• No results found

«Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (1

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "«Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (1"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

«Bestaat er een verband tussen de leeftijd

van de werkloze en de werkloosheidsduur?»

(1

ste

deel)

(2)

Eerste deel

Evolueert de werkloosheidsduur naargelang de leeftijd van de werkloze?

Hoe groot is de kans dat een werkloze sedert 2, 3, 5, 10 jaar werkloos is en wordt deze mogelijkheid beïnvloed door het feit dat de werkloze 20, 30, 40 of 50 jaar is?

Om dat te weten te komen, hebben we de situatie van de uitkeringsgerechtigde volledig werklozen zoals ze zich voordeed in mei 2002, van nabij bestudeerd.

Onder de rechthebbenden van uitkeringen ten laste van de RVA onderscheidt de werkloosheidsreglementering immers de volledig werklozen, enerzijds, en de tijdelijk werklozen, anderzijds.

Wordt als volledig werkloze beschouwd, de werknemer wiens arbeidsovereenkomst een einde heeft genomen.

Tot deze categorie behoort eveneens de deeltijdse werkne- mer voor de uren tijdens dewelke hij gewoonlijk niet werkt.

De tijdelijke werkloosheid treft de werknemer wiens prestaties tijdelijk zijn verminderd of onderbroken, maar die aan zijn werkgever blijft verbonden door een arbeidsover- eenkomst. Ze is per definitie beperkt in de tijd. De duur van de inactiviteit wordt hier niet in aanmerking genomen.

In dit eerste deel onderzoeken we eerst globaal de relatie tussen de leeftijd en de werkloosheidsduur, vervolgens analyseren we meer specifiek de werklozen toegelaten op basis van arbeidsprestaties, de werklozen toegelaten na studies en de vrijgestelde oudere werklozen.

Het tweede deel, dat zal verschijnen in de volgende Stat Info, handelt over de andere vrijgestelden, de deeltijdse werknemers, de werklozen die hun rechten invoeren, en verder nog de werknemers toegelaten op basis van prestaties in een OCMW of een beschutte werkplaats.

Maar vooreerst, wat verstaat men onder werkloosheidsduur?

In deze studie is de werkloosheidsduur een statistisch begrip en dus niet gedefinieerd volgens reglementaire criteria.

De duur wordt uitgedrukt in maanden en berekend vanaf de begindatum van de volledige werkloosheid tot aan de refertemaand van de laatste ingediende betaling.

Onder refertemaand verstaat men de maand waarop de betaling betrekking heeft, ongeacht de maand tijdens dewelke de betaling werkelijk wordt uitgevoerd (dit is de indieningsmaand). Merk op dat zelfs indien de werkloze slechts één uitkering geniet voor 1 dag van de eerste refertemaand, de werkloosheidsduur reeds 1 maand in de statistieken van de RVA bedraagt.

Een nieuwe duur begint te lopen wanneer een betaling van volledige werkloosheid wordt ingediend door de uitbetalingsinstelling voor een refertemaand die op tenmin- ste 3 opeenvolgende refertemaanden volgt waarvoor geen enkele betaling van volledige werkloosheid werd ingediend.

Het is duidelijk dat na een werkhervatting van ten minste drie kalendermaanden een nieuwe duur kan beginnen

te lopen. Maar andere motieven zoals een sanctie van onbepaalde duur, ziekte- of bevallingsverlof kunnen eveneens de duur onderbreken en de berekening van een nieuwe werkloosheidsduur tot gevolg hebben op voorwaarde dat deze onderbrekingen gespreid zijn over ten minste drie volledige kalendermaanden.

Voor onze analyse baseren we ons op kruisgrafieken inzake leeftijd en de in jaren uitgedrukte inactiviteitsduur. Nog meer dan de juiste waarde van de verschillende elemen- ten van deze grafieken wordt de algemene voorstelling van de grafiek in aanmerking genomen. Onderaan de tabel, tegen de horizontale as van de leeftijden, verschijnen in absolute of in relatieve waarden de werklozen met de kortste werkloosheidsduur («minder dan 1 jaar»).

Hogerop in de grafiek staan de groepen die groeiende inactiviteitsduren vertonen. De hoogste groep die men kan aantreffen is die met een inactiviteit van 10 jaar en meer. In tegenstelling tot de andere duurtijden bevat deze laatste groep geen hogere limiet qua inactiviteits- duur, wat de berekening van een gemiddelde

werkloosheidsduur heel moeilijk maakt.

(3)

Onderaan bovenstaande grafiek tegen de horizontale as van de leeftijden staan de volledig werklozen die minder dan 1 jaar inactiviteit tellen. Naargelang men «vordert» in leeftijd, stelt men vast dat het aantal personen met minder dan 1 jaar werkloosheid sterk afneemt. De voorge- stelde tekening bevat twee maxima, te weten de twee belangrijkste polen van de volledige werkloosheid: de werkloosheid van de oudsten tussen 50 en 60 jaar en die van de jongsten tussen 20 en 30 jaar. Tussen deze beiden is duidelijk een afname van de werkloosheid te zien, althans wat betreft de volledige werkloosheid.

Algemeen, qua volledige werkloosheid

Welke is de kans op basis van de leeftijd van de werkloze om gedurende een korte, middellange of lange periode werkloos te zijn?

In de volledige werkloosheid werden, in mei 2002, 646 903 personen vergoed met een uitkering ten laste van de RVA.

De grafiek hieronder bevat de verdeling van de

werkloosheidsduur op basis van de leeftijd van de werkloze.

Werkloosheidsduur op basis van de leeftijd van de volledig werkloze (in absolute cijfers), mannen en vrouwen, Land - Mei 2002

0 1 000 2 000 3 000 4 000 5 000 6 000 7 000 8 000 9 000 10 000 11 000 12 000 13 000 14 000 15 000 16 000 17 000 18 000 19 000

15 jaar 17 jaar 19 jaar 21 jaar 23 jaar 25 jaar 27 jaar 29 jaar 31 jaar 33 jaar 35 jaar 37 jaar 39 jaar 41 jaar 43 jaar 45 jaar 47 jaar 49 jaar 51 jaar 53 jaar 55 jaar 57 jaar 59 jaar 61 jaar 63 jaar 65 jaar

aantal gerechtigden

< 1 jaar 1- <2 jaar 2- <3 jaar 3- <4 jaar 4- <5 jaar 5- <6 jaar 6- <7 jaar 7- <8 jaar 8- <9 jaar 9- <10 jaar 10 jaar en +

(4)

Werkloosheidsduur op basis van de leeftijd van de volledig werkloze (in relatieve cijfers), mannen en vrouwen, Land - Mei 2002

Hoe groot is de kans voor een werkloze van 18 jaar, 25 jaar, 35, 45, 55 jaar om gedurende een korte, middellange of lange periode werkloos te zijn?

Op 18 jaar zijn er meer dan 9 op 10 kansen (92 %) dat de werkloze inactief zou zijn sedert minder dan een jaar.

Maar vervolgens zakt deze waarschijnlijkheid heel snel: de werkloze van 20 jaar heeft niet meer dan 67 kansen op 100 om minder dan een jaar werkloos te zijn!

Op 23 jaar valt deze waarschijnlijkheid terug tot 50 %!

Daarentegen is er 1 kans op 4 dat zijn inactiviteitsduur tussen 1 en 2 jaar valt. Onder deze werklozen treft men al jongeren aan die sedert 5 tot 6 jaar inactief zijn (1,5 %).

Op 29 jaar zijn 4 op 10 personen werkloos sedert minder dan een jaar. Op de leeftijd van 35 jaar zijn er nog maar 3 op 10 die minder dan een jaar tellen. Op 45 jaar telt 2 op 10, op 53 jaar 1 op 10 minder dan een jaar werkloosheid.

Daartegenover verschijnt de klasse van de personen met meer dan 10 jaar werkloosheid vanaf de leeftijd van 28 jaar, 1 werkloze op 100 is in deze situatie! Droevige loopbaan voor de jongeren die blijkbaar niets anders gekend hebben dan de werkloosheid.

Op 34 jaar hebben meer dan 10 werklozen op 100 reeds meer dan 10 jaar inactiviteit. Op 41 jaar is de kaap van de 20 % overschreden! Op 56 jaar bereikt men de 30 %!

Volgens de verschillende statuten van volledige werkloosheid

Maar de volledige werkloosheid vormt geen homogeen geheel, men treft er een ganse waaier aan van

uitkeringsgerechtigde volledig werklozen: zij die werk- zoekenden zijn maken er deel van uit net als de niet- werkzoekenden zoals de oudere werklozen of de vrijgestelden wegens sociale of familiale redenen.

Men vindt er tevens de vergoede werklozen die werk of opleiding combineren met een uitkering: de deeltijdse werknemers met behoud van rechten die een inkomens- garantie-uitkering genieten, de vergoede werklozen die een beroepsopleiding volgen of studies met volledig leerplan, de werklozen tewerkgesteld in beschutte werkplaatsen, de jonge werklozen die in het buitenland verblijven als coöperant, de oudere werklozen die hun beroepservaring ter beschikking stellen in het buiten- land, de werklozen die deelnemen aan humanitaire acties en de werklozen die een activiteit hebben uitge- oefend in het kader van een PWA.

In dit eerste deel pakken we de kwantitatief belangrijkste statuten aan waaruit de volledige werkloosheid bestaat:

de werkzoekende werklozen toegelaten op basis van arbeidsprestaties, de vrijgestelde oudere werklozen en de werkzoekende werklozen toegelaten na studies.

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

15 jaar 17 jaar 19 jaar 21 jaar 23 jaar 25 jaar 27 jaar 29 jaar 31 jaar 33 jaar 35 jaar 37 jaar 39 jaar 41 jaar 43 jaar 45 jaar 47 jaar 49 jaar 51 jaar 53 jaar 55 jaar 57 jaar 59 jaar 61 jaar 63 jaar 65 jaar

< 1 jaar 1- <2 jaar 2- <3 jaar 3- <4 jaar 4- <5 jaar 5- <6 jaar 6- <7 jaar 7- <8 jaar 8- <9 jaar 9- <10 jaar 10 jaar en +

(5)

Werkloosheidsduur volgens de leeftijd van de volledig niet-vrijgestelde werkloze toegelaten op basis van arbeid (in absolute cijfers), mannen en vrouwen, Land - Mei 2002

Dit systeem dat sedert 1 juli 2002 in aanzienlijke mate werd herwerkt, heeft in het verleden het statistisch uitzicht van de werkloosheid grondig gewijzigd. De hier vermelde gegevens zijn immers de weergave van de toestand van mei 2002.

De volgende grafiek toont de werkloosheidsduur op basis van de leeftijd van de werkloze. De “discontinue” vorm van de figuur is de weergave van de overstap van de volledig werkloze werkzoekenden aan 50 jaar naar het statuut van de vrijgestelde oudere werklozen.

De werkzoekende werklozen

toegelaten op grond van de normale arbeidsprestaties

In mei 2002 vertegenwoordigen ze 39,7 % van het aantal volledige werkloze personen.

Basis arbeid 39,7%

Andere volledig werklozen

60,3%

0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 7000 8000 9000 10000 11000

17 jaar 19 jaar 21 jaar 23 jaar 25 jaar 27 jaar 29 jaar 31 jaar 33 jaar 35 jaar 37 jaar 39 jaar 41 jaar 43 jaar 45 jaar 47 jaar 49 jaar 51 jaar 53 jaar 55 jaar 57 jaar 59 jaar 61 jaar 63 jaar 65 jaar

aantal gerechtigden

< 1 jaar 1- <2 jaar 2- <3 jaar 3- <4 jaar 4- <5 jaar 5- <6 jaar 6- <7 jaar 7- <8 jaar 8- <9 jaar 9- <10 jaar 10 jaar en +

Belangrijkheid van de werkzoekende UVW’s (basis: arbeid) in het geheel van de volledige

werkloosheid - Mei 2002

(6)

Werkloosheidsduur volgens leeftijd van de volledig niet-vrijgestelde werkloze toegelaten op basis van arbeid (in relatieve cijfers), mannen en vrouwen, Land - Mei 2002

We zien in bovenstaande grafiek dat in mei 2002, het bestaan van het statuut van vrijgestelde oudere werkloze vanaf 50 jaar een grote invloed heeft op het verloop van de indeling volgens werkloosheidsduur.

Zo wordt vanaf dat ogenblik – relatief - een sterke toename van de minder lange periodes van werkloosheid waargeno- men, voornamelijk werklozen met een werkloosheidsduur van minder dan één jaar (zie vorige grafiek) waardoor het relatief aandeel van de korte werkloosheidsduur stijgt.

Voor het overige noteert men dat het aantal werklozen die minder dan één jaar werkloos zijn regelmatig daalt naarmate de leeftijd van de werkloze toeneemt maar minder snel dan op het niveau van de globale werkloos- heid. Zo zien we dat, terwijl nog slechts 67 % van de volledig werklozen van 20 jaar minder dan één jaar werkloos is, dat percentage nog 91 % bedraagt op het niveau van de werklozen die toegelaten worden op basis van het werk. Op 30 jaar is 52 % van de werklo- zen van die groep werkloos sinds minder dan één jaar tegen 38 % op het vlak van het geheel van de volledige werkloosheid.

Daarentegen verschijnt de groep van 10 jaar en meer omstreeks de leeftijd van 29 jaar met 0,4 % en neemt toe om bijna één werkloze op 4 te treffen op de leeftijd van 49 jaar, destijds de leeftijd vóór de opneming in het statuut van oudere werkloze.

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

17 jaar 19 jaar 21 jaar 23 jaar 25 jaar 27 jaar 29 jaar 31 jaar 33 jaar 35 jaar 37 jaar 39 jaar 41 jaar 43 jaar 45 jaar 47 jaar 49 jaar 51 jaar 53 jaar 55 jaar 57 jaar 59 jaar 61 jaar 63 jaar 65 jaar

< 1 jaar 1- <2 jaar 2- <3 jaar 3- <4 jaar 4- <5 jaar 5- <6 jaar 6- <7 jaar 7- <8 jaar 8- <9 jaar 9- <10 jaar 10 jaar en +

(7)

Werkloosheidsduur volgens de leeftijd van de oudere volledig werkloze die vrijgesteld zijn (in absolute cijfers), mannen en vrouwen Land - Mei 2002

Men stelt meteen vast dat vanaf de toetreding tot dat statuut, op de leeftijd van 50 jaar, voor een groot aantal van de betrokken werklozen de inactiviteitsduur reeds 10 jaar of meer bedraagt.

Vrijgestelde oudere werklozen

De vrijgestelde oudere werklozen, kwantitatief het tweede belangrijkste statuut, vertegenwoordigen in mei 2002 bijna 24 % van de volledig werklozen, d.i. bijna 1 persoon op 4.

Dit statuut betreft de werklozen van minstens 50 jaar die het bewijs leveren van één jaar werkloosheid en die vrijgesteld zijn van inschrijving als werkzoekende en van andere reglementaire verplichtingen.

Andere volledig werklozen

76,3%

Oude vrijgestelde

werklozen 23,7%

0 2000 4000 6000 8000 10000 12000 14000

50 jaar 51 jaar 52 jaar 53 jaar 54 jaar 55 jaar 56 jaar 57 jaar 58 jaar 59 jaar 60 jaar 61 jaar 62 jaar 63 jaar 64 jaar 65 jaar

aantal gerechtigden

totaal < 1 jaar totaal 1- <2 jaar totaal 2- <3 jaar totaal 3- <4 jaar totaal 4- <5 jaar totaal 5- <6 jaar totaal 6- <7 jaar totaal 7- <8 jaar totaal 8- <9 jaar totaal 9- <10 jaar totaal 10 jaar en +

Relatieve belangrijkheid van de oudere UVW’s die vrijgesteld zijn in het geheel van de volledige

werkloosheid - Mei 2002

(8)

Werkloosheidsduur volgens de leeftijd van de oudere volledig werklozen die vrijgesteld zijn (in relatieve cijfers), mannen en vrouwen Land - Mei 2002

Op de leeftijd van 50 jaar, bij de toetreding tot dat statuut, is bijna één werkloze op 3 (30 %) reeds 10 jaar of meer inactief. Op 65 jaar zullen er 2 op 3 (66,4 %) een dergelijke werkloosheidsduur overschreden hebben.

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

50 jaar 51 jaar 52 jaar 53 jaar 54 jaar 55 jaar 56 jaar 57 jaar 58 jaar 59 jaar 60 jaar 61 jaar 62 jaar 63 jaar 64 jaar 65 jaar

< 1 jaar 1- <2 jaar 2- <3 jaar 3- <4 jaar 4- <5 jaar 5- <6 jaar 6- <7 jaar 7- <8 jaar 8- <9 jaar 9- <10 jaar 10 jaar en +

(9)

Werkloosheidsduur volgens leeftijd van de volledig werklozen die wachtuitkeringen genieten en werkzoekend zijn (in absolute cijfers), mannen en vrouwen, Land - Mei 2002

Volledig werklozen toegelaten op basis van de studies die werkzoekend zijn

Twee statuten maken deel uit van deze groep: eerst en vooral de rechthebbenden op wachtuitkeringen, die het grootste deel van die groep vormen, en dan de

overbruggingsuitkeringen.

De rechthebbenden op wachtuitkeringen Onder bepaalde voorwaarden maakt deze regeling het de jonge schoolverlaters die zich op de arbeidsmarkt aanmelden mogelijk uitkeringen te genieten op basis van hun studies in afwachting van een betrekking.

Deze rechthebbenden vormen het 3e belangrijkste statuut van alle volledig werklozen waarvan zij 17,4 % vertegenwoordigen.

Relatief belang van de werkzoekende UVW’s die wachtuitkeringen genieten in het geheel van de volledige werkloosheid - Mei 2002

Andere volledig werklozen

82,6%

Basis studies 17,4%

0 1 000 2 000 3 000 4 000 5 000 6 000 7 000 8 000 9 000 10 000

16 jaar 18 jaar 20 jaar 22 jaar 24 jaar 26 jaar 28 jaar 30 jaar 32 jaar 34 jaar 36 jaar 38 jaar 40 jaar 42 jaar 44 jaar 46 jaar 48 jaar 50 jaar

aantal gerechtigden

< 1 jaar 1- <2 jaar 2- <3 jaar 3- <4 jaar 4- <5 jaar 5- <6 jaar 6- <7 jaar 7- <8 jaar 8- <9 jaar 9- <10 jaar 10 jaar en +

(10)

Toelating tot wachtuitkeringen is in principe mogelijk tot de leeftijd van 30 jaar. Het feit dat na die leeftijd periodes van kortdurige werkloosheid voorkomen getuigt van de moeilijkheden die een aantal jongeren ondervinden die werk vinden voor periodes die lang genoeg zijn (minstens 3 kalendermaanden) om de werkloosheid te onderbreken maar onvoldoende zijn om uit de werkloosheid te geraken of in ieder geval uit het statuut van rechthebbenden op wachtuitkeringen doordat ze niet het vereiste aantal arbeidsdagen bereikt hebben om over te gaan naar het statuut van werkloze op basis van de prestaties.

Werkloosheidsduur volgens de leeftijd van de volledig werkloze die wachtuitkeringen geniet en werkzoekend is (in relatieve cijfers), mannen en vrouwen, Land - Mei 2002

De groep van de werkzoekende werklozen toegelaten op basis van studies is een relatief jonge groep, vermits hij vooral de leeftijdsschijf van 20 tot 30 jaar omvat. Bijna 3 uitkeringsgerechtigden op 4 (73 %) behoren tot die leeftijdscategorie. Evenwel lijkt het voor een aantal van hen niet gemakkelijk vast werk te vinden en uit de werkloos- heid te geraken. Op de leeftijd van 20 jaar zijn bijna 4 werk- loze jongeren op 10 al meer dan 1 jaar werkloos. Als ze 25 jaar zijn, is bijna de helft meer dan 2 jaar inactief en is meer dan 7 % meer dan 6 jaar inactief.

Herinneren we eraan dat de duur van de werkloosheid niet onderbroken wordt bij tewerkstellingsperiodes van minder dan 3 maanden

Er wordt een snelle daling van de aantallen met de leeftijd vastgesteld. Nochtans wordt spijtig genoeg ook vastgesteld dat er vanaf de leeftijd van 27 jaar werklozen voorkomen die 10 jaar en meer inactief zijn! Op dertigjarige leeftijd zijn er reeds meer dan 10 op 100 in die toestand, terwijl er bij de personen die toegelaten worden op grond van hun werk slechts 1,1 % in die toestand verkeert.

Globaal daalt echter het aantal rechthebbenden op wacht- uitkeringen naarmate de leeftijd toeneemt, wat ook logisch is, zodat slechts een almaar kleiner aantal personen zonder betrekking overblijft.

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

16 jaar 18 jaar 20 jaar 22 jaar 24 jaar 26 jaar 28 jaar 30 jaar 32 jaar 34 jaar 36 jaar 38 jaar 40 jaar 42 jaar 44 jaar 46 jaar 48 jaar 50 jaar

< 1 jaar 1- <2 jaar 2- <3 jaar 3- <4 jaar 4- <5 jaar 5- <6 jaar 6- <7 jaar 7- <8 jaar 8- <9 jaar 9- <10 jaar 10 jaar en +

(11)

De rechthebbenden op overbruggingsuitkeringen De overbruggingsuitkeringen worden toegekend tijdens de periode van de deeltijdse leerplicht aan de leerling die deeltijds onderwijs of een deeltijdse opleiding volgt en die deeltijds werk zoekt.

In mei 2002 hebben 336 jongeren overbruggings- uitkeringen genoten, d.w.z. amper 1 % van het totaal aantal volledig werklozen. We vermelden ze evenwel volledigheidshalve.

Geen enkele verrassing op dit vlak, de rechthebbenden op overbruggingsuitkeringen zijn heel jong (in principe van 15 tot 18 jaar) en zijn slechts gedurende een korte periode vergoedbaar.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

z Voor meer details over het gebruiken van de afstandsbediening wanneer u digitale kanalen bekijkt, verwijzen wij naar de aparte handleiding “KIJKEN NAAR DIGITALE KANALEN”..

[r]

Als ik nu dit jaar mijn master al had gedaan en naar het buitenland &lt;land verwijderd&gt; ging voor mijn tweede master dan had ik het wel gekregen.. Ik heb net zoveel last gehad

7 034 ?@ABCDEFCGHICGI@ADJKDAIDLMIKNFOIDOFFACEIOHFAIOJKHDEFKDPDQFKBFOJDPRSTU

RSTTUVWXVYZVX[W\W]^VT_XV`ZVaZ]VbWZ]V\ZY]Vc[VYW]VUTb]cc\dVeZbV`ZVbWZ]

[r]

[r]

[r]