• No results found

Meer ik-ik-ik, meer restatements?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Meer ik-ik-ik, meer restatements? "

Copied!
42
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

+

Meer ik-ik-ik, meer restatements?

Een onderzoek naar de relatie tussen narcisme en restatements

Master afstudeerwerkstuk Juni 2012

s1693700 Wenjun Wang 06 – 20 555 894 Moesstraat 26-1A 9717 JW Groningen wenniewun@hotmail.com PwC Groningen Begeleider PwC: E.C. Koopal Begeleider RuG: R.B.H. Hooghiemstra

(2)

stuk:Voorwoord

Voorwoord

Met het inleveren van mijn masterscriptie, wordt ook mijn studententijd afgesloten. Ik kan terugkijken op vijf jaren vol nieuwe ervaringen, uitdagingen en euforische momenten. Ik heb het geluk gehad dat ik mezelf heb kunnen omringen met bewonderenswaardige mensen en ik heb de kansen kunnen grijpen die buiten handbereik leken. Ik heb geleerd dat je hoogtepunten enkel kunt bereiken, zolang je het maar probeert. Bang zijn om te falen, brengt je niet verder. Door deze houding heb ik in gesprek kunnen gaan met de CEO van Randstad, maandenlang contact kunnen hebben met aanzienlijke mannen uit het zakenleven en hun weten te interesseren voor een geslaagd congres en een jaar lang aan het roer kunnen staan van een fantastische en professionele studievereniging. Inmiddels heb ik een fantastische groep vrienden en familie om me heen verzameld, waarmee ik verder ga in het ‘volwassen’ leven.

Ik kan terugkijken op een geweldige studietijd en de volgende mensen hebben dit mogelijk gemaakt:

Mijn ouders, die weliswaar de Nederlandse studietijd nog steeds niet begrijpen, maar me overal in hebben aangemoedigd waar ik enthousiast over was.

Mijn broertje, voor wie ik natuurlijk een goed en ambiteus voorbeeld moest stellen (maar bij wie ik stiekem de nodige kinderachtige afleiding kon vinden).

Mijn vrienden, vriendinnen en familie, die nog steeds niet snappen wat er nou zo leuk is aan mijn studie en beroep. Ik zie het maar als een uitdaging en zal ze te laten zien hoeveel ik van mijn studie heb genoten en van mijn beroep geniet.

Mijn medestudenten, commissie- en bestuursgenoten, met wie ik samen ambitieuze projecten en actielijsten heb voltooid.

Mijn collega’s, die me tijdens de lunchpauze verrassende invalshoeken leverden voor mijn scriptie en starterstijd bij PwC tijdens de lunchpauzes.

Mijn begeleiders Ellen vanuit PwC en Reggy vanuit de Rijksuniversiteit, met wie ik volop heb kunnen brainstormen en die vele uren hebben gestopt in het lezen van mijn teksten en het voorzien van waardevol commentaar en tips.

En last, but certainly not the least, Lukas, die me aanmoedigde op tijden dat ik even klaar was met scriptie en altijd vertrouwen in me toont. En dankzij dat, win ik de masterscriptie race met hem. ;)

Tot slot een dankwoord aan de lezer. Moge mijn scriptie veel plezier leveren.

Wenjun

(3)

stuk:Samenvatting

Samenvatting

Narcisten komen overal voor, maar kan een Narcist zich een betere positie wensen dan CEO van een onderneming? Kan hij zich ergens anders beter omringen met jaknikkers en constant in de schijnwerpers staan? Dit onderzoek richt zich op CEO Narcisme.

Naar aanleiding van de literatuuronderzoek in hoofdstuk 2 bestaat het vermoeden dat de mate van CEO narcisme een positieve invloed heeft op de kans op het ondergaan van een afgedwongen restatement. Omdat daarnaast CEO’s beter hun gang kunnen gaan in geval van dualiteit, zou dualiteit een versterkend effect hebben op deze vermoede relatie.

Bovenstaande vermoedens worden getest in een poging om een bijdrage te leveren aan de literatuur omtrent CEO narcisme en de gevolgen daarvan voor de onderneming. Van 51 ondernemingen die aangegeven hebben een restatement te ondergaan volgens het GAO (United States Government Accountability Office) database wordt informatie verzameld aan de hand van narcisme en dualiteit maatstaven. Ditzelfde wordt gedaan met de matching pairs die geen restatement ondergaan hebben, welke geselecteerd zijn aan de hand van soortgelijke ondernemingsgroottes in dezelfde industrieën als de restating ondernemingen.

Uit de analyse blijkt dat er CEO narcisme geen significant positieve invloed heeft op de kans op het ondergaan van een restatement. Dualiteit heeft geen significante invloed op deze relatie.

Kernwoorden: CEO Narcisme, dualiteit, restatement, correctie jaarcijfers, GAO

(4)

stuk:Samenvatting

Inhoud

Voorwoord ... 2

Samenvatting ... 3

1. Inleiding ... 5

1.1. – Narcisme en restatements ... 5

1.2. – Relevantie ... 7

1.3. – Structuur ... 8

2. Theorie ... 9

2.1. – Narcisme ... 9

2.2. – Restatements ... 12

3. Onderzoeksopzet ... 16

3.1. – Steekproefselectie ... 16

3.2. – Afhankelijke variabele ... 17

3.3. – Onafhankelijke variabelen ... 18

3.4. – Analyse modellen ... 20

4. Resultaten ... 22

4.1. – Beschrijvende statistiek ... 22

4.2. – Toetsing hypothesen ... 24

5. Conclusie, beperkingen, vervolgonderzoek ... 27

5.1. – Conclusie en discussie ... 27

5.2. – Beperkingen en aanbevelingen ... 30

Referenties ... 32

Bijlage A – Overzicht ondernemingen ... 36

Bijlage B – Beschrijvende statistiek ... 38

B.1. Algemene variabelen ... 38

B.2. Narcisme ... 39

B.3. Dualiteit ... 42

(5)

stuk:Inleiding

1. Inleiding

1.1. – Narcisme en restatements

De Griekse mythologie vertelt het verhaal van Narcissus: een jongeman zo vol van zichzelf, dat hij anderen om zich heen harteloos behandelt. Wanneer hij de liefde van bosnimf Echo afwijst, wordt hij echter wreed gestraft door haar goddelijke moeder: Narcissus wordt verliefd op zijn spiegelbeeld in het water. De onbereikbare liefde wordt zijn dood en hij kwijnt weg langs de waterkant. Zijn naam is terug te vinden in zowel de natuur als de mens.

Hoewel er in de botanische wereld ongetwijfeld genoeg geschreven is over de gele bloem met haar hangende kop langs de waterkant, is er ook zeker genoeg interesse voor de karaktereigenschap narcisme die vernoemd is naar de mythische jongen. Narcisme, volgens de Dikke van Dale omschreven als ziekelijke zelfliefde, komt in de literatuur herhaaldelijk terug. Zo worden heel wat narcistische leiders in ‘de Vastgoedfraude’ (Boon en Marel, 2009) bij naam genoemd; houdt Harm Tunteler (2010) in CMagazine directeuren een kritische spiegel voor en zijn er heel wat wetenschappelijke artikelen over narcisme te vinden in zowel de sociaal psychologische als economische literatuur.

Narcisme wordt in de economische wereld in verband gebracht met onder andere het zakenleven. Wie kent er nu geen narcistische leider? Denk aan Lloyd Blankfein (Goldman Sachs;

‘I’m doing God’s work’) en Ted Turner (CNN; ‘If I only had a little humility, I’d be perfect.’).

Uiteraard is narcisme ook in Nederland niet vreemd. Neem als voorbeeld Cees van der Hoeven (Ahold) en Rijkman Groenink (ABN Amro), die de onderneming naar ongekende hoogte brachten maar ook de uiteindelijke donderslagen opriepen.

Een gezonde dosis ijdelheid is prima, zolang dit maar bijdraagt aan het creëren van een evenwichtiger samenleving in het belang van de generaties die nog komen. In business cases zoals de ondergang van Rotterdamsche Droogdok Maatschappij en Royal Begemann Group; de problemen bij Ahold; de vijandige overname en opsplitsing van ABN Amro en de bijna- ondergang van Fortis is het mogelijk dat zelfoverschatting van de leiders van deze ondernemingen een dominante rol gespeeld heeft. Zeker is in ieder geval dat de ijdelheid van deze leiders geen positieve bijdrage geleverd heeft aan toekomstige generaties (Al, 2010).

Hoewel de relatie tussen leiderschapseigenschappen en ondernemingsprestaties al veelvuldig onderzocht is in de economische literatuur, is narcisme slechts recentelijk onder de loep genomen (Zhu en Chen, 2011). Een narcistische leider neemt makkelijk het voortouw, versterkt het zelfvertrouwen van zijn volgers en op haar beurt versterkt de aandacht van de volgelingen weer zijn eigen zelfvertrouwen. Narcisten geloven dat ze zeer intelligent, creatief, competent en goede leiders zijn (Campbell et al., 2004). Grote en radicale acties voeren ze uit om te voldoen aan de behoefte om dit hoge eigenbeeld constant bevestigd te krijgen van anderen (Chatterjee en Hambrick, 2007; Van Zanten, 2010). Echter kan een narcist slecht tegen kritiek, bouwt hij een netwerk van enkel jaknikkers om zich heen, heeft geen empathie, gelooft niet in coachen, doet enkel aan instrueren en is zeer competitief (adburdias.nl). In de literatuur worden parallellen getrokken met charisma, zelf respect, hybris, slecht leiderschap, celebrity CEO’s en

(6)

stuk:Inleiding overoptimisme. Deze termen komen echter niet een op een overeen met narcisme. Over het

onderscheid wordt meer verteld in §2.1.2.

Dat narcisme bij Chief Executive Officers (CEO’s) consequenties met zich mee brengt, blijkt wel uit de vele wetenschappelijke onderzoeken naar de gevolgen van CEO narcisme. Chatterjee en Hambrick (2007) concluderen dat narcistische CEO’s grote acties ondernemen die aandacht trekken en resulteren in extreme ondernemingsprestaties. Echter wijkt de gemiddelde ondernemingsprestatie weinig af van niet-narcistische CEO’s. Er is volgens deze onderzoekers in principe geen relatie tussen narcisme bij CEO’s en ondernemingsprestaties op de lange termijn.

Hribar en Yang (2011) zien wel een relatie tussen overmoedigheid, een van de trekjes van narcisme, en ondernemingswaarde. De ondernemingswaarde wordt door overmoedige CEO’s juist vernietigd. Overmoedigheid uit zich namelijk ofwel in excessief optimisme over toekomstige prestaties, ofwel in onderschatting van het risico dat gepaard gaat met deze toekomstige prestaties. Verder tonen verschillende onderzoekers door middel van empirisch onderzoek aan dat er een significante positieve relatie bestaat tussen het hebben van een narcistische CEO en fraude (Linke en Emanuels, 2009; Rijsenbilt, 2011; Schrand en Zechman, 2010).

CEO narcisme kan ook zijn weerslag vinden op de strategische beslissingen die een onderneming neemt. Strategische beslissingen worden namelijk vaak door de ervaringen, voorkeuren en neigingen van topmanagement beïnvloed (Finkelstein et al., 2009). In dit onderzoek zal er gekeken worden naar de invloed van narcisme op de strategische beslissingen, die voorafgaan aan het indienen van een zogenaamde restatement. In de Wall Street Words (Scott, 2003) wordt een restatement omschreven als een aanpassing van jaarrekeningcijfers. Een restatement wordt afgedwongen wanneer de jaarrekening een foutief beeld geeft van de werkelijkheid. Dit kan gebeuren wanneer er bijvoorbeeld informatie ontbreekt in de gepubliceerde jaarrekening. Het kan zijn dat deze informatie op de dag van publicatie nog onbekend was. Het kan echter ook zijn dat een medewerker van de onderneming deze informatie bewust uit de jaarrekening gehouden heeft om er zijn eigen voordeel mee te doen.

Het gericht sturen van cijfers en het sturen van de focus op informatie is in sommige gevallen legaal, in sommige is dit illegaal. In navolging op de aanbeveling van Hennes et al. (2008) maak ik onderscheid tussen restatements die voortkomen uit onbewust foutieve rapportage (errors) en uit bewust foutieve rapportage (irregularities). In mijn onderzoek focus ik mij enkel op strafbare onregelmatigheden die volgen uit het bewust onjuist weergeven van de economische werkelijkheid.

Wanneer een onderneming een restatement (in deze thesis ook wel ‘aanpassing’ of ‘correcties’

genoemd) indient, krijgt deze te maken met negatieve reacties vanuit zowel de vermogensmarkt als de arbeidsmarkt. Het is in feite namelijk niet anders dan aangeven dat de vorige financiële rapportage kwalitatief niet goed genoeg was. Restatements kunnen afgedwongen worden door inspecties van controlerende accountants of inspecties van overheidsinstanties (zoals de Public Company Accounting Oversight Board (PCAOB)) (Turner en Weirich, 2006). De PCAOB is naar aanleiding van de Sarbanes Oxley Act 2002 ingesteld door de United States Congress. De samenstelling van het vijfkoppige bestuur van de PCAOB wordt benoemd door de U.S. Securities and Exchange Commission (pcaobus.org). Ondernemingen kunnen er echter ook voor kiezen

(7)

stuk:Inleiding vrijwillig gecorrigeerde jaarcijfers indienen. Er zijn indicaties dat de markten minder hard zijn

voor de onderneming en de CEO wanneer de restatement vrijwillig ingediend wordt (Pfarrer et al., 2008).

CEO narcisme heeft grote invloed op de ondernemingsprestaties en ondernemingsbeslissingen.

Prestatiedrang van narcistische CEO’s kan leiden tot onjuiste weergave van cijfers. Indien er op illegale wijze cijfermanipulatie plaatsvindt, kan de onderneming naar aanleiding van inspecties gedwongen worden om correcties in de jaarcijfers door te voeren. Ook kan de CEO ervoor kiezen vrijwillig aanpassingen door te geven. Om te kijken of er daadwerkelijk een significante relatie is tussen de mate van narcisme van een CEO en de hoeveelheid restatements van jaarrekeningcijfers, staat in mijn thesis de volgende onderzoeksvraag centraal:

In hoeverre heeft de aanwezigheid van een narcistische CEO invloed op het al dan niet ondergaan van restatements van jaarrekeningcijfers?

1.2. – Relevantie

In mijn onderzoek worden de factoren CEO narcisme, dualiteit en restatements naast elkaar gezet. Hoewel er al veel onderzoek is geweest naar deze factoren individueel en in relatie tot andere variabelen, is er naar mijn weten nog geen onderzoek gedaan naar de relatie tussen CEO narcisme met restatements, en de invloed van de factor dualiteit hierop.

1.2.1. – Relevantie narcisme

Momenteel blijft de hoeveelheid literatuur over strategisch leiderschap groeien, waarbij er aandacht besteed wordt aan de rol van individuele psychologie bij het maken van ondernemingsbeslissingen (Hribar en Yang, 2011). Door in nader detail te kijken naar een van de consequenties van CEO narcisme, draag ik bij aan deze groei en in het bijzonder draag ik bij aan de literatuur over CEO narcisme en de gevolgen hiervan voor de onderneming.

1.2.2. – Relevantie restatements

Ik kom tegemoet aan de aanbeveling van Armstrong et al. (2010) door meer onderzoek te doen naar de relatie tussen gedrag en accounting manipulatie. In dit onderzoek wordt er met name gekeken naar een mogelijk gevolg van accounting manipulatie, namelijk naar de correctie van deze gemanipuleerde onjuiste cijfers in de jaarrekening. Hierbij wordt er rekening gehouden met de aanbeveling van Hennes et al. (2008) door de restatements te splitsen in jaarrekeningcorrecties als gevolg van bewuste en onbewuste onjuistheden. Hoewel er veel onderzoek is gedaan naar zowel CEO narcisme (Buss en Chiodo, 1991; Campbell et al., 2004;

Chatterjee en Hambrick, 2007; Doyle en Lynch, 2008; Emmons, 1981; 1987; Farwell en Wohlwend-Lloyd, 1998; Higgs, 2009; John en Robins, 1994; Judge et al., 2006; Kernberg, 1975;

Kernis en Sun, 1994; Linke en Emanuels, 2009; Rhodewalt en Morf, 1998; Rijsenbilt, 2011;

Sanders, 2001; Shapira, 1995; Schrand en Zechman, 2010; Van Zanten, 2010) als restatements (Agrawal en Cooper, 2007; Anderson en Yohn, 2002; Desai et al., 2004; Elsbach, 1994; GAO, 2006; Hennes et al., 2005; Hribar en Yang, 2011; McNichols, 1989; Pfarrer et al., 2008;

Richardson et al., 2003; Scott, 2003; Suchman, 1995; Turner en Weirich, 2006; Zucker, 1987) in

(8)

stuk:Inleiding de academische wereld, is er naar mijn weten geen directe link gelegd tussen deze twee

variabelen. Met dit onderzoek wil ik een uitspraak doen over het al dan niet bestaan van deze relatie.

1.2.3. Relevantie dualiteit

Academici hebben aangetoond dat dualiteit de kans op het corrigeren van jaarrekeningcijfers vergroot (Horner et al., 2010). Gezien het feit dat er sprake is van minder effectief toezicht, is het logisch dat de kans op een restatement stijgt (Efendi et al., 2007). Deze relatie wil ik toetsen in mijn onderzoek, maar daarnaast ook in verband brengen met narcisme. Aangezien narcistische CEO’s zich graag omringt met jaknikkers, is het denkbaar dat deze type CEO’s nóg meer hun gang kunnen gaan wanneer er sprake is van dualiteit. Zij kunnen de macht gebruiken om eigen doelen te bereiken (Rijsenbilt., 2011) en grootse risicovolle acties ondernemen om de gewenste aandacht en applaus te kunnen ontvangen. Hiervoor gaan ze fraude niet uit de weg. De gemanipuleerde cijfers moeten wettelijk gezien echter gecorrigeerd worden: restatement. Ik wil een bijdrage leveren op het gebied van de literatuur over alle drie variabelen, door te onderzoeken of dualiteit daadwerkelijk invloed heeft op deze beschreven relatie tussen CEO narcisme en restatements.

1.3. – Structuur

In de hierop volgende hoofdstukken zal allereerst in hoofdstuk twee de relevante theorie omtrent zowel narcisme als restatements op een rij gezet worden. Vervolgens wordt de onderzoeksopzet besproken in hoofdstuk drie, gevolgd door de resultaten in hoofdstuk vier. Tot slot zal er in hoofdstuk vijf afgesloten worden met de conclusie die getrokken kan worden uit mijn onderzoek, de beperkingen waar mijn onderzoek mee te maken heeft en de aanbevelingen voor eventueel vervolgonderzoek.

(9)

stuk:Theorie

2. Theorie

In dit hoofdstuk zullen de twee onderwerpen waar mijn thesis zich op focust de revue passeren;

allereerst zal de relevante kennis over narcisme in kaart gebracht worden, gevolgd door onderzoeken naar restatements.

2.1. – Narcisme 2.1.1. – Definitie

Narcisme wordt in de literatuur omschreven als een karaktereigenschap, bestaande uit een groot aantal elementen. Higgs (2009, p. 171) plaatste ze bij elkaar. Een zwaar narcistisch persoon, die neigt naar het hebben van een narcistisch persoonlijkheidsstoornis, vertoont:

‘Grandiosity of personal belief system; arrogance; self-absorption; self-admiration;

inflated self-view; no room for self-improvement; over-confidence in abilities; attention- seeking; fragile self-esteem; need for positive reinforcement; need for admiration;

hypersensitivity; hostility to negative feedback; intolerant of criticism; hubris;

dominance; need for power; need for achievement; sense of entitlement; poor listener;

lack of empathy; inflexibility, and unwilling to compromise.’

Een narcistisch individu verlangt naar positieve feedback, maar kan slecht tegen negatieve feedback (Chatterjee en Hambrick, 2007). Kritiek levert woede en agressie op (Kernis en Sun, 1994; Rhodewalt en Morf, 1998), want deze mensen zijn erg tevreden met zichzelf en zien geen noodzaak voor verbetering (Emmons, 1987). Ze zien zichzelf als erg goede leiders, intelligent, creatief en competent (John en Robins, 1994; Farwell en Wohlwend-Lloyd, 1998; Judge et al, 2006). Ze zijn niet meegaand met de omgeving en luisteren slechts met een half oor naar het wel en wee van hun collega’s. Een narcistisch individu zal dan ook zijn eigen wil doordrukken, onafhankelijk van de mening van de tegenpartij (Higgs, 2009).

Narcisten zijn dol op aandacht. Narcistische CEO’s zorgen voor de juiste aandacht door een sterke invloed uit te oefenen op datgene wat in persberichten naar buiten komt. Goede prestaties worden uitvergroot; negatieve verhalen halen het nieuws niet. Jaarverslagen zijn ook een van de favoriete wijzen om de wereld duidelijk te maken wie de onderneming nou precies leidt. Omdat er geen richtlijnen zijn omtrent de opmaak van jaarverslagen en omdat CEO’s erg veel aandacht besteden aan de inhoud en opmaak van jaarverslagen, met name over hoe zijzelf weergegeven worden, kan men verwachten dat een zeer narcistisch CEO zichzelf een prominente plaats zal geven (Chatterjee en Hambrick, 2007).

De narcist wordt gevormd door omstandigheden uit de omgeving, zoals ongelukkige kinderjaren.

Als topmanager wil de narcist zich revancheren voor de wonden uit het verleden. Hij heeft dan een neiging tot zelfverheerlijking en een voortdurende behoefte aan bewondering. Als hij zichzelf niet op een voetstuk plaatsen, doet de onderneming dat wel. Omringd door jaknikkers, uitgeroepen tot Topman van het jaar en de cover van managementbladen sierend, plaatst hij zichzelf buiten de werkelijkheid en voelt zich Master of the Universe (Van Zanten, 2010). Om

(10)

stuk:Theorie (Emmons, 1981), voelt de narcistische CEO de noodzaak sensatie op te zoeken en acties te

ondernemen die tegen de normale gang van zaken in gaan (Chatterjee en Hambrick, 2007).

2.1.2. – Gerelateerde begrippen

Narcisme moet niet verward worden met aanverwante karaktertrekken. Om deze karaktertrekken in kaart te brengen, passeren omschrijvingen van de begrippen charisma, hybris, overoptimisme en celebrity CEO’s de revue.

Een charismatische leider heeft een sterke visie en straalt deze krachtig uit naar zijn omgeving.

Deze kracht is nodig om met moed de onderneming nieuwe richtingen op te sturen. Omdat de positieve voordelen enorm zijn, wordt dit type leiderschap geaccepteerd (Maccoby, 2003). Er is een sterke link tussen charismatisch en narcistisch leiderschap. Het grote verschil is echter dat narcisme voornamelijk gezien wordt als de negatieve, donkere zijde van charismatisch leiderschap (Doyle en Lynch, 2008).

Hubris (hybris) wordt ook wel omschreven als overdreven zelfvertrouwen, dat gevolgd wordt door afstraffing. De oorsprong van dit woord vindt zich in de Griekse oudheid. Het woord hybris gebruikt om overmoed aan te duiden. Door dermate veel zelfvertrouwen te hebben, heeft het individu niet meer door dat hij grenzen overschrijdt. Met het overschrijden van deze grenzen gaat hij (onherroepelijk) zijn eigen ondergang tegemoet. Externe stimuli kunnen bijdragen aan een staat van hybris, zoals recente ondernemingsprestaties die het vertrouwen een boost kunnen geven. Natuurlijk speelt ook het karakter van de persoon in kwestie mee. Een grote eigendunk, zeker niet onbekend bij narcistische persoonlijkheden, is een voorbode van hybris (Chatterjee en Hambrick, 2007).

Een ander veelgebruikt woord voor hybris, overmoed, is overconfidence. Dit uit zich ofwel in excessieve optimisme over de toekomstige toekomstprestaties of als een onderschatting van het risico dat gepaard gaat met deze toekomstprestaties. De overmoedige ziet zichzelf als beter en scherpzinniger dan anderen (Hribar en Yang, 2011). Overmoed verschilt op twee vlakken van narcisme: (1) overmoed is onderhevig aan de omgeving, terwijl narcisme een meer ingewortelde karaktereigenschap is en (2) overmoed ontbreekt het, net als zelfrespect, aan belangrijke onderdelen van narcisme: sense of entitlement, focus op jezelf en continue behoefte aan applaus en bevestiging (Chatterjee en Hambrick, 2007).

Overmoed kan zich uiten in overoptimisme. Er is sprake van overoptimisme wanneer iemand los staat van de werkelijkheid. Menselijke limieten worden overschat door te weinig beschikbare informatie of door een slecht beoordelingsvermogen. Soms wordt een te optimistische weergave van de werkelijke plannen gecommuniceerd om weerstand tegen een slecht plan te voorkomen.

Overoptimisme kan een CEO verblinden voor de werkelijkheid en een bedrijf naar de ondergang brengen. Een overoptimistische CEO denkt niet aan de kans dat zijn ambitieuze projecten kunnen falen en wanneer deze eenmaal gefaald zijn, durft hij dit vaak niet meer toe te geven.

Ook legt een overoptimistische CEO de lat hoog voor zijn collega’s, welke enkelen alleen kunnen behalen door middel van fraude. Overoptimisme leidt niet in alle gevallen tot rampen; sommige leiders komen weer over een miscalculatie heen. Overoptimisme verschilt van narcisme in die zin dat ook dit begrip essentiële kenmerken van narcisme mist. Daarnaast roept een

(11)

stuk:Theorie overoptimistische CEO weinig weerstand op, omdat zijn ideeën vaak goed en motiverend voelen

bij collega’s (Barnard, 2009).

CEO celebrity ontstaat wanneer journalisten positieve uitkomsten zien en deze toewijzen aan de daden van de CEO. Hoe vaker een CEO dit hoort, hoe meer hij dit zelf ook gaat geloven en overconfidence en hubris vertonen. Door de financiële voordelen die meekomen met CEO celebrity, zal de CEO deze status niet willen verliezen (Hayward et al., 2004). Ze kunnen zich in een fantasiewereld gaan wanen, waarin ze zichzelf omringen met jaknikkers. Onrealistische plannen worden zonder tegenspraak uitgevoerd (Byrne et al., 1991). CEO celebrity is niet hetzelfde als narcisme, want een CEO celebrity vertoont niet alle kenmerken van een narcistische CEO. Het kan echter wel leiden tot narcisme.

2.1.3. – Gevolgen van narcisme

Narcisme kan zowel positieve als negatieve kanten hebben. Narcisme is niet hetzelfde als slecht leiderschap. Onderzoek naar slecht leiderschap kan verschillende thema’s bevatten, waaronder ondernemingscultuur, inadequate leiderschapsvaardigheden en narcisme. Daarnaast neemt narcisme niet altijd dramatische gevolgen met zich mee, die aan slecht leiderschap vast zitten.

Voorbeelden hiervan zijn Enron en Lehman Brothers. Op korte termijn zijn er bij narcistisch leiderschap weinig negatieve effecten, maar de negatieve impact op het interne klimaat is wel merkbaar en daarmee zou het impact hebben op de lange termijn ondernemingprestaties (Higgs, 2009).

In de literatuur wordt met name de negatieve kant van narcisme benadrukt: het wordt vaak uitgedrukt als de donkere zijde van leiderschap (Higgs, 2009). Narcistische leiders hebben zelfs een significante neiging to fraude (Linke en Emanuels, 2009; Rijsenbilt, 2011). Overmoedigheid, een van de onderdelen van narcisme (Campbell et al., 2004), leidt tot meer winststuring en fraude (Schrand en Zechman, 2010). Malmendier en Tate (2005) laten zien dat overmoedige CEO’s meer investeren in acquisities en de risico’s van deze acquisities te laag inschatten, waardoor ze te veel betalen voor de verworven bedrijfsonderdelen. Dit leidt tot een lagere ondernemingswaarde op lange termijn. Een overmaat aan narcisme kan de ondergang van ondernemingen betekenen. Echter is de aanwezigheid van een zekere mate van narcisme vereist voor effectief leiderschap en het creëren van toegevoegde waarde voor de aandeelhouderswaarde (Rijsenbilt, 2011)

De resultaten uit onderzoek naar de gevolgen van narcistische CEO’s zijn nog niet eenduidig. Om constant aandacht en applaus te kunnen ontvangen, is het nodig dat de CEO tegen de conventionele acties in gaat. Dit, en het feit dat narcistische CEO’s de kansen van uitkomsten positiever inschatten dan minder narcistische CEO’s (Sanders, 2001; Shapira, 1995) en kiezen voor het alternatief dat het meeste aansluit op hun persoonlijke voorkeuren (Kernberg, 1975), hebben tot gevolg dat er riskante beslissingen genomen worden, die resulteren in het behalen van extreme prestaties. Chatterjee en Hambrick (2007) beweren dat er geen invloed is op de lange termijn prestaties van de onderneming.

(12)

stuk:Theorie 2.2. – Restatements

2.2.1. – Definitie

Een restatement, een aanpassing in de jaarrekeningcijfers (Scott, 2003), wordt voorafgegaan door een eerdere versie van de cijfers die de werkelijkheid niet voldoende hebben weerspiegeld (Anderson en Yohn, 2002). Dit kan komen door bijvoorbeeld ontbrekende informatie op publicatiedatum en sturing van cijfers. Dit is in sommige situaties legaal; in sommige situaties illegaal. Hierbij is het belangrijk om te noemen dat er in de literatuur een onderscheid gemaakt wordt tussen het intentioneel en niet intentioneel onjuist weergeven van cijfers (Hennes et al., 2005). Dit onderzoek focust zich op restatements, die volgen op intentioneel foutieve jaarrekeningen.

De marktdruk om steeds hogere winsten te laten zien is een van de redenen voor een agressieve accounting aanpak. Uit onderzoek (Richardson et al., 2003) blijkt ook dat de ondernemingen die achteraf een correctie doorvoeren, vaak geprobeerd hebben een lijn van positieve winstgroei te laten zien.

Zowel ondernemingen als accountants voelen de druk van de regelgevers om geen suboptimaal werk te leveren (Turner en Weirich, 2006). Met de SOx 302 zijn topmanagers sinds 2002 verplicht de effectiviteit van de internal control systemen ook zelf te evalueren en te publiceren in het jaarverslag. Het is beter om financiële cijfers direct juist weer te geven. Hoewel nog niet iedereen zich dat gerealiseerd heeft, is het steeds moeilijker om een correctie van foutieve cijfers te vermijden (Pfarrer et al., 2008). Belanghebbenden kunnen zelfs signalen voor een mogelijke correctie halen uit de jaarrekening. Wanneer er hoge marktverwachtingen voor toekomstige groei in de winst gecommuniceerd wordt, bij veel vreemd vermogen en bij hoge accruals, dienen ondernemingen vaker achteraf een aangepaste jaarrekening in (Richardson et al., 2003).

2.2.2. – Afdwingen van restatements

Restatements kunnen op verschillende manieren afgedwongen worden. Dit kan volgens Pfarrer et al. (2008) op zowel formele als informele wijze.

In de Verenigde Staten worden ondernemingen enkel toegelaten op de beurs wanneer zij voldaan hebben aan de wet- en regelgeving omtrent de financiële markt. De SEC (Securities and Exchange Commission) is in 1934 opgericht om deze wetgeving af te dwingen. Wanneer de onderneming de balans en resultatenrekening niet volledig en juist weergeeft, kan er op de financiële markt een verkeerd beeld ontstaan van de financiële staat van de onderneming en van de resultaten van zijn activiteiten. In zo’n geval heeft de SEC de formele macht een restatement af te dwingen (GAO, 2006).

Volgens Pfarrer et al. (2008) moet men wel nadenken over de gevolgen van deze formele druk.

Uit hun onderzoek blijkt namelijk dat het uitoefenen van formele druk de ondernemingen in een andere richting dwingt dan de regelgevers graag zouden willen. Uit angst voor mogelijke straffen zijn ondernemingen namelijk minder snel geneigd om fouten uit het verleden toe te geven.

Er moet rekening gehouden worden met het feit dat ondernemingen ook vrijwillig restatements ondergaan. Dit wordt met name gedaan wanneer de onderneming zelf inziet dat de gevolgen van

(13)

stuk:Theorie een vrijwillige aanpassing aantrekkelijker en beter voor de onderneming is. Ondernemingen

zullen vaker restatements ondergaan en de tijdelijke nadelen accepteren, wanneer zij leiders, gelijken en netwerkgenoten sterker uit dezelfde situatie zien klimmen. Ondernemingen zullen minder van hun omgeving aantrekken wanneer zij een hogere status denken te hebben dan andere ondernemingen. Ook zullen ondernemingen minder snel vrijwillig de fouten uit het verleden toegeven, wanneer er grote angst heerst voor mogelijke straffen (Pfarrer et al., 2008).

2.2.3. – Gevolgen van restatements

De restatements kunnen een grote impact op ondernemingen en de leidinggevenden hebben; dat maakt een correctie niet aantrekkelijk. De aanpassingen zijn namelijk duidelijke signalen dat de vorige jaarcijfers niet geloofwaardig waren en van relatief lage kwaliteit (Anderson en Yohn, 2002). Het bewust publiceren van onjuiste financiële informatie levert monetaire en legale straffen op, verlies van reputatie en negatieve reacties op de vermogensmarkt (Anderson en Yohn, 2002; Hribar en Yang, 2011). Vaak schrikken deze straffen managers al voldoende af om een correctie in te dienen (McNichols, 1989).

De managers die restatements aankondigen, worden door zowel commissarissen als de externe arbeidsmarkt zwaar gestraft. Na een correctie volgt vaak een ontslag en van deze ontslagen topmanagers komt er een groot deel niet meer aan het werk (Agrawal en Cooper, 2007; Desai et al., 2004). Deze privéstraffen zijn zwaar en kunnen dienen als een gedeeltelijke vervanging van de publiekelijke straffen die de SEC uitdeelt (Desai et al., 2004).

Uit onderzoek blijkt verder dat het uitmaakt of de onderneming vrijwillig een restatement indient of dat deze gedwongen wordt door de wet- en regelgeving. Wanneer de onderneming dit vrijwillig doet, kan dit de verliezen beperken en de schade aan de legitimiteit van de onderneming minimaliseren (Elsbach, 1994; Suchman, 1995; Zucker 1987). Zelfs bepaalde regelgevers stimuleren het vrijwillig toegeven en straffen de intentie om te verbergen (Pfarrer et al., 2008).

Tot slot beargumenteren Hennes et al. (2008) dat er in onderzoeken naar restatements onderscheid gemaakt moet worden tussen het bewust (‘irregularity’) en onbewust (‘error’) weergeven van de werkelijkheid. Dit onderscheid in de aanleiding tot de verkeerde jaarrekeningcijfers bepaalt het gewicht van de gevolgen van de restatement.

2.2.4. – De relatie met narcisme

Hoewel het rechtstreekse verband tussen de mate van narcisme en de kans dat een onderneming een restatement indient naar mijn weten nooit onderzocht is, kan er op basis van onderzoeken uit het verleden wel een onderbouwde relatie worden gelegd. Er kan in verschillende hoeken gezocht worden naar gemeenschappelijke kenmerken om een connectie te vormen tussen narcisme en jaarrekeningcorrecties, zoals fraude en persoonlijkheidskenmerken.

Zoals al eerder uiteengezet is, is er in verscheidene onderzoeken (Linke en Emanuels, 2009;

Rijsenbilt, 2011; Schrand en Zechman, 2010) een significante relatie gevonden tussen de mate van narcisme bij CEO’s en de hoeveelheid fraude die gepleegd wordt door deze CEO’s. Een narcistische CEO vertoont vaker risicovol gedrag en wil succesvol overkomen. Om constant

(14)

stuk:Theorie aanbeden te worden door zijn omgeving, zal hij meer neiging hebben tot cijfer manipulatie om

zijn goede prestaties te tonen, dan CEO’s die minder van de omgeving aantrekken. Aangezien restatements volgen op ofwel onregelmatigheden ofwel fouten (Hennes et al., 2008), is uit deze onderzoeken, in de context van mijn onderzoek, de volgende conclusie te trekken: hoe meer onregelmatigheden er plaatsvinden, hoe groter de kans is dat een jaarrekening achteraf weer gecorrigeerd moet worden.

Het is daarnaast niet vreemd om naar persoonlijkheidskenmerken te kijken bij onderzoeken naar restatements. Onderzoeken uit het verleden hebben namelijk aangetoond dat persoonlijkheidskenmerken invloed hebben op de beslissing om jaarcijfers te corrigeren (O’Connor, 2006; Pfarrer et al., 2008; Zhang et al., 2008). Narcistische CEO’s hebben een sterke behoefte aan aandacht en applaus. Zij zullen naar mijn verwachting de marktdruk om steeds hogere winsten te laten zien harder voelen dan niet-narcistische CEO’s en kiezen voor een agressieve accounting aanpak. Hales (2011) vindt zelfs een significante positieve relatie tussen narcisme en een te rooskleurige weergave van de prestaties. Als de narcistische CEO doorslaat en de prestaties dermate onwerkelijk weer gaat geven, is het mogelijk dat hij zich op illegale gronden gaat bevinden, waarna restatements afgedwongen kunnen worden. Op basis van bovenstaande argumentatie verwacht ik de volgende relatie:

H1: Er is een positieve relatie tussen de mate van CEO narcisme en de kans dat een onderneming een restatement indient.

2.2.5. – Dualiteit

Naast narcisme heeft ook dualiteit invloed op de kans dat een onderneming een restatement ondergaat (Horner, 2010; Marciukaityte et al., 2009). Horner et al. (2010) toonden empirisch aan dat dualiteit de kans op het corrigeren van jaarrekeningcijfers verhoogt. Er is sprake van dualiteit wanneer de functies CEO en voorzitter van de Raad van Commissarissen verenigd zijn in een enkel persoon. Wanneer dit het geval is, zal een CEO structureel meer macht in handen hebben (Adams et al., 2005; Chatterjee en Hambrick, 2007). Hierdoor heeft dualiteit een negatieve invloed op de effectiviteit van het toezicht dat de Raad van Commissarissen op de onderneming houdt (Tuggle et al., 2010). Hierdoor wordt het voor de CEO makkelijker om te

‘rommelen’ met jaarcijfers om eigen doelen te bereiken. Hoe effectiever het toezicht is, hoe minder groot de kans is dat de onderneming door de SEC gedwongen wordt een restatement te ondergaan (Efendi et al., 2007).

Uit de resultaten van bovenstaande onderzoeken, geplaatst in de context van dit onderzoek, volgt de volgende hypothese:

H2: Wanneer de CEO ook voorzitter van de Raad van Commissarissen is, is de kans groter dat de onderneming een restatement ondergaat.

Naast de invloed van dualiteit op de kans op een aangepaste jaarrekening, is het ook mogelijk dat dualiteit invloed heeft op de relatie die centraal staat in dit onderzoek; namelijk de relatie tussen narcisme en de kans dat een onderneming aangepaste jaarrekeningcijfers indient.

(15)

stuk:Theorie Laten we er eerst vanuit gaan dat er uit mijn onderzoek een positieve relatie voortkomt, dat

impliceert dat de aanwezigheid van een narcistische CEO de kans op een restatement verhoogt.

Dit houdt in dat narcisme invloed heeft op de kans op restatements. Narcisme wordt echter niet door alle commissarissen uit een Raad van Commissarissen getolereerd (Zhu en Chen, 2011).

Wanneer de corporate governance goed op orde zou zijn en er geen sprake zou zijn van dualiteit, zouden de narcistische trekjes van de CEO minder zichtbaar zijn in de bedrijfsvoering. Een narcistische CEO kan zich dan namelijk minder makkelijk omringen met enkel jaknikkers, wanneer kritische onafhankelijke commissarissen aanwezig zijn en hiermee zou de relatie met de kans op restatements minder sterk kunnen zijn.

Indien er wel sprake is van dualiteit, is er sprake van een minder onafhankelijke Raad van Commissarissen. Hierdoor kan er minder effectief toezicht plaats vinden en kan de CEO zijn macht gebruiken om zijn eigen doelen te bereiken (Rijsenbilt, 2011).

Bovenstaande onderzoeken impliceren in de context van dit onderzoek dat dualiteit een versterkende invloed kan hebben op de te onderzoeken relatie: de relatie tussen de aanwezigheid van een narcistische CEO en de kans op het ondergaan van een restatement. Dit leidt tot de volgende hypothese:

H3: De relatie tussen de aanwezigheid van een narcistische CEO en de kans op het ondergaan van een restatement wordt versterkt, wanneer de CEO ook voorzitter van de Raad van Commissarissen is.

2.2.6. – Conceptueel model

Onderstaand conceptueel model geeft de relaties tussen de te onderzoeken variabelen visueel weer.

Mijn verwachting is dat de mate van narcisme bij een CEO een positieve invloed heeft op het aantal restatements dat een onderneming indient.

Dualiteit, het

samenvallen van de functies CEO en voorzitter binnen de Raad van Commissarissen (voorzitter), heeft naar mijn verwachting ook een positieve invloed op het aantal restatements. Deze relatie is mogelijk apart te zien van CEO narcisme, maar het is mogelijk dualiteit ook in combinatie met de eerste omschreven relatie te zien als versterkende variabele. De verwachting is dat wanneer een CEO narcistisch is, maar daarnaast ook nog eens voorzitter, er meer correcties op de jaarrekeningcijfers zullen vinden.

(16)

stuk:Onderzoeksopzet

3. Onderzoeksopzet

3.1. – Steekproefselectie

In deze paragraaf omschrijf ik hoe ik tot de gebruikte steekproef ben gekomen (zie ook tabel 1).

De selectie van de steekproef start bij de United States Government Accountability Office (GAO) database uit 2006 (omtrent jaren 1997 – 2006), die 2705 observaties toont. Hennes et al. (2008) hebben deze database nader onderverdeeld in gevallen van restatements als gevolg van irregularities (bewuste foutieve weergave van de werkelijkheid) en als gevolg van errors (onbewuste foutieve weergave van de werkelijkheid).

Mijn steekproef bestaat enkel uit gevallen van restatement als gevolg van onregelmatigheden. Er zijn 652 observaties, waarbij de oorzaak van de jaarrekeningcijfers correctie in boekhouding onregelmatigheden ligt. Hiervan zijn er 126 observaties veroorzaakt door dubbele restatements die over dezelfde onregelmatigheid gaan. Deze duplicaten zijn door Hennes et al. (2008) al geïdentificeerd. Ik heb deze 126 observaties verwijderd en hiermee blijven er 526 restatements over.

Van deze ondernemingen zijn niet van alle gevallen alle benodigde informatie voor mijn onderzoek beschikbaar gesteld in de Execucomp database en de jaarverslagen. Van de 526 gevallen blijven er hierdoor 65 ondernemingen over die alle informatie bevatten die ik nodig heb. Van de 416 verwijderde ondernemingen mistte er informatie over de SIC code, de CEO of het bestuurslid waarmee de CEO vergeleken zou moeten worden. Bij een van de weggelaten restatement gevallen spraken de databases elkaar tegen. Er zijn uiteindelijk 65 ondernemingen, die geschikt zijn om te nemen als steekproef.

Tabel 1 – Selectie steekproef

Aantal restatement gevallen volgens GAO database 2705

Aantal restatement gevallen die niet volgen uit onregelmatigheden 2053 Aantal restatement gevallen die volgen uit onregelmatigheden 652 Aantal restatement gevallen die over dezelfde onregelmatigheden zijn 127 Aantal restatement gevallen waarvan de SIC code onbekend was 307 Aantal restatement gevallen waarvan informatie over de CEO onbekend was 148 Aantal restatement gevallen waarvan informatie over het bestuurslid

waarmee de CEO vergeleken wordt

4 Restatement geval waarbij de GAO database de gegevens in Compustat en

Execucomp tegensprak

1 Aantal ondernemingen (met restatement) geschikt voor steekproef 65 Aantal afgevallen ondernemingen wegens gebrek aan data 14

Steekproef restating ondernemingen 51

Controle ondernemingen (match op basis van SIC, jaar, sales) 51

Steekproef van restatement en controle ondernemingen 102

(17)

stuk:Onderzoeksopzet Tekstvak 1 – SPSS T-toets

Gemiddeld halen de restating ondernemingen een omzet van

$5.824.046, terwijl de controle ondernemingen gemiddeld een omzet van $5.020.753 boeken. Dit verschil van ruim $800.000 is volgens de T-toets echter niet significant.

In de t-toets wordt de hypothese H0 getoetst: De gemiddelden van de twee ondernemingsgroepen zijn gelijk. De alternatieve hypothese H1 luidt: de gemiddelden van de twee ondernemingsgroepen zijn niet gelijk. Gezien het feit dat er een overschrijdingskans uit de t- toets komt rollen, die groter is dan 0.05 (namelijk 0.67) is er geen reden om H0 te verwerpen.

H1 wordt verworpen, H0 wordt geaccepteerd: de gemiddelden

van de twee

ondernemingsgroepen zijn even gelijk.

geselecteerd die als matching pairs gaan dienen. Om een goede vergelijking te maken tussen de ondernemingen, hebben de controle ondernemingen geen restatement, maar komen ze uit dezelfde industrie (SIC code), hebben ze een omzet die positief of negatief zo weinig mogelijk afwijkt van de restating onderneming (Sales) in hetzelfde jaar (Jaar). De variabele ‘Jaar’ is gedefinieerd als het jaartal waarin het boekjaar eindigt. Zo zal deze variabele de waarde ‘2005’ aannemen, wanneer het boekjaar van een onderneming eindigde in maart 2005. Wanneer er van de controle onderneming geen jaarverslag te vinden is van datzelfde jaar, is er een ander jaar genomen waarbij dezelfde CEO zitting heeft.

In bijlage B is een schematisch overzicht van de ondernemingen opgenomen. De doorgestreepte ondernemingen zijn de ondernemingen waar ik geen

‘letter to the shareholders’ kan vinden. Hierdoor kan ik de mate van narcisme niet meten. Aan de rechterzijde is te zien van welke ondernemingsparen alle informatie verzameld is (door middel van een vink) en van welke ondernemingspaar minstens van een onderneming informatie mist (aangegeven met een kruis). Deze ondernemingsparen zijn weggelaten.

De uiteindelijke steekproef bestaat uit 51 ondernemingen die wel een restatement ondergaan en 51 ondernemingen die dat niet doen. Er is een T-toets uitgevoerd om vast te stellen of de gemiddelde omzet van de twee groepen niet significant van elkaar verschilt en daarmee vast te stellen

of de twee groepen ondernemingen wel met elkaar vergeleken mogen worden. Uit de T-toets kan worden geconcludeerd dat de matching procedure succesvol uitgevoerd is, aangezien er geen statistisch significant verschil qua omzet tussen de twee groepen waar te nemen is. Voor nadere uitleg over de handelingen verricht voor de T-toets en de cijfermatige uitkomsten, verwijs ik naar tekstvak 1.

3.2. – Afhankelijke variabele 3.2.1. – Restatements

Restatements worden ingediend omdat de jaarrekeningcijfers een onjuiste weergave van de werkelijkheid bieden. Dit beeld kan gecreëerd worden door onbewuste fouten, maar ook door bewuste onregelmatigheden. Volgens Hennes et al. (2008) is het belangrijk onderscheid te maken binnen restatement datasets. Door dit onderscheid mee te nemen gooien onderzoekers

(18)

stuk:Onderzoeksopzet reden maak ik ook in mijn onderzoek onderscheid tussen onregelmatigheden en fouten.

Hierdoor wordt in lijn met Pfarrer et al. (2008) en Hennes et al. (2008) mijn onafhankelijke variabele een dichitome kansvariabele. Deze kan de volgende waarden aannemen:

0. Er is dit jaar geen restatement als gevolg van onregelmatigheden ingediend;

1. Er is dit jaar een restatement als gevolg van onregelmatigheden ingediend.

3.3. – Onafhankelijke variabelen 3.3.1. – Narcisme

In overeenstemming met het onderzoek van Chatterjee en Hambrick (2007) en Zhu en Chen (2011) wordt er voor het vaststellen van de mate van narcisme fysieke sporen onderzocht: er wordt gekeken naar de geschreven en gesproken woorden van de CEO en ander bewijsmateriaal dat gedocumenteerd is. Hieruit kun je conclusies trekken over de voorkeuren, perceptie en persoonlijkheden van de CEO. Voor het definiëren van de begrippen zijn indicatoren gebruikt, die een of meerdere aspecten van narcisme weergeven en daarnaast in grote mate beïnvloedbaar zijn door de CEO (Chatterjee en Hambrick, 2007.) De drie gebruikte indicatoren zijn: (1) de aanwezigheid van een foto van de CEO in het jaarverslag; (2) Relatief gebruik van eerste persoon enkelvoud door de CEO; (3) Relatieve beloning van de CEO ten opzichte van het tweede bestuurslid in rang.

Narcisme variabele 1: Aanwezigheid van een foto van de CEO in het jaarverslag

Omtrent de opmaak van jaarverslagen zijn geen bindende richtlijnen. Men kan verwachten dat een zeer narcistische CEO gebruik maakt van dit feit en zichzelf een prominente plaats geeft in het jaarverslag. CEO’s besteden namelijk veel aandacht aan de inhoud en opmaak van jaarverslagen. De mate van narcisme kan dan ook gemeten worden aan de hand van de grootte van de foto van de CEO (Chatterjee en Hambrick, 2007; Rijsenbilt, 2011; Zhu en Chen, 2011).

De foto’s van de CEO’s worden in alle jaarverslagen bekeken en gecodeerd volgens de door Chatterjee en Hambrick (2007) aangehouden methode:

1. Geen foto van de CEO in het jaarverslag;

2. De CEO staat samen met 1 of meer bestuursleden op de foto.

3. De CEO staat alleen op de foto. De foto bestrijkt minder dan een halve pagina.

4. De CEO staat alleen op de foto. De foto bestrijkt meer dan een halve pagina.

De score wordt berekend aan de hand van de volgende formule:

Narcisme variabele 2: Relatief gebruik van eerste persoon enkelvoud door de CEO

In navolging van Chatterjee en Hambrick (2007) wordt het relatieve gebruik van eerste persoon enkelvoud uitspraken als indicator van narcisme genomen. Waar Chatterjee en Hambrick (2007)

(19)

stuk:Onderzoeksopzet pakken: het jaarverslag. Voor het gedeelte ‘letter to the shareholders from the CEO’ wordt het

aantal eerste persoon enkelvoud opmerkingen (I, me, my, mine, myself) gedeeld door het aantal eerste persoon opmerkingen in totaal (I, me, my, mine, myself, we, us, our, ourselves). In navolging van Chatterjee en Hambrick (2007) geeft deze maatstaf het deel van alle eerste persoon uitdrukkingen weer, dat enkelvoudig is; weer te geven als de volgende formule:

Narcisme variabele 3: Verhouding van de beloning van de CEO en de tweede in rang.

Een CEO heeft grote invloed op zijn eigen loon en vrijwel alle macht over de lonen van de andere bestuursleden. Een narcistische CEO ziet zichzelf als erg waardevol en zal dit laten weerspiegelen in de lonen. Hij zal de afstand tussen zijn loon en die van de persoon, die na hem het meest betaald wordt, zo groot mogelijk maken (Chatterjee en Hambrick, 2007). De beloning van de CEO wordt gedeeld door de beloning van het tweede bestuurslid in rang en de verhouding die hieruit komt, vormt de maatstaf. Wanneer de CEO niet de hoogste beloning krijgt, wordt zijn beloning afgezet tegen het meest betaalde bestuurslid. De beloning bestaat in dit onderzoek uit het salaris en de bonus (Chatterjee en Hambrick, 2007). De bedragen worden gehaald uit de Execucomp database.

De uiteindelijke totale narcisme score komt neer op het gemiddelde van bovenstaande drie narcisme variabelen. Een lagere score duidt op een minder narcistische CEO; een hogere score duidt op een in hoge mate narcistische CEO.

3.3.2. – Dualiteit

Een CEO die tegelijkertijd voorzitter van de Raad van Commissarissen is, heeft een grote invloed over de beslissingen die gemaakt worden (Zhu en Chen, 2011). In dat geval is er sprake van dualiteit, een dummy variabele die de volgende waarden aan kan nemen.

0. Er is geen sprake van dualiteit;

1. Er is sprake van dualiteit.

3.3.3. – Controlevariabelen

Het is mogelijk dat er andere variabelen ook invloed hebben op het aantal restatements dat een onderneming indient.

Resolute en strategische acties variëren mee met de leeftijd van de CEO (Rijsenbilt, 2011). De invloed op mijn te onderzoeken relatie wordt afgeschermd door de CEO leeftijd mee te nemen als controlevariabele.

Ook zou de grootte van een onderneming invloed kunnen hebben op de kans op restatements (Pfarrer et al., 2008). Ondernemingsgrootte wordt daarom als controlevariabele meegenomen, gemeten aan de hand van de natuurlijke logaritme van de omzet.

(20)

stuk:Onderzoeksopzet Met een variërende ondernemingsprestatie, kan de kans op gecorrigeerde jaarrekeningcijfers

ook variëren. Net als Pfarrer et al. (2008) nemen we de Return on Assets (ROA) mee als controlevariabele, omdat deze minder afhankelijk is van de vermogensstructuur van de ondernemingen dan andere financiële maatstaven. Dit maakt het vergelijken tussen ondernemingen makkelijker.

3.4. – Analyse modellen

Met het statistische programma IBM SPSS Statistics versie 20 worden de metingen en analyses uitgevoerd. Wegens het feit dat de afhankelijke variabele een dummy variabele is die enkel de waarden 0 en 1 aan kan nemen, wordt de logistische regressie gebruikt.

Voor de analyse van de drie opgestelde hypothesen, zullen er drie modellen gebruikt worden.

Deze drie modellen worden zowel gebruikt voor de restating ondernemingen als ondernemingen uit de controle groep. In ieder model komen de controlevariabelen terug om daarmee de invloeden van CEO leeftijd, de grootte van de onderneming en de ondernemingsprestatie uit te sluiten. In de modellen worden onderstaande variabelen gebruikt.

Restatement = de uitkomstvariabele, die 1 is als er een restatement ingediend wordt als gevolg van onregelmatigheden in de boekhouding en 0 als dat niet zo is;

ZRestatement = de door SPSS gestandaardiseerde waarde van restatement. Het standaardiseren van de parameters is nodig om ze te kunnen gebruiken in SPSS. Iedere onafhankelijke variabele wordt in SPSS gestandaardiseerd;

Narcisme = (narcisme variabelen 1, 2 en 3 samen) / 3;

Znarcisme = de door SPSS gestandaardiseerde waarde van Narcisme;

Dualiteit = 1 als de CEO ook voorzitter van de RvC is en 0 als dat niet zo is;

ZDualiteit = de door SPSS gestandaardiseerde waarde van Dualiteit;

NarDual = Productterm om de invloed van dualiteit te meten, berekend met Znarcisme * Zdualiteit;

CEO Leeftijd = leeftijd van de CEO in jaren;

ZCEO Leeftijd = de door SPSS gestandaardiseerde waarde van CEO Leeftijd;

Grootte = grootte van de onderneming, gemeten aan de hand van de natuurlijke logaritme van de omzet;

(21)

stuk:Onderzoeksopzet ZGrootte = de door SPSS gestandaardiseerde waarde van Grootte

Ondernemingsprestatie = de financiële prestatie van de onderneming, in termen van ROA;

ZOndernemingsprestatie = de gestandaardiseerde waarde van ondernemingsprestatie;

C = de constante;

β1, β2,… β5 = de logistische regressiecoëfficiënten;

ε = ruis die de relatie verstoort.

Om de relatie tussen de mate van CEO narcisme en de kans dat een onderneming een restatement ondergaat te testen, wordt model 1 gebruikt:

(1)

Om de relatie tussen dualiteit en de kans dat een onderneming een restatement ondergaat te testen, wordt model 2 gebruikt:

(2)

Tot slot wordt er nogmaals gekeken naar de relatie tussen CEO narcisme en restatements, maar wordt daarnaast de invloed van variabele dualiteit tegelijkertijd meegenomen. Door model 3 met model 1 te vergelijken, is vast te stellen in welke mate dualiteit invloed heeft op de relatie tussen CEO narcisme en de kans op het ondergaan van een restatement.

(3) De analyse en resultaten worden in hoofdstuk 4 omschreven.

(22)

stuk:Resultaten

4. Resultaten

4.1. – Beschrijvende statistiek

In paragraaf 4.1. worden de variabelen die besproken zijn in hoofdstuk 3 individueel bekeken en beschreven. De beschrijvende statistiek is te vinden in tabel 1 en in de subparagrafen. De algemene variabelen worden eerst omschreven in § 4.1.1., waarna de afhankelijke variabele wordt beschreven in § 4.1.2.; de onafhankelijke verklarende variabelen in § 4.1.3. - 4.1.4. en in

§ 4.1.5. de onafhankelijke controlevariabelen. In bijlage B is meer detaillistische informatie opgenomen omtrent alle (deel)variabelen, opgesplitst in controlegroep en onderzoeksgroep.

Tabel 1 – Beschrijvende statistiek voor de hele steekproef

Min Max Gem St.Dev.

Beschreven in Afhankelijke variabele

Restatement 0 1 0.5 0.5020 § 4.1.2.

Onafhankelijke variabele Verklarende variabelen

Narcisme 0.2007 3.9531 0.7547 0.4394 § 4.1.3.

Dualiteit 0 1 0.6471 0.4800 § 4.1.4.

Controle variabelen

CEO leeftijd 29 74 51 12.047 § 4.1.5.

Grootte [LN(omzet)] 3.89 10.65 7.3634 1.5748 § 4.1.5.

Ondernemingsprestatie (ROA)

-63.41 42.83 3.1676 11.0759 § 4.1.5.

4.1.1. Algemene variabelen

Van de 51 ondernemingsparen hebben er 28 paren ieder een unieke SIC code, terwijl er 23 paren een niet-unieke SIC code hebben. Een onderverdeling van deze 23 paren is in bijlage B (tabel B1) te zien. Opvallend is dat er 9 ondernemingsparen onder SIC code 7372 (prepackaged software) geregistreerd staan.

In figuur B1 is te zien hoe de 102 jaarrekeningen over de jaren heen verspreid zijn. Gemiddeld genomen zijn er 10 ondernemingen per jaar meegenomen in mijn steekproef. De uitschietende jaren die meer dan vier jaarrekeningen afwijken van het gemiddelde zijn 2005 (2 ondernemingen) en 2002 (16 ondernemingen).

4.1.2. Afhankelijke variabele: restatement

De selectie van de steekproef is ingestoken op het wel of niet hebben ondergaan van een restatement. Derhalve is het logisch dat het gemiddelde van deze variabele op de helft ligt tussen 0 (geen restatement) en 1 (restatement), zoals weergegeven in tabel 1.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

However, neighbourhood changes resulting from gentrification regarding the LGBTQ+ community like the inflow of LGBTQ+ people, LGBTQ+ events, the changing

“Those kind of apps provide a platform for people who do not know how to find someone or do not want to involve others in their search. It lowers the threshold to approach

5 De vaststelling dat het krijgen van informatie en het op de hoogte zijn van hun rechten door meer jongeren als belangrijk aangegeven wordt dan dat er

6:60 BW in plaats van een beroep op gehele of partiële ontbinding kan bijvoorbeeld ingegeven zijn door de wens om niet vast te zitten aan de specifieke rechtsgevolgen van ontbinding

Daarnaast kan uit deze database geput worden wanneer later vergelijkbare informatie gezocht wordt voor bijvoorbeeld een andere stof in dezelfde regio of bij het bepalen

To achieve this aim, the following objectives were set: to determine the factors that play a role in the pricing of accommodation establishments; to determine

In effect, this is equivalent to a two-bracket global progressive carbon tax, with a 0% marginal tax rate on carbon emissions below a threshold, and a positive marginal

This perspective focuses on the bureaucratic arena and does not take into account other normative arenas that influence registration. Often