.
NEDERLANDS PROEFSTATION VOOR STROVERWERKING TE GRONINGEN
CONCEPT WERKPROGRAMMA. VOOR EEK STUDIE BETREFFENDE DE TOEPASBAARHEID VAN JrRAANSTRÓ VOOR EMBALLAGEDOELEINDEN IN DE MEEST UITGEBREIDE ZIN VAN
"IET 'WÓÓRD .< "" ~ * :
door
Ir.
E.L.Ri traan.' - '4.
V o\ '-y.
CONCEPT WERKPROGRAMMA VOOR ESN STUDIE BETREFFENDE DK I OS PAS BA ARHE ID VAN GBAANSTROO VOOR EMBALLAGE DOELEINDEN IN DE MESST UITGEBREIDE ZIN VAN HST 7JQOHD.
INLEIDING.
Het Nederlandsoh Proefstation voor Strooverwerking^overwegende dat graanstroo als grondstof voor emballaga reeds op zeer doelmatige wijze wordt toegepast
in de huidige Nederlandsche stroooartonindustrie,nee ft tot voor kort ge»eend een studie al3 in hoofde bedoeld niet op haar programma te moeten plaatsen.
De bijzondere tijdsomstandigheden van het oogenblik hebben or oohter toe ge
leid dat de Nederlandsche zuivelindustrie ten dezen vertegenwoordigd door een Regeoringsconmissie poogt, do in die industrie tot heden gangbare houten embal
lage te vervangen door een emballage vervaardigd uit carton waarvoor voorna
melijk als grondstof stroo is gebruikt.
Het Nederlandsch Froefstation voor Stroo verwerking verkreeg het vereerende verzoek in dezen van advies te dienen,zoodat als deel van de in de verslagen van het Proefstation steeds opgenomen incidenteels werkzaamheden het boven vermelde adviseerende werk nader werd toegelicht, waarbij tot uiting kwam dat een paar Jonderd doozen, door de cartonnage fabriek van de stroocartonfabriek
"De Union" te Oude Pekela vervaardigd uit gangbaar beplakt stroocarton, een reis naar Engeland en de ontscheping aldaar in "Perfect condition" hadden doorstaan. Dit bemoedigende resultaat was allerminst aanleiding om deze kwes
tie als opgelost te beschouwer. ,al zal ongetwijfeld er naar gestreefd worden ten spoedigste loopende orders voor bedoelde doos van de zuivelindustrie te i verkrijgen, zoodat de Verwachting gewettigd is dat stroocarton zal worden toe
gepast op een gebied waar tot voor kort hout nog een onbetwiste voorrechtspo
sitie bezat, wolko positie hardnekkig verdedigd zal worden. Het valt op dat dit voorloopige succes slechts verkregen kan worden doordat in een uitmuntend geoutilleerde fabriek op deskundige Y/ij ze van de in de huidige kwaliteiten van beplakt stroocarton aanwezige eigenschappen kon worden gebruik gemaakt, doch dit impliceert dat dit veelbelovende débouché voor stroocarton en daarmede voor stroo slechts benut zal kunnen worden wanneer in zeer aanzienlijke mate 4it het buitenland de absoluut noodzakelijke sterktegevende beplakking wordt betrokken. Bovendien blijft het gevaar steods bestaan dat de volstrekte afwe
zigheid van waterwerende eigenschappen een aanvankelijke vervanging van hout door carton spoedig weer tot een teleurstelling kan omvormen.
Het Proefstation heeft gemeend dat hier een krachtig aanpakken van de studie van emballageproblemen ter verhooging van den afzet van stroo dringende nood
zaak is en onmiddellijk een plaats op zijn programma behoeft.
CONTACT MST DE VERENIGING VAN STROOCARTONTABRIKANTEN.
Terecht werd tijdens de bespreking van deie aangelegenheid in bovengenoemde be
stuursvergadering erop opmerkzaam gemaakt,dat een dergelijke studie in voort
durend contact met de stroacartonindustrie zou dienen te geschieden, eener- zijds om van de tachnisohe adviezen der deskundigen uit de stroooartonindustrie profijt te kunnen trekken, anderzijds om tijdig gewaarschuwd te kunnen zijn wanneer bij het onderzoek een weg zou worden ingeslagen wölke zou leiden tot een technische oplossing welke door bestaande verhoudingen ia de huidige land
bouwindustrie nimmer tot oorrmercieele verwezelijking zou zijn te brengen.
Van veel belang moet hot dan ook geacht worden om van het allereerste begin af aan dit contact van kraoht te doen zijn zoodat in ondervolgende beschouwin
gen de denkbeelden welke in bedoeld onderzoek een leidraad zullen vormen aan de Vereeniging van Stroocartonfabrikanten worden uiteengezet in de hoop,dat de stroooartonindustrie, het belang van in de inleiding omschreven doelstellingen erkennende, haar opbouwende critiok aan deze studie van emballage problemen ten goede wil doen komen.
TECHNISCHE GRONDSLAGEN VAN HST WERKPROGRAM.
Ervaringen als neergelegd in vele gepubliceerde onderzoekingen der laatste jaren en mijn eigen ervaringen opgedaan gedurende een uitgebreide bestudeering van het wezen der sterkteëigenschappen in papierproductenfgeven mij de over
tuiging dat een deugdelijk emballagemateriaal een zeker minimum percentage ve
zels met een lengte langer daa l3r mm dient to bevatten. Is dit peroentagë -niet-
•8—
»iet' aanwezig dan kan een groots trekvastheid wel bestaan in een dergelijk pa
pier, doeh de veerstand tegen doorscheuren sal dan geringer zijn naar mate ar minder voze la langer dan oiraa l£ mm aanwezig zijn. natuurlijk kan de sterkte
•an een papier bovendien nadeelig worden beïnvloed door allerhande veront- Reinigingen in het papier^ zoo is wel gebleken dat vooral de aanwezigheid van calcium-carbonaat b-Y. de sterkte vermindert. Seiden dergelijke overwegingen voor papier, voor aarton dat door lijn groote dikte gekenmerkt wordt door de aanwezigheid van een neutrale laag, gelden deze overwegingen hoofdzakelijk voor de buitenzijde*
Het Proefstation is geëquipeerd met een apparatuur welke dè bestudeering van de vezellengteverdeoling in graanstroo mogelijk maakt, zoodat,voortbouwende op deze idee,het mogelijk moet zijn de eondities te vinden welke door een doelma- tige verdeeling van de veeellengte in het carton,n.l. het fijne kortvezellge materiaal,binnen en het langvezelige materiaal buiten en door het elimineeren van storende verontreinigingen,*ooals oaloiumneerslagen e.d. te geraken tot een carton dat dezelfde sterkteeigensohappen zal vertoonen als het momenteel toegepaste beplakte carton. De beplakking n.l* wordt tegenwoordig uitgevoerd met Scandinavisch kraftpapier dat gekenmerkt wordt door een zeer hoeg gehalte aan vezels langer dan 1-$- mm en door de afwezigheid van storende verontreinigin- gen.
OPENSLAANDE W35QEK VOOR HET ONDERZOEK.
Men kan mi deze forestie van opbouw van earton volgens bovenbedoelde principes op *wee manieren benaderen. In de eerste plaats de meest voor de hand liggende manier en die is deze dat men een zoo rein mogelijke vezelsuspensie uit graan- stroo bereidt, deze scheidt in korte en lange vezels, welke vezels dan in drie lagen tot het carton worden samengevoegd. De hiertoe noodzakelijke technisehe hulpmiddelen bestaan reeds als gangbare producten van de gespecialiseerde mach!«
neïndustrie. Deze rationeele en m.i. veelbelovende werkwijze stuit hier echter ep het onoverkomelijke nadeel dat gangbaar strooearton in een dergelijke
produotiemethodiek niet betrokken kan worden. Sen tweede uit technisch oog
punt veel minder rationeels werkwijze welke echter aanzienlijk beter past in de huidige verhoudingen van de industrieels strooverwerking is deze, dat een spe ciale fabriek zich gaat bezighouden met de fabricage van een soort strookraft
papier dat, bij een weliswaar iets grooter kwadraatmetergewioht dezelfde sterkt eigenschappen kan bezitten als het momenteel uit het buitenland betrokken gang
bare kraftpapier. Bij deze fabricage van strookraftpapier zal een 40$ van de geproduceerde papierhoeveelheid ongeveer aan te kort vezelig materiaal moeten worden afgescheiden. Dit materiaal kan zonder eenig bezwaar in gewoon stroocart worden toegevoegd, welke materiaal het gemis aan gerste- en haverstroo vermoe
delijk aanzienlijk zal helpen verlichten, zoodat to verdachten is dat ook bij hooge percentages roggestroo eenzelfde product kan worden verkregen bij toe
voeging van dit fijnste materiaal, >1 s anders slechts bij lagere roggestrooper- centages mogelijk is.
HEI VOORGESTELDE W3RKPIAB. V>
Het plan dat ik voor oogen heb en dat ik ten grondslag wil leggen aoa mijn wer*
prograiaaa is dit, dat ik de condities denk te bestudaeren waarvolgens een fa
briek kan werken, die als producten levert; een strookraftpapier eenerzijds en een soort halfstof van kortvezelig materiaal anderzijds. De huidige stroooar-
tonfabrieken blijven dan op de gebruikelijke wijze werken , doch beplakken hun prodnoten niet met het geïmporteerde kraft, doch met het iets zwaardere stroo
kraftpapier waarbij dan een regeling kan worden getroffen dat hetzij een fa
briek de geheele productie van het fijnvezelig materiaal in het carton verwerk hetzij het fijnvezelig materiaal wordt bijgeleverd bij de papieradtaaoe.
SCHATTINS DER QUANTA.
Hemen wij aan dat 5^ van de huidige eartonproduetle aan beplakking wordt ge
bruikt, dan is dit een totaal gewicht van circa 15000 ton per jaar. Naar sehat ting kan met 20000 ton stroopapier dezelfde sterkte (door verhooging van het kwadraatmetergewioht) warden verkregen. 40^ hiervan ef 8000 ton wordt daarbij
• ; r* V --SJrr ' f .. . • -.V " • -V -aan-
aan fijnveze lig materiaal bovendien verkregen zoodat de productie ran de papier»
fabriek circa 28000 ton, dit is oirca 100 to» per da£-, bedraagt. Dit komt overeen met de productieoapaoiteit van een modéra# stroooartonfabriek waarbij t
«enerzijds een groete automatische papiermaohine,anderzijds eenige handafname maohinetjes in bedrijf zijn. Dit bedrag is een grootte orde, welke natuurlijk in heft minst geen aanspraak op nauwkeurigheid wil maken, dooh welke ook wan«- neer mooht blijke dat sleohts 10000 ton strookraftpapier kon worden geabsorbeerd«
door het beplakken van stroooarton nog de bouw van een aparte fabriek zou wet
tigen. Op grond van deze gedachte en aansluitende bij het systematische en ana»
lytisohe werk dat èp het oogenblik op het Proefstation geschiedt, stel ik D voor een werkprogramma ten dienste van een rationeelere bestudeering van het emballageprobleem, dan mogelijk is bij toepassing van uitsluitend de huidige stroooartonkwaliteiten, op te stellen. In dit werkprogramma is dan tevens plaats voor het toepassen van proe^drf's ter bereiding van watervaste producten.
. .:•>
• -
'
I
jg| jr
'-.V
ÉK "
.
• "
, •
'
'
. -
' • ~ ~ i ' • . . . : • • • . •
• - ' • - - - "• ' . i ' . * " • • • • V. .
"
• -
\ , .
'
• • '~V ' - , •
v -•
.
1 L' ' V-
I_ . •• : -s ;
• .
' -r 5öiSfv J
,
. ' . * . . •
•. .: • ' • ' • - •1« & • . . ' , • -
. : ' • - 'I
< ' 1
'
•
•. ' - • * - • -
- Js