• No results found

Beste gemeentesecretarissen en griffiers van gemeenten Rijk van Nijmegen,

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Beste gemeentesecretarissen en griffiers van gemeenten Rijk van Nijmegen, "

Copied!
190
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Beste gemeentesecretarissen en griffiers van gemeenten Rijk van Nijmegen,

Hierbij ontvangt u twee zipbestanden. In een bestand treft u de aanbieding van de ontwerpjaarstukken 2016 van de MGR aan. In het andere bestand treft u de ontwerpbegroting 2018­2021 (inclusief wijziging van de begroting 2017) aan.

Conform de afspraken met u ontvangt u beide ontwerpen voor 1 april 2017.

De ontwerpen zijn in het afgelopen dagelijks bestuur van de MGR vastgesteld (22 maart 2017). Uw gemeente heeft de mogelijkheid om een zienswijze op de ontwerpen vast te stellen. De zienswijzen moeten voor 15 juni aan ons bestuur worden verstuurd. Op 5 juli stelt het algemeen bestuur van de MGR zowel de jaarrekening als de begroting vast.

Lucile Braam

Strategisch adviseur MGR E: l.braam@wbrn.nl T: 06 46 19 55 19

Aanwezig: maandag tot en met vrijdag

Disclaimer WerkBedrijf Rijk van Nijmegen: Dit bericht kan informatie bevatten die niet voor u bedoeld is. Bent u niet de geadresseerde, of is dit bericht per

ongeluk aan u verzonden? Meld dit dan aan de afzender en vernietig dit bericht.

From: Lucile Braam <l.braam@wbrn.nl>

Sent: 31 Mar 2017 13:10:49

To: Annick Buise-Jansen; Arne van Hout; Dyanne Kocken; Heumen; Anita Smits; W. Looijen; Wilfred Goedmakers; Griffie; Griffie Berg en Dal; Amresh Dewkalie; Documentaire Informatievoorziening; Griffie Druten; Griffie Heumen; Griffier Mook en Middelaar; Linda Berendsen (l.berendsen@wijchen.nl); Mirande Heffels

Cc:

Subject: aanbieding ontwerpbegroting 2018 en ontwerpjaarstukken 2016 MGR

Attachments: aanbieding ontwerpbegroting 2017_2018-2021 MGR.zip; aanbieding ontwerpjaarstukken MGR 2016.zip

(2)

Modulaire Gemeenschappelijke

Regeling Rijk van Nijmegen

Concept accountantsverslag 2016

(3)

Deloitte Accountants B.V.

Meander 551 6825 MD Arnhem Postbus 30265 6803 AG Arnhem Nederland

Tel: 088 288 2888 Fax: 088 288 9777 www.deloitte.nl

Aan de leden van het Algemeen en Dagelijks Bestuur van de Modulaire gemeenschappelijke regeling Rijk van Nijmegen Postbus 38165

6503 AD NIJMEGEN

Onderwerp:

CONCEPT Accountantsverslag 2016

Datum:

15 maart 2017

Kenmerk:

3114461580

Geachte leden van het bestuur, geachte mevrouw Hol,

Hierbij ontvangt u ons accountantsverslag over het boekjaar 2016. In dit accountantsverslag zijn ons belangrijkste controlebevindingen samengevat, zoals deze zijn geconstateerd naar aanleiding van de door ons uitgevoerde controlewerkzaamheden.

De jaarstukken 2016 zijn opgesteld onder verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur van de Modulaire

gemeenschappelijke regeling Rijk van Nijmegen (hierna: MGR). In overeenstemming met uw opdracht hebben wij de jaarrekening 2016 van uw gemeenschappelijke regeling gecontroleerd. Bij deze jaarrekening, sluitend met een positief gerealiseerd saldo van baten en lasten van € 472.000, zijn wij voornemens voor zowel getrouwheid als rechtmatigheid een goedkeurende controleverklaring te verstrekken. Ons oordeel is onder voorbehoud van goedkeuring vanuit de nog uit te voeren (interne) kwaliteitstoets.

Wij maken u erop attent dat voor dit accountantsverslag een beperkte verspreidingskring geldt. Het accountantsverslag is uitsluitend bestemd voor algemeen bestuur en het dagelijks bestuur, de secretaris en de raad en het college van de deelnemende gemeenten van de MGR.

Hoogachtend,

Deloitte Accountants B.V.

drs. M. Knip RA

(4)

Contact

De volgende personen kunnen bij vragen gecontacteerd worden met betrekking tot dit

accountantsverslag:

drs. Marcel Knip RA Audit Partner

Deloitte Accountants B.V.

Tel: 06 11 002 361 MKnip@deloitte.nl

drs. M.M.M. Vogelpoel RA Audit senior Manager Deloitte Accountants B.V.

Tel: 06 20 252 003 Mvogelpoel@deloitte.nl

1. Managementsamenvatting 3

2. Bevindingen jaarrekening 2016 5

3. Financiële analyse 7

4. Interne beheersing 9

5. Overige onderwerpen 11

Bijlagen 13

Inhoudsopgave

(5)

Reikwijdte van de controle

Met de opdrachtbevestiging van 15 december 2016 heeft u ons opdracht gegeven tot het controleren van de jaarrekening 2016. De reikwijdte van onze controle staat omschreven in de opdrachtbevestiging. Daarnaast zijn het Besluit

accountantscontrole decentrale overheden en uw controleverordening op grond van artikel 213 van de Gemeentewet.

Tijdens de uitvoering van de oorspronkelijke controleplanning hebben zich geen wijzigingen van materieel belang in de reikwijdte voorgedaan. Wij achten de reikwijdte van onze controle voor 2016 voldoende voor de doelstelling van onze controle. Een samenvatting van de reikwijdte van de controle voor 2016 is opgenomen in bijlage C.

Goedkeurende controleverklaring voor getrouwheid, rechtmatigheidcontrole nog af te ronden

Bij de, onder de verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur opgestelde, jaarrekening, sluitend met een positief gerealiseerd saldo van baten en lasten van € 472.000, zijn wij voornemens voor zowel getrouwheid als rechtmatigheid een goedkeurende controleverklaring te verstrekken. Ons oordeel is onder voorbehoud van goedkeuring vanuit de nog uit te voeren (interne) kwaliteitstoets.

Overzicht goedkeurings-toleranties en geïdentificeerde fouten en onzekerheden Wij hebben met inachtneming van de door u vastgestelde toleranties de controle uitgevoerd:

Het (verplichte) overzicht van de gecorrigeerde en niet-gecorrigeerde fouten treft u aan in bijlage A1 en bijlage A2. Er is sprake van één ongecorrigeerde fout ter grootte van € 112.000. Dit betreft een te laag opgenomen verplichting samenhangend met de invoering van het Individueel Keuze Budget. Verder is geen sprake van in het kader van onze oordeelsvorming relevante onzekerheden aangaande getrouwheid en rechtmatigheid (bijlage A3 en A4).

1. Managementsamenvatting

Wij zijn voornemens een goedkeurende

controleverklaring te verstrekken voor zowel

getrouwheid als rechtmatigheid.

Ons oordeel is onder voorbehoud van goedkeuring vanuit de nog uit te voeren (interne)

kwaliteitstoets.

Goedkeuringstoleranties

Fouten 1% van het totaal van de lasten € 965.000

Onzekerheden 3% van het totaal van de lasten € 2.895.000

Rapportagetoleranties

De rapportagetoleranties voor fouten en onzekerheden zijn vastgesteld op € 50.000.

(6)

Bevindingen controle jaarrekening 2016

Onze belangrijkste conclusies ten aanzien van de jaarrekening 2016 zijn:

 De jaarverslaggeving voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften (Bbv).

 Wij zijn van mening dat de aannames en oordelen ten aan zien van significante schattingsposten in de jaarrekening, die het management heeft toegepast, redelijk zijn en consistent worden gebruikt. Voor MGR betreft dit hoofdzakelijke de van Breed (in liquidatie) overgenomen (reorganisatie)voorzieningen;

 Er is geen sprake van begrotingsonrechtmatigheden met invloed op de strekking van de controleverklaring.

 Het gerealiseerd resultaat over 2016 komt uit op € 472.000 positief.

 De bezoldigingen over 2016 van de MGR zijn niet strijdig met de Wet Normering Topinkomens (WNT) en de jaarrekening 2016 van de MGR voldoet aan de publicatieverplichtingen ingevolge de WNT.

Zie pagina 5 en 6 voor een nadere toelichting op bovenstaande conclusies.

Interne financiële beheersing: de basis is op orde

Op basis van onze werkzaamheden zijn wij van mening dat de interne financiële beheersing in het kader van een betrouwbare totstandkoming van de jaarrekening voldoende op orde zijn. Ten opzichte van voorgaand jaar is een aantal van onze adviespunten (zie pagina 9) opgepakt en geïmplementeerd. Dit is een goede ontwikkeling die illustreert dat de directie en het management waarde hechten aan een adequate interne (financiële) beheersing.

Onafhankelijkheid is gewaarborgd

Deloitte Accountants B.V. is onafhankelijk van MGR en voor zover wij weten heeft zich geen inbreuk voorgedaan op de van toepassing zijnde regels en het beleid ten aanzien van onafhankelijkheid. Ons zijn verder geen relaties bekend tussen Deloitte Accountants B.V. en haar zuster- en/of dochterondernemingen of de member firms van Deloitte Touche Tohmatsu Limited en hun respectieve zuster- en/of dochterondernemingen en de organisatie, die naar ons professionele oordeel mogelijk van invloed kunnen zijn op onze onafhankelijkheid. Bijlage B bevat een nadere uiteenzetting van onze onafhankelijkheid.

Overige onderwerpen

In het hoofdstuk overige onderwerpen gaan wij onder andere in op de bevestiging van het management, fraude en de gehanteerde grondslagen. Zie hiervoor pagina 11 en 12.

1. Managementsamenvatting

Bijgaand treft u onze

belangrijkste conclusies aan ten aanzien van de jaarrekening.

Daarbij concluderen we onder meer dat de basis van interne financiële beheersing bij MGR op orde is.

Onze onafhankelijkheid ten opzichte van MGR is

gewaarborgd.

(7)

Verslaggeving (BBV)

De jaarstukken 2016 bestaan uit:

 Het jaarverslag 2016 (programmaverantwoording en verplichte paragrafen);

 De jaarrekening 2016 (balans en overzicht van baten en lasten in de jaarrekening met toelichtingen).

In het jaarverslag, onderdeel programmaverantwoording, dient informatie opgenomen te worden over: wat hebben we gedaan, wat hebben we bereikt en wat heeft het gekost? De programmaverantwoordingen vormen samen met de verplicht voorgeschreven paragrafen (zoals weerstandsvermogen en risicobeheersing, bedrijfsvoering, etc.) het jaarverslag. Beide onderdelen vallen niet (expliciet) onder de controle van de jaarrekening. Primair object van de

accountantscontrole (op grond van artikel 213 van de Gemeentewet) is de jaarrekening (de balans met toelichting en het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening met toelichting).

De inhoud van het jaarverslag (programmaverantwoording en paragrafen) hebben wij “marginaal getoetst”. Deze toetsing blijft beperkt tot het signaleren van mogelijke tegenstrijdigheden tussen het jaarverslag en de jaarrekening. De

accountantscontrole omvat daarom geen oordeel over de inhoudelijke juistheid en volledigheid van de informatieverstrekking opgenomen in de programmaverantwoording en de verplichte paragrafen.

Bij onze controle hebben wij geen tegenstrijdigheden tussen het jaarverslag en de jaarrekening geconstateerd. Het jaarverslag en de jaarrekening zijn goed met elkaar verenigbaar, waarbij de wettelijke verslagleggingsregels (Bbv) in voldoende mate zijn nageleefd.

Wet Normering Topinkomens

De WNT is voor gemeenschappelijke regelingen van toepassing. Voor gemeenschappelijke regelingen geldt dat, naast de directie, de leden van het dagelijks- en het algemeen bestuur ingevolge de WNT als topfunctionaris worden aangemerkt.

De algemene maximale bezoldiging voor een topfunctionaris bedraagt voor 2016 € 179.000. De externe accountant is belast met de controle op de naleving van de WNT door de gemeenschappelijke regeling.

Wij hebben vastgesteld dat de bezoldigingen over 2016 van de MGR niet strijdig zijn met de WNT en dat de jaarrekening 2016 van MGR voldoet aan de publicatieverplichtingen ingevolge de WNT.

2. Bevindingen jaarrekening 2016

Kwaliteit verslaggeving voldoet aan de voorschriften (Bbv)

Publicatie ingevolge de WNT voldoet aan de gestelde normen en eisen.

Schattingen in de jaarrekening

De jaarrekening van de MGR bevat diverse schattingsposten (o.a. reorganisatievoorzieningen, waardering activa, waardering debiteuren). Wij hebben voor deze schattingen het proces beoordeeld waarmee het management

schattingsposten ontwikkelt en wij hebben gegevensgerichte controlewerkzaamheden uitgevoerd. Wij zijn van mening dat de verslaggevingspraktijken en de toegepaste inschattingen redelijk zijn en consistent worden gebruikt.

De toegepaste inschattingen zijn

redelijk en worden consistent

toegepast.

(8)

Begrotingsrechtmatigheid

Naast de controle op de rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties in de jaarrekening 2016, toetsen wij de begrotingsrechtmatigheid.

In totaal heeft uw gemeenschappelijke regeling € 96.550.000 aan lasten begroot (na wijziging), tegenover € 96.516.000 aan werkelijke lasten in 2016. Dit is in totaal een onderschrijding van € 34.000. Aan baten had uw gemeenschappelijke regeling een bedrag van € 96.550.000 begroot (na wijziging), tegenover € 96.988.000 aan werkelijke baten in 2016. In totaal gaat het om een hogere realisatie aan baten van € 438.000.

In het kader van de begrotingsrechtmatigheid moet gekeken worden naar de lastenoverschrijdingen per programma. Bij de MGR is sprake van 3 programma’s (Werkbedrijf, Bestuursondersteuning, IRvN) en op het programma Werkbedrijf is sprake van een begrotingsoverschrijding op de lasten te constateren. Deze is in te delen in de op de volgende pagina opgenomen categorie zoals genoemd in de Kadernota Rechtmatigheid.

Wij verwijzen voor een inhoudelijke analyse van deze overschrijding naar de analyse begrotingsrechtmatigheid zoals opgenomen in de toelichting op de baten en lasten. De geconstateerde kostenoverschrijding die formeel als onrechtmatig worden aangemerkt hebben – gezien het feit dat het binnen het bestaande beleid en de bedrijfsuitoefening past – geen gevolgen voor de strekking van de controleverklaring.

Naleving EU-aanbestedingsrichtlijnen

Bij onze controle hebben wij conform voorgaand jaar geconstateerd dat een aantal diensten/leveringen formeel niet conform de EU-aanbestedingsrichtlijnen zijn aanbesteed. Dit betreft in alle gevallen zogenoemde 2b diensten die formeel wel onrechtmatig zijn maar wij niet in meewegen in de afweging van de strekking van onze controleverklaring. Doordat de EU-aanbestedingsrichtlijnen per 18 april 2016 zijn gewijzigd (o.a. geen onderscheid meer tussen 2a en 2b diensten) hebben wij de directie geadviseerd het proces van (EU-) aanbesteden aan te scherpen en binnen het inkoopproces een adequate key-control in de bouwen zodat een preventieve maatregel de borging van een juiste naleving van de (EU-) aanbestedingsrichtlijnen regelt.

2. Bevindingen jaarrekening 2016

Er is geen sprake van begrotingsonrechtmatigheid

Lastenover- schrijding programma

Begrotingsafwijking

Onrecht- matig, telt niet mee in het oordeel

Onrecht- matig, telt wel mee in het oordeel Programma

Werkbedrijf

Overschrijding lasten € 235.000  Past binnen het bestaande beleid en wordt met name veroorzaakt door hogere personele lasten (opgenomen onder de

programmalasten) als gevolg van cao stijgingen.

V

Aanscherpen maatregelen ter

voorkoming van niet juiste

naleving van (EU-) aanbesteden

(9)

Weerstandsvermogen

Het vrije besteedbaar vermogen, te weten het gerealiseerde resultaat 2016, bedraagt per 31 december 2016 € 472.000.

In het voorstel resultaatbestemming is opgenomen dat het gerealiseerde resultaat 2016 uitgekeerd zal worden aan de deelnemende gemeenten. Hierover neemt u in 2017 een besluit. Omdat door de MGR geen vermogen wordt gevormd is de solvabiliteit laag. De solvabiliteit geeft aan in hoeverre de MGR aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. In de bedrijfseconomie wordt dit berekend door Eigen vermogen / totaal vermogen. De solvabiliteit van de MGR per 31 december 2016 bedraagt 2% (2015: 2%).

In de paragraaf weerstandsvermogen en risicomanagement van uw jaarstukken is een nadere uiteenzetting opgenomen van de belangrijkste risico’s. Het algemeen bestuur heeft daarbij een risico inventarisatie opgesteld die uitkomt op een verwachtingswaarde van € 3,9 miljoen per ultimo 2016 en een benodigde capaciteit (zijnde de verwachtingswaarde maal kasfactor) van € 2,0 miljoen. Daarbij wordt onder verwachtingswaarde verstaan het ingeschatte, te betalen schadebedrag als het risico zich daadwerkelijk voor doet.

Uw gemeenschappelijke regeling, zo heeft u besloten, houdt geen weerstandsvermogen aan. Dit betekent dat risico’s, voortvloeiend uit deze risico inventarisatie, door de deelnemende gemeenten opgenomen worden in de (risicoparagrafen van de) begroting en jaarrekening.

Wij geven u in overweging vanuit, going concern en flexibiliteit, wel een bepaald bedrag aan weerstandscapaciteit aan te houden zodat bij mogelijke onvoorziene tegenvallers niet direct een bestuurlijke proces richting de deelnemende

gemeenten moet worden doorlopen om dit risico deugdelijk en tijdig af te hechten. Overigens speelt een continue toereikende liquiditeitspositie hierbij een nog belangrijkere factor om als MGR de bedrijfsactiviteiten, zonder dat direct bij onvoorziene tegenvallers of wijzigingen in financieringsstromen altijd een verzoek bij bestuur of deelnemende gemeenten moet worden ingediend, goed en tijdig te kunnen uitvoeren.

Een ander punt van aandacht die wij aan u voorleggen is het gegeven dat een deel van uw exploitatie en activiteiten afhankelijk is van modulaire componenten aan opdrachten en projecten. In uw begroting neemt u, op basis van bepaalde uitgangspunten en veronderstellingen, zowel opbrengsten als kosten voor op. Dit zorgt mede voor een sluitende begroting van uw gemeenschappelijke regeling. Ons advies is bij modulaire projecten vooraf goede afwegingen te maken tussen de investeringen (ook in de zin van kosten) die je doet voor bepaalde projecten en de looptijd die nodig is om rendabel te blijven c.g. de terugverdien-capaciteit aannemelijk maakt.

In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing heeft uw organisatie op een adequate wijze de diverse risico’s in beeld gebracht.

3. Financiële analyse

MGR, zo is besloten, houdt geen weerstandsvermogen aan

Wij geven u in overweging een bepaald bedrag aan

weerstandscapaciteit aan te

houden vanwege de benodigde

wendbaarheid, flexibiliteit en

continuïteit van de uit te voeren

activiteiten. Zeker vanuit

liquiditeitsoverwegingen is een

heroverweging naar onze

mening gewenst

(10)

3. Financiële analyse

Gerealiseerd resultaat

Het gerealiseerd totaal saldo van baten en lasten bedraagt € 472.000. Dit is gelijk aan de begroting (na wijziging). Er zijn in 2016 geen gelden toegevoegd of onttrokken aan de reserves. Hiermee bedraagt het gerealiseerd resultaat 2016 € 472.000. (begroot na wijziging: € 0).

In de jaarrekening is een analyse opgenomen van de verschillen tussen de begrote en de werkelijke lasten en baten. Voor deze, meer uitgebreide analyse van de verschillen, verwijzen wij u naar de jaarrekening.

Gerealiseerde totaal saldo van baten en lasten 2016 is positief

Werkkapitaal

Het netto werkkapitaal geeft een indicatie van het saldo van de financiële middelen na verrekening van de kortlopende vorderingen en schulden. Een positief netto werkkapitaal impliceert dat na verrekening nog een positief saldo aan geldmiddelen resteert. Een negatief netto werkkapitaal duidt de financieringsbehoefte aan en impliceert dat uw organisatie zonder aanvullend (bank)krediet niet in staat is op korte termijn aan haar kortlopende verplichtingen te voldoen.

Het zichtbare netto werkkapitaal in de jaarrekening per 31 december 2016 bedraagt € 0,8 miljoen (2015: € 0,2 miljoen).

(11)

Interne beheersing

Wij hebben tijdens de uitgevoerde interim-controle de procesrisico’s onderzocht, waarbij wij ons primair hebben gericht op de opzet en het bestaan van maatregelen van administratieve organisatie en interne beheersing (AO/IB), voor zover van belang voor onze controle op de betrouwbaarheid en rechtmatigheid van de in de jaarrekening opgenomen gegevens.

Wij hebben geconcludeerd dat de administratieve organisatie en interne beheersing (AO/IB) binnen de MGR in de basis toereikende aanknopingspunten bevat om te komen tot betrouwbare financiële jaarverslaggeving, echter kan op enkele onderdelen in de opzet en uitvoering een verdere kwaliteitsslag worden gemaakt. Het fundament voor een adequate financiële beheersing en dito informatievoorziening is aanwezig. In 2016 is opvolging gegeven aan de door ons in de managementletter 2015 opgenomen adviezen. Dit illustreert het belang dat de directie en het management waarde hechten aan een adequate interne (financiële) beheersing.

In onze managementletter 2016, gericht aan de directie, hebben wij de volgende adviezen opgenomen:

Voor onze gedetailleerde bevindingen aangaande de interne beheersing verwijzen wij u naar onze managementletter 2016.

4. Interne beheersing

De MGR heeft de basis op orde, voor zover relevant voor onze jaarrekeningcontrole. Hiermee bedoelen wij dat het systeem van administratieve organisatie en interne controle bijdraagt aan de totstandkoming van een adequate jaarrekening(controle) 2016. Ook bedoelen wij hiermee dat de MGR de belangrijke financiële risico’s beheerst.

Onze adviezen als opgenomen in de managementletter 2016

Opnemen van adequate preventieve interne beheersmaatregelen op te nemen in plaats van uitsluitend achteraf een interne audit uit te voeren op een juiste naleving van de interne en externe

aanbestedingsrichtlijnen. Dit waarborgt een sterkere reducering op mogelijke risico’s van een niet juiste naleving van aanbestedingsrichtlijnen.

Wij hebben de directie geadviseerd invulling te geven aan het fraudebeheersingproces door een

frauderisicoanalyse op te stellen.

(12)

Betrouwbaarheid en continuïteit van de automatiserings-omgeving

Onze jaarrekeningcontrole is gericht op het geven van een oordeel omtrent de jaarrekening zelf en is niet primair gericht op het doen van uitspraken omtrent de betrouwbaarheid en de continuïteit van de geautomatiseerde gegevensverwerking als geheel of van onderdelen daarvan. Onze bevindingen daaromtrent raken dan ook slechts die onderdelen die wij onderzocht hebben in het kader van de jaarrekening, wat wil zeggen dat wij terzake geen volledigheid pretenderen.

In overeenstemming met artikel 2:393 van het Burgerlijk Wetboek delen wij u mee dat bij de controle van de

jaarrekening geen zaken betreffende de betrouwbaarheid en continuïteit van de geautomatiseerde gegevensverwerking zijn op te merken.

Frauderisicoanalyse en fraudebeheersing

Gezien de maatschappelijke belangstelling voor het onderwerp en de potentieel grote impact die een fraudegeval op uw organisatie kan hebben, zowel in financiële zin als in immateriële (imago)schade, besteed MGR nog niet voldoende aandacht aan het fraudebeheersingsproces. Het fraudebeheersingsproces betreft het op reguliere basis en een gestructureerde manier aandacht besteden aan het onderwerp fraude. Een fraudebeheersingsproces bestaat ook niet alleen uit maatregelen van interne controle om mogelijke fraudegevallen tijdig te kunnen ontdekken, maar bevat ook bestuurlijk beleid om fraude te voorkómen zoals:

• Fraudepreventie begint bij sturen op gewenst gedrag, zijnde de kernwaarden waarvan het algemeen bestuur, dagelijks bestuur en de directie wensen dat iedere medewerker deze erkent en daarnaar handelt. Het sturen op dit gedrag wordt zichtbaar binnen MGR uitgedragen.

• Het uitvoeren van een frauderisicoanalyse met daaraan gekoppeld maatregelen van interne beheersing. Eventuele zwakke plekken (‘restrisico’s’) worden op deze manier inzichtelijk gemaakt.

• Aan het proces wordt verder invulling gegeven door de frauderisicoanalyse en -evaluatie periodiek te agenderen bij vergaderingen van het algemeen bestuur, dagelijks bestuur en de directie.

Aan bovengenoemde aspecten van het fraudebeheersingsproces is of wordt binnen MGR nog op onvoldoende wijze invulling gegeven. Uw organisatie beschikt niet over een frauderisico-analyse die periodiek wordt geactualiseerd en besproken met de toezichthouders.

Wij adviseren u invulling te geven aan het fraudebeheersingsproces door een frauderisicoanalyse op stellen.

4. Interne beheersing

De MGR heeft nog geen

frauderisicoanalyse opgesteld.

(13)

Bevestiging van het management

Wij hebben van het dagelijks bestuur c.q. de secretaris – ter confirmatie van zijn verantwoordelijkheden inzake de financiële verslaggeving – een schriftelijke bevestiging bij de jaarrekening ontvangen.

Geen meningsverschil met dagelijks bestuur of directie of beperking in reikwijdte van de controle

Er zijn geen meningsverschillen met het management geweest en er waren geen beperkingen bij de uitvoering van onze controle.

Naar onze mening is ons bij de uitvoering van onze controle-opdracht door het management en de medewerkers van de MGR de volledige medewerking verleend en hebben wij volledige toegang tot de benodigde informatie gehad.

Grondslagen van de jaarrekening adequaat toegelicht in de jaarrekening

Significante verslaggevingsgrondslagen en toepassing hiervan zijn belangrijk voor de presentatie van de financiële positie en baten en lasten van uw organisatie. Daarnaast vereisen zij van het dagelijks bestuur het toepassen van oordeelsvorming ten aanzien van moeilijke, subjectieve en complexe posities vaak vanwege de noodzaak om inschattingen te moeten maken over het effect van zaken die inherent onzeker zijn.

De belangrijkste verslaggevingsgrondslagen van uw gemeenschappelijke regeling zijn uiteengezet in de paragraaf grondslagen van resultaatbepaling en waardering in de jaarrekening 2016. In 2016 hebben zich geen wijzigingen van materieel belang voorgedaan in toegepaste verslaggevingsgrondslagen, die een aanzienlijke invloed hebben gehad op de baten en lasten of de financiële positie van uw gemeenschappelijke regeling.

Wij hebben het door het dagelijks bestuur toegepaste proces met betrekking tot belangrijke verslaggevingsonderdelen

geëvalueerd en hebben gegevensgerichte controlewerkzaamheden uitgevoerd. Indien nodig, hebben wij specialisten betrokken bij het beoordelen van de toepassing van de juiste methodiek, de aannames, de berekeningen en de consistente toepassing van de betrokken modellen en/of de van toepassing zijnde financiële verslaggeving. Wij zijn van mening dat de

verslaggevingsonderdelen en de toegepaste inschattingen reëel zijn en consistent worden gebruikt.

5. Overige onderwerpen

In dit hoofdstuk hebben wij de overige onderwerpen

opgenomen die wij op grond van onze beroepsregels aan u

moeten rapporteren.

(14)

Geen vermoedens of signalen van fraude

In Nederland is de accountant wettelijk verplicht om alle ontdekte fraudegevallen te rapporteren aan het management.

Wij merken op dat onze controle niet specifiek is ingericht op het ontdekken van fraude. De accountant is wel verantwoordelijk voor het betrekken van frauderisico’s in de planning en uitvoering van zijn controleopdracht.

Wij hebben een fraudediscussie gevoerd met het controleteam en met het management van de MGR waarbij wij de nadruk hebben gelegd op de vermoedens van materiële onjuistheden als gevolg van fraude in de jaarstukken van de MGR. Van het management hebben wij de bevestiging ontvangen dat er, geen onregelmatigheden zijn geconstateerd waarbij het management of werknemers die een belangrijke rol spelen bij de maatregelen van interne beheersing of anderen in het geval dat de fraude van materieel belang kan zijn op de jaarrekening, zijn betrokken.

Tevens hebben wij zelfstandig werkzaamheden uitgevoerd die gericht waren op het risico van het ‘omzeilen’ van de interne beheersingsmaatregelen door het management te detecteren. Wij hebben specifieke controles uitgevoerd op memoriaalboekingen, controles van schattingen en hebben wij significante en ongebruikelijke transacties met behulp van gegevensanalyses onderzocht.

Hoewel wij een professioneel-kritische houding hebben ten opzichte van risico’s van fraude in de jaarrekening, willen wij opmerken dat onze controle niet specifiek is gericht op het ontdekken hiervan. Tijdens de uitvoering van onze controle van de jaarrekening 2016 hebben wij geen aanwijzingen verkregen dat er sprake is geweest van fraude.

5. Overige onderwerpen

Geen vermoedens van fraude of

signalen van fraude

(15)

Bijlagen

A1: Niet-gecorrigeerde fouten 14

A2: Gecorrigeerde fouten 16

A3: Afwijkingen in de toelichting 17

A4: Rechtmatigheid 18

B: Onafhankelijkheid 19

C: Reikwijdte van de controle 2016 20

D: Disclaimer en beperking in gebruik 21

(16)

Niet-gecorrigeerde fouten

De volgende niet-gecorrigeerde fouten en onzekerheden groter dan de rapportagetolerantie zijn gedurende onze werkzaamheden vastgesteld:

Bijlage A1: Niet-gecorrigeerde fouten

Aard van de fouten

Rechtmatigheid

x € 1.000 Getrouwheid

x € 1.000

Effect niet-gecorrigeerde controleverschillen voorgaande periode N.v.t. N.v.t.

Effect niet-gecorrigeerde controleverschillen huidige periode N.v.t. N.v.t.

Rechtmatigheidsfout is tevens getrouwheidsfout: te laag opgenomen verplichting ingevolge het Individueel Keuze Budget

112 112

Rechtmatigheidsfout is per saldo ook een getrouwheidsfout N.v.t. N.v.t.

(Sub)totaal getrouwheidsfouten 112 112

Extra absolute waarde rechtmatigheidsfouten N.v.t.

112 Extra foutieve financiële beheershandelingen zonder direct financieel effect vanuit externe regels (EU-

aanbesteding/Fido/Etc.)

N.v.t.

Extra foutieve financiële beheershandelingen zonder direct financieel effect vanuit interne regels (gedoogbeleid)

N.v.t.

Overige rechtmatigheidsfouten N.v.t.

Totaal rechtmatigheidsfouten 112

(17)

Wij hebben van het management een schriftelijke bevestiging bij de jaarrekening ontvangen, waarin het management het bovenstaande heeft bevestigd. Dat houdt in dat eventuele niet geconstateerde en derhalve niet-gecorrigeerde fouten, zowel individueel als in totaal, in het kader van de jaarrekening niet materieel zijn. Het management heeft tevens bevestigd geen kennis te hebben van andere niet-gecorrigeerde fouten.

Bijlage A1: Niet-gecorrigeerde fouten

Rechtmatigheid

x € 1.000 Getrouwheid

x € 1.000

Onzekerheid rechtmatigheid betreft tevens getrouwheid N.v.t. N.v.t.

Onzekerheid rechtmatigheid is per saldo ook een onzekerheid inzake getrouwheid N.v.t. N.v.t.

(Sub)totaal onzekerheden in de controle getrouwheid n.v.t. n.v.t.

Extra absolute waarde onzekerheden rechtmatigheid N.v.t.

Extra financiële beheershandelingen met een onzeker direct financieel effect vanuit externe regels (EU- staatssteun)

N.v.t.

Extra financiële beheershandelingen met een onzeker direct financieel effect vanuit interne regels (gedoogbeleid)

N.v.t.

Overige onzekerheden inzake rechtmatigheid N.v.t.

Totaal onzekerheden in de controle rechtmatigheid n.v.t.

(18)

Gecorrigeerde fouten

De tabel hierna bevat alle afzonderlijk geïdentificeerde en gecorrigeerde fouten groter dan de rapportagetolerantie en andere door het management gecorrigeerde fouten.

Bijlage A2: Gecorrigeerde fouten

Rechtmatigheid

x € 1.000 Getrouwheid

x € 1.000 Feitelijke afwijkingen

Niet van toepassing N.v.t. N.v.t.

Inschattingsafwijkingen

Niet van toepassing

N.v.t. N.v.t.

Geprojecteerde afwijkingen

Niet van toepassing

N.v.t. N.v.t.

Totaal

(19)

Afwijkingen in de toelichting

Onze controlestandaarden eisen dat wij afwijkingen van materieel belang in de toelichting signaleren om het algemeen bestuur in staat te stellen een inschatting te maken van de gevolgen daarvan voor de jaarrekening. De tabel hierna bevat een weergave van die onderwerpen uit de toelichting waarvan wij denken dat het algemeen bestuur deze nader dient te beoordelen.

Bijlage A3: Afwijkingen in de toelichting

Toelichting Bron toelichtingsvereiste Kwantitatieve of kwalitatieve overweging

Niet van toepassing N.v.t. N.v.t.

(20)

Rechtmatigheid

In het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (BADO), de Kadernota Rechtmatigheid 2016 en in het door algemeen bestuur vastgestelde normenkader is het kader voor de controle op de rechtmatigheid opgenomen. Bij de controle op de rechtmatigheid hebben wij de volgende fouten en/of onzekerheden geconstateerd:

Bijlage A4: Rechtmatigheid

Toelichting Bron normenkader Fout of onzekerheid

Geen geconstateerde fouten en/of

onzekerheden. N.v.t. N.v.t.

(21)

Bevestiging onafhankelijkheid

De voorschriften in het kader van onafhankelijkheid zijn binnen de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (de NBA) opgenomen in de ‘Verordening inzake Onafhankelijkheid (ViO)’ en vormen een belangrijk onderdeel van het ‘normenkader’ waaraan een accountant moet voldoen. De naleving van de ViO is binnen de organisatie van Deloitte ingebed.

Op basis van onze toetsing concluderen wij dat onze onafhankelijkheid als certificerend accountant bij MGR in 2016 is gewaarborgd. Een overzicht van de aanvullende dienstverlening hebben wij hierna opgenomen.

Aanvullende dienstverlening

In 2016 zijn er door ons geen aanvullende diensten verricht.

Op grond van de door ons getroffen maatregelen en de communicatie met u hierover zijn wij van mening dat onze onafhankelijkheid is gewaarborgd.

Geschenken en persoonlijke uitingen van gastvrijheid

De Nederlandse onafhankelijkheidsregels vereisen dat de eindverantwoordelijke accountant de met governance belaste organen informeert over geschenken en persoonlijke uitingen van gastvrijheid die Deloitte, een bestuurder of interne toezichthouder van Deloitte of een lid van het controleteam heeft ontvangen of verstrekt aan de MGR of een bij de MGR betrokken persoon. Hierbij is een drempel van € 100 opgenomen in de regels.

Wij hebben geen geschenken en persoonlijke uitingen van gastvrijheid die een (geschatte) waarde van meer dan € 100 hebben ontvangen of verstrekt en zijn derhalve van mening dat er geen sprake is van een bedreiging voor de onafhankelijke uitvoering van de controleopdracht.

Bijlage B: Onafhankelijkheid

(22)

De opdracht die u ons heeft verstrekt

Binnen het kader van de overeenkomst tussen uw organisatie en Deloitte Accountants B.V. tot het controleren van uw jaarrekening bevestigen wij formeel elk jaar de onderlinge afspraken met een opdrachtbevestiging. Met de opdrachtbevestiging van 15 december 2016 heeft u ons op meer gedetailleerde wijze opdracht gegeven tot het controleren van de jaarrekening 2016. De doelstelling van de controle is het afgeven van een controleverklaring bij de jaarrekening van MGR. In dit

accountantsverslag geven wij een toelichting op de bevindingen naar aanleiding van de controle.

Onze controleaanpak bestaat in hoofdlijnen uit drie fasen: de risicoanalyse, de interim controle en de jaarrekeningcontrole.

Gezamenlijke risicoanalyse als basis

Onze controle start met het maken van een analyse van de risico’s waar u als organisatie mee te maken heeft. Deze risicoanalyse zien wij als een gezamenlijke actie van ons controleteam en vertegenwoordigers van de MGR en maakt deel uit van ons pre-auditgesprek. Het doel hiervan is om op basis van gezamenlijke kennis van uw organisatie en uw omgeving tot een zo volledig en bruikbaar mogelijke risicoanalyse te komen, die als basis voor de verdere controlewerkzaamheden kan dienen.

Het gaat hierbij primair om de externe risico’s en de risico’s in de bedrijfsvoering. Bij deze inventarisatie ligt primair de focus op de risico’s op afwijkingen van materieel belang in de jaarrekening als gevolg van fraude of fouten.

Interim-controle

Onze risicoanalyse en de daarop gebaseerde controleaanpak richten zich niet uitsluitend op de jaarrekening zelf, maar ook op het systeem van interne beheersing.

Hoe beter dat systeem functioneert, hoe meer zekerheid er bestaat dat de opgeleverde informatie betrouwbaar is, zowel tussentijds als bij de jaarrekening. Omdat deze interne beheersing het gehele jaar goed dient te functioneren, hoeven wij met de aanvang van onze controle niet te wachten totdat de jaarrekening gereed is.

Onze controle vindt daarom voor een belangrijk deel al in de tweede helft van het boekjaar plaats. Wij onderzoeken tijdens de interim controle de procesrisico’s, om te bepalen of hierin voldoende beheersmaatregelen (de AO/IB) zijn getroffen. De daaruit voortvloeiende verbeterpunten ter verdere optimalisatie van de interne beheersing zijn opgenomen in de paragraaf Interne beheersing van dit verslag.

Jaarrekeningcontrole

Bij de jaarrekeningcontrole stellen wij vast of de jaarrekening is opgesteld volgens de geldende verslaggevingsvoorschriften, met andere woorden: of de door u opgestelde jaarrekening een getrouw beeld geeft. Ook stellen wij vast dat de posten in de jaarrekening adequaat zijn toegelicht. Onze controle houdt niet in dat wij alle posten integraal controleren. Onze aanpak heeft als doel om belangrijke onjuistheden of onrechtmatigheden te ontdekken, rekening houdend met

materialiteitsgrenzen.

Het product van de jaarrekeningcontrole is de controleverklaring bij de jaarrekening en ons accountantsverslag. In ons accountantsverslag rapporteren wij eventuele fouten en onzekerheden en overige bijzonderheden die naar onze mening van belang zijn voor de behandeling van de jaarrekening (zoals governance, financiële positie, ontwikkeling resultaten en de kwaliteit van de interne beheersing).

Scope van de opdracht

Onze controleverklaring is gebaseerd op onze controlewerkzaamheden als accountant van MGR.

Bijlage C: Reikwijdte van de controle 2016

(23)

Dit verslag is alleen bestemd voor het management, de directie en het bestuur van de MGR en mag niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden verstrekt of aangehaald zonder onze schriftelijke toestemming vooraf. Er wordt geen verantwoordelijkheid aan een derde partij geaccepteerd, omdat dit verslag daar niet voor opgesteld en bedoeld is. Dientengevolge nemen wij geen enkele verplichting of plicht van zorg aan ieder ander persoon aan wie dit verslag getoond of in zijn handen komt op ons.

De in dit verslag aan de orde gestelde onderwerpen zijn door ons geconstateerd gedurende onze controleopdracht waarvan wij van mening zijn dat zij uw aandacht behoeven. Het is geen allesomvattend verslag van alle geconstateerde zaken en in het bijzonder kunnen wij niet verantwoordelijk worden gesteld voor het

rapporteren van alle bedrijfsrisico’s of tekortkomingen in het systeem van interne beheersing. Elke conclusie, opinie of opmerking in dit verslag is verstrekt in de context van onze controleverklaring over de jaarrekening als geheel, welke zal worden verstrekt in onze controleverklaring.

Evenzo geldt dat de opmerkingen, bevindingen en aanbevelingen met betrekking tot het systeem van interne beheersing niet gelezen dienen te worden als een afzonderlijke opinie van het systeem van interne beheersing en haar werking.

Bijlage D: Disclaimer en beperking in gebruik

(24)
(25)
(26)
(27)
(28)
(29)
(30)
(31)
(32)
(33)
(34)
(35)
(36)
(37)
(38)
(39)
(40)
(41)
(42)
(43)

RR

REGIO RIJK VAN NIJMEGEN

Aan de raden in de regio Rijk van Nijmegen

Datum Contactpersoon

31 maart 2017 Ina Hol

Onderwerp Telefoonnummer

Bijgestelde begroting MGR 2017 en begroting 2018 0654234003

Geachte leden van de Raad,

Hierbij ontvangt u de ontwerpbegroting voor het jaar 2018 en de begrotingswijziging 2017 van de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling (MGR). De (financiële) kaderbrief vormt de basis voor deze begroting. Die brief heeft u eind november 2016 ontvangen. Uw raden zijn in de gelegenheid gesteld hierop een zienswijze in te dienen. De ingediende zienswijzen hebben we waar mogelijk en wenselijk in de begroting verwerkt.

U vindt bij deze brief de volgende drie bijlagen:

Bijlage 1: Ontwikkelingen WerkBedrijf

Bijlage 2: Een overzicht van de ingediende zienswijzen en de verwerking door de MGR.

Bijlage 3: De bijgestelde (ontwerp)Begroting MGR 2017 en ontwerpbegroting 2018 -2021

Besluitvorming

5 juli 2017 vindt besluitvorming plaats over de begroting in ons Algemeen Bestuur. Conform de Wet op de gemeenschappelijke regelingen hebt u de mogelijkheid vooraf een zienswijze in te dienen. U hebt hiervoor tot 15 juni 2017 de tijd, zoals is afgesproken met de agendacomnnissie.

De MGR als samenwerkingsplatform, WerkBedrijf en ICT Rijk van Nijmegen (iRvN) hebben in deze begroting ieder een eigen hoofdstuk. Daarin vindt u zowel de inhoudelijke als de financiële onderdelen.

We lichten de verschillen toe tussen de bijgestelde begroting 2017 en de bijgestelde begroting 2016.

De bijstellingen in de begroting 2017 ten opzichte van de primitieve begroting 2017 vindt u in bijlage 7 van de begroting.

We gaan ervan uit u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Graag zien wij uw zienswijze tegemoet.

Hoogachtend,

Dagelijks Bestuur modulaire gemeenschappelijke regeling Rijk van Nijmegen,

De Voorzitter, De Secretaris,

drs. H.M.F. Bruis

(44)

Bijlage 1: Ontwikkelingen WerkBedrijf

Ontwikkelingen Sociale Werkvoorziening

Structureel tekort en toename aanvullende bijdrage gemeente met C 1,0 miljoen.

De aanvullende bijdrage van gemeenten voor de SW neemt in 2017 toe met C 1,0 miljoen, namelijk van bijna C 3,2 miljoen naar ruim €4,1 miljoen. De gemeentelijke bijdrage stijgt, terwijl we de toegevoegde waarde per SW-medewerker weten te verhogen. Dit lichten we hieronder toe.

Het tekort op de SW is structureel en neemt jaarlijks toe. Gemeenten ontvangen subsidie van het Rijk voor uitvoering van de SW. Het Rijk bezuinigt op de SW. In deze kabinetsperiode gaat het om een macrobedrag van ruim €1,8 miljard. De subsidie neemt daardoor af. Aan de andere kant stijgen de loonkosten door indexering van lonen en cao-afspraken van 2016. Dit is niet beïnvloedbaar. Hierdoor ontstaat een verschil tussen de kosten van de SW en de subsidie die gemeenten van het Rijk krijgen. Dit tekort dragen gemeenten bij uit eigen middelen. We verwachten dat het tekort en daarmee de

aanvullende gemeentelijke bijdrage de komende jaren verder stijgt.

De brancheorganisatie Cedris en de VNG hebben bij het Rijk aangegeven dat de macrokorting te fors en in een te snel tempo wordt doorgevoerd. Zij geven aan dat de komende jaren circa € 420 miljoen extra nodig is om de tekorten binnen de SW te dempen. De MGR ondersteunt deze lobby.

- Het rijksbudget daalt van €45,5 miljoen in 2016 naar €41,9 miljoen in 2017. Deze daling is deels door de afname van het aantal SW-medewerkers, maar ook de bijdrage per medewerker daalt met C 850 per SE.

- De loonkosten per medewerker stijgen in 2017. Dit komt door cao-afspraken in 2016 (€0,8 miljoen) en door indexatie van lonen vanaf juli 2017 (€0,7 miljoen). Het lage- inkomensvoordeel (LIV) dempt dit met een voordeel van € 0,8 miljoen.

- De totale gemeentelijke bijdrage daalt met C 2,7 miljoen naar €46,0 miljoen in 2017.

- De kostprijs per SE daalt met C 130 per SE naar C 27.793 ten opzichte van de begroting 2016.

De daling van de kostprijs weegt niet op tegen de afnemende subsidie. Hierdoor stijgt de aanvullende gemeentelijke bijdrage van €3,2 miljoen naar ruim € 4,1 miljoen. Een toename dus van afgerond

C 1 miljoen in 2017. In 2018 neemt de aanvullende gemeentelijke bijdrage verder toe met ruim €1,0 miljoen toe naar € 5,2 miljoen. Zie onderstaande tabel.

Baten

Bedragen in €.1.000

Begroting WerkBedrijf - SW

2016 2017 2017B 2018

Gemeentelijke bijdrage 48.707 42.946 46.037 43.736

Ri.ksbi-dra:e -45.539 -41.836 -41.896 -38.556

Aanvullende bi d - e 3.169 1.109 4.141 5.179

(45)

In onderstaande tabel is de bijdrage aan de SW per gemeente opgenomen.

Gemeentelijke bijdrage SW Reckagon x£1.00011011

Begroting Werkbedrijf Sociale werlwoorziening

2016 2017 1

Totale Rijks- Aanvullende Totale Rijks- Aanvullende

I bijdrage bijdrage bijdrage bijdrage bijdrage bijdrage

201R

Totale Rijks- Aanvullend

bijdrage bijdrage bijdrage

Bergen Dal 5.318 489C 429 5.059 4450 608 4.796 4.054 74

Eeuningen 3.592 1278 304 3.384 3.028 356 3.198 2.790 40

Druten 2.652 2447 205 2.589 2.256 333 2.474 2.093 38

Hemen 1.751 1,685 76 1.583 1.573 10 1,516 1.443 7

Nijmegen 27.922 26,211 1.711 26.442 24.142 2.300 25.116 22.322 2.79

Wijrhnn 5.879 ç468 161 5.4pn 5.071 465 S.11 4.548 66

West Maas en Waal 1.642 1,56C 82 1.494 1.426 69 1.425 1.307 11

Totaal 48.707 45.539 3.168' 46.037 41.896 4.141 43.736 38.556 5.171

Wat doen we om de kostprijs te verlagen en het tekort te dempen?

De stijging van loonkosten en de bezuinigingen door het Rijk kunnen we niet beïnvloeden. Een factor die we wel kunnen beïnvloeden is de omzet. Een hogere omzet betekent een kleiner tekort voor de

gemeenten. De productiviteit per SW-medewerker drukken we uit in toegevoegde waarde. Onze focus ligt op het verhogen van de toegevoegde waarde en omzet. Dat doen we door: het verhogen van het aantal declarabele uren, het maximaliseren van uurtarieven en het verhogen van de omzet per SW-

medewerken. De volgende prestaties dragen hieraan bij:

De afgelopen jaren nam de toegevoegde waarde per medewerker jaarlijks toe. Deze trend zet zich in 2017 voort. Dat komt doordat we steeds meer SW-medewerkers aan de slag krijgen buiten de muren van WerkBedrijf. Dat kan zowel individueel als met groepsdetacheringen. In 2017 verwachten we het percentage SW-medewerkers buiten de muren te verhogen van 65% naar 69%.

In 2016 brachten we het ziekteverzuim SW omlaag van 19,4% eind 2015 naar 16,1% eind 2016.

Onze doelstelling is een ziekteverzuimpercentage van 15% te bereiken eind 2017;

SW-medewerkers komen terug van de ondernemer naar de beschutte omgeving als er tijdelijk geen werk is. Met ondernemers scherpen we onze afspraken aan om deze zogenaamde actieve leegloop verder terug te dringen.

Begin 2017 passen we de organisatie in de beschutte werkomgeving op de Boekweitweg aan: de afdelingen worden kleiner en iedere SW-medewerker krijgt voldoende en duidelijke begeleiding. De fysieke werkomgeving en werkruimtes in het huidige pand aan de Boekweitweg schieten tekort.

Binnenklimaat, meubilair en indeling van de ruimtes zijn niet op orde. Er is achterstallig onderhoud. In de loop van 2017 brengen we dit naar het juiste niveau. Wij verwachten dat deze maatregelen van positieve invloed zijn op het welzijn en verzuimgedrag van onze medewerkers. Voor 2017 is een toegevoegde waarde begroot van C11,2 miljoen. Dat is een handhaving van de begrote toegevoegde waarde in 2016, terwijl we 85 fte minder SW-medewerkers hebben in 2017. Voor 2017 verwachten we een toegevoegde waarde van € 7.100 per fte te realiseren, dit is een toename van ruim C 900 ten opzichte van 2015 en bijna C 400 ten opzichte van de begroting van 2016.

Ondanks onze inspanningen en resultaten op de verhoging van de toegevoegde waarde neemt het tekort jaarlijks toe. De aanvullende gemeentelijke bijdrage stijgt hierdoor. De daling van de kostprijs weegt niet op tegen de stijging van loonkosten en afname van de rijkssubsidie.

Onderdeel Werk

Als arbeidsbemiddelingsbedrijf brengen wij vraag (werk) en aanbod (personeel) op de lokale arbeidsmarkt bij elkaar. We gaan duurzame relaties aan niet de ondernemers in onze regio. Daaruit ontstaan

mogelijkheden en kansen op werk. Werkzoekenden begeleiden we via de kortst mogelijke weg naar

(46)

arbeid. Op allerlei manieren, bijvoorbeeld op leerwerkplekken, werken zij aan hun ontwikkeling en vaardigheden. Met ondersteuning van het WerkBedrijf vergroten zij hun kansen op de arbeidsmarkt.

Ons doel

Met onze samenwerkingspartner UWV stellen we als gezamenlijk doel om in 2017 regionaal 5.897 mensen naar betaald werk te bemiddelen. Dit zijn er 4.047 door UWV (WW, Wajong, WIA) en 1.850 door het WerkBedrijf.

Dit aantal van 1.850 is als volgt opgebouwd. We leiden 1.650 bijstandsgerechtigden naar betaald werk, Hiervan stromen er 1.100 volledig uit uitkering. Daarnaast stromen minimaal 550 bijstandsgerechtigden parttime uit naar werk. Zij blijven deels afhankelijk van de bijstand. Hiermee dempen we voor gemeenten de uitkeringslasten. Dit gaat om vele miljoenen. In 2017 werken we deze indicator met de deelnemende gemeenten verder uit.

De overige 200 die we op werk plaatsen zijn jongeren zonder uitkering die in de zoekperiode' werk vinden, overige niet-uitkeringsgerechtigden en enkele WW-ers. Bij de jongeren en WW-ers voorkomen we hierdoor dat zij afhankelijk worden van een bijstandsuitkering.

Jongeren en arbeidsgehandicapten krijgen als groep extra aandacht. Voor hen formuleren we dan ook extra doelstellingen: onder de 1.650 bijstandsgerechtigden die we plaatsen zijn minimaal 300 jongeren en 75 arbeidsgehandicapten.

Bij een aantal gemeenten bleef de uitstroom uit de uitkering naar werk achter. Het gaat om Heumen, Beuningen en Nijmegen. Met deze gemeenten stellen we aanvalsplannen op om de uitstroom naar werk te bevorderen.

Arbeidsmarkt 2017

Het economisch herstel zet zich landelijk verder door. Het aantal banen blijft groeien, vooral in de uitzendbranche, informatie en ICT en handel. De werkloosheid daalt verder. Onze regio profiteert hier minder van, omdat hier juist de overheidssector en zorg en welzijn sterk aanwezig zijn. Die reageren minder op economische ontwikkeling en meer op demografische ontwikkelingen en overheidsbeleid. Het aantal banen in de overheidssector en de onderwijssector neemt juist af. Hierdoor zijn er in onze regio meer werkzoekenden per vacature dan in veel andere arbeidsmarktregio's (ruime arbeidsmarkt).

De flexibilisering van de arbeidsmarkt zet ook in onze regio voort; steeds meer tijdelijke en kleine contracten. Veel vacatures ontstaan juist doordat mensen van baan wisselen. We verwachten dan ook een toename van het aantal parttime banen.

Veranderingen in het bijstandsbestand

In onze regio zijn er bijna 10.000 uitkeringen onder de Participatiewet. Dit zijn vooral bijstandsuitkeringen en een klein aantal daaraan verbonden regelingen. Landelijk en ook in onze regio neemt het aantal mensen in de bijstand toe. Sinds 2015 groeide het aantal mensen in de bijstand in onze regio sneller dan landelijk.

Tegelijkertijd groeit, landelijk en in onze regio, de groep die langdurige en intensievere begeleiding nodig heeft om werk te vinden. Wetswijzigingen hebben hier een belangrijke rol in. Een daarvan is de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd. Mensen stromen hierdoor later uit de uitkering. Verder is de SW sinds 2015 afgesloten en is de Wajong alleen nog toegankelijk voor mensen die helemaal niet kunnen werken. Zij doen nu een beroep op een bijstandsuitkering. Laatste ontwikkeling is de instroom van vluchtelingen met een status. Sinds 2015 vestigden honderden statushouders zich in onze regio. 95% van hen doet een beroep op de bijstand. Slechts een klein deel van hen is direct bemiddelbaar naar werk.

Specifieke speerpunten en ontwikkelingen voor 2017 en 2018:

1

Jongeren die een uitkering aanvragen krijgen eerst vier weken de opdracht om werk te vinden of (terug) naar school te

gaan. Tijdens deze periode ondersteunen wij de jongere afhankelijk van de behoefte zoveel mogelijk. Het doel is dat de

jongere geen uitkering hoeft aan te vragen.

(47)

- Meer arbeidsgehandicapten aan de slag. Onze regio ligt ruim op koers met de Banenafspraak. Het aandeel van gemeenten blijft overigens nog wel achter. Toch zien we mogelijkheden om de groep uit te breiden en de aanpak te versterken. We werken aan een sluitende aanpak met onze ketenpartners, zoals het UWV, de sociale wijkteams, de VS0- scholen en het Praktijkonderwijs;

Dienstverlening aan statushouders. Werk is belangrijk voor een (zo snel mogelijke) integratie van statushouders in onze samenleving. Statushouders zijn geen homogene groep; er zijn grote verschillen in opleidingsniveau, motivatie en vaardigheden. Een juist en volledig beeld van de mogelijkheden van de statushouder is de basis voor bemiddeling. Hierin werken we samen met COA en Vluchtelingenwerk. in opdracht van de gemeenten breiden we onze dienstverlening tijdelijk uit om de statushouders in de regio zo goed mogelijk te bemiddelen. Gemeenten betalen hiervoor uit Rijksmiddelen voor statushouders en ESF-subsidie. Het aantal statushouders aan het werk is een kengetal in de begroting. Dit komt dus terug in de kwartaalrapportages;

- Invullen wettelijke verplichting beschut Werk Participatiewet

Sinds 1 januari zijn uitvoerders van de Participatiewet verplicht om voor mensen met een indicatie beschut werk een betaald dienstverband te organiseren. Tot 1 januari 2017 konden de uitvoerders zelf bepalen of en hoe vaak zij de voorziening in wilden zetten.

De tweede verandering in de wet is dat inwoners zelf een indicatie bij UWV mogen aanvragen.

Dit is niet voorbehouden aan mensen onder de Participatiewet; ook vanuit Wajong, WW en WIA kunnen mensen de voorziening aanvragen.

Het Rijk heeft voor onze regio middelen toegevoegd aan het inkomensdeel en aan het

Participatiebudget van in totaal €25.500 per beschutte werkplek per jaar. Daarbij gaat het Rijk uit van middelen voor 62 beschutte werkplekken in 2017, oplopend naar 107 in 2018.

Het Werkbedrijf geeft beschut vanuit de Participatiewet vanaf 2017 vorm en invulling. Een van de uit te werken punten is bij welke partij(en) we dienstverbanden organiseren. Uitgangspunt is om kandidaten een zo regulier mogelijke plek te bieden met maximale ontwikkelingsmogelijkheden, in een geschikte omgeving met de juiste begeleiding;

- Verbeteren samenspel met afdelingen Inkomen. De samenwerking met de afdelingen Inkomen van de gemeenten krijgt extra aandacht. In 2016 zetten we hier al een aantal acties op in, onder meer de aansluiting van de registratie. In 2017 laten we de werkprocessen beter op elkaar aansluiten. We sturen gezamenlijk nadrukkelijker op het naleven van de re-integratieplicht. Het is uitermate belangrijk dat kandidaten aanwezig en actief zijn bij kansen op werk.

In de begroting staan ook kengetallen opgenomen. Dit zijn eenheden die we wel belangrijk vinden om te volgen, maar waar we geen prestatiedoelstelling voor formuleren. Enkele kengetallen zijn: aantal statushouders aan het werk, aanmeldingen van kandidaten, aantal kandidaten begeleid met behoud van uitkering. Ze staan opgenomen in de bijlage in de begroting en komen terug in de kwartaalrapportages.

Wat kost het?

De begroting op het onderdeel Werk van het Werkbedrijf omvat totaal € 20,8 miljoen2. Een deel daarvan is het Participatiebudget dat gemeenten ontvangen van het Rijk (€ 14,2 miljoen). Gemeenten hevelen dit deel rechtstreeks over naar het Werkbedrijf. Hiervoor levert het WerkBedrijf de dienstverlening aan ondernemers en kandidaten. Met deze middelen leiden we in 2017 1.650 bijstandsgerechtigden naar betaald werk bij ondernemers. Daarmee dempen we voor gemeenten de uitkeringslasten. Dit gaat om vele miljoenen. In 2017 werken we dit als indicator verder met de deelnemende gemeenten uit.

Daarnaast begeleiden we honderden mensen in ontwikkeltrajecten en andere vormen van werk met behoud van uitkering. Uit het participatiebudget betalen we ook de lopende verplichtingen van de

2

Door afrondingsverschillen tellen de afzonderlijke bedragen op tot €20,7 miljoen.

(48)

gemeenten. Dit zijn bijvoorbeeld de loon- en begeleidingskosten voor de gesubsidieerde banen in de regio. De lopende verplichtingen bedragen C 2,4 miljoen in 2017.

In deze begroting is verder C 1,4 miljoen opgenomen voor de zogenaamde wettelijke

loonkostensubsidies. Dat zijn de subsidies die we verstrekken aan mensen die niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen. Zij hebben vaak een indicatie banenafspraak of een indicatie voor nieuw beschut werk. 1 miljoen van de C 1,4 miljoen zijn subsidies voor beschut werk. Deze middelen stelt het Rijk beschikbaar om in 2017 in onze regio maximaal 62 beschutte werkplekken met betaald dienstverband te organiseren. Dit aantal loopt op naar 107 eind 2018

Voor de arbeidsmatige dagbesteding is een budget opgenomen van C 2,4 miljoen. Het budget voor deze groep mensen is ten opzichte van 2016 is naar beneden bijgesteld. Het afgeraamde budget is bestemd om door te groeien naar 400 kandidaten in de arbeidsmatige dagbesteding. We zien drie bijzondere groepen:

zorgjongeren, kandidaten met een Wajong-uitkering en mensen die vroeger de SW konden instromen.

Voor hen kan arbeidsmatige dagbesteding een geschikte plek zijn. Met ons voorstel het budget voor arbeidsmatige dagbesteding af te ramen, hebben we ook aan gemeenten een signaal afgegeven de niet- loonvormende keten verder te (gaan) ontwikkelen (zie volgende pagina).

Een ander deel van de C 22,1 miljoen is meerwerkbudget. Dit budget brengen sommige gemeenten extra in bovenop het participatiebudget. Het is bedoeld voor extra lokale projecten en activiteiten bovenop de reguliere dienstverlening van het WerkBedrijf. Dit was C 2,6 miljoen in de bijgestelde begroting 2016. In 2017 wordt dit € 1,2 miljoen. Er zijn geen meerjarige toezeggingen; na 2017 staat dus geen meerwerk geprogrammeerd. Een deel van de personele kosten wordt gedekt uit het meerwerk. Afname van het meerwerkbudget betekent minder personele dekking en daarmee inzet. WerkBedrijf kan dit tot op zekere hoogte opvangen doordat we werken met een flexibele personele schil.

Overige baten en lasten. Dan zijn er nog de overige baten en lasten van €1,5 miljoen. Die bestaan uit C0,5 miljoen frictiekosten, C0,4 miljoen middelen voor bemiddeling van statushouders en C0,5 miljoen ESF- budget en €1,0 miljoen regionale uitvoering budget van de Stuurgroep Arbeidsmarkt Regio Rijk van Nijmegen (SAR).

WerkBedrijf: vernieuwen en verbinden

Onze ambitie is: zoveel mogelijk mensen aan het werk in de regio. Met als uiteindelijk doel dat zoveel mogelijk mensen een zinvol bestaan kunnen leiden. Werk speelt hier een belangrijke rol in. Het verschaft mensen niet alleen een inkomen, maar ook structuur, sociale contacten en zelfvertrouwen.

WerkBedrijf vernieuwt en verbindt; We ontwikkelen innovatieve en out of the box aanpakken en

oplossingen. Dat doen we samen met onze partners en ook met partners in aanpalende domeinen, zoals sociale teams zorg- en maatschappelijke instellingen en onderwijs. Ook de grote kennisstellingen in onze regio, HAN en Radboud Universiteit, hebben zich hier aan verbonden. Zij zetten hun denkkracht en expertise in om met ons vernieuwende en onderbouwde arrangementen te ontwikkelen.

Verder bouwen aan de keten van loon vormende arbeid

Met de vorming van WerkBedrijf is de regie op de keten van loonvormende arbeid bij één organisatie belegd. De verschillende wetten en regelingen bepalen nog steeds de rechten en plichten van kandidaten.

Dit beperkt de keuze- en ontwikkelingsmogelijkheden van de kandidaten. En het leidt tot versnipperde dienstverlening, ook richting ondernemers. We willen dat kandidaten zich maximaal ontwikkelen in een zo regulier mogelijke omgeving. Daarom werken we verder aan het combineren van wetten en

regelingen. Zo ontstaan meer keuzemogelijkheden voor de kandidaten.

Binnen de keten van loonvornnende arbeid is nog veel te borgen en te innoveren in samenwerking met aanbieders, sociale teams en maatschappelijke instellingen. We zien drie sporen om de aansluiting te verbeteren:

- Lokale toegangspoorten: het kennen en het optimaal gebruiken van een goede infrastructuur om

te toetsen wat iemand kan en (nog) niet kan moet meer ontwikkeld worden. We zetten in op een

gezamenlijke intake voor ontwikkelingsgerichte — en arbeidsmatige dagbesteding.

(49)

- Zorg en werk in de buurt en wijk: er wordt volop samengewerkt, maar we zien ook dat dit nog vaak wordt belemmerd door de hokjes waarin we werken. Om dit te verbeteren willen we aan de slag gaan met een gezamenlijke aanpak voor 300 huishoudens. Een gezamenlijke aanpak van het WerkBedrijf en maatschappelijke instellingen, sociale teams en onderwijs.

- Kennis opbouwen en delen in de ketens: we willen meer kennis met elkaar delen dan we nu doen met ketenpartners. Hoe zien hun klantprofielen eruit, welke instrumenten zetten zij in, welke effecten zien zij van hun inzet? Maar ook een laag hoger: hoe werkt hun systeem en financieel kader en in hoeverre belemmert of bevordert dit een integrale samenwerking. Een concrete actie is de inrichting van een Werkplaats gericht op kwetsbare jongeren (met onder andere onderwijs, gemeenten, HAN)

Signaal aan gemeenten: ontwikkel de keten van niet-loonvormende arbeid

Door de ervaringen van afgelopen periode ziet het WerkBedrijf beter wat er nog niet gerealiseerd is: de keten van niet-loonvormende arbeid. Slechts een deel van de populatie is in staat tot loonvormende arbeid. Het WerkBedrijf investeert op circa 4.300 kandidaten in hun weg naar loonvormende arbeid. Daar is de capaciteit en het budget ook op afgestemd. De opdracht is niet om de niet-loonvormende

voorzieningen uit te voeren.

Voor de kandidaten die (nog) geen loonvormende arbeid aan kunnen is het voor een gemeente zinvol te investeren in de bouw van een keten niet-loonvormende arbeid. Een keten met voorzieningen zoals collectieve vormen van dagbesteding en vrijwilligerswerk. Het gaat hier om vormen van dagbesteding zonder de formele indicatiestellingen, maar die gericht zijn op stappen naar een zelfstandig bestaan.

Meedoen aan de samenleving staat hier in centraal.

Met name de instandhouding van maatschappelijke voorzieningen in de stad en regio 'draaien' vaak op dit type arbeid. Ze zijn niet in staat om loon te betalen, maar willen wel graag 'personeelsleden'.

Deze verwachtingen leggen deze instellingen momenteel vaak bij WerkBedrijf neer. WerkBedrijf stuurt primair op demping van de uitkeringslasten en dus minder op 'werken-met-behoud-van-uitkering'.

Hierdoor lopen de verwachtingen soms uiteen. De keten van niet-loonvormende arbeid zou in dit kader een oplossing zijn voor deze maatschappelijke instellingen.

De keten van niet-loonvormende arbeid dient ingericht te worden op lokaal niveau. Instellingen waar dit type dagbesteding plaats kan vinden zitten in de diverse gemeenten en het is goed voor de kandidaat als dit gerealiseerd kan worden in eigen de buurt of wijk, waar degene woont. Het ligt niet voor de hand dat het WerkBedrijf de regie gaat voeren over deze keten, omdat het WerkBedrijf regionaal werkt en zich richt op loonvormende arbeid.

Vanzelfsprekend is het wel zaak kandidaten die zich ontwikkelen in de niet-loonvormende keten, de stap

naar de loonvormende keten te laten zetten. En andersom: iemand die door bepaalde omstandigheden

niet meer in staat is tot loonvormende arbeid, toe te leiden naar de lokale situatie voor een niet-

loonvormende activiteit.

(50)

Aandacht om beleid

arbeidsmatige dagbesteding zorgvuldig in overleg met gemeenten vast te stellen.

Nijmegen vindt het niet van zelfsprekend dat de doorgroei naar een informatiedienst tot de module iRvN behoort.

Vraagtekens bij de doorbelasting van kosten WerkBedrijf naar iRvN. Dit zou moeten lopen via het gastheerschap.

Het investeringsplan 2018 iRvN dient voor besluitvorming MGR besproken te worden met het regionaal Hoofden

Bedrijfsvoeringsoverleg.

Zorg voor verwerking cao SW in begroting.

Verwerking wetswijzigingen Participatiewet in begroting verwerken (onder andere beschut werk).

Inzet arbeidsmatige dagbesteding in aanbiedingsbrief aan

gemeenten terug laten komen.

Maatwerk beperken tot drie soorten projecten: onderbouwing qua inhoud en omvang.

Geen richtinggevende kaders opgenomen voor overhead en

Proces is afgerond. De uitkomst hebben we verwerkt in de begroting.

Het betreft interne dienstverlening binnen de MGR. Als dit via het gastheerschap loopt zijn hier kosten voor BTW aan verbonden.

Dit Is gerealiseerd en opgenomen in de ontwerpbegroting.

Voor 2017 is de cao WSW verwerkt. In afstemming met uw Adviesfunctie GR hebben we dit voor de jaren 2018 en verder nog niet gedaan. De achtergrond hiervan is dat de ontwikkelingen aan de batenkant (ook) nog niet bekend zijn (het gaat hier om de vraag: gaat het Rijk rekening houden met de cao-ontwikkeling bij budget WSW dat gemeenten ontvangen).

Loonkostensubsidie: we hebben de omvang van loonkostensubsidies (regulier) realistisch begroot, waarbij we rekening hebben gehouden met de wetswijzigingen Ten aanzien van Beschut werk volgen we de taakstelling van het Rijk.

De uitkomst is verwerkt in de ontwerpbegroting.

We zullen in de loop van 2017 een nadere onderbouwing en richting voorleggen aan gemeenten ten aanzien van het maatwerk.

Dit is een staande afspraak. We rapporteren en bieden inzicht hierover in begroting.

Nijmegen

Wijchen

Gemeente Inhoud Verwerking

Bijlage 2: Verwerking ingediende zienswijzen door MGR

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De stijging van de baten bij het onderwijs van 2018 naar 2019 is het gevolg van de hogere doeluitkering voor het peuterspeelzaalwerk.. Dit bedrag wordt overeenkomstig het doel

In het algemeen deel van deze memorie (hoofdstuk 7) is al uitgebreid ingegaan op de regels die van toepassing zijn op de personen die de taak van de Beoordelingscommissie dopingzaken

Er zijn toen door diverse fracties opmerkingen gemaakt over het begrip 'efficiënt'. Meerdere fracties hebben aangegeven dat naast de bedrijfsvoeringkant, er ook aandacht moet zijn

Met de start van de operationele pilots verwachten betrokken bestuurders voordeel te behalen voor hun gemeenten: kwaliteitsverbetering op de genoemde dossiers en meer continuïteit

In te stemmen met het aangaan van de koopovereenkomst voor de locatie Bergerweg 123-125 te Bergen tussen de gemeente Bergen en Aldi Vastgoed B.V.. In te stemmen met het aangaan van

Gent, BELGIË – 7 januari 2020 – Sequana Medical NV (Euronext Brussels: SEQUA), een vernieuwer in de behandeling van vochtophoping in leveraandoeningen, maligne

Uit het onderhavige onderzoek blijkt dat veel organisaties in de quartaire sector brieven registreren (van 51% in het onderwijs tot 100% of bijna 100% in iedere sector in het

Wensen van ouderen | “Participatie en eigen kracht beleid”: mensen stimuleren te handelen vanuit hun eigen kracht (empowerment), onder meer door hun sociaal netwerk te benutten