat een aanbieder van een openbare elektronische communicatiedienst de abonnee, ten minste vier weken voordat een voorgenomen wijziging van een beding dat is opgenomen in een overeenkomst van kracht wordt, de mogelijkheid biedt om de overeenkomst kosteloos te beëindigen. Tevens roept artikel 7.2 Tw de verplichting voor aanbieders van een openbare elektronische communicatiedienst in het leven om abonnees op genoegzame wijze en ten minste vier weken van te voren te informeren over een voorgenomen wijziging en de

mogelijkheid om als gevolg van deze wijziging de overeenkomst kosteloos te beëindigen.

4

Kenmerk OPTA/ACNB/2010/200735.

5

Kenmerk MKO/62717.

6

Kenmerk OPTA/ACNB/2010/201479.

7 Kenmerk OPTA/ACNB/2010/201632, 1 juni 2010.

8

Een verslag van deze hoorzitting is als bijlage bij dit besluit gevoegd.

(3)

Besluit Openbaar

12. Op 19 juli 2007 heeft het college het Beoordelingskader artikel 7.2 van de Telecommunicatiewet gepubliceerd (hierna: beoordelingskader).

9

Dit beoordelingskader hanteert het college bij de beoordeling of een aanbieder van een elektronische communicatiedienst of programmadienst voldoet aan de wettelijke vereisten van artikel 7.2 Tw. Het college heeft op 5 januari 2010 zijn nieuwe Beoordelingskader 2010 voor artikel 7.2 Tw (hierna: beoordelingskader 2010)

gepubliceerd.

10

13. Ter handhaving van artikel 7.2 Tw is het college op grond van artikel 15.4, vierde lid, Tw bevoegd om bij overtreding een bestuurlijke boete op te leggen van ten hoogste € 450.000. Tevens is het college op grond van artikel 15.2, tweede lid, Tw juncto artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna ook: Awb) bij overtreding van artikel 7.2 Tw bevoegd een last onder dwangsom op te leggen.

14. Op verzoeken aan het college om handhavend op te treden tegen mogelijke overtreding van regelgeving die bij of krachtens de Telecommunicatiewet is vastgesteld en waarvan het toezicht op de naleving aan het college is opgedragen, is de Procedureregeling Geschillen en Handhaving OPTA (hierna: PGHO) van toepassing.

11

5 Bezwaren Consumentenbond

21. Het college geeft de bezwaren van de Consumentenbond tegen het bestreden besluit hierna samengevat weer.

26. Het college heeft verzuimd de procedure te volgens zoals is voorgeschreven in de PGHO.

Het college heeft volgens de Consumentenbond in zijn besluit verzuimd vast te stellen of er wel of geen sprake is van een overtreding, zoals is voorgeschreven in artikel 41, eerste lid, PGHO.

27. De manier waarop het college de procedure van behandeling van het handhavingsverzoek heeft laten verlopen, heeft in het nadeel van de Consumentenbond gewerkt in haar rol als behartiger van consumentenbelangen.

28. Het college heeft geen antwoord gegeven op de vraag of Telfort zich bij de wijziging van de overeenkomst aan de verplichtingen in artikel 7.2 Tw heeft gehouden.

De Consumentenbond stelt dat Telfort de betreffende wijziging pas zou mogen doorvoeren vier weken nadat zij de consumenten op de juiste manier heeft geïnformeerd. Dit betekent volgens de Consumentenbond tevens dat Telfort de nadelige gevolgen voor abonnees die niet hebben opgezegd, in de periode tot vier weken na het op de juiste wijze informeren van alle abonnees, ongedaan moet maken. Door een oordeel te geven in onderhavige zaak kan het college een bijdrage leveren aan de uitleg van artikel 7.2 Tw.

9

http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=2360.

10

http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3103.

11

http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=2986.

(4)

Besluit Openbaar

29. Het college gaat volgens de Consumentenbond uit van een onjuiste interpretatie van zijn eigen beoordelingskader voor artikel 7.2 Tw.

Het college stelt naar het oordeel van de Consumentenbond ten onrechte dat een aanbieder nadat de abonnee heeft opgezegd niet een termijn hoeft te hanteren alvorens de dienstverlening stop te zetten.

30. Het college geeft in het bestreden besluit niet aan wat een gepaste sanctie zou zijn.

De Consumentenbond stelt dat met het herstellen van de overtreding het feit dat er eerst een overtreding heeft plaatsgevonden niet wordt weggenomen.

6 Zienswijze Consumentenbond

31. De Consumentenbond heeft tijdens de hoorzitting in aanvulling op haar bezwaarschrift de volgende zienswijze naar voren gebracht.

32. De Consumentenbond wil met het bezwaar zorgen voor helderheid voor de toekomst over hoe het college omgaat met een handhavingsverzoek van de Consumentenbond. De

Consumentenbond streeft naar een versterking van de samenwerking tussen de Consumentenbond en het college.

7 Overwegingen

33. In de navolgende overwegingen gaat het college in op de bezwaren van de Consumentenbond.

Toepassing PGHO.

34. In het algemeen geldt dat het college beschikt over een beperkt aantal medewerkers en

middelen, waardoor in de praktijk het aantal klachten en meldingen vele malen groter is dan het college kan onderzoeken. Het college moet daarom keuzes maken en voert een beleid van prioritering van onderzoeken. De memorie van toelichting bij het voorstel voor de vierde tranche Awb geeft aan dat een bestuursorgaan ervan kan afzien een onderzoek in te stellen, bijvoorbeeld omdat het voor de inzet van de beperkte handhavingcapaciteit andere prioriteiten heeft gesteld.

12

Het college hanteert een aantal criteria die worden afgewogen bij de beslissing om een

onderzoek te starten. Belangrijke criteria zijn het economische belang (markt en mededinging) en het consumentenbelang.

35. In het bijzonder is het college van oordeel dat hij de ruimte heeft om prioriteiten te stellen op grond waarvan hij beslist of tot onderzoek naar een eventuele overtreding van artikel 7.2 Tw wordt overgegaan.

36. Artikel 41 PGHO moet dan ook zo worden gelezen dat het college onderzoekt of de aanvraag tot handhaving aanleiding geeft tot het instellen van een onderzoek naar de mogelijke overtreding van, in onderhavige zaak, artikel 7.2 Tw.

12

Tweede Kamer, vergaderjaar 2003-2004, 29 702, nr. 3, blz. 128 en 129.

(5)

Besluit Openbaar

37. Het college is een onderzoek gestart naar de mogelijke overtreding van Telfort van artikel 7.2 Tw, maar heeft dit in het bestreden besluit in het midden gelaten. Het college heeft in het bestreden besluit enkel gesteld dat hij geen mededelingen doet aan derden over lopende onderzoeken.

13

Op grond van artikel 41 PGHO had het college in het bestreden besluit moeten aangeven of hij een onderzoek zou starten naar de mogelijke overtreding van artikel 7.2 Tw of daarvan zou afzien.

38. Overigens kan het college op grond van artikel 45 PGHO de termijn waarbinnen het college moet beslissen op een aanvraag tot handhaving opschorten. Dat geeft het college de mogelijkheid om, als hij heeft besloten tot het instellen van een onderzoek, op basis van een zorgvuldig onderzoek antwoord te geven op de vraag of er sprake is van een overtreding. In onderhavige zaak heeft het college de termijn niet opgeschort.

39. Gezien het vorenstaande is het college in heroverweging van oordeel dat hij bij de behandeling van de aanvraag tot handhaving van de Consumentenbond de procedure zoals omschreven in de PGHO ten onrechte niet volledig heeft gevolgd of (deels) onjuist heeft toegepast. Het college verklaart dit deel van het bezwaar van de Consumentenbond dan ook gegrond.

Bevoegdheid college en overtreding artikel 7.2 Tw.

40. Zoals in randnummer 0 reeds gemeld is het college een onderzoek gestart naar mogelijke overtreding door Telfort van artikel 7.2 Tw bij de overname van de abonnees van CompuServe.

Tijdens dit onderzoek heeft Telfort betoogd dat er geen sprake is van het tot stand komen van een nieuwe overeenkomst tussen Telfort en de ex-abonnees van CompuServe, maar van

overneming door Telfort van de overeenkomsten tussen CompuServe en haar abonnees. Bij deze contractsoverneming zijn enkele bedingen in de overeenkomst door Telfort gewijzigd.

41. Voorop dient te worden gesteld dat het college met toepassing van artikel 7.2 Tw in beginsel geen oordeel velt over de vraag of de overeenkomsten door Telfort rechtsgeldig van CompuServe zijn overgenomen. Het betreft hier immers een civiele rechtshandeling tussen Telfort, CompuServe en haar abonnees. Vast staat echter wel dat Telfort en CompuServe zich beide op het standpunt stellen dat de overeenkomsten zijn overgenomen door Telfort. De overeenkomst is voor een groot gedeelte ook feitelijk door Telfort voortgezet, zo zijn de contractsduur van de overeenkomst, het telefoonnummer van de abonnee en het e-mailadres van de abonnee ongewijzigd gebleven.

Naast Telfort en CompuServe stelt ook de Consumentenbond zich op het standpunt dat de overeenkomst is overgenomen en voortgezet door Telfort. Het college ziet dan ook geen aanleiding om in deze zaak van dat standpunt af te wijken.

42. Telfort heeft verklaard dat zij op het moment van de contractoverneming een aantal wijzigingen in de overeenkomst heeft doorgevoerd. Volgens Telfort is artikel 7.2 Tw echter, vanwege het geboden vetorecht, niet van toepassing op onderhavige zaak. Door het aanbieden van het vetorecht zou er geen sprake zijn van een eenzijdige wijziging, maar van een tweezijdige

13

Randnummer 30 in het bestreden besluit.

(6)

Besluit Openbaar

wijziging; de wijziging gebeurt met, stilzwijgende, instemming van de abonnee. Aangezien artikel 7.2 Tw alleen van toepassing is bij eenzijdige wijziging van de overeenkomst, en het hier om een tweezijdige wijziging gaat, is artikel 7.2 Tw volgens Telfort in onderhavige zaak niet van

toepassing.

43. Het college volgt Telfort niet in de stelling dat in onderhavige zaak sprake is van een tweezijdige wijziging, waardoor artikel 7.2 Tw niet van toepassing is. In het beoordelingskader staat dat: “...als de abonnee van de aanbieder het recht krijgt om een voorgestelde wijziging te weigeren (het vetorecht), de abonnee geen beroep kan doen op de bescherming van artikel 7.2 Tw”.

14

44. CompuServe heeft haar abonnees per brief van 19 oktober 2009 geïnformeerd over de

overdracht per 1 december 2009 van het internetabonnement van CompuServe aan Telfort. In de brief staat dat de abonnee waarschijnlijk niets zal merken van de overstap naar Telfort. Dit wordt geïllustreerd met een tabel waaruit blijkt dat de abonnementskosten bij CompuServe en bij Telfort (nagenoeg) gelijk zijn. Verder staat in de brief dat indien de abonnee niet wil overstappen naar Telfort hij dit kenbaar kan maken aan CompuServe, waarna zijn abonnement kosteloos beëindigd zal worden op de datum van de overdracht.

45. Telfort heeft per brief van 7 december 2009 de ex-abonnees van CompuServe welkom geheten en geïnformeerd over de gegevens van het abonnement. In de bijlage bij deze brief staat dat de gesprekskosten voor vast bellen wijzigen voor ex-abonnees van CompuServe, omdat Telfort een starttarief hanteert van 5 cent voor bellen naar vaste nummers binnen Nederland. Telfort biedt in deze brief niet het vetorecht aan of de mogelijkheid tot het opzeggen van de overeenkomst.

46. Het college is van oordeel dat het door CompuServe aangeboden vetorecht enkel ziet op de overdracht van de overeenkomst tussen CompuServe en haar abonnees aan Telfort. In de brief van CompuServe wordt geen melding gemaakt van een eventuele wijziging van de

overeenkomst. Er wordt zelfs gesuggereerd dat er niets verandert. Telfort heeft verklaard dat de brief van 19 oktober 2009 door en onder verantwoordelijkheid van CompuServe is opgesteld en verstuurd. De wijziging van de overeenkomst, in concreto het hanteren van een starttarief, is door Telfort geïnitieerd en doorgevoerd. CompuServe kon daar geen vetorecht voor bieden aan haar abonnees, omdat zij niet betrokken is bij de wijziging van de overeenkomst. Voor zover er dus al sprake is van een tweezijdige wijziging van de overeenkomst, ziet deze enkel op de overname van de overeenkomst en niet op wijziging van de gesprekskosten voor vast bellen.

14

In het beoordelingskader 2010 is dit aangescherpt tot: “...als de abonnee vooraf moet instemmen met een door de aanbieder

voorgestelde wijziging (het vetorecht), de abonnee geen beroep kan doen op de bescherming van artikel 7.2 Tw”.

(7)

Besluit Openbaar

47. Telfort heeft in haar brief van 7 december 2009 wel gemeld dat de gesprekskosten voor vast bellen wijzigen vanwege het starttarief, maar heeft hiervoor haar abonnees geen vetorecht geboden. Voor deze wijziging is dan ook naar het oordeel van het college geen sprake van stilzwijgende of anderszins instemming van de abonnee. Het hanteren van een starttarief is dus geen tweezijdige wijziging van de overeenkomst, maar een eenzijdige wijziging. Hierop is artikel 7.2 Tw van toepassing met de handhaving waarvan het college is belast.

48. Nu het college heeft vastgesteld dat in onderhavige zaak artikel 7.2 Tw van toepassing is, heeft het college onderzocht of Telfort artikel 7.2 Tw heeft overtreden. Het college heeft geconstateerd dat Telfort een aantal bedingen in de overeenkomst met de ex-abonnees van CompuServe heeft gewijzigd. Ten minste één van deze wijzigingen, het starttarief voor vast bellen, is niet

aantoonbaar in het voordeel van de abonnee. Telfort heeft de abonnees die zij van CompuServe heeft overgenomen pas gewezen op de gewijzigde gesprekskosten voor vast bellen op het moment dat deze wijziging al van kracht was. Telfort heeft haar abonnees voorafgaand aan deze wijzigingen dus niet tijdig en genoegzaam geïnformeerd over deze wijzigingen. Noch heeft Telfort haar abonnees hiervoor het beëindigingsrecht geboden.

49. Het bovenstaande is in strijd met de informatieverplichting uit artikel 7.2, eerste lid, onder b, Tw.

Op grond van deze bepaling dient een aanbieder ten minste vier weken voordat een

voorgenomen wijziging van een beding dat is opgenomen in een overeenkomst van kracht wordt zijn abonnees daarover op genoegzame wijze te informeren. Telfort heeft bovendien in strijd gehandeld met artikel 7.2, eerste lid, onder a, Tw. Op grond van deze bepaling dient een aanbieder ten minste vier weken voordat de voorgenomen wijziging van een beding dat is opgenomen in een overeenkomst van kracht wordt zijn abonnees de mogelijkheid te bieden de overeenkomst kosteloos te beëindigen.

De Consumentenbond in haar rol als behartiger van consumentenbelangen.

50. De Consumentenbond heeft in haar bezwaarschrift en de hoorzitting aangedragen dat zij in haar rol als belangenbehartiger is geschaad, omdat de belangen van consumenten door het handelen van het college in onderhavige zaak zijn geschaad. De Consumentenbond is als behartiger van de belangen van consumenten op grond van artikel 1:2 Awb belanghebbende in onderhavige zaak. In die hoedanigheid heeft de Consumentenbond gebruik kunnen maken en gemaakt van alle haar tot nu toe ter beschikking staande rechtsmiddelen.

51. Gezien het vorenstaande is het college van oordeel dat de Consumentenbond niet is geschaad in

haar rol als belangenbehartiger. Het college verklaart daarom dit deel van het bezwaar van de

Consumentenbond ongegrond.

(8)

Besluit Openbaar

De vraag of Telfort de gevolgen van de overtreding van artikel 7.2 TW alsnog ongedaan heeft gemaakt.

52. Telfort heeft, nadat het college contact had opgenomen met Telfort over onderhavige zaak, alsnog haar abonnees geïnformeerd over de wijziging van de overeenkomst en haar abonnees de mogelijkheid geboden de overeenkomst alsnog binnen vier weken te beëindigen. Telfort heeft daarbij aangegeven dat de abonnee het betaalde starttarief voor het bellen naar vaste nummers in Nederland tot en met de datum van beëindiging terug krijgt.

53. De Consumentenbond is van oordeel dat Telfort, ook nu zij haar abonnees alsnog heeft

geïnformeerd over de wijziging van de gesprekskosten en het beëindigingsrecht heeft geboden, niet alsnog aan de verplichtingen van artikel 7.2 Tw heeft voldaan. De Consumentenbond stelt dat Telfort de wijziging van de overeenkomst pas had mogen doorvoeren vier weken nadat zij haar abonnees op de juiste wijze heeft geïnformeerd over de wijziging. Het college gaat hier niet in mee.

54. Artikel 7.2 Tw schrijft voor dat een aanbieder tenminste vier weken voordat een wijziging van een beding van kracht wordt zijn abonnees daarover op genoegzame wijze informeert en hen de mogelijkheid biedt de overeenkomst kosteloos te beëindigen. Deze bepaling koppelt geen randvoorwaarden aan de wijziging van een beding en de informatieplicht van de aanbieder. De aanbieder bepaalt het moment waarop de wijziging van het beding van kracht wordt. Dat moment is niet afhankelijk van het tijdstip waarop de aanbieder zijn abonnees informeert. Artikel 7.2 Tw verplicht de aanbieder om de abonnee vier weken voor het geplande moment van wijziging van de overeenkomst te informeren over de wijziging en de mogelijkheid om de overeenkomst kosteloos te beëindigen. Indien de aanbieder bij een wijziging van een beding de vier weken termijn niet in acht neemt, heeft dit als consequentie dat hij in overtreding is van artikel 7.2 Tw. De consequentie is niet dat de wijziging pas op een later moment van kracht wordt of, zoals in dit geval, dat een betalingsverplichting op een later moment ontstaat.

55. Uit vorenstaande volgt tevens dat er, op grond van artikel 7.2 Tw, geen verplichting rust op de aanbieder om de nadelige gevolgen voor al zijn abonnees, dus ook de abonnees die niet gebruik maken van het opzegrecht, ongedaan te maken tot vier weken nadat de aanbieder zijn abonnees heeft geïnformeerd over de wijziging van het beding en het beëindigingsrecht.

56. Gezien het bovenstaande verklaart het college het deel van het bezwaar van de

Consumentenbond dat er op ziet dat Telfort niet aan de verplichtingen van artikel 7.2 Tw heeft voldaan bij het alsnog informeren van haar abonnees over de wijziging van de overeenkomst, ongegrond.

Onjuiste interpretatie van het beoordelingskader voor artikel 7.2 Tw.

57. De Consumentenbond is van oordeel dat het college ten onrechte stelt dat een aanbieder nadat

de abonnee heeft opgezegd niet een termijn hoeft te hanteren alvorens de dienstverlening stop te

zetten.

(9)

Besluit Openbaar

58. In het beoordelingskader staat: “[...] abonnee gedurende minimaal vier weken de tijd te krijgen om zijn contract te beëindigen”.

15

Dit betekent naar het oordeel van het college dat de aanbieder gedurende vier weken de abonnee de mogelijkheid moet bieden zijn overeenkomst op te zeggen.

Het houdt naar het oordeel van het college niet in dat de aanbieder verplicht is om, nadat de abonnee zijn overeenkomst heeft opgezegd, een opzegtermijn te hanteren. Dit is naar het oordeel van het college ook niet af te leiden uit de wet. De abonnee moet minimaal vier weken de tijd krijgen om zijn overeenkomst op te zeggen, zodat hij de tijd heeft om een alternatief te zoeken.

Op het moment dat de abonnee opzegt geldt er geen verplichting voor de aanbieder om de overeenkomst van de abonnee nog vier weken door te laten lopen. In de praktijk zullen ook veel abonnees die er voor kiezen om gebruik te maken van het opzegrecht het niet op prijs stellen om nog vier weken vast te zitten aan de overeenkomst en de daaruit voortvloeiende

betalingsverplichting.

59. Gezien het vorenstaande is het college van oordeel dat hij in het bestreden besluit is uitgegaan van een juiste interpretatie van het beoordelingskader en verklaart daarom dit deel van het bezwaar van de Consumentenbond ongegrond.

Het college geeft in het bestreden besluit niet aan wat een gepaste sanctie zou zijn.

60. Bij een geconstateerde overtreding is het college bevoegd een last onder dwangsom op te leggen en/of een bestuurlijke boete. De last onder dwangsom richt zich naar zijn aard op herstel van de overtreding. De bestuurlijke boete ziet voornamelijk op bestraffing achteraf van de overtreding.

61. De Consumentenbond is van oordeel dat het college in het bestreden besluit niet is ingegaan op de sanctiemogelijkheden, terwijl hij dit wel had moeten doen. Het college gaat hier niet in mee en is van oordeel dat hij in het bestreden besluit op afdoende wijze is ingegaan op de

sanctiemogelijkheden die hem ter beschikking staan.

62. Het college heeft in het bestreden besluit vastgesteld dat Telfort de overtreding van artikel 7.2 Tw, voor zover daar al sprake van was, eigener beweging - dat wil zeggen zonder dat het college tot nu toe sanctionerende instrumenten heeft moeten inzetten - heeft beëindigd en zelfs de eventuele (nadelige) gevolgen ongedaan heeft gemaakt. Het college stelt vervolgens dat het opleggen van een last onder dwangsom, wat naar zijn aard een herstelsanctie is, daarom niet nodig is.

16

Het college handhaaft in heroverweging deze stelling.

63. In onderhavige zaak zou het college een bestuurlijke boete kunnen opleggen. Gezien de vereisten van de Algemene wet bestuursrecht voor het opleggen van een bestuurlijke boete kan en zal het college in deze beslissing op bezwaar niet al aangeven of hij een boete zal opleggen en wat de omvang van de boete zal zijn.

15

Dit staat ook in het beoordelingskader 2010.

16

Randnummer 30 van het bestreden besluit.

(10)

Besluit Openbaar

64. Om tot een boetebesluit te komen dient allereerst door een toezichthoudend ambtenaar een onderzoeksrapport te worden opgesteld op basis van het thans lopende onderzoek naar de overtreding van artikel 7.2 Tw door Telfort. Dit onderzoeksrapport wordt aan de

belanghebbende(n) verzonden Het college zal na de verzending van het onderzoeksrapport een aantal ambtenaren aanwijzen om namens hem de belanghebbende(n) bij het onderzoeksrapport te horen. De aangewezen ambtenaren zijn niet betrokken geweest bij werkzaamheden ter uitvoering van het toezicht en onderzoek, de opstelling van het onderzoeksrapport, dan wel advisering daarover. Deze ambtenaren zullen vervolgens beoordelen of het onderzoeksrapport voldoende grondslag biedt om een overtreding van artikel 7.2 Tw vast te stellen en een

bestuurlijke boete op te leggen Uiteindelijk zullen deze ambtenaren het college adviseren over een al dan niet door het college te nemen boetebesluit en –indien van toepassing- de hoogte van de boete.

65. In het bestreden besluit heeft het college aangegeven dat hij het verzoek tot het opleggen van een bestuurlijke boete niet kan toewijzen, omdat het college over lopende onderzoeken geen mededelingen doet aan derden.

17

Zoals hiervoor uiteengezet is deze stelling van het college in overeenstemming met de vereisten van de Algemene wet bestuursrecht voor het opleggen van een bestuurlijke boete.

66. Gezien het vorenstaande is het college van oordeel dat hij in het bestreden besluit op afdoende wijze is ingegaan op de mogelijkheden voor het opleggen van een gepaste sanctie en verklaart daarom dit deel van het bezwaar van de Consumentenbond ongegrond.

8 Dictum

67. Het college is in heroverweging van oordeel dat hij bij de behandeling van de aanvraag tot handhaving van de Consumentenbond de procedure zoals omschreven in de PGHO ten onrechte niet volledig heeft gevolgd of (deels) onjuist heeft toegepast. Het college verklaart dit bezwaar gegrond.

68. Het college wijst in heroverweging het verzoek om handhaving van de Consumentenbond toe, voor zover het verzoek zich richt op het instellen van een nader onderzoek naar de overtreding van artikel 7.2 Tw door Telfort.

69. Het college verklaart de overige bezwaren van de Consumentenbond ongegrond.

H ET COLLEGE VAN DE O NAFHANKELIJKE P OST EN T ELECOMMUNICATIE A UTORITEIT , namens het college,

(w.g.) mr. C.A. Fonteijn, voorzitter

17

Randnummer 30 van het bestreden besluit.

(11)

Besluit Openbaar

Beroepsmogelijkheid

Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt beroep instellen bij de Rechtbank Rotterdam.

Het postadres is: Rechtbank Rotterdam, sector Bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam.

Het beroepschrift moet zijn ondertekend en moet ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening en een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht bevatten. Voorts moet het beroepschrift de gronden van het beroep bevatten en dient een afschrift van het bestreden besluit te worden meegezonden.

Voor het instellen van beroep is griffierecht verschuldigd. Informatie hierover kan worden ingewonnen bij de griffie van de

Rechtbank, telefonisch bereikbaar op (010) 297 12 34.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Laat de spinazie met aanhangend water slinken en kook de groente in 4 minuten gaar1. Neem de vleesrolletjes uit de pan en giet er 75 ml

Een van de naar aanleiding damvan gedane aanbevelingen is om de wettelijke systematiek aan te passen en ook gebruikers niet zijnde abonn ees onder de bescherming van de

Onze leerlingen van leerjaar 1 en 2 gaan tijdens deze bijzondere week aan de slag met een creatieve opdracht waarin kunst met taal wordt gecombineerd.. De komende week wordt

Het aanbod van de open Universiteit is een vorm van onderwijs die berust op zelfstudie. Moderne communica­ tiemiddelen als radio, televisie, teletekst, viditel zijn naast boeken,

In tweede termijn is de staatssecretaris van Justitie, Mevrouw Korte-van Hemel, onder grote druk accoord gegaan met het voorstel om opnieuw met de provincies en de instellingen

Ook heeft de ACM geen bevoegdheid om aan DeanOne een last onder dwangsom op te leggen dat zij moeten toezien op de registratie van resellers1. De verplichting mededeling te doen

Een nadere analyse waarin naast de in de vorige regressieanalyse genoemde controlevariabelen ook alle individuele campagne-elementen zijn meegenomen, laat zien dat

De procedure Terugmeldingen is bekend, papieren dossiervorming mogelijk belemmering voor centrale regie.. De 5-dagen termijn wordt door een