• No results found

Kris De Brabander

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Kris De Brabander"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

K L A P S T O E L 7

K E R K + L E V E N - 1 7 J A N U A R I 2 0 0 7

De Zeffirellifilm over Franciscus van Assisi, beroemdste heilige van de middeleeuwen, wekte in hem een romantisch verlangen naar een radicaal evangelisch leven. Daaronder verstond hij als tiener: op sandalen rondlopen, zelfs op school. Intussen is Kris De Brabander gedoctoreerd in patrologie over de kerkvaders en begeleidt hij als novicemeester de jonge kandidaten in de norbertijnenabdij te Tongerlo.

L i e v e Wo u t e r s

‘Op school

was ik een Jesusfreak’

POTTERNIJEN vanwege zijn iet- wat fanatieke houding trotse- rend, raakte de jonge Kris De Brabander al- maar dieper overtuigd van zijn ge- loof. Dankzij de plusserswerking in zijn parochie in Merksem vond hij als tiener de nodige verdieping en vriendschap in de Kerk. Een jaar na zijn vormsel was zijn vader overleden, waardoor hij waar- schijnlijk onbewust al heel vroeg leerde dat het menens was in het leven.

„Op mijn zestiende was ik over- tuigd gelovig”, zegt de nu 42-jarige norbertijn. „Een zekere strijd- vaardigheid was me niet vreemd.

Toen we met onze plussersgroep naar de film over Franciscus ke- ken, wou ik helemaal zijn zoals hij.

Op school noemden ze me spot- tend ‘die Jesusfreak’. Ik ben nooit bang geweest voor die kritiek. In die tijd – ik spreek over begin ja- ren 1980 – waren er nog meerdere subculturen en freaks van allerlei pluimage. Met de allesoverheer- sende monocultuur van vandaag is het voor jonge mensen veel moeilijker om uit de toon te val- len. Vandaar het belang van eve- nementen zoals de Wereldjonge- rendagen, waar gelovige jongeren elkaar kunnen vinden.”

– Dacht je toen al aan een religi- eus leven?

Na de middelbare school een studiekeuze maken was een on- mogelijke opdracht. Ik twijfelde tussen psychologie, toegepaste economische wetenschappen en onderwijzer. Heel uiteenlopende richtingen, die ongetwijfeld ook een andere levenskeuze inhiel- den. Om het kiezen uit te stellen, schreef ik me in voor godsdienst- wetenschappen. Tijdens die stu- die rijpte de idee van een religieus leven. Ik kende de abdij van Ton- gerlo van bezinningsweekends met de plussers. Het leek me een mysterieuze wereld, een roman- tisch avontuur waarvan de radica- liteit me aantrok.

Ik begon me af te vragen hoe het kwam dat ik me daar goed voelde en of ik het zou kunnen, altijd vroeg opstaan om te bidden en sa- menleven met andere mensen.

Een tijd van tobben, onderzoeken en bidden brak aan. Ik had het ge-

voel dat ik door God bij mijn nek- vel werd gegrepen, zoals een kat haar jong pakt. Je wil het ontlo- pen, want de heersende mentali- teit – die je vanzelf ook deelt – min- acht dergelijk leven. Bovendien krijg je vaak een tegengetuigenis door de negatieve ingesteldheid van sommige religieuzen. Maar mijn intuïtie zei me dat ik dit moest doen.

– Nauwelijks negentien, kwam je in Tongerlo aankloppen?

Na dat jaar trad ik in, ja. Het was een gevoel van thuiskomen. Ik be- gon meteen aan de priesteroplei- ding, volgde ook muziek aan het Leuvense conservatorium en trok dan naar Rome voor studies pa- trologie. Tien jaar later kwam ik terug naar België. Ik werd cantor in de abdij en verantwoordelijke in onze drukkerij, die inmiddels verkocht is. Ik stelde mijn wijding als priester uit, om te vermijden dat ik in een parochie zou worden aangesteld, want parochiepasto- raal ligt helemaal niet in mijn aard. Mij was het juist te doen om het abdijleven. In 2002 trok ik nog een jaar terug naar Rome om mijn doctoraat af te maken, en nu ben ik hier novicemeester.

– In die functie ben je ook pasto- raal bezig. Gaat je dat wél af? Wel- ke visie heb je op deze opdracht?

Het is inderdaad ook een pasto- rale opdracht, maar heel anders dan in het kader van een parochie of groep. Hier gaat het er vooral om nabij te zijn bij enkele jonge mensen die willen groeien in hun geloof en engagement voor Chris- tus. We eten en bidden sa- men en hebben ’s avonds een bijeenkomst. Verder hebben we geregeld geza- menlijk of persoonlijk ge- sprek. Ik wil hen altijd de mogelijkheid geven te ui- ten wat in hen leeft aan vragen, kritiek, gevoe- lens.

– Wie zijn de novicen van vandaag?

In het algemeen zijn het jonge mensen uit de jeugdcultuur van van- daag. Ze worstelen met de vraag naar de diepere zin van het leven. Waarom uitgerekend bij hen die vraag naar boven komt,

terwijl zovelen ze niet stellen, weet ik niet. Het is altijd een per- soonlijke zoektocht in eenzaam- heid. Het grote drama is dat vele jongeren die zich die vraag stel- len, nergens terechtkunnen om onbevangen beluisterd te worden.

Ze zijn met z’n drieën, heel nor- male jonge mensen tussen twintig en zesentwintig. Eén van hen heeft zijn tijdelijke geloften al uitge- sproken, de anderen zitten in hun tweede jaar noviciaat. Ik ver- wacht nog wel nieuwe kandidaten in de ko- mende periode en ja- ren.

– Om jongeren meer de kans te geven ergens gehoor te vinden, lan- ceerde je een website.

Hoe loopt dat project?

We hebben een zes- tigtal bezoekers per dag. Niet erg veel. Het blijft blijkbaar moeilijk om de weg erheen te vinden. Toen we geno- mineerd werden door het tijdschrift Clickx

Magazine in de categorie ama- teurwebsites, noteerden we een piek in het aantal bezoekers. Die extra aandacht heb je nodig.

Soms krijgen we mails van jon- geren die langs onze website (www.jongerlo.org) surfen. Het gaat dan om vragen met betrek- king tot roeping of om opdrachten voor school. Soms ook wel over re- laties. In dat geval speel ik tante Kaat, zo goed en zo kwaad als ik kan.

– Moet de Kerk meer aan publici- teit doen volgens jou?

De Kerk moet zeker meer naar buiten treden en zorgen dat ze ge- hoord en gezien wordt. Tot mijn grote blijdschap lijkt dat besef, vooral na Brussel Allerheiligen 2006, stilaan door te dringen. Toen kardinaal Danneels zei dat we ons met fierheid moeten tonen, zon- der arrogant te zijn, dacht ik: „Ein- delijk!” Onze cultuur is als een markthal, waar wij met ons kraampje bij moeten staan. We moeten onszelf in beeld brengen, liefst niet met schandalen of bana- liteiten, maar met datgene waar wij voor staan.

Norbertijnen dragen nog altijd hun witte habijt, mede om die re- den. Ik ben ook voorstander van de boord voor priesters. Niet dat de essentie in uiterlijkheden ligt, belangrijk is dat mensen je kun- nen herkennen. Mijn ervaring is dat ze graag in gesprek gaan.

Voorts zijn blijdschap en contente- ment de smaakmakers. Mensen sluiten zich niet aan bij een bende zeurpieten. Ook moet men niet te laagdrempelig willen zijn. Radica- liteit appelleert, biedt een uitda- ging.

– Hoe beleef je vandaag die radi- caliteit van Franciscus?

Leek het religieuze leven mij aanvankelijk een romantisch ide- aal, ik moest ontdekken dat het ook maar een mensenwereld is.

Al heeft alles zijn belang, uiteinde- lijk draait het niet om de abdij als plek, om de traditie, het koorge- bed of de gemeenschap. Hoofd- zaak is mijn verhouding met Christus. Hoe kan ik komen tot een volledige overgave aan Hem?

Je moet dat voortdurend hervor- men en uitzuiveren. Daarin schuilt de echte radicaliteit.

© Wim Hendrix

Je relatie met Christus voortdurend hervormen en uitzuiveren, daarin schuilt de echte radicaliteit

S

KRIS DE BRABANDER

K

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Daarna goot Vlaams minister-president Geert Bourgeois in het kader van de Ice Bucket Challenge een emmer ijskoud water over het hoofd van de gillende viceminister-president en

Ik merk zelf hoe armoede almaar va- ker de kop opsteekt en hoeveel mensen zich in- zetten voor personen in de armoede.. In de zorg voor de medemens is hoop

Jarenlang was haar oudste dochter de speelbal van een ver gevorderde kanker, zes jaar geleden stapte haar broer uit het leven en vorig jaar stierf haar man, die lector was aan de

Baerts verhaal brengt Marleen Merckx op het idee om samen een voor- stelling op scène te brengen. Marleen Merckx en Kris Baert koesteren, ondanks hun drukke agenda’s, de sfeer van

Dat komt omdat de hiervoor beschikbaar gestelde bedragen van € 30.000 in de 2 e tussenrapportage 2017 zijn overgebracht naar het begrotingsjaar 2018 omdat de verwachting toen was

De wet stelt duidelijke grenzen: samenwerking tussen concurre- rende ondernemingen is verboden (formeel juridisch: ‘overeenkomsten tussen ondernemingen die de mededinging

Mijn Heeren met verlof, de jongen is onschuldich, Och hy is simpel, slecht, onnoosel en eenvuldich, Dus bidden wy dat ghy zijn jonckheyt doch veschoont, En oock heeft hy niet langh

Heb ick hem gemartelt, het is my waarlijck leet, ick had hem niet [26] gemeent so hart te handelen; dan 'tschijnt dat hy leckerlijck opgevoedt 26 [27] zijnde, geen Amsterdamsche