• No results found

CBR JAARBOEK

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "CBR JAARBOEK"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

CBR JAARBOEK 2011-2012

(2)
(3)

CBR JAAR BOEK 2011-2012

Centrum voor Beroepsvervolmaking in de Rechten

(ed.)

Antwerpen – Cambridge

(4)

CBR Jaarboek 2011-2012

Centrum voor Beroepsvervolmaking in de Rechten (ed.)

© 2012 Intersentia

Antwerpen – Cambridge www.intersentia.be

ISBN 978-94-000-0337-8 D/2012/7849/61

NUR 820

Alle rechten voorbehouden. Behoudens uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze ook, zonder de uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van de uitgever.

(5)

Intersentia v

VOORWOOR D

De zestiende jaargang van het CBR Jaarboek ligt voor u, met de verzamelde tek- sten van de referaten die tijdens het voorbije gerechtelijk/academisch jaar aan de deel ne mers van de CBR-studieavonden werden aangeboden.

Het jaarboek vormt het sluitstuk van de doelstelling die het CBR zich van bij zijn ont staan, nu reeds 27 jaar geleden, voorop heeft gesteld: aan professionele beoe- fenaars van het recht de gelegenheid bieden om hun parate kennis te toetsen aan de actuele stand van wetgeving, rechtspraak en doctrine en hen op een praktijk- gerichte wijze in hun beroepsuitoefening te ondersteunen.

Het CBR heeft er steeds voor gezorgd dat de deelnemers aan de studieavonden naast een mondelinge toelichting, gebracht door de allerbeste specialisten in de materie, ook telkens over een zorgvuldig ge docu menteerde tekst konden beschik ken, die in de beginjaren nog niet in boekvorm werd uitgegeven, wat een verwijzing ernaar bemoeilijkte.

Vanaf het 12de werkingsjaar (gerechtelijk/academisch jaar 1996-1997) kwam daarin verandering en werden de teksten van de referaten gebundeld in een jaar- boek. Niet zonder trots kan het CBR inmiddels reeds terugblikken op een reeks van ze stien jaarboeken waarin omzeggens alle deelgebieden van het recht aan bod ko men.

In de loop van die 27 jaar namen niet minder dan 26.000 rechtspractici aan de door het CBR ingerichte studieavonden deel. Dit aantal is geëxtrapoleerd uit de ge de tailleer de cijfer ge gevens die vanaf het gerechtelijk/academisch jaar 1995- 1996 nauw keurig door onze medewerkers wer den geregistreerd.

Tijdens die laatste 17 jaar werden onze studieavonden exact door 16.322 per- sonen bijgewoond, hoofdzakelijk advocaten (67%), magistraten (21%), bedrijfs- juristen (4%) en academici (3%). Uiteraard maken ook de notarissen en gerechts- deurwaarders deel uit van ons vast “cliënteel”, maar gezien de eerder beperkte omvang van hun respectieve korpsen, kan hun aanwezigheid op de studie- avonden niet op een statis tisch rele vante wijze worden weergegeven.

Het globale aantal deelnemers aan de CBR-studieavonden varieert van jaar tot jaar. Het jaar 2000-2001 was een absoluut topjaar met niet minder dan 3.099

(6)

Voorwoord

vi Intersentia

inschrijvin gen (van wie 2.065 ook eff ectief aanwezig). Het 12de werkings jaar (1996-1997) was tot op heden het minst succesvol met slechts 1.295 in schrij- vingen (van wie slechts 555 eff ectief aanwezig). De laatste vijf jaar blijft het aantal in schrijvingen eerder constant op 1.200 tot 1.500 per jaar (van wie 750 tot 1.000 ook eff ec tief aanwezig zijn).

Het CBR-aanbod beperkt zich overigens niet tot de studieavonden: naast de zes studieavonden die jaarlijks worden aangeboden, richt het CBR immers ook work shops in, postacademische opleidingen en lessencycli. Ook het Antwerps Juristen congres, dat tijdens het voorbije jaar reeds aan zijn vijfde editie toe was, is een ini t ia tief van het CBR.

Het Centrum voor Beroepsvervolmaking in de Rechten is een gezamenlijk initi- atief van de Raad van de Orde van Advocaten te Antwerpen en de Faculteit Rechten aan de Universiteit Antwerpen, ontstaan tijdens het gerechtelijk/acade- misch jaar 1985-1986, terwijl in 2001 ook een structureel samenwerkingsver- band met het Instituut voor Permanente Vorming van de Faculteit Rechts- geleerd heid van de Universiteit Gent werd aangegaan.

Het programma wordt sa men gesteld door een stuurgroep, waarin verschillende juridische beroepen verte gen woordigd zijn, en periodiek worden de resultaten door de raad van bestuur geë va lueerd.

Het CBR-bestuur heeft steeds gestreefd naar een combinatie van uitstekende kwa li teit met betaalbaarheid. Een eenvoudige vergelijking met de bijscholings- moge lijk he den die de commerciële markt aanbiedt, toont aan dat de inspannin- gen die op dat vlak door het CBR-bestuur worden geleverd, door geen enkele andere marktspeler worden geëvenaard.

Het CBR-bestuur dankt alle medewerkers van het afge lopen jaar voor de inspan- nin gen die werden geleverd: de sprekers voor het vele werk dat zij aan de voorbe- reiding van hun referaten hebben besteed, de voor zitters voor de voortreff elijke wijze waarop zij de studieavond in goede banen heb ben geleid, de leden van de stuurgroep voor de evenwichtige keuze die zij hebben gemaakt in de veelheid van te behandelen onderwerpen, en de administratieve medewerkers voor het vele werk dat zij in alle stilte achter de schermen hebben verzet.

Dirk Grootjans

Stafh ouder van de Orde van Advocaten te Antwerpen

(7)

Intersentia vii

INHOUD

Voorwoord . . . .v

Actualia verbintenissenrecht (2005-2011) Aloïs Van Oevelen . . . 1

Hoofdstuk I. Inleiding – Afb akening van het onderwerp . . . 3

Hoofdstuk II. De invloed van de wet van 6 april 2010 betreff ende marktpraktijken en consumentenbescherming op het contractuele verbintenissenrecht . . . 3

Hoofdstuk III. De contractvrijheid – Beperking door het verbod van rechtsmisbruik . . . 11

Hoofdstuk IV. Het vereiste van het ‘gemeenschappelijke’ karakter van de dwaling . . . 12

Hoofdstuk V. De bindende derdenbeslissing . . . 14

Hoofdstuk VI. De oorzaak . . . 17

Hoofdstuk VII. Het vervagende onderscheid tussen rechtsregels van openbare orde en van dwingend recht en het daarop gebaseerde onderscheid tussen absolute en relatieve nietigheid . . . 21

Hoofdstuk VIII. De interpretatie te goeder trouw van overeenkomsten . . . 23

Hoofdstuk IX. Rechtsverwerking als bijzondere toepassing van rechtsmisbruik . . . 25

Hoofdstuk X. De imprevisieleer . . . 27

Hoofdstuk XI. De samenloop van contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid . . . 29

Hoofdstuk XII. Moratoire interest en het onderscheid tussen geldschulden en waardeschulden . . . 33

Hoofdstuk XIII. Het anatocisme . . . 37

Hoofdstuk XIV. De exceptie van niet-uitvoering . . . 43

Hoofdstuk XV. De ontbinding wegens wanprestatie . . . 45

Hoofdstuk XVI. De opzegging van een overeenkomst . . . 49

Hoofdstuk XVII. De pauliaanse vordering . . . 50

Hoofdstuk XVIII. Het derdenbeding . . . 53

Hoofdstuk XIX. Voorwaardelijke verbintenissen . . . 54

Hoofdstuk XX. Hoofdelijke verbintenissen en verbintenissen in solidum. . . 56

(8)

Inhoud

viii Intersentia

Hoofdstuk XXI. Overdracht van schuldvordering . . . 58

Hoofdstuk XXII. Tenietgaan van verbintenissen . . . 60

Recente ontwikkelingen in het beslag- en executierecht Stan Brijs en Charlotte De Muynck . . . 67

Hoofdstuk I. Inleiding – afb akening onderwerp . . . 69

Hoofdstuk II. Centraal bestand van beslagberichten . . . 70

Hoofdstuk III. Minnelijke invordering . . . 75

Hoofdstuk IV. Bewarend beslag: voorwaarden . . . 77

Hoofdstuk V. Bewarend beslag: geldigheidsduur . . . 79

Hoofdstuk VI. Uitvoerbare titel . . . 81

Hoofdstuk VII. Onbeslagbaarheid . . . 85

Hoofdstuk VIII. Voorlopige tenuitvoerlegging . . . 87

Hoofdstuk IX. Kantonnement . . . 88

Hoofdstuk X. Dwangsom . . . 90

Hoofdstuk XI. Betekening – bevel . . . 95

Hoofdstuk XII. Uitvoerend derdenbeslag . . . 96

Hoofdstuk XIII. Derdenbeslag: schuldenaarsverklaring . . . 102

Hoofdstuk XIV. Uitvoerend roerend beslag . . . 104

Hoofdstuk XV. Evenredige verdeling . . . 106

Hoofdstuk XVI. Uitvoerend onroerend beslag . . . 108

Hoofdstuk XVII. Rangregeling . . . 114

De rechtsplegingsvergoeding rechtgetrokken (?) Stefaan Voet . . . 117

Hoofdstuk I. Inleiding . . . 119

Hoofdstuk II. Rechtsplegingsvergoeding en juridische tweedelijnsbijstand . 121 Hoofdstuk III. Minimumvergoeding bij verstek, niet betwisten en uitstel van betaling . . . 124

Hoofdstuk IV. Het Openbaar Ministerie als procespartij in burgerlijke zaken steeds vrijgesteld van een rechtsplegingsvergoeding . . . 128

Hoofdstuk V. Afschaffi ng artikel 6 van de wet van 2 augustus 2002 . . . 134

Hoofdstuk VI. Geen rechtsplegingsvergoeding bij onbevoegdheid . . . 136

Hoofdstuk VII. De burgerrechtelijk aansprakelijke partij toegevoegd in artikel 162bis, tweede lid Sv. . . 137

Hoofdstuk VIII. Pluraliteit van vorderingen en procespartijen: één rechtsplegingsvergoeding per “gerechtelijke band” (lees: proces- verhouding). . . 140

Hoofdstuk IX. Conclusie . . . 159

(9)

Inhoud

Intersentia ix

Actualia vennootschapsrecht 2012

Herman Braeckmans . . . 163

Hoofdstuk I. Dagelijks bestuur in de NV . . . 165

Hoofdstuk II. De voorlopig bewindvoerder . . . 172

Hoofdstuk III. Individuele onderzoeks- en controlebevoegdheid van de aandeelhouder . . . 180

Hoofdstuk IV. Geschillenregeling . . . 188

Hoofdstuk V. Gerechtelijke ontbinding om wettige redenen . . . 198

Actualia bestuur, algemene vergadering, kapitaal en (overdracht van) aandelen Robby Houben . . . 203

Hoofdstuk I. Inleiding . . . 207

Hoofdstuk II. Het bestuur van de vennootschap . . . 207

Hoofdstuk III. De algemene vergadering . . . 214

Hoofdstuk IV. Kapitaal en (overdracht van) aandelen . . . 220

De rechter en de fi scaal administratieve sancties Michel Maus . . . 241

Hoofdstuk I. Inleiding . . . 243

Hoofdstuk II. De wettigheidstoets van de fi scale rechter . . . 243

Hoofdstuk III. De toetsing van de sanctie aan de beginselen van behoorlijk bestuur . . . 247

Hoofdstuk IV. De toetsing van de sanctie aan artikel 6 EVRM . . . 253

Hoofdstuk V. De toetsing van de sanctie aan artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM . . . 286

Hoofdstuk VI. Besluit . . . 287

De ‘Salduz-wet’ van 13 augustus 2011 Joachim Meese . . . 289

Hoofdstuk I. Inleiding . . . 291

Hoofdstuk II. Een blik over de grenzen . . . 292

Hoofdstuk III. De totstandkoming van de Belgische Salduz-wet . . . 300

Hoofdstuk IV. Bespreking . . . 301

Hoofdstuk V. Besluit . . . 331

(10)

Inhoud

x Intersentia

De Antigoonrechtspraak

Philip Traest . . . 333

Hoofdstuk I. Inleiding . . . 335

Hoofdstuk II. Voorgeschiedenis . . . 335

Hoofdstuk III. Het Antigoon-arrest van 14 oktober 2003 . . . 339

Hoofdstuk IV. De verdere Antigoonrechtspraak . . . 341

Hoofdstuk V. Antigoon en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens . . . 369

Hoofdstuk VI. Antigoon en het Grondwettelijk Hof . . . 370

Hoofdstuk VII. Antigoon en de onderzoeksgerechten . . . 371

Hoofdstuk VIII. Antigoon buiten het strafrecht . . . 372

Hoofdstuk IX. Rechtsvergelijking . . . 373

Hoofdstuk X. Antigoon en de wetgever . . . 380

Hoofdstuk XI. Besluit. . . 383

Drie jaar Wet Continuïteit Ondernemingen – Over kleine en grote knelpunten en misverstanden Melissa Vanmeenen . . . 385

Hoofdstuk I. Inleiding . . . 387

Hoofdstuk II. Het succes van de WCO in cijfers . . . 387

Hoofdstuk III. Overzicht van de wets wijzigingen . . . 389

Hoofdstuk IV. Overzicht van enkele knelpunten binnen de WCO . . . 399

Afdeling V. Besluit . . . 457

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Probeer de bediening hiervan uit (ruit eerst sproeien als deze droog is, een droge ruit wissen is slecht voor de ruitenwissers) zodat je weet wat je moet doen als het ineens hard

Theorie leren auto | Voorrang en voor laten gaan 103 Er zijn twee uitzonderingen op deze regel:.. • Bestuurders verlenen voorrang aan bestuurders van

Lees het gesprek voor tussen Saïd en Jan Helmond (zie transcript, Waar werk je?(2))..

Voordat u op de afspraak bij de oogarts komt, kunt u het beste bij uw opticien uw bril laten controleren, of deze nog goed is qua sterkte of aangepast dient te worden.. Dit is

In deze brochure vind je informatie die de verpleegkundige of arts mondeling heeft toegelicht op de raadpleging voorafgaand aan uw ingreep2. Maar omdat u zoveel moet horen en

Voor het aanvragen van een CBR rijtest is een zogenaamde eigen verklaring nodig (te koop bij gemeenten en CBR voor € 28,50 (www. CBR.nl) en een verklaring van een deskundig

GGD Rotterdam-Rijnmond en de dienst SoZaWe van de gemeente Rotterdam heb- ben daarom het Verwey-Jonker Instituut gevraagd om onderzoek te doen naar de aard en omvang van het aanbod

Ik heb sympathie voor de oproep van de heer De Hoop, dat heb ik ook in het debat gezegd, want ik ben ook van mening dat die faalangstexamens noodzakelijk zijn, maar als