• No results found

‘Innovatie versterkt je concurrentiepositie’Het vlindermodel: vernieuwingen laten ontpoppenTop-10 Nederlandse inventies en innovaties INNOVATIE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "‘Innovatie versterkt je concurrentiepositie’Het vlindermodel: vernieuwingen laten ontpoppenTop-10 Nederlandse inventies en innovaties INNOVATIE"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

‘Innovatie versterkt je concurrentiepositie’

Het vlindermodel: vernieuwingen laten ontpoppen

Top-10 Nederlandse inventies en innovaties

INNOVATIE

(2)

En verder | 6 | Top-10 Nederlandse inventies en innovaties | 8 | Het Argument | 18 | Nieuws

De overheid schept condities voor het bedrijfsleven om te innoveren. Onder meer door administratieve lasten en overbodige regelgeving terug te dringen. Omgekeerd mag het bedrijfsleven van de overheid verwachten dat die ook met haar tijd meegaat.

Markttoezicht vraagt om een eigentijdse blik, daar is de NMa zich van bewust. Daarom zijn we op tal van terreinen actief om niet alleen slimmer en eficiënter, maar ook innovatiever met onze schaarse middelen om te gaan.

Zo doen we mee aan een proef met het digitaal aanleveren van dossiers aan de recht- bank Rotterdam, is onze klachtafhandeling vernieuwd en hanteren we sinds kort een nieuwe methode bij het prioriteren van zaken.

Ook in onze onderzoeken zoeken we naar nieuwe wegen, want ondernemingen worden steeds slimmer bij het verbergen van kartels.

Dus proberen we met eigentijdse opsporings- methoden te bewijzen dat de mededingings-

regels worden overtreden. Om de waarheid over vermeende kartels te achterhalen, zetten we bijvoorbeeld forensische IT in.

En om gerichter naar digitaal bewijsmateriaal te zoeken, zetten we in een vroeger stadium van het onderzoek dan voorheen onze digi tale rechercheurs in. Want zij weten welke IT-systemen er in bepaalde sectoren worden gebruikt en ze kunnen meedenken over de plekken waar mogelijk bewijs te vinden is.

Bijvoorbeeld door te kijken naar de primaire bedrijfsprocessen en daar analyses op los te laten.

Op die manier is te visualiseren wat er in een zaak aan de hand kan zijn. En dat kan weer tot nieuwe inzichten leiden. Dus graven we ver- der. Want primaire bedrijfsprocessen wis je gelukkig niet zomaar uit.

Pieter Kalbleisch,

Voorzitter Raad van Bestuur NMa

Onuitwisbare sporen

Fotograie: Tom Kroeze

Minister

Maria van der Hoeven:

‘Innovatie versterkt je

concurrentiepositie’

Meer kijken vanuit de ondernemer en minder vanuit de Haagse stolp. Maria van der Hoeven heeft geleerd van haar deelname aan diverse kabinetten Balkenende. ‘Als we marktwerking de maat nemen, moeten we gebruikersoordelen meenemen’. Een gesprek met de minister van Economische Zaken over het thema van dit magazine: mededinging en innovatie.

10

| 7 | Inklappen en wegwezen Kuubkisten schelen 40 procent in transportkosten bloembollen | 10 | Actie Tomaat Westlandse telers winnen innovatieprijs

| 13 | Soms kun je het geld beter in marketing steken Octrooien zijn duur en meestal weinig waard | 14 | Het vlindermodel: vernieuwingen laten ontpoppen Zomoto niet bang voor concurrentie | 16 | Van luistertrein tot betonballon

| 17 | Shoppen zonder pas of cash! Mobiel betalen via niet-bancaire instellingen

14 7

Tekst: Mike Muires

(3)

‘Nederlandse ondernemers moeten bij de tijd blijven als ze hun concurrentiepositie willen vasthouden op de (inter)nationale markt’, aldus Van der Hoeven. ‘Dit bete- kent dat ze moeten innoveren in hun pro- ducten, processen, kennis en competen- ties. De kritische consument vraagt bijvoorbeeld steeds meer om duurzaam geproduceerde goederen en daar heb je innovatie voor nodig.’

Het kabinet ambieert een ondernemende, concurrerende en innoverende economie met oog voor de samenleving, zo staat in het beleidsprogramma 2007-2011. Hoe vult uw ministerie dat in?

‘Ik vind het vooral belangrijk om innovatie in te zetten op zorg, energie en water.

Als we enerzijds de maatschappelijke problemen in deze drie gebieden oplos- sen, en dat anderzijds tegelijkertijd kun- nen verbinden met innovatie en met de versterking van de positie van het Neder- landse bedrijfsleven, dan komen we een heel eind in de goede richting. Nederland ontwikkelt bijvoorbeeld kennis over natte infrastructuur door windmolenparken op zee te bouwen. De kennis die we zo opdoen, kunnen we weer exporteren.’

Tien jaar geleden is de NMa opgericht.

Hoe kijkt u aan tegen de resultaten van een decennium mededingingsbeleid?

‘Ik vind de NMa van erg groot belang. Je moet een NMa hebben en die moet zijn werk onafhankelijk kunnen doen. Als de NMa er niet was geweest, waren de grote kartels, zoals die in de bouwwereld, niet gebroken. In het toezicht op de naleving

van de Mededingingswet heeft de NMa een niet te onderschatten rol gespeeld.

Dat is heel erg positief.’

Wat kan de overheid doen om innovatie te bevorderen?

‘We kunnen iets doen op het gebied van vestigingsklimaat, regelgeving, belasting- maatregelen en octrooisystemen. En natuurlijk geld beschikbaar stellen. Daarbij moeten we minder aan subsidies en meer aan kredieten gaan denken. Als onderne- mingen voor hun bedrijfsvoering afhanke- lijk worden van subsidies, ben je niet goed bezig. Innoveren begint niet bij de over- heid, maar bij de ondernemers zelf en de manier waarop zij tegen hun product, bedrijf of markt aankijken. Wat wel kan, is dat de overheid condities creëert die ondernemers uitdagen om gebruik te maken van bestaande mogelijkheden.’

Bijvoorbeeld door administratieve lasten te verlichten? Ondernemers zeggen dat ze daar nog niet veel van merken.

‘In het vorige kabinet hebben we bij de verlaging van de administratieve lasten vooral gekeken vanuit onszelf. Nu gaan

‘Concurrentie is een prikkel tot innovatie’

we dat meer door de ogen van het bedrijfs- leven doen. We gaan het aanleveren van gegevens door bedrijven aan de overheid meer standaardiseren en digitaliseren.

Nu moeten bedrijven zulke gegevens vaak twee of drie keer leveren aan verschillende overheidsinstellingen. Daar moeten we vanaf. Het CBS heeft hiermee een goed begin gemaakt en ik verwacht dat we daar aan het eind van het jaar de resultaten van zien.’

Hoe belangrijk is concurrentie voor innovatie?

‘Concurrentie is een prikkel tot innovatie, omdat het je bij de les houdt. Concurrentie zet bedrijven ertoe aan met hun tijd mee te gaan. Je moet zorgen dat de markt open is voor nieuwe toetreders. In een aantal sec- toren heeft concurrentie geleid tot prijsda- lingen en zijn de keuzemogelijkheden voor consumenten toegenomen. Daarom is het werk van de NMa zo belangrijk.’

Toch lijkt het alsof marktwerking in de politiek tegenwoordig een vies woord is.

‘Marktwerking was de oplossing voor alles.

Maar marktwerking is geen doel op zich.

Het was een middel om markten open te breken en om publieke doelen te reali- seren. In de telecomsector bijvoorbeeld is dat goed gegaan.

Daar hebben consumenten meer keuze- mogelijkheden gekregen en zijn de prijzen fors gedaald. In de energiesector is door de liberalisering meer concurrentie ontstaan in de consumentenmarkt. Het aantal consumenten dat overstapt naar een andere energieleverancier kan in mijn ogen nog wel omhoog. In andere sectoren, zoals de taxibranche, verliep het minder succesvol. Wel is het contractvervoer in de taxibranche concurrerender geworden.

Minder tevreden ben ik over de keuze- vrijheid van passagiers op de taxistand- plaatsen. De passagier verkeert in een afhankelijk positie ten opzichte van de taxiondernemer, omdat hij alleen de voor- ste taxi van de rij kan nemen. Dit betekent niet dat we marktwerking bij het oud vuil

moeten zetten. Het wil zeggen dat je de effecten van marktwerking op onder meer de publieke belangen moet onderzoeken.

Want waarom zou je privatiseren als je publieke doelen ook op andere manieren kunt bereiken?’

Wat moet er beter bij de introductie van marktwerking in nieuwe sectoren?

‘Uit een recent onderzoek van mijn minis- terie naar de gevolgen van marktwerking, blijkt, dat er niet stelselmatig data zijn verzameld op basis waarvan je kunt meten of doelen wel of niet zijn bereikt. We zijn achteraf bezig om gegevens boven water te halen. Als we verder gaan met de intro- ductie van marktwerking in nieuwe secto- ren, moeten we van tevoren een nulmeting doen en heldere doelen stellen. En ervoor zorgen dat tijdens de rit gegevens worden verzameld en geanalyseerd, zodat we tussentijds kunnen zien of we op schema liggen. Ik vind ook dat we in de vraag of marktwerking succesvol is of niet, het oordeel van de gebruikers moeten laten meewegen.’

Congres 10 jaar NMa: Trust en antitrust

Minister van Economische Zaken Maria van der Hoeven hield op 5 maart in Den Haag een toespraak onder meer over innovatie en mededinging op het congres ter ere van het tienjarig bestaan van de NMa. Ook Pieter Kalbleisch hield op dit congres een lezing en keek terug op wat de NMa gedurende haar bestaan heeft bereikt: ‘De opbrengsten van het werk van de NMa zijn vele malen hoger dan de kosten’, aldus de bestuursvoorzitter.

‘Marktwerking is

geen doel op zich’

(4)

Eric Steltenpool, inmiddels eigenaar van het in het Noord- Hollandse Middenmeer gevestigde bedrijf, zocht het in eficiency, minder kosten en meerwaarde voor de klanten. ‘Je moet het hen zo veel mogelijk naar de zin maken – dan blijven ze klant en blijft onze handel renderen’, aldus Stelten- pool. De kuubkist past in dat streven, want volgeladen kuubkisten worden tijdens het transport constant gelucht, zodat de bollen niet door de gevreesde bloemsmet kunnen worden aangetast. Bovendien nemen inge- klapte kisten minder ruimte in dan gewone kisten. ‘Dat scheelt veertig procent van de transportkosten.’

‘Nee, dit werk ga ik niet doen, zei ik toen ik een tijd voor transportbedrijf Gam Bakker van mijn vader en zijn collega had gereden. Aan transport alleen verdien je te weinig. Er moest meer bij – anders wilde ik het bedrijf niet overnemen.’

Hij vond dat ‘meer’ in een inklapbare kuubkist voor het transport van bloembollen.

Kan Nederland worden gekenmerkt als een innovatief land?

Zeker is dat onze technische universiteiten een uitstekende naam hebben als het om nieuwe vindingen gaat. Maar een uitvinding is nog geen innovatie.

Top-10 Nederlandse

inventies en innovaties

5 | Carver – Een smal driewielig motorvoer- tuig, dat lijkt op een kruising tussen een auto en een motoriets. In een bocht worden de carrosserie en het voorwiel hydraulisch gekanteld, terwijl de achteras met beide achterwielen recht op de weg blijft. Zo kunnen bochten sneller wor- den genomen.

6 | Senz umbrella – De stormbestendige paraplu was het afstudeerproject van drie studenten Industrieel Ontwerpen aan de TU Delft. De paraplu kan niet binnenste- buiten klappen en draait met de wind mee.

Heet in de volksmond ‘Stealth Umbrella’.

7 | Babble – Dit is een 3D-gehoorapparaat dat er een beetje uitziet als een Bluetooth headset en dat beter dan normale gehoor- toestellen functioneert in een om geving met lawaai, zoals op een feestje of in een restaurant.

8 | Waterpiramide – Een grote tent die met zonlicht op een eenvoudige wijze zout en vervuild water omzet naar zoet water. Dit idee van zakenman en uitvinder Martijn Nitzsche is succesvol ingezet in ontwikke- lingslanden.

Inklappen en wegwezen

9 | 1-2-3 Huis – Een bouwbedrijf uit Groningen heeft prefab woningen met een betonnen skelet ontwikkeld. In de betonnen wanden zijn de kozijnen, leidingen, tegels en het sanitair al in de fabriek aangebracht.

10 | Laser Applicatie Centrum – een proef- tuin om innovatieve ideeën en con cepten op het gebied van lasertechnologie te vertalen naar haalbare, winst gevende toepassingen. Samenwerkings verband tussen de Metaalunie, de grootste onder- nemersorganisatie voor het mkb-metaal en de Universiteit Twente.

Volgens professor Ruud Smits, hoogleraar Technologie en Innovatie aan de Universi- teit Utrecht, is Nederland erg goed in

‘inventie’. Dat zie je bijvoorbeeld terug in het aantal wetenschappelijke publicaties en de uitgaven aan onderzoek en ontwikke- ling. Wat publicaties (per inwoner) betreft staan we wereldwijd zelfs op de derde plaats, achter de VS en Zwitserland. In innovatie daarentegen – de vertaling van uitvindingen naar succesvolle producten en concrete toepassingen – zijn we minder goed. Daarmee zitten we in de subtop van Europa, onder Scandinavië en Ierland.

NMagazine stelde een geheel zelfgekozen top-10 van innovaties (want ook die zijn er wel degelijk) en inventies samen.

1 | Vacuüm Wine Saver – Dit commer cieel succesvolle apparaatje van VacuVin is een vacuümpompje met afsluitdoppen om aangebroken lessen wijn langer te kunnen bewaren.

2 | Flitspaal – Het apparaat waarmee wereldwijd auto mobilisten worden betrapt op te snel of door rood licht rijden, is een uitvinding van de Nederlandse rallycoureur Maus Gatsinodes. In 2006 stonden in Nederland 1.700 litspalen.

3 | Nuna 4 – De beroemde solarwagen, ontwikkeld door studenten van de TU Delft, waarmee het Nuon Solar Team voor de vierde keer op rij de kampioenstitel tijdens de World Solar Challenge in Australië won.

4 | Steamexire – Dit mijnbrandblusappa- raat produceert zeer zuurstofarme stoom.

Als die in een mijnschacht wordt geblazen, wordt alle zuurstof en hitte daar vervangen door relatief koude, inerte (zuurstoloze) stoom.

‘Veuls te duur!’

Steltenpool was pas met het vierde ont- werp tevreden. Er moesten oplossingen worden bedacht voor de stijfheid van de kist zonder hoekpalen als versteviging, voor nieuwe scharnieren (inmiddels gepa- tenteerd), voor vochtproblemen tijdens transport en opslag en voor luchtdichtheid van de kisten op de proielen en de schar- nieren. ‘We hebben veel moeten investe- ren, zonder precies te weten waar we zou- den uitkomen. Je moet overal aan denken:

niet alleen aan de bollen en de luchtvoch- tigheid, maar ook aan hoe heftruckchauf- feurs met de kisten omgaan.’

Steltenpool richtte zich in eerste instantie vooral op verkoop van de kuubkist aan de vele leliekwekers in de omtrek. ‘Een ervan heeft 100 hectare bollen staan en is elk jaar tonnen kwijt aan transport van de bol- len naar zijn bedrijf in Zuid-Frankrijk. Ik wilde de kisten voor 250 euro per stuk ver- kopen, maar kreeg alleen te horen: ‘Veuls te duur!’ Ook toen ik zijn terugverdientijd voor rekende – twee jaar! – wilde hij ze niet kopen. Oké, zei ik, dan geef ik je tien pro- cent korting op je transportkosten als ik het vervoer voor jou mag doen. Daar ging hij mee akkoord, net als zijn collega’s. De klanten zijn blij met de tien procent kor-

ting en geen huur voor de kisten – hoewel ze veertig procent zouden kunnen bespa- ren. Men is er na het derde jaar nog steeds enthousiast over. Het is niet alleen het transport, maar ook het laden en lossen en de op- en overslag waar je winst haalt.’

Begin onzeker

‘Ook in de paprikateelt is veel te winnen met de inklapbare kisten, al blijft het in de beginfase altijd onzeker. Maar dat is eigen aan investeren en innoveren.’

(5)

ven en daardoor de innovatie. De vraag is of deze redenering klopt.

Op één punt klopt deze redenering zeker.

Als een bedrijf een nieuw product of pro- ductieproces uitvindt en dit wordt meteen door de concurrentie gekopieerd, dan houdt dat bedrijf er nauwelijks of geen winst aan over. Dergelijke uitvindingen dienen te worden beschermd. Dit gebeurt door patenten die het intellectueel eigen- dom van bedrijven beschermen. Nadat de uitvinding is gedaan (ex post, zoals econo- men zeggen) krijgt het bedrijf het alleen- recht om deze uitvinding te gebruiken.

Dit eigendomsrecht kan dan over het algemeen slechts onder zeer speciieke omstandigheden worden aangevallen door een mededingingsautoriteit.

Riskante R&D projecten

De vraag is echter of ook ex ante (dit wil zeggen: vóórdat de uitvinding is gedaan) marktmacht innovatie stimuleert. Schum- peter dacht van wel, omdat het vaak moei- lijk is voor bedrijven om geld voor riskan- te R&D projecten aan te trekken.

Marktmacht geeft bedrijven een hogere winst en dus eigen middelen om in R&D te investeren. Dat kan zo geweest zijn in 1942, maar tegenwoordig zijn kapitaal- markten zo sterk ontwikkeld dat dit effect verminderd is.

Concurrentie

straft slechte prestaties af

Vernieuwing om te overleven

Prof. dr. Jan Boone | hoogleraar Economie aan de Universiteit van Tilburg

Leo van der Geest | directeur van het economisch onderzoeksbureau Nyfer Verder creëert marktmacht een comforta-

bele positie voor een bedrijf. Zelfs met prestaties onder de maat stroomt de winst gewoon binnen. Dit is niet het geval in een concurrerende markt waar slechte presta- ties meteen worden afgestraft. Je verwacht dat Sven Kramer harder traint voor een WK dan voor een NK. Meer en betere con- currentie leidt tot betere prestaties. Een onderlinge afspraak dat op het WK dit jaar alleen Nederlanders mogen starten, vol- gend jaar alleen Amerikanen en zo verder, lijkt geen recept voor topprestaties en wereldrecords.

Nieuwe producten

Op dezelfde manier leiden afspraken tus- sen bedrijven om de markt onderling te verdelen of praktijken die concurrenten uitsluiten meestal niet tot innoverend gedrag. Sterker nog, als we de data van de hele economie bekijken, zien we juist dat sectoren waar harder wordt geconcur- reerd, ook meer investeren in R&D en daardoor meer innoveren. Deze prikkel om te innoveren door concurrentie is blijk- baar belangrijker dan het mogelijke pro- bleem op de kapitaalmarkt dat Schumpe- ter destijds identiiceerde. Dus iedere keer als de NMa ingrijpt om de concurrentie in een sector te beschermen, leidt dit niet alleen tot lagere prijzen maar ook tot bete- re en nieuwe producten.’

‘Sinds Schumpeter in zijn boek Capita- lism, Socialism and Democracy van 1942 opmerkte dat bedrijven marktmacht nodig hebben om te innoveren, worden mede- dingingsautoriteiten ervan beschuldigd de vooruitgang tegen te werken. Immers, de nadruk van instituten als de NMa op con- currentie en lage prijzen voor consumen- ten, vermindert marktmacht voor bedrij-

‘Ondernemen is een permanente wedloop om te overleven. Bedrijven willen hun marktaandeel vasthouden en het liefst vergroten. Om dat voor elkaar te krijgen, moeten ze telkens wat nieuws verzinnen en de zaken slimmer aanpakken. Anders worden ze voorbijgelopen of zelfs wegge- vaagd. Daarom bevordert concurrentie innovatie. Uitzonderingen daargelaten.

Bevordert concurrentie innovatie of remt het juist af?

Concurrentie werkt stimulerend, stelt de NMa. Dat is bekend. Hoe kijken andere deskundigen daar tegenaan?

NMagazine nodigde er drie uit om hun visie te geven en noteerde hun kanttekeningen.

‘Bij marktmacht stroomt de winst ook bij prestaties onder de maat

gewoon binnen’ ‘Omdat onder-

nemen een wedloop is om te overleven, bevordert concur- rentie innovatie’

Soms kan te veel concurrentie innovatie in de weg staan. Als er heel hoge ontwikke- lingskosten zijn bijvoorbeeld. En als het gemakkelijk is om een product na te maken, waardoor die ontwikkelingskosten niet kunnen worden terugverdiend. Dat kan de prikkel om in R&D te investeren wegnemen. Daarom is het goed dat er octrooien zijn, hoewel die de concurrentie kunnen beperken. Ook in netwerksectoren (zoals telecom en IT) ligt het genuan- ceerd, omdat de investeringen in nieuwe technieken en infrastructuren daar vaak zeer hoog zijn. Het zou een enorme ver- spilling zijn als er bijvoorbeeld zeven kabelnetten in de grond werden gelegd.

Daarom kan het eficiënt zijn als die secto- ren maar één of twee aanbieders kennen.

Maar er moet wel een mogelijkheid zijn voor nieuwe aanbieders om een stuk van

Positief in de meeste bedrijfstakken

Prof. dr. Erik Brouwer | bijzonder hoog- leraar Mededinging en Innovatie aan de Universiteit van Tilburg

‘Wij onderzoeken op dit moment de relatie tussen innovatie en concurrentie. Beide beïnvloeden elkaar. We zien dat voor de meeste bedrijfstakken concurrentie een positieve invloed lijkt te hebben op de ver- nieuwingsdrang in deze sectoren. Dit geldt voor ongeveer zeventig procent van de bedrijfstakken. De wederzijdse relatie

maakt het wel lastig om een eenduidig antwoord te geven op de vraag in hoeverre concurrentie innovatie bevordert. Maar wat het nog complexer maakt is dat in veel onderzoek concurrentie nog niet goed wordt gemeten.

Vaak gebeurt dat door de marktaandelen naast elkaar te leggen of door de winstge- vendheid van bedrijven te vergelijken. Vast staat dat de traditionele maatstaven zoals marktaandelen (HHI) en de prijs-kosten- marge (pcm) niet altijd een juist beeld geven. Met name bij heftige concurrentie, aangezien dan de kans bestaat dat minder eficiënte bedrijven de markt noodgedwon- gen moeten verlaten en de traditionele maatstaven dus een verkeerd beeld geven.

Immers, volgens deze maatstaven is er nu minder concurrentie, terwijl er juist een heftige concurrentiestrijd gaande is.

‘Een eenduidig antwoord is lastig, vooral omdat

concurrentie vaak niet goed wordt gemeten’

Een andere vraag die je zou kunnen stellen is hoe je innovatie zou moeten meten. Zo zien we in de farmaceutische industrie dat de R&D-uitgaven zijn verdubbeld en de output van nieuwe producten is gehal- veerd. Is deze sector nu innovatiever of minder innovatief geworden?’

hun markt af te snoepen, anders worden de bestaande aanbieders lui en gooien ze de tarieven omhoog. Ook in netwerksecto- ren zie je dat hevige concurrentie juist veel innovatie genereert.’

(6)

‘Wij verkopen geen tomaten, wij verkopen een concept. Daarmee willen we boven de grijze massa van het winkelschap drijven.

Het gaat ons niet om schaalvergroting, we laten ons leiden door innovatiedrang. Zo blijven we onze collega’s telkens een paar stappen voor’, aldus Jos van Mil.

Dat is de ilosoie van de Van Marrewijk Van Mil BV, een al met veel prijzen geëerde Westlandse tomatenteler. Hun jongste suc- ces heet Snoeptomaatjes van Tommies, dat in vele supermarkten in Nederland te koop is. Daarmee wonnen zij de AGF Innovatie- prijs 2008 voor Productinnovatie & Marketing.

Van Mil: ‘We hebben een bestaand klein tomaatje vijf jaar terug laten doorontwikkelen en waren pas tevreden toen het de gewenste harde bite, knapperigheid en een goede smaakbalans tussen zoet en zuur had gekregen. Met een gewicht van ongeveer tien gram zijn ze gemakkelijk in één hap weg te werken. Dat was stap één. Daarna vroegen we ons af: hoe zetten we dit in de markt?’

Oranje tomaat

‘Mijn hobby marketing kwam daarbij goed van pas. We keken onder meer hoe mensen reageerden op producten in de schap- pen van een AH to go. Fascinerend: ze letten helemaal niet op de prijzen. Ook ging ik ontwerpen. Om de kinderen sneller te berei- ken, koppelden we een clown aan de zelfverzonnen brand Tom- mies. Juist toen ontstond ook de discussie over overgewicht, dus wij zaten goed met ons gezonde product. Daarnaast bereiken we, mede door een grote variatie in verpakkingen, ook ouderen die een gezond borrelhapje willen.’

Het snoeptomaatje is niet de eerste innovatie van Van Mil en zijn collega Ab van Marrewijk. Voor het WK-voetbal van 1998 in Frank- rijk introduceerden zij bijvoorbeeld een oranje tomaat, publicitair ondersteund door Rinus Michels. Van Mil: ‘We haalden er een kleurenfoto op de voorpagina van De Telegraaf mee, maar het werd geen succes. Het paste wel in onze keuze van zestien jaar geleden voor innovatieve concepten in plaats van massa- productie. Dat geldt ook voor onze uitbreiding van Tommies met mini-komkommers, mini-paprika’s en vruchten. We ondersteu- nen een en ander met ilmpjes op Hyves en Youtube. Daar heeft mijn 14-jarige dochter mij goed bij geholpen!’

Actie

tomaat

Maarten Bobeldijk | category manager PlusRetail:

‘De tendens gaat naar gezondheid en kinderen. Dus de link met Snoep- tomaatjes is snel gelegd. Mede daarom hebben we het in ons assortiment opge- nomen. Van Mil en Van Marrewijk zijn

zeer vooruitstrevend en hebben een heel goed concept ontwikkeld. Dat

is lang niet alle tomatentelers gegeven.’

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hoewel professionals vinden dat voor veel jongeren en situaties gedwongen afzonderen een te ingrijpende maatregel is en voorkomen kan worden, is afzondering volgens professionals

Hoewel sommige alternatieven (bijvoorbeeld het opvolgen van het signaleringsplan van de jongere, een time-out nemen op de eigen kamer) wel specifiek gericht zijn op het voorkomen

Artikel 18, §1, 7°: Het FWO realiseert zijn missie door de middelen die de Vlaamse Regering heeft verstrekt, aan te wenden voor de volgende taken: 7° de subsidiëring van middelzware

Op advies van de Adviescommissie voor Economische migratie (SERV) zal (tweejaarlijks) worden bekeken welke profielen van de VDAB-lijst in aanmerking komen voor de lijst, waarbij

Er worden enkele aanpassingen gedaan in het decreet houdende sociaalrechtelijk toezicht wat betreft de procedure administratieve geldboete: de bepaling inzake herhaling wordt

De voorgestelde Vlaams – Nederlandse strategie voor een toekomstgerichte chemie, heeft geen financiële weerslag. De goedkeuring op zich van deze strategie impliceert niet

Vanuit de ervaringen van het ‘Ik-Vaderproject’ van Link=Brussel in 2010 geven wij zoveel mogelijk tips voor het organiseren van activiteiten voor vaders in wording of met

In de private sector zijn organisaties vrij om in de omgeving (hun markt) doelgroepen te segmenteren die vanuit commercieel oogpunt interessant zijn. De