• No results found

Waar blinde vinken dichten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Waar blinde vinken dichten"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

C U L T U U R 16

K E R K + L E V E N - 2 1 F E B R U A R I 2 0 0 7

A

LS leraar aan normaal- school en regentaat van het Sint-Jozefsinstituut beïnvloedde Roger Ver- karre (1930-2001) vele generaties toekomstige leer- krachten. Zijn naam zal bij niet weinig West-Vlamingen een calei- doscoop van herinneringen naar boven brengen. Zoals zijn passie voor de natuur, in het bijzonder voor vogels. Zijn oud-studenten beschouwde hij als bloedeigen zonen en dochters, en menigeen zal zich herinneren hoe hij zich in zijn lessen „kon laten gaan, zich laten meeslepen met zijn eigen impulsieve invallen, mijlenver uit- weiden met pittige details en uit het leven gegrepen feiten, om ten slotte naar het einde toe de draad weer op te nemen”, zoals we lezen in de eindverhandeling van ger- maniste Fien De Vos.

„Mijn vader heeft nog les gehad van Verkarre en vond hem een grote man. Op een nacht droomde mijn moeder dat ik over hem mijn eindverhandeling zou maken.

Gek, hé? Maar het leek me wel een goed idee. Vandaar dus.” De studente deed een beroep op priester Frans Verhaegen voor het

interpreteren van de christelijke thematiek. Al is ze dan zelf gelo- vig, het was niet meteen vanzelf- sprekend om thuis te komen in de belevingswereld van een priester van vorige eeuw.

Poëzie maakte wezenlijk deel uit van Verkarres persoonlijk- heid. Hoewel uiteindelijk twee bundels van hem werden uitgege- ven, schreef hij enkel voor zichzelf en voor vrienden. Verkarre had geen behoefte om „gemengd te geraken in het gewoel van de artistieke wereld”. Zijn individue- le poëzie verwoordde soms noch- tans heel raak het levensgevoel van veel priesters van zijn genera- tie, verscheurd door hun liefde voor Christus en zijn Kerk ener- zijds en hun teleurstelling in het instituut, de handhaving van het celibaat, de leegloop van de Kerk en de vele uittredingen van colle- ga’s anderzijds.

Toch gebleven

„Hij hield van de Kerk, kon haar niet loslaten, maar had tegelijk ook zijn twijfels”, aldus de germa- niste. Een citaat van de priester-

dichter: „Als jong mens word je – langs de wegen van toen – priester

‘gemaakt’. Dan word je ouder, en je merkt dat in de slechte jaren bij- na al degenen die je echte kame- raad waren, zijn uitgetreden.

Zodat je je afvraagt: ‘Waarom ben ik gebleven?’ En ondanks alles zeg ik nú: ‘Ik ben blij dat ik gebleven ben’.” Of nog: „Als minnaar van de natuur voel ik mij, man-zonder- zoon, zo’n beetje een biologische nul. Soms doet dat pijn, zodat ik dan al eens een schimpscheut lan- ceer als: ‘Celibaat: is er leven vóór de dood?’”

De vink sprak het meest tot Ver- karres verbeelding. In onder- staand gedicht vergelijkt hij zijn celibaatsbelofte met het uitsteken van de ogen van vinken waardoor ze mooier zingen, al is die folter- praktijk in de vinkensport inmid- dels afgeschaft.

Maar wie zijn de priester-dich- ters van vandaag? Deze vraag is een kolfje naar de hand van Piet Thomas’, zelf priester, dichter, vertaler van poëzie en liturgische teksten, kortom kenner van al wat beweegt op het vlak van religieu- ze poëzie en literatuur. „Het over- lijden van Van Wilderode is geen

klap voor de katholieke poëzie in Vlaanderen, maar het einde ervan”, klonk het na de dood van de dichter in 1998. Piet Thomas is het daar grotendeels mee eens.

Andere priester-dichters met eni- ge naambekendheid als Gery Hel- derenberg en Gery Florizoone wisselden eveneens het tijdelijke voor het eeuwige.

Vrije waarheid

„In kunstenaarskringen wer- den ze te weinig ernstig geno- men”, vindt Piet Thomas. „Men beschouwde hen allereerst als priester.” En daarover zei Frede- rik van Eeden ooit: „In de cultuur- geschiedenis staan dichter en priester tegenover elkaar. De dichter vertegenwoordigt de vrije waarheid, de priester de geketen- de. De dichter eert de beweeglijke levende God, de priester de in dogma en ritueel versteende, het dode beeld.”

Als er vandaag nog priester- dichters zijn, dan behoren ze bijna uitsluitend tot de oudere genera- tie. Zo zijn er onder meer Maurits Van Vossole en Toon Uyttendaele,

priesters uit het bisdom Gent, de West-Vlaamse pater Arthur Ver- thé en benedictijn Dirk Hanssens van de abdij van Keizersberg. Of ook Manu Verhulst, al gaat het bij hem meer om bezinningen in versvorm. „De meesten begonnen met persoonlijke lyriek, maar evolueerden – vaak via vertaal- werk – naar gebruikslyriek”, weet Piet Thomas. „In Nederland heb je dan weer een aantal verdienste- lijk dichtende dominees, zoals Willem Barnard. Huub Oosterhuis verdient ook vermelding, al waar- deer ik zijn liturgische poëzie meer dan zijn individuele.”

Maar de bekendste (en meest actieve) Vlaamse priester-dichter is José De Poortere, directeur van de zusters van Vincentius te Dein- ze. Hij publiceerde meer dan tien bundels en verleent zijn mede- werking aan Kunsttijdschrift Vlaanderen. „Vaak gaat het om experimentele poëzie, heel per- soonlijk. Thema’s als eenzaam- heid, de ontoegankelijkheid van het leven of de onbereikbaarheid van idealen komen er geregeld in terug.” De priester-dichter zelf is niet geneigd zijn poëzie voor ons toe te lichten, „die spreekt immers voor zich”. In de stadsbibliotheek van Sint-Niklaas wordt De Poorte- res oeuvre bewaard.

Een redactionele zoektocht brengt ons toch nog een priester- dichter van de jongere generatie op het spoor. Veertiger Jan Coghe, priester van het bisdom Brugge, is docent Duits aan het interfacul- tair Instituut voor Levende Talen van de K.U.Leuven. Hij gaf een vijf- tal bundels uit, vooral persoonlij- ke gedichten, maar ook voor pas- toraal gebruik. Of Coghe zich in de lijn van priester-dichters situ- eert? „Ik schat mezelf zeker niet zo hoog in als Van Wilderode, laat staan Gezelle, maar we hebben wel gemeenschappelijke trekjes.

Priesterschap en poëzie beïnvloe- den elkaar. Poëzie is als gebed: het zegt genoeg om iets te zeggen, te weinig om alles te zeggen, maar als het te veel zegt, zegt het niets.

Jezus leert zijn leerlingen dat ze niet alles moeten zeggen als ze bidden. De Vader weet immers wat wij nodig hebben.”

Celibaat

Mijn grootvader was een vinkenvanger.

De beste maakte hij met een breinaald blind, om ze beter te doen zingen. Ik schrijf dat om te zeggen hoe wreed ik het vind

dat het nog bestaat: een mens met een blok aan zijn been daar zetten, te weer en te wind, en „lopen!” roepen, op zijn tellen letten, en hij maar doen alsof het gaat.

R o g e r Ve r k a r r e De dichter ervaart het celibaat persoonlijk als de (afgeschafte) folterpraktijk in de vinkensport. © Reporters

Priester-dichters, bestaan ze nog?

L i e v e Wo u t e r s

Waar blinde vinken dichten

Een Torhoutse studente Germaanse taal- en letterkunde besluit voor haar eindverhan- deling de poëzie van stadsgenoot Roger Verkarre van onder het stof te halen. Niet onte- recht. De eigenzinnige priester-dichter verwoordde heel treffend het levensgevoel van vele priesters van zijn na-oorlogse generatie. En hoe zit het met zijn jongere collega’s?

Bestaat de priester-dichter nog?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Mocht u hiermee een vermoeden hebben dat er iets niet pluis is, kan u met deze lijst contact opnemen en dit bespreken met uw verantwoordelijke of de huisarts.. De informatie op

En bij het gezicht van zondaars in de armen van Jezus, roept hij uit: „Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus?” Al de krachten van tienduizenden van werelden

Alleen behoort daartoe, dat wij door het geloof de hand ophouden en wij, gelijk God door de liefde tot Gever wordt, door het geloof in Christus de nemers worden, Dat is,

daarvoor was ze te arm van geest en te eenvoudig van hart, maar omdat ze God grote dingen heeft laten doen in haar leven.. Als Maria moeder is van

„Voor wie zich niet laat overbluf- fen en eens rustig kijkt wat er nu helemaal klopt aan dit soort ar- gumenten, blijft er weinig over dat tegen het bestaan van God

Nagaan welke initiatieven er zijn én in welke mate we daar met de vormelingen bij kunnen aansluiten.. Het gaat dus niet enkel om initiatieven voor

Visie van kliederkerk Kliederkerk helpt kinderen en de mensen om hen heen elkaar te leren kennen, samen een gemeenschap te vormen en samen te ontdekken wat geloven in God en

bemannen, hebben we in goed overleg het volgende besloten: Groep 8a krijgt 3 dagen les van juf Annerieke, waardoor ze haar taak als IB er niet langer kan uitvoeren..